Dit wordt weer een longread van ongeveer 8 minuten. Onlangs verscheen hier het strategische 30-jarenplan getiteld ‘España 2050’. Dit lijvige rapport van 675 pagina´s beschrijft de route naar een toekomstig, eigentijdser Spanje. Ik heb iets met strategische plannen, houd van vergezichten en van mensen met visie. In mijn werkzame leven als consultant schreef ik veel van dit soort plannen voor klanten in binnen- en buitenland; voor bedrijven met en zonder winstoogmerk.
Bij het woord ‘toekomst’ moet ik altijd denken aan het lied ‘Dat ene moment’ van Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink. Het werd destijds gezongen door Willem Nijholt en Gerrie van der Klei in de musical Foxtrot, een oude favoriet (1977). De personages staan aan de vooravond van de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog en kijken terug op hun eerste ontmoeting. ♫ Toekomst? 't Is een rot woord om te zingen en daarom zing ik ladieda. En ik zal je nog eens wat vertellen: onze ladieda is beslist! ♫ Dat was overigens een van de laatste keren dat ik met plezier naar een musical ging.
Ik ben ervan overtuigd dat ik het jaar 2050 niet zal halen maar daarover ben ik niet rouwig. Het komt vooral aan op de grote stappen voorwaarts die in de komende tien jaren worden gezet. Voor mij persoonlijk is 2030 dan ook dé mijlpaal in dit verband. Dit plan voor de toekomst van mijn tweede vaderland kwam tot stand met input van 100 Spaanse experts uit verschillende disciplines en ideologieën in de maatschappij. Vanaf de publicatiedatum mochten politieke partijen, lokale en regionale besturen, universiteiten, non-profitorganisaties, vakbonden, werkgevers- en werknemersverbanden hun licht op dit plan laten schijnen en reageren op de inhoud.
De inleiding wordt voorafgegaan door uitspraken van twee wereldberoemde Spanjaarden. Filosoof Séneca (Cordoba, 4 BC): “als we niet weten naar welke haven we koers zetten, is geen enkele wind gunstig.” En auteur en filosoof Miguel de Unamuno (Salamanca, 1864): “laten we proberen meer ouders van de toekomst te zijn dan kinderen van het verleden”. Dat zet de toon.
´Het plan voor morgen? Geen idee. Over 30 jaar weet je niet wat je overkomt...´ (El Jueves) |
Met die kopgroep wordt gerefereerd aan de EU-8. Daartoe behoren momenteel Oostenrijk, Duitsland, België, Nederland, Frankrijk, Denemarken, Zweden en Finland. Uit die wens naar aansluiting spreekt veel a.mbitie aan Spaanse zijde. Als speerpunten van transitie zijn onder andere genoemd: de kwaliteit van onderwijs verbeteren, de productiviteit van het land verhogen, het gebruik van groene energie bevorderen, de vergrijzing tegengaan, de arbeidsmarkt verder openen en vooral voor jongeren kansrijker maken, armoede en ongelijkheid terugdringen. Hieronder tref je een uitgebreidere beschrijving van deze en andere onderwerpen van het plan. (Met dank aan de redactie van El País.)
Educatie
Opleidingen blijven naar verluidt ´s lands grootste
uitdaging tussen nu en 2050. Aanhoudende demografische veranderingen zullen ervoor zorgen
dat het aantal leerlingen tussen 3 en 15 jaar in 2050 zal zijn teruggelopen met
800.000 waardoor er in de tussenliggende
periode meer geld beschikbaar komt per student. Dat stijgt naar een bedrag dat in
2050 op hetzelfde niveau moet liggen als dat van Denemarken nu: €9,640 p.p. Spanje
is momenteel Koploper Dropouts (17% versus gemiddeld 10% in de rest van de EU).
Voor 2050 streeft men naar een toename van het percentage afgestudeerden met -tenminste-
een middelbare schooldiploma van 20%. Het streefpercentage voor 2050 is een verdere
daling naar 3%. Spanje´s PISA (Program for Internationational Student
Assessment) -een test van de leesvaardigheid, beheersing van wiskunde en andere
betavakken van 15-jarigen- moet met tenminste 20 punten stijgen om op het
Europees gemiddelde uit te komen (d.w.z. op 500 punten).
Milieu
Een recent goedgekeurde klimaatwet bepaalde dat het land in 2030 al een CO2-reductie van 23% moet bereiken. In 2050 moeten broeikasgassen met 90% zijn gereduceerd. De resterende 10% zal worden opgevangen door herbebossing. De energie die binnen de landsgrenzen wordt opgewekt, zal tegen die tijd voor 100% uit hernieuwbare bronnen voortkomen. Er zal een quotum worden vastgelsteld voor bedrijven die daarmee verplicht worden om een minimumpercentage gerecyclede materialen te halen en het gebruik van hulpbronnen in hun productieprocessen te verminderen.
Consumentengewoonten moeten eveneens veranderen: we moeten minder dierlijke eiwitten eten, minder kleding kopen en andere vormen van verspilling reduceren. Een nieuw aspect dat tot dusver niet aan de orde kwam, is de invoering van groene belasting op transport en motoremissies. Dit is nodig om in 2030 het Europese gemiddelde te halen. Dit zou 2.6% van Spanje´s Bruto Binnenlands Product (BBP) vertegenwoordigen, versus de huidige 1.8%. In 2050 moet dit zijn gestegen naar 5% van het BBP. De luchtvaartindustrie wordt evenmin gespaard. Er zal een frequent flyer-belasting worden ingevoerd of een belasting op vliegtarieven op basis van afstand tot de bestemming. Deskundigen willen dat alle korte afstandsvliegreizen worden verboden die een goed alternatief per trein (tot een reistijd van 2.5 uur) hebben.
Gezondheidszorg
Spanje kent momenteel een gemiddelde levensverwachting van 83 jaar, net achter Japan en Zwitserland. Deze leeftijd zal naar verwachting in 2050 zijn gestegen naar gemiddeld 86 jaar. Dit vereist een ingrijpende institutionele verandering van het bestaande systeem van de gezondheidszorg. Dat is nu nog sterk gericht op de behandeling van acute gebeurtenissen maar zal zich (moeten) verplaatsen naar de oplossing van chronische problemen. De landelijke uitgaven aan de gezondheidszorg moeten daarom worden verhoogd van 5.7% van het BBP (nu) naar 7% in 2030. Experts stellen voor de medische procedures zonder bewezen effectiviteit, veiligheid en efficiency te schrappen. Dat wil men doen als de kosten van behandelingen en operaties groter zijn dan de aangetoonde gezondheidsvoordelen. Daarvoor zal een nieuwe, onafhankelijke instantie in het leven moeten worden geroepen.
Sociale
dienstverlening
Over 30 jaar zal 1 op 3 personen in Spanje 65 jaar en ouder zijn. Het rapport merkt op dat zelfs een hoger vruchtbaarheidscijfer -dat naar verwachting zal stijgen van 1,2 naar 1,4 kinderen per vrouw- noch immigratie het tekort aan mensen in de werkende leeftijd zal kunnen compenseren. Het aantal afhankelijke personen dat voor hulp in aanmerking komt, zou tegen 2050 bijna kunnen verdubbelen tot 1,6 miljoen. In het licht van deze prognose willen experts de financiering van de Spaanse gezondheidszorg, momenteel 0.8% van het BBP, (ruim onder dat van de meeste ontwikkelde landen in Europa), vernieuwen. Dit percentage zou voor Spanje kunnen oplopen tot 2.5% in 2050. Een deel van de middelen zou moeten gaan naar opleidingen voor mantelzorgers en om het bewustzijn over de maatschappelijke relevantie van dit werk te vergroten. Het plan voorziet ook in het laten kiezen van de burger tussen zorg thuis, zorg in een externe voorziening of een mengvorm daarvan. Deskundigen zouden graag zien dat er nieuwe soorten zorgcentra ontstaan die beter aansluiten bij de beleving van het thuiswonen.
Pensioenen
De pensioenleeftijd die sinds vorig jaar staat op 65 jaar en 10 maanden moet worden verhoogd; in lijn met de toenemende levensverwachting in het land. In 2050 zullen er tegenover elke 64-plusser 1,7 mensen in de werkende leeftijd zijn (tegen 3,4 nu). Dit betekent dat de overheidsuitgaven voor pensioenen tegen die tijd met maar liefst vijf procentpunten zullen stijgen. Het toekomstige pensioenstelsel “zal drie uitdaging moeten overwinnen: het verzekeren van de financiële houdbaarheid, het bieden van voldoende inkomen aan gepensioneerden en het garanderen van gelijke behandeling voor alle generaties.” Manieren om het aandeel van het BBP in de pensioenuitgaven te verminderen, zijn onder meer wettelijke veranderingen in de manier waarop pensioenen worden berekend, en een grotere salarisgroei gekoppeld aan een hogere productiviteit. Op dit specifieke punt is het rapport relatief vaag. [Barefoot: concretere uitwerking is dan ook nodig.]
Belastingen
Het plan is om de inkomsten uit belastingen te verhogen van 35% van het BBP (in 2019) tot 37% in 2030, 40% in 2040 en 43% in 2050. Daardoor zal het verschil van zeven punten tussen Spanje en de rest van de Eurozone worden verkleind. Om dit doel te bereiken, zal de Spaanse overheid het belastbaar inkomen moeten uitbreiden, sommige belastingvoordelen kunnen verlagen en het modulesysteem voor zelfstandigen, wier inkomen wordt belast op basis van schattingen, kunnen schrappen.
Deskundigen bevelen eveneens een "alomvattende hervorming" van inkomsten-, vermogens-, successie- en schenkingsrechten aan. Wat betreft die laatste twee heffingen merkt het rapport op dat regio's van Spanje momenteel sterk uiteenlopende tarieven hebben en dat deze moeten worden geharmoniseerd om ongewenste en oneerlijke concurrentie te vermijden. Het plan voorziet ook in hogere belastingen op alcohol, tabak en van aardolie afgeleide brandstoffen, evenals stimulansen om een groenere economie aan te moedigen. Er is speciale aandacht voor voertuigen die moeten worden belast op basis van hun werkelijke gebruik en kenmerken; inclusief gewicht, vermogen en emissies.
Het rapport gaat ook in op de noodzaak van hervorming van de vennootschapsbelasting, als onderdeel van een internationaal systeem. Spanje wordt in dit document aangespoord om bij de EU aan te dringen op gelijktrekken van belastbaar inkomen, op een minimum belastingtarief en een specifieke oplossing voor het belasten van technologiebedrijven. Het inperken van de zwarte economie is een zeer belangrijk doel; door meer coördinatie tussen belastingdiensten, meer informatie-uitwisseling, een verbod op fiscale amnestie en het bevorderen van onderwijs op scholen.
Publieke sector
Dit toekomstplan bevat een reeks maatregelen om de efficiëntie in het land te verhogen. Het gaat om het creëren van een cultuur van evaluatie en verantwoording bij alle openbare instanties en afdelingen. Er moeten inspanningen worden geleverd om de publieke sector te digitaliseren om ervoor te zorgen dat burgers de meeste diensten online kunnen afnemen. Op de langere termijn zou kunstmatige intelligentie kunnen worden gebruikt om informatie te analyseren, beleid te ontwerpen en diensten te evalueren. Voorbeelden van nuttige toepassingen zijn real-time gegevens over de ontwikkeling van de arbeidsmarkt, de kosten van medische procedures en statistieken over sociale diensten.
Examens van ambtenaren moeten worden vernieuwd en er moet voortdurend worden bijgeschoold om ervoor te zorgen dat overheidsmedewerkers te allen tijde over de vaardigheden beschikken die voor de functie zijn vereist. Het rapport beveelt ook een systeem aan van evaluatie en prikkels om talent in de gelederen te promoten en te behouden.
Werkgelegenheid
Het rapport stelt voor om het huidige werkloosheidspercentage (18% van de hele beroepsbevolking in Spanje) naar 7% terug te brengen. Voor jeugdwerkloosheid zal dat moeten gaan van 40% naar 14%. [Barefoot begrijpt dit niet… Waarom zetten deskundigen niet in op een daling naar 0%?!] De loonkloof tussen mannen en vrouwen moet naar 0 tegen 2050. De werkweek zal worden teruggebracht naar 35 uur en er zullen maatregelen worden genomen om de aanwezigheid van momenteel ondervertegenwoordigde groepen op de werkvloer te vergroten. Een vergrijzende bevolking betekent een kleinere beroepsbevolking, en om deze daling te compenseren, moet Spanje maatregelen nemen om het aantal vrouwen, jongeren en 55-plussers op de arbeidsmarkt te vergroten. Er moet een digitaal staatsplatform worden gecreeërd dat werkt als een arbeidsmarktplaats die alle werkzoekenden verbindt met alle aanbiedingen op nationaal niveau, zowel openbaar als privé. Er moeten ook inspanningen worden geleverd om immigranten op de arbeidsmarkt te integreren. Het doel is om de arbeidsparticipatie -inzet van 15- tot 64-jarigen op de arbeidsmarkt- in de komende 30 jaar met 15% te verhogen (dat ligt nu op bijna 74%).
Wonen op een andere planeet... Eindelijk kunnen we wonen in de luxe die we verdienen (El Jueves) |
Spanje boekte in de afgelopen decennia aanzienlijke vooruitgang in de verbetering van de levensomstandigheden. Volgens de laatste beschikbare gegevens voelt 80% van de Spanjaarden zich tevreden met het leven. Dat plaatst hen boven het Europees gemiddelde en daarmee behoort het tot de gelukkigste volkeren ter wereld. De sterke punten zijn een goede gezondheid, de kwaliteit van de vrijetijd en affectieve relaties.
Eén specifieke vorm van ontevredenheid onder de bevolking. springt eruit: de hoge werkeloosheid en de onzekerheid die dat met zich meebrengt. Om een blijvende plaats tussen de gelukkige volkeren te garanderen, zal Spanje een patroon van economische groei moeten bewerkstellingen, gebaseerd op productiviteitsverbeteringen, hoogwaardige werkgelegenheid en het duurzame gebruik van natuurlijke bronnen.
Spanje heeft ook nog tal van andere tekortkomingen en onevenwichtigheden. Zo is het het land met de twee na hoogste inkomensongelijkheid in de EU is en het vierde land van onderaf (onder Litouwen), met de grootste bevolkingsgroep die het risico loopt op armoede. In dit land betalen de allerarmsten meer belastingen (in relatieve termen) dan die van de middenklasse, en sociale overdrachten zijn minder gericht op kwetsbare groepen dan in een aantal buurlanden. Een van de doelen is dan ook om de inkomensongelijkheid gelijk te trekken naar het niveau van de meest geavanceerde Europese landen en de huidige armoede vóór 2050 te halveren.
Deskundigen stellen tevens voor om gebruik te maken van bestaande trends, zoals verregaande digitalisering, om de uittocht van mensen van het platteland naar de steden te beteugelen. Het omkeren van deze trend zou steden gezonder, samenhangender en duurzamer moeten maken en het zou de leefomgeving en kansen in kleine tot middelgrote gemeenten sterk verbeteren.
Tot zover de toekomstplannen van Spanje in een
notedop. Het wachten is nu op het definitieve actieplan. Mooie woorden moeten in
de komende jaren in nóg mooiere daden worden omgezet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten