De hele afgelopen week liep de wekker in Huize Barefoot dagelijks
om 7:00 uur af. Dat is geen kattenpis voor dames ‘who don’t do early
mornings’.
De wekker is het meest verfoeide voorwerp in huis. In combinatie met dat vroege
tijdstip noemen we dit zelfs een vorm van huishoudelijk geweld! We deden het uit
vrije wil en voor een goed doel: om klussers binnen te laten.
Die begonnen namelijk aan het laatste deel van de verbouwing van onze
eetkamer. Twee weken geleden werd het dak vervangen, daarna werden twee
binnenwanden geïsoleerd. Spaanse Enrique en neef Rafa brachten de isolatie aan.
Net als hun collega’s van het dak werkten ze gestadig en netjes. Het grootste
verschil met hun voorgangers was dat zij kort lunchten en geen siësta hielden. Bovendien
stopten ze voor zonsondergang. Dat is een duidelijk verschil tussen zzp’ers en
mensen in loondienst.
Mijn liefje en ik deden zelf een beetje voorwerk naar beschikbare
isolatiematerialen. We bezochten twee bouwmarkten in de buurt (Leroy Merlin,
TerraPilar) om te zien welk materiaal hier überhaupt is te krijgen. We
verdiepten ons enigszins in de materie, namen vervolgens een foto van het voorkeursmateriaal
en stuurde die door naar de hoofdklusser. Desalniettemin wandelde hij op
maandagochtend met ander spul binnen. (Vond ik mijn evenknie qua eigenwijsheid?)
Ik keek hem vragend aan. Waarom iets anders? Men had hem gezworen dat dit materiaal
beter is dan onze keuze, zowel qua thermische als akoestische functie. Thermische
isolatie is voor ons belangrijker dan het terugdringen van geluid maar als een
product twee voordelen kan opleveren, heb ik geen enkele reden dat af te wijzen.
Nu wil het toeval dat buren in de straat achter ons op die
dag rond lunchtijd een familiefeestje vierden. Caribische klanken schalden door
de straat. Sinds vorige zomer wonen daar een vrouw uit de Dominicaanse
Republiek en haar Spaanse partner in een huurhuis. Laten wij haar nu kennen! Ze
heet Clara en is kokkie in een van onze favoriete lokale restaurants:
Venezuela. Wij noemen die plek De Tonnetjes
en zitten daar al jarenlang aan de bar om te genieten van verse vis, schaal- en
schelpdieren uit de Mar Menor en omringende wateren. Clara is leuk en aardig. Vorig
jaar nodigde ze ons uit voor haar verjaardag maar dat kwam ons niet uit. Maandag
is haar vrije dag en dus een goed moment om familie en vrienden uit te nodigen.
Tot nu toe hoorden we nooit iets uit die hoek. De senior klusser hoorde het ook
en wijdde uit over “luidruchtige Ecuadoreanen”. Hij wist er alles van. (Van wie
zouden ze die liefde voor lawaai hebben?) Ik liet het daarbij… de muziek hield kort
aan.
De dikte van het isolatiemateriaal is dezelfde, het type
materiaal (rotswol) ook, alleen het merk is anders. Beter, naar verluidt. Het
gaat hier te ver -veel te ver!- om uit te wijden over de vochttransporteigenschappen
van capillaire onderdakmaterialen maar dat probeerde de hoofdklusser in eerste
instantie wel. Toen ik hem opnieuw vragend aankeek maar nu met een legere blik
dan zojuist, stopte hij met praten. In plaats daarvan duwde hij mij een
Spaanstalige folder in de hand. Het materiaal komt van Isover, wereldmarktleider
op dit vlak. Het product wordt ‘comfortverhogend’ genoemd. Precies
wat we willen!
Een uurtje later verscheen een vrachtwagen in de straat met kraan
en grijper. De afdekplaten voor de te isoleren wanden werden vakkundig uit de
laadbak gehengeld en netjes op het trottoir voor ons huis geplaatst. We hebben
mazzel met dit mooie weer. Het aanbrengen van de isolatie was wederom een klus met
veel passen en meten want in onze achterwand zitten twee uitsparingen waarachter
de elektriciteit- en wateraansluiting zijn aangebracht. Daar moest omheen
worden geknutseld en dat gebeurde zeer vakkundig. De nieuwe wanden werden
geëgaliseerd, de stopcontacten kwamen weer tevoorschijn, een vaste muur en een
deel van het plafond werden meermalen gestuuct.
Goed stucen is een kunst, zelfs al vliegt de mortel in het rond.
Voor de verfklus tenslotte, stapten twee nieuwe, joviale Spanjaarden
het toneel op. Pepí y Coquí. Ze werden aan mij voorgesteld als ‘Los Pintores’. De
mannen hadden er verstand van en dat lieten ze blijken ook. Ik kon vantevoren niet
bedenken dat er zoveel over deze klus valt te melden. Vier mannen stonden te
oreren over de beste oplossing en de beste materialen voor een kamertje van circa
30m3 maar het klonk alsof we bij een stadsderby in Camp Nou aanwezig waren. Ze
bleven maar wijzen en praten. Op enig moment verklaarde ik als afgezant van de
opdrachtgeefsters dat de fraaiste oplossing onze voorkeur heeft. Zelfs dat werd
aangevuld: “èn de duurzaamste!”, aldus een van de mannen.
Met hen kwam -inderdaad- veel geluid het huis binnen. Hun
eerste klus bracht eveneens een zware siliconenlucht voort. Te bedenken dat schilders
deze lucht elke dag inademen. Pffff. Tafel, kasten en planken werden vakkundig afgedekt
en ingepakt, alle stopcontacten werden weer ontmanteld, de verwarming ging weer
van de muur. Nieuwe wanden werd gepolijst, bestaande wanden wederom gestuuct voordat
er ook maar één kwast ter hand werd genomen. Er gingen nog twee lagen vlak
pleisterwerk overheen. Ik had geen idee dat er zoveel handelingen moesten
worden verricht.
Diezelfde ochtend stuurde onze leuke buurman Guillermo uit
Madrid een filmpje van een man in wit pak en mondkap (schilder in overall) die een
bed (houten paneel) desinfecteert (verfspuit). De begeleidende Spaanse tekst
was dat ‘in
Jerez het ziekenhuis wordt gedesinfecteerd vanwege coronavirus’. We lachen er voorlopig
om…
Tussen al dat geklus door, namen we deze week ook nog deel
aan het plaatselijke Glitter Bowles-toernooi (in de eerste ronde eindigde ik al
als laatste; gebrek aan concentratie), organiseerde mijn liefje de maandelijkse
buurtlunch voor meer dan 25 personen en vierden we de verjaardag met onze
voormalige buurvrouw Barbara. Low energy? Ben je gek! We zijn niet voor
één gat te vangen. ’s Avonds ging het licht wel eerder uit...
Na een avond en nacht dampen en drogen werden uiteindelijk de
laatste werkzaamheden verricht: het verfen van de hele kamer. Niet verfspuiten maar met diverse maten rollers en kwasten. De mannen blijken
perfectionisten. Strakke lijnen, scherpe kanten, witte wanden. Nog een laag. En weer een. Er kwam geen einde aan. Hun grootste uitdaging bleek echter het waterpas ophangen van de
verwarming. Ze boorden en boorden en verontschuldigden zich voor hun gestuntel. Boren was
ogenschijnlijk niet hun ding. Gaten opvullen, schuren en weer verfen. Uiteindelijk hing
het ding. Met een biertje in de hand spraken we met hen over koken en lekker eten in de buurt.
We leverden enkele centimeters beweegruimte in maar krijgen
er heel veel wooncomfort voor terug. Toen het nieuwe dak erop zat, was de kamer
gemiddeld al enkele raden warmer (en minder kil). Na de wandisolatie liep de binnentemperatuur
verder op. Nieuwe verlichting en een vloerkleed
moeten de renovatie completeren. We gaan de hernieuwde eetkamer binnenkort officieel
in gebruik nemen. Niet voor een etentje maar voor een aangeklede borrel. Voor die gelegenheid zal de ruimte koninklijk worden geopend. Er wordt zelfs een lintje
doorgeknipt. Niet door de Sussex Royals, niet door Maximá maar ach... wat scheelt het?