Deze week las ik in een artikel in de Volkskrant over de 20-jarige vrouw uit Idlib (Syrië), Malak Boubaki, die in 2005 als vluchtelinge met haar moeder te voet haar vaderland verliet. Haar vader en zus bleven achter. Uiteindelijk komen ze in Duitsland terecht. Afgelopen weekend ontving Malak daar haar vwo-diploma. De middelbare school rolde de rode loper voor deze slimste van de klas uit, er klonk Arabische popmuziek toen ze haar diploma in ontvangst nam. Daarmee logenstrafte ze de pessimisten in het land die vreesden dat Duitse scholen zouden kapseizen onder druk van deze nieuwe leerlingen. Door analfabetisme en cultuurverschillen zouden deze leerlingen het gewenste niveau nooit halen en voorbestemd zijn voor een uitkering. Als de toelatingstest in augustus goed uitpakt, gaat Malak medische technologie studeren in Erlangen. Het minstens net zo trotse schoolhoofd noemde haar middelbareschooldiploma een rijbewijs voor het leven.
En zo is het! Aan een afgestudeerd letterenstudent met onderwijsbevoedheid hoeft dat niet nader te worden toegelicht. Zelf stond ik echter alleen voor de klas tijdens stages en als huiswerkbegeleider op een middelbare school in de Haagse Schilderswijk. Na mijn studie (jaren ’80 van de vorige eeuw) kon ik aanvankelijk geen werk vinden. Daarna volgde een omscholingstraject in IT waarna ik een ander beroep koos. Mijn liefje was een tijdje parttime docent aan een HBO-opleiding voor volwassenen (tweedekansonderwijs). Educatie ligt ons dus na aan het hart. We zijn blij dat we nog steeds een steentje kunnen bijdragen; inmiddels helpen we op afstand bij de scholing van twee knulletjes in een ontwikkelingsland. Maar daarover later meer.
In de Economist van ruim een week geleden las ik een artikel met de titel ‘Learn today, earn tomorrow’. Het ging over de effecten van schoolsluitingen in arme landen vanwege covid-19. Door deze crisis worden wereldwijd 1.6 miljard kinderen gedupeerd, 700 miljoen van hen leven in ontwikkelingslanden. Hoofd Educatie van Unicef vreest dat misschien wel tien miljoen kinderen in 40 landen nooit meer naar school zullen terugkeren. De Wereldbank berekende dat een schoolsluiting die vijf maanden duurt per leerling uiteindelijk USD16.000 aan gederfd inkomen betekent. Dat zal neerkomen op een verwachte financiële schade van USD tien biljoen (een 10 met twaalf nullen) voor de generatie(s) studenten die het betreft.
Vooral de gevolgen voor schoolgaande meisjes zijn nu al merkbaar. In Vietnam, Ivoorkust en India gingen scholen weer open maar meisjes schitteren daar door afwezigheid. Ze werden onder andere aan het werk gezet om de familie in tijden van crisis te ondersteunen. Een andere reden voor hun afwezigheid in school is uithuwelijking; die praktijk leidt ertoe dat een mond minder hoeft te worden gevoed. Ook kinderzwangerschappen zijn sinds de quarantaine aan de orde. Meisjes werden door familieleden of buren verkracht tijdens het huisarrest. Vanwege het afgebroken contact met leraren en leraressen staan ze er vaak alleen voor.
Een ouder in Kenia werd door het schoolhoofd verzocht voor zijn kinderen een thuiscomputer aan te schaffen maar die kost gemiddeld meer dan driemaal zijn spaargeld. Als iemand zich al zoiets kan veroorloven, laat de internetverbinding ter plaatse vaak te wensen over. In Jakarta, hoofdstad van Indonesië, heeft 87% van de schoolgaande kinderen toegang tot enige vorm van digitaal onderwijs maar in een provincie als Papoea-Nieuw Guinea ligt dat percentage rond 30%. 74% van de Braziliaanse schoolgaande kinderen maakt gebruik van leren via Whatsapp maar in het armste gedeelte van het Amazonegebied (noorden) ligt dat op 52%. Sierra Leone lijkt de uitzondering op de regel. Die had de faciliteiten voor leren via radioprogramma’s razendsnel in de lucht vanwege de ervaring die het land opdeed na de Ebola-uitbraak in 2014. Tja.
Het heropenen van scholen blijkt in veel landen lastiger dan gedacht. In juni jongstleden bleek hiervoor slechts de helft van de ontwikkelingslanden ter wereld een plan van aanpak te hebben, volgens een survey van de Verenigde Naties in combinatie met de Wereldbank. In sub-Sahara Afrika beschikt slechts 30% van de scholen over handwasfaciliteiten. Social distancing is onmogelijk met 50 à 60 leerlingen in één klaslokaal. Sinds Zuid-Afrika de scholen op 8 juni gedeeltelijk heropende, vonden op 800 scholen in het gehele land weer virusbesmettingen plaats. Rwanda hoopt kinderen weer naar school te ‘lokken’ met het verstrekken van gratis maaltijden, Mozambique geeft terugkerende meisjes gratis sanitaire producten.
De schoolgaande jongens in Bali zitten ook nog steeds thuis al is hun vakantie al enkele weken ten einde. De Indonesische overheid denkt de lagere en middelbare scholen weer te openen tegen het einde van 2020 of aan het begin van 2021. Een recente enquête waarover ik las in de Jakarta Post meldde dat 80% van de ondervraagden de scholen graag per direct ziet opengaan.
‘Onze’ oudste, Yuda, begon deze maand aan de eerste klas van de middelbare school. Hij is nog jaren verwijderd van zijn rijbewijs voor het leven. Op de openingsdag van het nieuwe jaar werd hij in het auditorium van de school ontvangen en toegesproken door het bestuur. Het bleef beperkt tot die ene dag fysieke aanwezigheid. Daarna ging hij klassikaal online via Zoom. Dat doet hij met een oude laptop van ons of de telefoon van zijn vader die hij voortaan voor zijn lessen mag gebruiken. Hij vertelde ons dat hij nog geen nieuwe vrienden maakte maar wel veel huiswerk heeft. Ik heb met hem en zijn lotgenoten te doen. De oude iPad die we begin juni via tante Pos naar hen opstuurden, kwam nog niet aan. Ik vrees dat die onderweg is ingepikt…
Het begin van het nieuwe schooljaar was voor jongere broer Damai, die naar de vierde van de lagere school ging, minder enerverend. Al zijn vriendjes gingen met hem over. Ook hij maakt voorlopig gebruik van het digitale leerplatform dat zijn school in razend tempo en professioneel bouwde. Met gebruikmaking van dezelfde digitale middelen als zijn broer. De telefoon blijkt regelmatig over onvoldoende beltegoed te beschikken. Kasian. Dat beetje moeten ze zelf bekostigen en dat blijkt moeilijk genoeg. Pa Ketut brengt momenteel voedselpakketten rond aan de allerarmsten in Noord-Bali. Al hebben ze het zelf bepaald niet breed, tot die groep behoren ze niet.