Translate

maandag 7 juni 2021

Vroege vogels vangen de dikste wormen

Vorige week gingen we weer een dagje op pad in de eigen provincie. De wekker liep voor dag en dauw af want vroege vogels vangen nu eenmaal de dikste wormen! We doen het juist nu want in juli en augustus raken vogels in de rui en laten ze zich minder zien. Deze keer leidde de weg ons naar natuurpark ‘El Hondo’, regelmatig ook El Fondo genoemd. ‘Hondo’ betekent diep en fondo is Valenciaans voor hondo. Dit park tussen Elche en Crevillente is een uitgestrekt watergebied dat mooi is aangelegd en goed wordt onderhouden. Dat geldt zowel voor de aanwezige uitkijkposten als de vele looppaden over en langs het water. Er zijn twee grote plassen; de ene heeft een oppervlakte van 450 hectares, de andere van 650 hectares. Het gebied, in totaal 2.400 hectares groot, bestaat voornamelijk uit wetland en moerasgebied. We liepen kilometers om hier gevederde vriendjes te zien.

Bij de zuidelijkste afslag voor dit gebied aan de AP-7 zagen we al veel soorten en enkelingen overvliegen. Dat vertelde ons dat we op de goede route zaten. Voor mij als amateur-vogelaar geldt: beter tien vogels in de lucht dan één in de hand. Op weg naar de parkeerplaats hoorden we het vogelgeluid aanzwellen. Het bezoekerscentrum was helaas gesloten. Er mogen daar maximaal zes personen tegelijkertijd binnen maar ons lukte dat niet die dag.

Miljoenen jaren geleden reikte de Middellandse Zee tot daar. Vandaar wellicht de aanduiding El Fondo: het einde, de bodem. De huidige plassen zijn echter door de mens uitgegraven voor het plezier van vogelaars en andere natuurbelevers. We waren niet de eerste of de enige bezoekers. Drie bussen vol lagereschoolkinderen parkeerden er na ons. Het zou hun eindejaarsexcursie kunnen zijn na een ongewoon schooljaar. We lieten de lange rij coronabommetjes geduldig langslopen en vervolgden daarna ons eigen pad. Het gebied is groot genoeg om als bezoekers geen last van elkaar te hebben. Vanwege de stortregens van de voorgaande dag was het wandelpad hier en daar modderig maar over vuile wandelschoenen klagen we niet.

Bij een van de uitkijkposten troffen we twee oudere Spaanse vogelaars aan in vol ornaat: outdoor-broeken, stevige wandelschoenen en hoeden. Dat is een van de grappige wetenswaardigheden over Spanjaarden: als ze gaan sporten, trekken ze de daarbij behorende kleding aan. Aan zijn veren herkent men de vogel. Ooit las ik ook ergens ‘lenzen maken de man’ en dat artikel lazen deze stoere kerels zeker ook. Deze mannen, met hun indrukwekkende apparatuur (digitale camera´s met telelenzen, statieven, verrekijkers en telescopen) deden er een schepje bovenop: ze droegen zelfs camouflagenetten met zich mee?! Zelfs ín de uitkijkpost wilden ze kennelijk ongezien blijven. Het bleken overigens erg aardige kerels. Ze maakten ons attent op vogels en soorten die aan die plas waren te zien. Ze wezen ons de nummers aan op de vogelposters, alsof we bij de Chinees waren.

Er zijn in dat gebied circa 200 verschillende vogelsoorten te zien, door het jaar heen. Wij vonden dat we mazzel hadden met het zien van een klein aantal ervan. De volgende dag had ik pijn in mijn ellebogen, of all body parts. Fotograferen is wachten. Mijn camera is weliswaar licht maar wel voorzien van een flinke zoomlens. De hele tijd de camera in schietstand houden, bleek vermoeiend. Een statief, zoals de Spaanse vogelaars meebrachten, heb ik wel maar dat gezeul… Als alternatief zou ik op pad kunnen gaan met een schommelkop (opzetstuk voor het statief) maar het blijft afzien en vermindert de spontaniteit. 

De meeste bewondering wisten mama & papa kluut met hun kroost bij ons op te wekken. Vooral toen ze gingen synchroonzwemmen. De kluut was de dikste worm van de dag! Nog niet zo lang geleden luisterde ik naar aflevering 10 van de Vogelspotcast waarin Arjan Dwarshuis en jeugdvriend Gisbert van Baalen op zoek gingen naar deze statige, gracieuze steltloper met de omhooggebogen snavel. In El Hondo zagen we ze in het water, in de lucht en op het land. De kleintjes worden in het Spaans ‘pollos’ genoemd, zo leerden we van de mannen. Op een later moment ontdekten we aan de overkant van dezelfde waterplas een gezin met vier kuikens.

Het natuurpark bleek ook een feest voor eendenliefhebbers te zijn: we zagen de marmereend (centrum boven), bergeend (de grote met witte kop en rode snavel), kuifeend (de twee kleine zwartwitjes), tafeleend (het groepje met oranje kop en rode snavel) en wintertaling. Dit gebied werd in 1988 met name aangelegd om de bedreigde marmereend beter te beschermen. Al gaat het beter met het voortbestaan van deze eend, de soort wordt aangemerkt als ‘kwetsbaar’ op de rode lijst van de IUCN.

Een van de bijzonderste ontdekkingen van die dag was (misschien wel) een vorkstaartplevier die zich uitsloofde in een rietkraag waardoor deze zangvogel beter was te horen dan te zien. Het gezang was luid en gevarieerd en was voor een andere vogelaar genoeg reden om daar lang te dralen. Ook hij wisselde verrekijker en telelens regelmatig af. Mij lukte het om deze vogel op de gevoelige plaat vast te leggen, al is het niet mijn beste foto van de dag. Vooral de rode binnenkant van het bekkie viel op. Deze vogelsoort trof ik niet aan in mijn grote vogelboek. Na thuiskomst vond ik de naam op een website over het watergebied. Ik ben er bepaald niet zeker van of het om deze soort gaat… De vogel voor mijn lens zag eruit als mijn dekbedovertrek dat net uit de wasmachine komt; nogal verfomfaaid. 

Inmiddels stuurde ik Arjan Dwarshuis een mailtje om het bij deze grote vogelkenner na te vragen. Op zijn website las ik dat hij werkt aan een nieuw boek. Leuk! Zo snel als hij vogels kan determineren, zo rap stuurde hij een antwoord. Het is de grote karekiet. Een zangvogel die bijna zo groot is als de lijster. In mijn vogelboek vond ik in de beschrijving dat je het dier nauwelijks kunt missen “als hij zingt vanuit de top van een hoge rietstengel en zijn zeer eigen, schorre, maar enigszins aarzelende reeks van kikkerachtige krakende klanken laat horen.” Als broedvogel zeldzaam in Nederland maar hier (nog) niet.

Het vogelen begon enkele jaren geleden aan een opmerkelijke opmars en in coronatijd nam dat verder toe. Elke zichzelf respecterende krant heeft wekelijks een artikel over vogels en vogels kijken. Dat geldt sowieso voor de Volkskrant en zelfs voor het FD. Daar las ik onlangs in de Cultuur-sectie een aardig artikel van redacteur Rutger Betlem die ging vogelen met Dwarshuis. Ze krijgen het over de succesvolle podcast van de vrienden. “Het is schatzoeken. We nemen je mee in ons avontuur. Gip weet weinig over vogels maar is heel geïnteresseerd. De luisteraar groeit met hem mee.” Zo is het! 

Op het water zagen (en hoorden) we verder steltkluten, geoorde futen, zwartkopmeeuwen, zilvermeeuwen en dwergmeeuwen, ontelbare flamingo´s in leeftijd en kleur, een vogel in de lucht die er onmiskenbaar uitzag als een visdief en, als klap op de vuurpijl, een grote steenuil op een tak in een hoge boom op een weide langs het belendende boerenland. Mijn oog viel op het dier vanwege zijn afwijkende kleur. Het vloog weg voordat ik mijn liefje erop attent kon maken. De foto diende als bewijs. (Mijn lopende webalbum is bijgewerkt.)  

Mijn liefje stelde voor daarna te gaan lunchen in de buurt. We gebruikten Google Maps om van El Hondo naar plaats B te gaan. De dame die de route op de telefoon verkondigde sprak niet alleen de Spaanse locaties anders uit dan wij doen maar ze veranderde die zelfs. Zo werd de nabijgelegen golfbaan ‘La Finca’ Campo de Go (zonder lf). Daar speelden we voor het laatst in november 2008, met een clubje vrienden uit Kijkduin. Destijds beschreef ik die golflocatie als baan die greens heeft als babybilletjes, fairways als stairways to heaven en weidse vergezichten. Mijn liefje zat destijds met Ann in een flight en speelde de sterren van de hemel. Het was een genoeglijke terugkeer. De golfbaan met honderden oude olijbomen ligt er nog steeds erg mooi bij, er werd volop onderhoud gepleegd.

Het terras zat gezellig vol met golfers en andere bezoekers. Mijn liefje bestelde haar all time favorite: krokante fish & chips met frietjes en dipsaus, ik bestelde mijn eerste restaurantwaardige pokébowl: een tonijn-, rijst- en groentenschotel met Aziatische dressing. De schotel ging tot de laatste rijstkorrel op. Dit gerecht gaan we deze week (ongeveer) uitproberen op onze inmiddels binnengevolgen vrienden Rolando y Paco. De stop bij Campo de Go was een geslaagd einde van een leuke dag. Het volgende vogeluitje staat alweer op de rol. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten