Translate

dinsdag 14 april 2020

Wij tellen de dagen niet

…alle dagen tellen! Wij gingen hier week 5 van huisarrest in. Er staan ons nog weken te wachten als ik de berichten in de Spaanse pers mag geloven. Deze week zal waarschijnlijk in het parlement worden gestemd over verlenging tot 10 mei. Er wordt zelfs al gesproken over een verdere verlenging tot eind mei. ¡Guácala! Als er geen enkele restrictie wordt opgeheven, begin ik dat teveel van het goede te vinden. Dat ben ik wel uitgekeken op de bank en de badkamer en (ben) uitgeteld op de terrastegels. Hoe lang mag je gezonde mensen opsluiten… Tot ze er ongezond van worden?

Nu ik de diamanten leeftijd bereikte, kan ik eindelijk uit de kast komen: we kijken in huize Barefoot regelmatig naar omroep Max. Donderdag jongstleden deed ik het nog! Toen keken we naar het praatprogramma ‘Tijd voor Max’. Don’t worry: mijn liefje en ik zijn niet aan het dementeren; integendeel. We kunnen hard lachen om onszelf en andere pittige oudjes. Er wordt op zender en programmering neergekeken door tout intellectueel Nederland maar mij kan dat niet bommen. In de loop van de jaren kreeg ik veel respect voor oprichter Jan Slagter. Zoals hij medemenselijkheid en medeleven tentoonspreidt, vind ik onovertroffen.

Tijd voor Max is sinds 2008 op mijn radar. In november van dat jaar zat mijn vriendin Nelly daar aan tafel. Ze vertelde over een film waarvoor zij inspiratie was in de serie ‘Long Stories’. Nelly leed aan ongeneeslijke longkanker maar bleef tot het einde van haar leven een Vrouw van Formaat. Ik vond presentatrice Martine van Os destijds bepaald geen goede, empatische interviewer. Ze leerde in de tussentijd veel bij, zal ik maar zeggen.

Dichter Jaap Robben zat bij Van Os aan tafel. Hij draagt regelmatig Nederlandse gedichten voor. Deze serie noemt hij ‘Gedichten die troost bieden’. Robben vertelde dat hij schrok toen de eerste coronadode in Nederland viel. Op weg naar de studio betrapte hij zich erop dat hij blij was met een dalend aantal van 115 doden. Zo snel gaat dat kennelijk in onze geest. Onze hersenen passen zich snel aan nieuwe omstandigheden aan, zelfs in geval van onvrijwillige opsluiting; dat noemt men neuroplasticiteit. Robben las iets voor van Menno Wigman, Anna Stikstof en Joke van Leeuwen, in oplopende gradaties van troost.

Dokter Ted legt dagelijks in de Max-studio feitelijk en deskundig uit wat wel en niet aan de orde is bij covid-19. In diezelfde uitzending schoof ook beeldend kunstenaar en tekenaar Jan Rothuizen aan. Hij riep mensen in Nederland op hun huis en thuiswerkplek te tekenen en in te zenden. Het is een creatieve manier om te gluren bij de buren. Wat staat er in het kantoortje van buurvrouw Bee en wat in de kamer van buurman Cees? Hij merkte terloops op dat zo’n tekening het een en ander zegt over (het leven van) de tekenaar. Mijn tekenkunst is niet van dusdanig niveau dat het op nationale tv kan worden vertoond dus insturen deed ik mijn schets niet. Het past echter wel op mijn blog. Rothuizen maakte vroeger onder andere tekeningen voor De Volkskrant. (Van mijn liefje ontving ik voor mijn verjaardag een jaarabonnement op de digitale Volkskrant.)

Vorige week waren we een ochtend laat met het ophalen van de rolluiken van de slaapkamer. Die luiken halen we doorgaans pas op als wij horen dat de buurman (beter bekend als ‘de macho’) uit bed is. Hij slaapt dagelijks lang uit, heel lang zelfs. We gaven hem daarom een tweede bijnaam: ‘el perezoso’ (de luiaard). Wij houden rekening met hen, van hem kan dat niet per se worden gezegd. Tja.

Het was Goede Vrijdag, de ochtend na mijn wekelijkse boodschappenronde. Die nacht had ik lang liggen lezen dus ik stond laat op voor mijn doen. De buurvrouw aan de overkant maakte haar man erop attent dat de luiken voor onze slaapkamer wel erg lang dicht bleven. Onze aardige Spaanse overburen maakten zich kennelijk zorgen. Toen mijn liefje nietsvermoedend de voordeur uitstapte, waren vier ogen op haar gericht. Was alles in orde aan de overkant? B. lag toch niet in bed? Zeker niet, ik was druk bezig met mijn ochtendritueeltjes, in pyjama. In deze tijd passen we kennelijk niet alleen op elkaar, we letten ook op elkaar.

Daarop spoorde mijn liefje mij aan om met de buren te praten. Normaliter loop ik niet in ochtendkleding naar buiten maar om hen te laten wachten op mijn douchebuurt en verkleedpartij vond ik teveel gevraagd. Ik liep dus ongewassen en ongekleed in de richting van hun poort. Hier ben ik”. Ik lichtte toe dat we de luiken gesloten houden omwille van de buren maar dat het die ochtend inderdaad langer dan normaal duurde voordat ze opengingen.

Tijdens mijn recente wekelijkse rondgang langs supermarkten moest ik mij bij Lidl  voor het eerst identificeren en aantonen dat ik een lokale ben die niet van over de provinciegrens kwam om te winkelen. Sinds we huisarrest hebben in Spanje draag ik de padron bij me als ik officieel buiten de poort ga. Daarmee kan worden aangetoond dat ik in de gemeente ben ingeschreven als permanente bewoner.

Het Paasweekend stond voor de deur en de nationale, regionale en lokale politie vreesden opnieuw een grote uittocht van Spanjaarden naar hun vakantiehuizen aan de kust. Vóór mij werd een man ondervraagd die net uit een barrel stapte met een nummerplaat met ‘M’ (Madrid) erop. Dat was er mogelijk zo een. Hij werd stevig aan de tand gevoeld en toegesproken. De ondervraagde knikte als een dolgedraaide Ja-knikker. De ondervrager met handschoenen, bril en mondkap vroeg mij op gepaste afstand te blijven. Desalniettemin hoorde ik hun gesprek aan. Daarna mocht de man overigens wel de winkel betreden.

Toen was ik aan de beurt; dat oponthoud duurde ongeveer tien seconden en verliep uiterst vriendelijk. Op de terugweg moest ik omrijden omdat toegangswegen naar  onze wijk aan zee met hekken zijn afgesloten. Dat je niet alle mensen kunt tegenhouden die door de mazen proberen te glippen, is een gegeven. Onze woonwijk blijft echter uiterst rustig. Bovendien houdt men zich aan de afspraken. Mijn liefje loopt af en toe met haar huis-, tuin- en keukenafval een extra rondje naar steeds verder gelegen afvalbakken om zo stiekem naar de zee te kunnen kijken. Als haar dat happy houdt, ben ik de laatste om er iets van te zeggen. Ik ken haar trekje van burgerlijke ongehoorzaamheid langzamerhand.

Onze overburen reden vijf weken geleden uit Madrid naar hun vakantiehuis in onze straat. Ze bleven de eerste twee weken na aankomst binnen hun poort. Ik vertelde Guillermo bij terugkeer wat ik die ochtend zag en meemaakte en dat de politie gebrand lijkt op Madrileense auto’s en burgers. (Ook hij rijdt in een auto met Madrid-sticker.) Hij zei mij dat hij eerder werd aangehouden en toen zijn betalingsbewijs van de eerste boodschappen in een lokale supermarkt na aankomst tevoorschijn haalde, die van vóór de formele lockdown. Een slimme zet. Hij maakt zich als Madrileen voortaan geen zorgen over verscherpte controles.

Staand in de straat, in pyjama, spraken we over onze dagelijkse rituelen, over wat we op dit moment lezen. Zelf vertelde ik hem met einige trots over Marieke Lucas Rijneveld die als eerste landgenoot is genomineerd voor de finale van de Man Booker International Prize. En dat ik op dit moment werk lees van de Franse auteur Laurent Binet, getiteld ‘Civilizations’. In die roman wordt de geschiedenis omgedraaid: de Inca’s en Azteken vallen Spanje binnen en koloniseren het land. Binet houdt er wel van om een loopje te nemen met de wereldgeschiedenis. In zijn sublieme debuutroman ‘HhhH – Himmlers hersens heten Heydrich’ dat de prestigieuze Prix Goncourt ontving, deed hij dat ook.

Mijn belezen en filosofische buurman legde de Premio Planeta aan mij uit, de jaarlijkse literatuurprijs in Spanje voor de beste roman. Die kende ik tot dusver niet. Achteraf bleek dat die prijs inmiddels anders heet (Premio Azorín) en dit jaar werd gewonnen door een vrouw: Mónica Carillo; ik las nog nooit iets van haar maar dat gaat veranderen. Een mens is nooit te oud om werk van nieuwe auteurs te lezen. Guillermo beval twee Spaanse auteurs aan waarvan ik boeken moest lezen: Vicente Blasco Ibañez en Jesús Sánchez Adalid; mij onbekende namen. Literatuur in Spaans is voor mij nog steeds geen sinecure maar oefening baart kunst. We mogen dan locked down zijn maar mede door boeken bepaald niet eenzaam.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten