Translate

maandag 28 maart 2022

Een traantje weggepinkt

We reisden met regen, wind en een donkergrijze lucht vanuit Spanje naar zonnig Nederland. De vlucht was uitstekend, al voelde die vreemd aan na twee jaar niet-reizen door de lucht. Wij  hielden ons FFP2-masker (correct) op, menig Nederlandse passagier om ons heen deed dat niet. De purser zei over de intercom dat het masker aan te bevelen was maar dat de vliegmaatschappij niet zou handhaven. Tja. 

Het lenteweer in het Vaderland was welkom want mijn gemoed was bezwaard. We gingen namelijk niet op pad voor fun. We waren onderweg naar de uitvaart van mijn zus Ineke. Die stond voor de volgende midddag gepland.

Toen ik de reistas in de hal van luchthaven Rotterdam van de band pakte, bleek die doorweekt. Een groot deel van de vervoerde kleding was dat ook. Die tas had veel te lang onbeschermd op de luchthaven van Alicante gestaan. Dat was niet het enige dat ik in het hotel ontdekte. De man aan de receptie, beginneling in het vak, gaf ons een key card mee van een kamer waar we in bad moesten douchen. Willen we niet! Dus terug naar de receptie, op zoek naar een andere kamer. Die kregen we maar deze was uitgerust met een speciale badkamer voor rolstoelgebruikers. Extra brede deuren, ouderwets sanitair, geen enkele luxe, overal koorden in geval van nood. Kortom: spuuglelijk. We keerden naar de receptionist terug die hogelijk verbaasd was dat we kritiek hadden op deze badkamer. Dat was toch een prima inloopdouche?! Maar driemaal was scheepsrecht. We kregen een prima kamer met moderne inloopdouche zoals we die wensten. Inmiddels was het ruim na middernacht en hadden we nog zin in een slaapmutsje: een tapbiertje voor mijn liefje, een glaasje wijn voor mij. Helaas-pindakaas: er zat geen bier meer in de tap. Dan maar een flesje. Haar geliefde merk was ook op. Waarom zou het meezitten?!

Na een onrustige nacht begonnen we aan een dag met strakblauwe lucht en zon. Het was prachtig om de natuur te zien uitlopen in het centrum van Den Haag. Wilde tulpen, narcissen, viooltjes, diverse soorten narcissen, hyacinten, camelia´s en magnolia´s in bloei, ontluikende rhodondenderon en veel meer. Prachtig! Ik zag dat ook als ode aan mijn overleden zus, die veel van bloemen hield. 

Het uitvaartcentrum was fraai gelegen in een polderlandschap tussen Delft en Rotterdam, omgeven door veel groen en weg van alle eigentijdse beslommeringen. Wij reden in de auto van vriendin Bernadette via binnendoorwegen naar onze bestemming. De rouwauto met Ineke´s kist en het gevolg (de overige leden van mijn familie) zouden via een andere route reizen. Wij wachtten en wachtten. Het was zo´n moment van bezinning. Momenten die op die dag aan de lopende band ontstonden. Je hoort de vogels fluiten, het gebouw voor je staat klaar voor het afscheid maar zelf ben je dat niet. Nog niet. Een van de kleinkinderen van mijn zus stond op een grote kei en keek gebiologeerd naar de ingang van het terrein. Net als ik. Je kunt niet wachten totdat ze komt maar eigenlijk wil je dat helemaal niet zien...  

Daar kwam de stoet, op beter gezegd: het stoetje. Mijn familie is niet erg groot (meer). Ik liep in de richting van de rouwauto en keek door het raam naar de bloemstukken die op de kist lagen. Ik zag ons boeket met lint liggen met een eenvoudig “Dag Ineke”. Ik kreeg een brok in mijn keel die daar lang bleef zitten. 

Ik groette mijn familieleden. De meeste van hen had ik tenminste drie jaar niet in persoon gezien of gesproken. Een van mijn neven, Olaf (heel leuk!), werd  maanden geleden vader van een allerliefst meisje. Vorig jaar trouwde hij met Kyra, een mooi mens. Hun dochter heet Fien en vertegenwoordigde op deze dag van de dood het prilste leven... Mijn liefje sloot zich bij mij aan en als familie liepen we achter de kist het gebouw binnen. Ik maakte enkele uitvaarten van geliefde personen bij maar denk er niet al te vaak aan terug. Te pijnlijk. Totdat je weer voor zoiets wordt uitgenodigd. Ach. 

De zaal waarin het afscheid werd gehouden, was mooi aangekleed en in zachte tinten en licht gehuld. De kist stond centraal, in een kring van bloemstukken en kaarsen. Aan beide zijden hing de foto die Ineke van zichzelf nam en die lang haar Facebook-profiel zou zijn. Het is de foto waarmee ik mijn vorige blog afsloot. Lieve blik, grote rode koltrui, eigenwijze bril en ouderwetse oogschaduw. Precies Ien! 

Mijn geliefde neef Dennis, Ineke´s enige zoon, zou als eerste spreken, daarna was het mijn beurt. Lidy, de tweelingzus van mijn overleden zus zou die middag hekkensluiter zijn met een gedicht dat een vriendin voor haar (hen) had geschreven. Dennis is een goede schrijver en spreker. Het was een emotionele toespraak over de liefde, de kracht en het respect dat hij voor zijn beide ouders voelde en voor zijn moeder in het bijzonder. Veel van de aangehaalde momenten of aspecten kende ik, een klein aantal nieuwe anecdotes verraste mij. Niet al het uitgesprokene was loodzwaar. Af en toe doorbrak een lach of een kreetje van Fien de geconcentreerde stilte. 

Het lied `Over the Rainbow´van de Hawaiiaan Israel Kamakawiwo'ole en zijn ukelele klonk. Daarna een mooie uitvoering van het Ave Maria. Beide muziekstukken herinnerden mij aan de uitvaart van mijn vriendin Nelly in 2009. Ook toen vlogen we binnen, al hadden we destijds een veel langere reis achter de rug (we kwamen uit Bali). En daar kwamen de waterlanders... dat doet muziek met een gevoelig mens. Gelukkig lagen er voldoende papieren zakdoekjes op de familiebank. Met reclame van de uitvaartorganisatie erop. 

Het was daarna aan mij om te spreken. Ik had die ochtend nog een aantal malen geoefend met mijn liefje als publiek. Toen lukte het mij niet zonder tranen of verstikte stem het verhaal af te maken. Ik struikelde over mijn woorden en versprak mij regelmatig. Nu haalde ik een paar keer diep adem, dronk een slokje water en stak van wal. “Lieve zus...” Ik hervond de kracht om, zonder enige hapering, over haar te spreken. Het was de laatste eer die ik haar kon bewijzen.  “Dood ben je pas, als ik je ben vergeten.” Dat zal niet gebeuren. 

De overige dagen van ons verblijf waren gevuld met wandelen door de Hofstad en restaurant- en museumbezoek; samen en  met een handjevol vrienden. Naast ons hotel werd de aanzet tot een schildering gezet op een van de muren van het Museon. Ik herkende Boyan Slat direct maar de tweede persoon op de muur niet. Het bleek te gaan om de jonge Leymah Gbowee, de Liberiaanse die al op haar tiende  begon met activisme en in 2011 de Nobelprijs voor de Vrede ontving voor haar grote inzet voor vrede, veiligheid en rechten voor vrouwen. Twee bevlogen jongeren met grote impact op de wereld. 

Twee graffiti-kunstenaars werkten dagelijks toegewijd aan de schildering. Een van hen lichtte mij toe dat hun opdrachtgever iemand is van de Jeugdafdeling van de Verenigde Naties. In de tuin van het Haagse Museon staat een rij panelen met daarop de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN.  

Op de dag van onze terugkeer naar Spanje voelde ik mij leeg en melancholisch. Op dat moment voelde ik ten diepste dat ik mijn zus Ineke nooit meer zou terugzien in dit leven. Ik pinkte nog een traantje weg. Ook de terugvlucht verliep gemakkelijk en zonder turbulentie. Wij zaten weer braaf met een masker voor. 


P.S. Het kunstwerk aan het begin van deze blog is getiteld `Herfstboom´ van Leo Gestel. Het hangt in het Haagse Kunstmuseum. 


dinsdag 22 maart 2022

In Memoriam: Ineke

‘And then there were...’ Ik moest in de afgelopen dagen denken aan deze titel van een thriller van Agatha Christie uit 1939. Daarin wordt een bonte verzameling van  personen (10) uitgenodigd voor een weekendje op een privé-eiland. De gasten zijn vreemden voor elkaar maar delen een bizar verleden dat ze niet aan elkaar willen onthullen. Totdat de een na de ander sterft. Het klinkt wellicht vreemd dat ik hieraan dacht maar ook ik raakte recent wederom een familielid kwijt. 

Mijn zus Ineke overleed op de Internationale Dag van de Vreugde. Het kan niet ironischer. 

Mijn ouders hadden ooit vijf dochters. Mijn vader overleed ruim 40 jaar geleden, mijn moeder bereikte de respectabele leeftijd van 95 jaar. Van ons vijftal zijn er nu nog maar twee over. De eerste zus, Angela, overleed toen ze nog een kind was (botkanker). Zelf was ik een peutertje. Christa, de oudste zus in het gezin, overleed jaren later eveneens aan de gevolgen van uitgezaaide kanker. In de tussenliggende jaren kregen mijn twee andere zussen, de tweeling Ineke & Lidy, borstkanker. Zelf bleef ik tot dusver verschoond van die rotziekte, al kwam het langs een andere weg weer dichtbij toen mijn beste vriendin Nelly de diagnose onbehandelbare longkanker ontving. Enkele jaren daarna kreeg ook mijn liefje de diagnose borstkanker gesteld. Nelly overleed in datzelfde jaar (2009). Dat noem ik daarom mijn ‘annus horibilis’.  

Ineke was de oudste van een eeneiige tweeling, zij en haar zus waren de tweede en derde dochter van het gezin. Terugkijkend op ons gemeenschappelijke familieleven en met de kennis van nu, ben ik blij dat zij tweelingen waren. Altijd  speelmaatjes, immer soul mates. Ze waren twee-zielen-een-gedachte, vier handen op één buik. De een goed in taal, de ander goed in rekenen. En geen onderwijzer of leraar had in de gaten dat ze wisselden! Zo waren ze samen goed voor meer voldoendes (😉). Ik denk overigens wel dat Ineke de braafste van de twee was... In hun jonge jaren vormden ze een speelse twee-eenheid op de af en toe woelige baren van een getraumatiseerd gezin. Soms konden ze niet met elkaar, doorgaans niet zonder elkaar.

Al gingen wij daarna ieder onze eigen wegen, we zouden nooit helemaal gescheiden zijn. Want een gedeelde mislukking verenigt meer dan een gedeelde overwinning. 

Als jongste van het gezin logeerde ik graag bij Ineke en haar kersverse echtgenoot Aad. Het was harmonieus in hun huis, iets dat ik thuis niet altijd aantrof. 's Avonds zat ik dan, gedoucht en in pyjama, met hen op de bank, een bakje chips op schoot. Toen was geluk nog heel gewoon! Aad was als de grote broer die ik niet had. Samen waren ze een goed stel; ik beschouwde hen als een soort co-ouders, hoe jong en onervaren zij daarin nog waren. Sweet memories. 

Aan die huiselijke gezelligheid kwam geen einde toen hun eerstgeborene en enig kind Dennis ter wereld kwam. Voor de eerste keer in mijn leven zag ik mijn vader huilen toen hij hoorde dat hij een kleinzoon had. Hij, de stoere man van een vijftal dochters. Als piepjonge tante hield ik dat ventje onwennig èn met verwondering in de armen. Ik schrijf het goede karakter en de vriendelijkheid van deze neef toe aan de liefde die hij van zijn ouders ontving. Daarvoor gaf ik mijn zus een groot compliment. 

Ik herinner mij ook goed hoe Ineke voor de eerste keer borstkanker kreeg terwijl ieders ogen vooral op de toentertijd ernstig zieke Aad waren gericht. Daarop kijk ik met gemengde gevoelens terug. Ik had haar destijds meer moeten bijstaan. Maar nooit klaagde ze. Dat haar levensgezel en maatje zo ziek werd (botkanker), was sowieso een zwaar gelag. Als ik één stel een leven lang samen had toegewenst, was het hen! Hij bleef lang de vrolijke Aad van wie we hielden. Mijn zus verzorgde hem goed. Na zijn dood (2008) verloor haar leven veel van zijn glans... Zo verging het onze moeder ook. 

Mijn vader zou zich omdraaien in zijn graf als hij wist dat hij enkele van zijn dochters onbewust en onbedoeld opzadelde met een gevaarlijke genmodificatie die tot kanker leidde. Dat zeg ik met natte ogen, als enige van het gezin die tot nu toe verschoond bleef van deze malheur. Gisteren startte in Nederland de campagne ‘Het zit in de familie’. Die roept mensen op zich te controleren op een verhoogde kans op kanker vanwege een BRCA-mutatie in de familie. Naar schatting zou het 1 op de 300 Nederlanders betreffen. Belangrijk en levensreddend! 

Ineke kreeg tweemaal borstkanker en moest dit jaar wederom het brute beest in de bek kijken. Bij haar werd nu een agressieve vorm van longkanker ontdekt die niet meer was te behandelen of te genezen. De snelheid waarmee ze van een kuchje naar het einde ging, verbijstert mij nog steeds... Op haar verzoek bracht een combinatie van morfine en andere medicatie haar in een slaap waaruit ze niet meer wakker werd. 

Als oudste van de tweeling maakte ze ooit de weg vrij voor haar meest nabije zus, in de laatste fase van haar leven waren die rollen omgedraaid. Lidy verzorgde haar liefdevol tot het einde, tot de laatste ademtocht. Ook haar ben ik veel dank verschuldigd. Zelfs de dood zal hen niet kunnen scheiden. 

Al ben ik geen gelovig mens ik hoop dat alle dierbaren en bekenden die haar voorgingen, haar aan gene zijde opwachtten en met open armen ontvingen. Tijdens ons laatste gesprek zei ze dat ze op mijn liefje en mij zal gaan letten. (Dat belooft wat...) Altijd zal ik aan haar blijven denken. Het is slechts een lichaam dat ze achterlaat. Dood is ze pas als ik haar ben vergeten. 

We vliegen naar Nederland voor de uitvaart. De dag van haar crematie is ook de sterfdag van mijn vader.


 

vrijdag 18 maart 2022

Apocalyptisch

We keerden eerder dan gepland terug van de Fallas in Valencia. Terugkijkend, hadden we niet moeten gaan... Maar ja, we hadden behoefte om de zinnen te verzetten. Wellicht waren we daarin te gretig. Toen we weer hoog en droog op het Spaanse honk waren, werd daar de mooiste falla van dit jaar gekozen. Die eer viel te beurt aan de Falla Convento de Jerusalén in de Categorie Speciaal. Het kunstwerk is hierboven op de foto te zien in verschillende stadia, maar altijd met grijze lucht en opmerkelijke wolken. De maker heet Pere Baenas (1967). Hij is al zijn hele leven Fallero-artiest. Hij begon op tienjarige leeftijd als hulpje in de werkplaats van Vicente Blasco; een andere Falla-grootheid. Baenas  eerste eigen falla verscheen in Gandia in 1982 en kwam uit in de kindercategorie. Hij won daarna diverse prijzen, de eerste officiële in 1987, eveneens uitkomend in de kindercategorie. Voor Valencia maakte hij tot en met 2019 35 grote fallas. 

Dit winnende kunstwerk van piepschuim en hout kreeg de titel `Monumento 2030´. Dat verwijst naar de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals) van de 2030-agenda van de Verenigde Naties. Het was een combinatie van feeërieke scènes met dieren en mythologische wezens en de nabije toekomst. Dit monument beeldt onder andere klimaatactivisme, strijd tegen ongelijkheid maar voor toegang tot water, gezondheid, welzijn en onderwijs uit. Wij zagen het op de eerste dag van onze bezoek, weliswaar in onaffe staat en deels onder plastic. De opbouw van de meeste fallas liep deze keer flink achter op de planning vanwege het slechte weer. Regen en harde wind waren deze week ernstige belemmeringen voor het evenement en haar bezoekers. 

Maandagochtend reden we zonder haperingen en vroeg van huis naar het centrum van Valencia. (Dat was goed voor de relatie!) Autoweg V-31 voerde ons rechtstreeks naar onze eindbestemming. We wisten vantevoren dat parkeren in het stadscentrum een probleem is. Bovendien was de verwachting dat de ondergrondse parkeergarages overvol zouden zijn vanwege de Fallas. Daarom was het plezier groot toen we op loopafstand van ons hotel een (gratis) plek  bovengronds vonden. Een zwarte jongen hielp ons bij het parkeren in een razenddrukke straat met vier rijstroken. Maar ik verblikte of verbloosde niet als chauffeur. Zijn blik was onbetaalbaar toen ik hem met een fooi hartelijk dankte voor zijn hulp. Hij had een spleetje tussen zijn voortanden. (Dat vind ik onweerstaanbaar, bij wie dan ook...) 

We parkeerden tegenover de Stad van Kunsten & Wetenschappen, een architectonisch geheel van gebouwen in de droge rivierbedding van de Turia, ontworpen door een van mijn favoriete Spaanse architecten: Santiago Calatrava. Het gebied was niet meer zo magisch als net na de opening maar het trekt nog steeds veel aandacht. Ook de mijne. We zouden dat complex van gebouwen diezelfde avond nog in een heel ander licht zien. Letterlijk! 

We wandelden eerst langs de belangrijkste pleinen van het stadscentrum en zagen bijna overal hetzelfde: reparaties aan poppen die waren gevallen of gebroken, onderdelen die nog niet waren gemonteerd, geheel of gedeeltelijk in plastic verpakt. Deze rondgang was daardoor zeker niet zo fraaie beleving als in voorgaande jaren maar toch was er heel wat te zien.

Het kunstwerk dat gisteren tweede werd in de verkiezing, stond op de Plaza del Pilar. Ik had wat voorwerk gedaan en wist waar de kanshebbers stonden. In een lokale krant las ik dat de maker van deze falla, Paco Torres, al drie jaren achtereen als tweede eindigde in de categorie Speciaal. Deze kunstenaar had voor dit jaar een budget van 275.000. Wow! 

Het motto van zijn falla was dit jaar 'Schaak', met scènes vol kritiek op de hedendaagse politiek. Zijn falla vroeg aandacht voor nieuwe technologieën, de politieke elite en farmaceutische bedrijven, aan de hand van schaakfiguren als koningin en bisschop. Zo was onder andere de relatie van de Spaanse monarchie met de Arabische wereld te zien, en kwamen Poetin, Xi Jinping en (premier) Pedro Sánchez in beeld. Die poppen waren werkelijk prachtig nagemaakt. Levensecht! Joe Biden stond sneu met beide pootjes op de grond in een regenjas van plastic. 

Op een ander traject vroeg ik een stedelijke schoonmaker wat de stad met al dat gebruikte en afgedankte plastic ging doen. Antwoord: recyclen. Tja. Ik herinner mij het gewicht aan plastic dat door het stedelijke afvalbeheerbedrijf in 2016 werd afgevoerd: 6.500.000 kilo. Dat zal dit jaar niet minder zijn, gezien het heersende weertype! 

We namen even pauze en lunchten op hoog niveau, in de mirador van het aantrekkelijke Only YOU-hotel, centraal gelegen met uitzicht op een deel van de stad. Met een magische amuse van het huis, hamkroketjes in varkenspootjes, steak tartare en paëlla met blote schaal- en schelpdieren was het culinair dik in orde. Van de wijnkaart kozen we een rode Muga (Crianza, 2017) die heerlijk  smaakte. Een goede stop. Daarna liepen we verder langs pleinen en parken, totdat het welletjes was. Al bleef het droog, het weer verslechterde zienderogen. 

In het hotel ontmantelden we de reistassen en trokken we de wandelschoenen uit. Het was rond deze tijd dat de lucht boven Valencia begon te verkleuren. Er kwam een licht okergele gloed over de stad. In het Spaans wordt zo´n waas ‘calima’ genoemd. Het ging om miljoenen microdeeltjes Saharastof die door de sterke wind vanuit het zuiden werden aangevoerd. Het gebouw Hemisferic veranderde in een mum tijd in een buitenaards ruimteschip!   

Later die avond dronken we iets in de sky bar van het hotel, met zicht op de gebouwen van Calatrava. Het Operagebouw lichtte op in de kleuren van de vlag van Oekraïne. Aan het tafeltje naast ons streek op enig moment een stel neer dat Oekraïens leek te praten. Zij videoappte even later met een familielid of vriendin en toonde de Oekraïense vlag op het gebouw via haar telefoon. De tranen vloeiden rijkelijk aan beide zijden van de verbinding alhoewel zij lurkte aan een Aperol Spritz. Ja, het leven in andere delen van Europa gaat `gewoon´ door…

We besloten die avond elders te dineren en kleedden ons warm aan om naar buiten te gaan. Eenmaal op straat kwam een grote groep kinderen met begeleiders en hun mini-Fallera (jeugdige koningin) in traditionele klederdracht langs. Er werden rotjes afgeschoten, kinderen gebruikten hun fluitjes en er werd op drums geslagen. Ze waren op weg naar de verkiezing van de beste kinderfalla van het jaar in een van de gebouwen van Calatrava. Wij konden onszelf toen al moeilijk staande houden vanwege de stormachtige wind. Hand in hand liepen we verder en doken het eerste het beste restaurant binnen dat warm en gezellig oogde. Daar nuttigden we iets kleins en liepen daarna, tegen de storm in, naar onze hotelkamer terug. 

De volgende ochtend zag er niet beter uit. Het stormde bij mij ook van binnen dus we pakten de reistassen weer in, kregen wederom hulp bij het wegrijden van onze zwarte parkeerwachter en reden terug naar de provincie Alicante. Onderweg werd de lucht met de minuut apocalyptischer. Okergele lucht veranderde in fel oranje, als van een Marslandschap. Ondanks de luchtfilter in de auto kregen we beiden onderweg een droge mond en last van prikkende ogen. 

In de afgelopen dagen was Spanje het land met de ongezondste lucht ter wereld. Op de thuisroute zagen we aan de andere kant van de autoweg duizenden kampeerwagens, waaronder veel Hollandse, naar het noorden rijden. Op weg naar gezondere lucht om in te ademen en zon. 

Thuis ging die verkleuring nog uren door. We hielden alle ramen, deuren en luiken potdicht om de kwalijke lucht buiten te houden. Het regende daarna twee dagen bijna continu. Ongekend maar goed voor het land. Het Saharastof bereikte Nederland intussen en zweefde verder, op weg naar de Noordkaap.


maandag 14 maart 2022

IJsbeer in een regenjas

We hadden het plan opgevat om deze week enkele dagen in Valencia door te brengen. Het is een van de interessantste plaatsen in deze autonome regio, wat mij betreft. Onlangs las ik een leuk artikel in de online krant Las Provincias over deze  stad in de toekomst. Valencia is dit jaar de Europese hoofdstad van Design. Om dat te vieren, werd een tentoonstelling ingericht die uitgaat van twee ideeën: een toekomstig ideaalbeeld en een schrikbeeld. Deze expo is genaamd 'Perspectief 2030'. Zal men in de toekomst niet meer van het strand van Malvarrosa kunnen genieten vanwege bergen afval? Zullen de fallera's over de Plaza de la Virgen fietsen? Ik houd wel van dit soort vergezichten. Als er in mijn vroegere baan als consultant Change management naar een toekomstvisie voor de klant werd gevraagd, stak ik altijd enthousiast mijn vinger op. Aan fantasie geen gebrek! (Ideeën werden overigens altijd getoetst aan uitvoerbaarheid.) 

Nu ligt 2030 niet zo ver in de toekomst dus futurisme is hier niet echt aan de orde. Als men iets van die nieuwe ideeën voor de stad will uitvoeren, moet men vandaag beginnen. Er zijn immers maar acht jaren te gaan. Zelf zou ik het jaar 2050 hebben gekozen als uitzichtpunt. Lokale ontwerpstudio´s en een enkele buitenlander tekenden voor de opdrachten. 

Ik zag McPaëllas (is dat nu spookbeeld of ideaal?), een volledig vergroend Plaza de Virgen, de rivierbedding van de Turia die door mensen wordt bewoond, in creatieve torens die hoog de lucht in steken. In het andere ontwerp kreeg deze rivier juist zijn oorspronkelijke functie van waterweg terug. Ook de Huerta van Valencia was object. Dat is een nogal unieke gebied dat zich van de rand van de stad naar een verre horizon, ten noorden, zuiden en westen uitstrekt. Het wordt gedomineerd door rijstvelden en 'chufa'-gewassen (knolgewas tijgernoot), sinaasappelboomgaarden en groentenplantages (aubergines en artisjokken), wijnstokken en olijfbomen. Irrigatiekanalen lopen er doorheen en voorzien lokale boerderijen van water. Dit watersysteem stamt uit de tijd van de Arabieren. Het gebied is onder andere bekend van de alboriorijst die wordt gebruikt voor de traditionele Valenciaanse paëlla. (De plaats Alboraya ligt in dit gebied.) Voor de toekomst van de Huerta is er kennelijk geen middenweg: het overleeft of verdwijnt. In het ene toekomstscenario wordt water daar verticaal gebruikt maar er is ook een visie waarin het complete gebied tot  woestijn is geworden. 

In de ideale visie is de openbare ruimte van Valencia er voor mens, dier en vegetatie. Fietsen zijn het enige vervoermiddel, vogels vliegen vrij rond, men leeft op straat. Maar volgens de dystopische blik staat deze stad, die niet meer voor voetgangers is, vol voertuigen en vervuiling. Het is een onherbergzaam, bruin, duister landschap, waarin nauwelijks te leven is.

Zoals elk jaar, behalve in de afgelopen twee coronajaren, worden in Valencia eveneens in deze tijd van het jaar de wereldberoemde Fallas gevierd. Het is de typisch Spaanse manier om de winter af te sluiten en de lente te begroeten. Het is een spektakel van jewelste met huizenhoge poppen, prachtig verlichte straten en Spanjaarden (mannen en vrouwen) in traditionele klederdracht. Het is een van de grootste straatfeesten van Europa. Mijn liefje en ik maakten de festiviteiten er een aantal keren zelf mee; voor de eerste keer in 2007. Het is een feest van uitspattingen!

In El Diario van afgelopen vrijdag las ik een interview met de voorzitter van de Centrale Raad van de Fallera-organisatie, Carlos Galiana. Hij was enthousiast over de terugkeer van het evenement maar sprak ook zijn zorg uit over het naleven van de regels: maskers moeten te allen tijde worden gedragen bij massa-evenementen, regulering van het wildplassen, en dergelijke. Hij vertelde dat er een aanvraag binnenkwam van een fallera die met haar vriendin wilde paraderen in mannenkleding; het gaat om een zogenaamd Saragüell-pak. Het gaat om Alicia en Laura en laatstgenoemde wil zich niet als vrouw kleden maar geeft de voorkeur aan broek en vest. In artikel 64 van de fallero-regelgeving (uit 2002) staat echter dat het vrouwen niet is toegestaan om mannelijke kleding te dragen en vice versa. Het reglement moet naar de tijd van nu worden aangepast maar dat is iets voor het eerstvolgende feest. De stappen die nodig zijn om het te  wijzigen... oef! Aldus de president (die zelf een roze colbert droeg voor de foto). 

Deelnemen aan de Falles is extra leuk als je enigszins bent ingeburgerd. Dan begrijp je de meeste grappen en grollen en de soms satirische en scabreuze voorstellingen die met de poppen worden uitgedrukt. Er is een flinke dosis politiek aan de orde, altijd met een knipoog. Zo wordt op creatieve wijze kritiek geuit op de toestand in het land en de wereld. Daarom had ik wel zin om de jaargang 2022 te gaan zien. Uiterlijk maandagavond moeten alle ninots er staan, op dinsdag maakt de jury een ronde langs alle wijken, op woensdag wordt de winnaar gekozen. Dat is ook de dag waarop meisjes en vrouwen in traditionele kleding bloemoffrandes aanbieden aan de Maagd Maria; niet de levende, zij is ook een pop. 18 maart is de ‘Nit del Foc’, op die avond vindt de grootste en spectaculairste vuurwerkshow van het festival plaats. Daar zijn we niet per sé van maar het maakt deel uit van de Spaanse traditie. 

We boekten leuke accommodatie in het stadcentrum, een stadswandeling langs de mooiste ninots onder leiding van een lokale gids, lieten ons oog vallen op een paar aantrekkelijke restaurants en hadden veel voorpret. Totdat we de weersverwachtingen voor deze feestweek onder ogen kregen. In de eerste week van de Fallas werd een belangrijke mascletà, het afsteken van vuurwerk en het in de fik steken van sommige poppen aan het einde van de dag, afgezegd vanwege noodweer. Foto´s van ingepakte kunstwerken vlogen over het internet, een ijsbeer met een regenjas, Poetin met een regenkapje op, ze schetsten allemaal een schrikbeeld. Dit weertype belemmert het werk van de Fallas-kunstenaars ernstig. 

Voor de laatste feestweek waren de voorspellingen aanvankelijk nóg slechter. Er steekt daar een storm op (Celia) die zich mogelijk tot een DANA ontwikkelt. We zagen de bui al hangen… Volgens website El Tiempo was de kans op regen vandaag 100%. Dat werd teruggeschroefd. Morgen zou het een dag worden met zware windstoten (100-200 km per uur). Ook dat valt mee. Het blijft in ieder geval droog. Op woensdag keren de regenbuien wel terug. Vanmorgen namen we het definitieve besluit: we gaan. Lekker uitwaaien op een andere plek. We hebben er zin an!


donderdag 10 maart 2022

Wie bevuilt het zwaluwnest?

Illustratie: Nicola Jennings (The Guardian)
Nee, niet het Russische volk. Het is Vlad de Verschrikkelijke, de meest machtbeluste man van Rusland (van de wereld?) en zijn corrupte kliek die de boosdoener is. De man liet zich wederom van zijn wreedste kant zien. Hij is degene die de sneeuwwitte vredesduif al jarenlang wil verpletteren. In eigen land, de omringende landen (die ooit deel uitmaakten van het Groot-Russische Tsarenrijk) en de rest van de wereld. Zijn recentste oorlogsdaad maakte het land tot een internationale paria. 

In onze woonwijk wonen een Oekraïnse en haar Belgische partner. Ze zaten met mijn liefje in hetzelfde Spaans taalklasje. Een aantal jaren geleden, voor de coronapandemie, brachten we een mooie zomeravond op het terras door met hen en anderen. Het liep dusdanig uit de hand dat het samenzijn nooit werd herhaald. We groeten elkaar nog steeds in het voorbijgaan en een oppervlakkig praatje lukt ook nog wel. Het zijn geen onvriendelijke mensen maar die avond vond ik het verbijsterend wat er aan desinformatie (fake news) uit hun beider monden rolde. Aan president Poetin was niks mis, het vooringenomen en oprukkende Westen was de schuldige. Censuur? Ben je mal! Onderdrukking van bepaalde bevolkingsgroepen? Ook verzinsels. Ik begon die avond maar helemaal niet over het criminele neerschieten van passagiersvliegtuig MH17 met bijna 300 onschuldige vakantiegangers aan boord -waaronder 200 Nederlanders- vanuit de `volksrepubliek´ Donetsk. Niemand overleefde die aanval. 

Deze buurvrouw spreekt goed Russisch en Nederlands. Ooit was zij woonachtig in een pro-Russische separatistenregio in oost-Oekraïne. Haar partner is een gepromoveerde ex-wetenschapper (voormalig professor aan de universiteit) die vloeiend Russisch spreekt. Vooral van hem verwachtte ik een voorkeur voor de feiten. Kun je nagaan hoe de `flag Rossii´ er nu bij hen bij zal hangen, zoveel propagandajaren later en na het begin van deze oorlogsdaad. Oorlogsdaad?!  Vrijheidsstrijd zul je bedoelen! Tja. 

De Russische eigenaresse van de laatste onafhankelijke tv-zender die onlangs als laatste de stekker uit de objectieve nieuwsgaring trok (Dozhd), verloor alle hoop op vrijheid in haar land. Ze zei het als volgt “het IJzeren Gordijn is terug”… Een volwaardige dictatuur is daar een feit. Dat greep mij bij de keel. Niet uit angst maar uit compassie.

Traditionele Oekraïense vinok
Ja, er speelt zich een meervoudige humanitaire ramp af in Oekraïne. In 12 dagen tijd ontvluchtten ruim 2 miljoen Oekraïners hun land. Honderdduizenden bewoners van belegerde grote steden zitten gevangen, kunnen geen kant op. Zonder electriciteit, verwarming, eten en drinken. Zonder veiligheid. De Nederlandse bevolking toonde recent zijn gulheid met donaties ter waarde van 106 miljoen euro, als steun aan de inwoners van het bezette land. Zo ken ik mijn landgenoten weer! (Zelf deden we ook een duit in het zakje.) 

In Oekraïne studeren ook tenminste 76.000 buitenlandse studenten, volgens overheidsgegevens uit 2020. Velen van hen komen uit Afrika en Azië. Ook zij zijn oorlogsvluchtelingen. Zo genereus als de te hulp schietende buurlanden de deuren openzwaaiden voor Oekraïners, zo wreed werden deze jonge mensen van kleur geweerd bij de grensovergangen...


Onderstaand gedicht is van de hand van een van de beste hedendaagse dichters van Nederland: Marieke Lucas Rijneveld.
 Ze schreef het speciaal voor de Volkskrant.

Steeds gedacht: één soldaat maakt nog geen oorlog.
Maar nu met man en macht gezocht naar geruststelling,
naar de winter in een zwaluw zien overgaan, of de boter

op het aanrecht bestuderen en hoe snel zacht, dat iets nog
zacht kán worden in deze wereld en we allemaal zo smeerbaar,
maar de kou spat van beeldschermen, uit radiostemmen.
 

Ze zeggen dat de veldslag is begonnen, dat anderhalve
rus en een paardenkop dit wilden, terwijl wij toch weten dat
vrede meer aanzien geeft dan geweld, dat alleen menslievendheid
 

je een stoel in de geschiedenis geeft. En ook: een vechtersjas of een
ijzervreter is geen identiteit, het is een mal waar je jezelf in giet.
Wie het zwaluwnest bevuilt, broedt uiteindelijk zijn eigen ei kapot.

Het volgende moeten we onthouden: dat we allemaal als
vluchteling geboren worden, op zoek naar de juiste plek,
naar veiligheid en wat voorspoed, een liefkozende blik.

Dus maak vrij baan in het hart, want daar is een onmeetbare
ruimte. En bedenk dit: in ieder welkom zit een schuilkelder.
 


De foto in de kop van mijn blog is van de Duitse fotograaf Karsten Mosebach (1969). Deze boerenzwaluw in vlucht leverde hem de titel Nationaal Vogelfotograaf van het Jaar op in 2021. Dit soort uitingen is als een pleister op de wonde, in donkere tijden als deze.

 

dinsdag 8 maart 2022

Internationale Vrouwendag, Dia de Mujeres 2022

Vandaag gaan vrouwen in Madrid en elders weer in groten getale de straat op om hun stemmen te laten horen. De laatste keer dat dit in Spanje gebeurde, was op Internationale Vrouwendag 2020. Daar werd toen een mars georganiseerd met ruim 120.000 deelnemers; jonge en oud kwam ervoor opdagen. Het coronavirus was reeds in het land en de mars leidde daarna tot een enorme stijging in het aantal besmettingen. Op 7 maart van dat jaar meldde het Spaanse ministerie van Volksgezondheid nog 430 besmettingen, waarvan 17 in de Madrileense gemeenschap. Op 9 maart steeg dat aantal 853% ten opzichte van de vorige dag. Op 31 maart waren het er 27.500 alleen al in Madrid. Op 7 maart werden twee coronadoden gemeld in de hoofdstad, op 15 maart waren dat er al 127. De rest is geschiedenis. Politiek rechts (PP en Vox) gebruikte die gegevens destijds om de feministische beweging in diskrediet te brengen. 

We gaan vandaag weer als vanouds de straat op en net als na carnaval in het zuiden van Nederland, zal het aantal omikronbesmettingen weer toenemen. Het wordt echter niet zo dodelijk als weleer vanwege de hoge vaccinatiegraad in Spanje. Een deel van de Spaanse feministen organiseert deze keer een alternatieve 8M-demonstratie. Deze is, naar verluidt, gericht tegen het beleid van Irene Montero (1988), minister voor Gelijkheid in de regering Sánchez. Montero, afgestudeerd psychologe, is lid van Podemos en partner van Pablo Iglesias, de oprichter van deze linkse politieke partij (coalitiepartner van de PSOE). Ik vind haar een interessante vrouw met een belangrijke portefeuille. Op een vraag van een journalist of ze relaties heeft gehad met vrouwen antwoordde ze dat ze “met van alles had geëxperimenteerd.” (Hoeveel mannelijke collega´s zouden vragen krijgen over hun homoseksuele experimenten?) Montero draagt de hele LGBTI+-gemeenschap een warm hart toe. 

Er zullen vandaag twee, zowel fysiek als politiek van elkaar gescheiden, marsen plaatsvinden in de hoofdstad. In het evenement dat door de 8M-organisatie is georganiseerd, loopt Montero zelf mee. De alternatieve mars is georganiseerd door een organisatie die zich ‘Feminististen van Madrid’ noemt. Deze vrouwen  menen “de authentieke feministische agenda te verdedigen”. Tussen de beide groepen spelen twee kwesties: het standpunt omtrent prostitutie en de toekomstige Transwet. 

Feministen van Madrid zijn mordicus tegen legalisering van de prostitutie. (Het aparte is dat Montero daarin aan hun kant staat!) Nu wil het toeval dat dit onderwerp onlangs ter tafel kwam in Huize Barefoot. Mijn liefje zei dat ze niet precies weet wat ze tegenwoordig moet denken van prostitutie en sekswerkers. In Nederland hadden we in de jaren '80 van de vorige eeuw De Rode Draad (1985), een stichting van strijdbare vrouwen die opkwamen voor sekswerkers en streefden naar de verbetering van hun positie. De Rode Draad zag prostitutie destijds als een vorm van werk. Belangrijke aandachtspunten waren het aan de kaak stellen van uitbuiting en het bestrijden van het maatschappelijke stigma dat op de beroepsgroep drukte. De laatste jaren hield deze organisatie zich met name bezig met het bezoeken van sekswerkers in het land om hen op hun rechten te wijzen en te stimuleren misstanden aan te kaarten. Ook runde de stichting een helpdesk voor prostituees. Je kunt zeggen dat mijn liefje en ik beiden vrouwen van die tijd zijn. Het was goed dat de Rode Draad er was! In de jaren '90 kwam de stichting onder vuur te liggen, in 2012 ging het failliet. Sinds 2015 bestaat in Nederland de belangenvereniging voor en door sekswerkers: PROUD.

Iedere vrouw moet zelf weten welk beroep(en) ze uitoefent in haar leven maar de kans is groot dat een prostituee, en die in Spanje in het bijzonder -vooral aan de sekswerkers op de rotondes- dit werk niet geheel of geheel niet vrijwillig doen. Gedwongen prostitutie is heel andere verhaal, wat mij betreft. Sowieso moeten sekswerkers te allen tijde worden beschermd, tegen uitbuiting en elke andere vorm van misbruik. Spaanse feministische abolitionisten zijn tegen prostitutie en dat is een van de sleutelelementen in de strijd voor vrouwenrechten. Prostitutie zou een postmodern ideologisch wapen zijn van het patriarchaat en een uitvinding van het neoliberalisme. Prostitutie is echter van alle tijden, het wordt niet voor niets het oudste beroep ter wereld genoemd...

De tweede heikele kwestie in Spaanse feministische kringen is het voorstel voor de Transwet. Hiervan is minister Montero inderdaad voorstander. Ook de grondrechten van transgenders moeten worden verdedigd. Feministen van Madrid willen hun zelfbeschikking als vrouwen terugeisen. De Madrileense feministen zijn niet de enige in de Westerse wereld die bezwaar maken tegen bepalingen in lokale Transwetten. Over deze onenigheid vanuit feministisch perspectief blogde ik eerder (ik wil niet in herhaling vallen). 

Zij zijn van mening dat de feministische ideologie niet mag worden vervangen door iets vagers dat ook voor anderen geldt. Bovendien moeten vrouwen als menssoort zichtbaar blijven; ook in taalgebruik. Dus niet praten over “een persoon met een vagina” maar gewoon `vrouw´ zeggen. Terwijl ik die zin typte, vroeg ik mij wel af hoe Internationale Vrouwendag dan zou gaan heten. International Day of Human Beings? Er blijkt al een Universal Human Beings Week te bestaan, die sinds 1978 wordt gevierd in de eerste week van maart. En we hebben ook al een International Human Rights Day, op 10 december. Internationale Dag van Personen met een Vagina klinkt niet. Dat ben je vast met mij eens. Je hoeft niet eens feminist te zijn (Wopke!) om aan te voelen hoe snel de naam van deze dag zou worden verbasterd. Mocht Internationale Vrouwendag op termijn toch die nieuwe benaming krijgen, dan stel ik voor dat we dit schilderij van Georgia O'Keeffe verkiezen tot wereldwijd beeldmerk ervan. Om die (k*t)dag nog enig cachet te geven.

Feministen van Madrid zijn van mening dat als er geen vrouwen en mannen of moeders of vaders meer zijn, ook de feministische strijd overbodig wordt. Een van de veelgehoorde angsten is dat verkrachters en andere misbruikers van vrouwen voortaan legitiem in vrouwenverblijven (toilet, kleedkamer, instelling, gevangenis, Blijf-van-mijn-Lijfhuis en andere vormen van opvang, etc.) opduiken nadat ze zich tot transgender hebben verklaard. Zo kunnen ze vrouwen blijven schaden maar nu legaal. Ik vind zeker dat transgenders wettelijke bescherming moeten krijgen maar ik zie ook de mogelijke valkuilen van een wet als deze. Desondanks noem ik mijzelf geen transfoob.

Het eerste advies dat ik las op de website van Universal Human Beings Week is ‘simply be kind to one another’. Ik vind het een gemiste kans dat op een dag als vandaag de rijen niet sluiten. Feministen over de hele wereld zouden toch voor een paar uurtjes solidair met elkaar moeten kunnen zijn?! Morgen is een nieuwe dag. Volgens de wereldkalender is 9 maart de National Get Over It Day. Ook goed gekozen.


donderdag 3 maart 2022

Het PVC-paardje

“Het is een onomfloerst erotisch gerecht: een gehalveerd kwartelei, omsloten door de halfdoorschijnende lippen en een lichtgestoomde Deense blauwe mossel, het nog nét vloeibare eigeel zichtbaar door haar langwerpige opening. [..] We hebben hiervoor een warme krabbenbouillon gedronken uit een ‘flacon’ van twee krabbenpantsers die waterdicht aan elkaar geplakt zijn met bijenwas en genoten vervolgens een sprankelende salade van sappig zoet krabbenvlees in fruitige en romige hazelnotenmelk. Gang vier en de ogen zijn al nat.”

Dit schreef culinair recensent Joël Broekaert onlangs in NRC na zijn bezoek aan het beste restaurant ter wereld: Noma in Kopenhagen. De bofkont was uitgenodigd voor een gratis voorproeverij van het Ocean Menu '22. Voor slechts €630 per persoon mogen mindere goden ervan genieten. (Mijn liefje en ik aten ooit in dit restaurant…) Maar hier wil ik niet naartoe, qua onderwerp. Wij zijn tegenwoordig al blij met ons lokale restaurant The Fish Bowl dat op 1 maart j.l. weer de deuren openzwaaide na een kleine verbouwing en vernieuwing van de kaart. Vissenkom 2.0 zeg maar. Komend weekend gaan wij daar hopelijk zelf weer culinair genieten met vrienden. 

Door de vermaledijde oorlog van Poetin in Oekraïne viel de belangrijke VN-Milieuconferentie van de afgelopen dagen in Nairobi (Kenia) in het water. Het door plastic zwaar vervuilde water... Dit is het verhaal over een wondermateriaal dat wereldprobleem werd. Van grondwatervervuiling tot de verspreiding van microplastics in zeeën en oceanen; plastic afval werd een probleem dat door de wegwerpproducten die werden gebruikt om de coronapandemie te bestrijden, nog eens verergerde. Dat plastic vult oceanen en stortplaatsen. Het zit in ons voedsel en ons drinkwater, in onze lucht en onze lichamen. 

Circa 8 miljard kilo plastic belandt jaarlijks in onze oceanen. 80% van dat plastic komt via land in rivieren terecht en stroomt zo naar open water. Plasticvervuiling groeide in de afgelopen decennia uit tot een ware epidemie in de hele wereld. Als er nu niets wordt gedaan aan de beteugeling, zou het probleem weleens kunnen verdubbelen in 2050. 


Het peeveeceepaardje als cartoonfiguur is een bedenksel van de Nederlandse grafisch ontwerper Maureen van der Hout. Helaas is het gebaseerd op de werkelijkheid. Een zeepaardje dat zich vastklemde aan een plastic oorstokje werd in 2017 gefotografeerd door naturalist Justin Hofman in de wateren rond het eiland Sumbawa (Indonesië). Hij werd daarmee Wildlife Photographer of the Year. 

Op enkele Nederlandse stranden (van noord tot zuid) werden in de afgelopen twee maanden meer zeepaardjes dan ooit aangetroffen; dood en levend. Normaliter komen ze in groten getale in de wateren voor de kust van west-Afrika voor maar deze kwetsbare diertjes trekken steeds noorderlijker vanwege de opwarming van zeeën en oceanen. Nederlandse strandwandelaars kregen het advies altijd een zakje mee te nemen (geen wegwerpplastic!), om de levende kortsnuitzeepaardjes -een beschermde diersoort- op te rapen en naar een opvangcentrum te brengen. Je kunt deze vier centimeter grote paardjes niet zelf terugzetten in zee; ze komen niet door de branding heen. 

In de FD-lijst van Jonge Talenten van 2022 trof ik een groot aantal slimmeriken aan die iets tegen dit plasticprobleem ondernemen. Zo las ik over een start-up die een stevige buis met gaatjes ontwikkelde waar lucht doorheen wordt gepompt. Daarmee ontstaat een luchtbellengordijn onderwater waardoor zwevend en drijvend plastic, groot en miniscuul van formaat, kan worden opgevangen en afgevoerd uit rivieren en kanalen. Vissen en scheepvaart worden er niet door gehinderd. De Nederlandse bedenkers noemen zichzelf The Great Bubble Barrier. Hun eerste installatie ligt bij het Westerdok in Amsterdam. 

De oprichters van Zeefier (twee vrouwen in dezelfde lijst) maken textielverf op basis van zeewier in plaats van synthetische verfstoffen. De Delftse industrieel ontwerper Jerry de Vos ontwikkelde voor zijn proefschrift een handzame, goedkope plasticscanner waarmee consumenten over de hele wereld plasticsoorten gemakkelijk(er) kunnen onderscheiden. Dat is doorgaans een lastige en tijdrovende klus omdat materiaalgegevens vaak ontbreken (vergaan). 

Op veel plekken in de wereld gebeurt scheiden van plastic nog volledig handmatig. Bovendien is dat proces nogal foutgevoelig. Het apparaat van Jerry is uitgerust met zogenaamde nabij-infraroodspectroscopie, een technologie waarvan bekend is dat het in staat is om meer dan 75% van de kunststoffen die in het dagelijks leven worden gebruikt, te categoriseren. Hij ontwikkelde de scanner als een open-sourceproject, waarvan de componenten lokaal kunnen worden ingekocht en geproduceerd. Zo kan iedereen Plastic Hero worden, vooral in lage- en middeninkomenslanden. Door het winnen van de Dyson Award in 2021 kan hij het apparaat nu in (kleine) productie nemen. Van die talenten zijn er 50 jonger dan 35 jaar. Ze krijgen hun brandstof uit frustratie en vernieuwingsdrang. Het plasticprobleem frustreert niet alleen jonge mensen, het is een probleem van ons allemaal.

Deze VN-conferentie, in de wandelgang UNEP50 genoemd omdat de eerste Klimaatconferentie 50 jaar geleden plaatsvond (Stockholm), had tot doel een blueprint te creëren voor een wereldwijd verdrag over plastic. Het gaat om een juridisch bindende afspraak over de productie en het gebruik van plastic voor eenmalig gebruik. Van ontwerp tot productie en circulariteit tot het verminderen, beheren en voorkomen van verspilling. Dit wegwerpplastic, gemaakt van olie en gas, verhoogt de CO2-uitstoot, plundert de oceanen, brengt schade toe aan dieren in het wild en vervuilt de voedselketen. Meer dan 50 landen, waarvan alle 27 van Europa, riepen in eerste instantie tot zo´n verdrag op. 

Een alomvattende circulaire economie-aanpak zou het volume plastic dat in onze oceanen terechtkomt tegen 2040 met meer dan 80% kunnen verminderen. Het zou de productie van nieuw plastic met 55% kunnen verminderen. Het zou overheden tegen 2040 70 miljard dollar kunnen besparen. Het zou de uitstoot van broeikasgassen met 25% kunnen verminderen en 700.000 extra banen kunnen creëren, vooral in de zuidelijke landen van de wereld. Goed streven toch?!

Vorige maand verrasten PepsiCo Inc. en The Coca-Cola Company vriend en vijand door voor het eerst uit te spreken dat ook zij een verdrag willen dat de plasticproductie gaat beteugelen. Hè-hè, eindelijk! Het publiek is al jarenlang aan boord, getuige een IPSOS-enquête uit 2019. Meer dan 70% van de ondervraagden (bijna 20.000 volwassenen uit 28 landen) zei destijds dat de productie van plastic verpakkingen voor eenmalig gebruik verboden zou moeten worden. 

Dat is een doorn in het oog van bedrijven als ExxonMobile, Shell en Dow Chemical. In de aanloop naar deze conferentie zouden ze achter de schermen al lobbyen om alleen de bestrijding van plastic in zeeën en oceanen aan te pakken, niet de productie. Leidend daarbij is de American Chemistry Council (ACC), een machtige groep van in de VS gevestigde olie- en chemische bedrijven. Zij zouden een coalitie van grote bedrijven proberen te smeden om de verdragsdiscussie weg te leiden van productiebeperking. De Europese tegenhanger, Plastics Europe, zou vanuit vestigingsplaats Brussel hetzelfde doen met de, bij de conferentie betrokken overheidsinstanties. Deze kunststofproducenten willen dat de VN-afvaardigingen zich in plaats daarvan concentreren op afvalinzameling, recycling en ontluikende afval-naar-brandstoftechnologieën, gebieden die geen invloed hebben op hun bedrijfvoering. 

Het zijn echter juist de wegwerpplastics als voedselverpakkingen, boodschappentassen en bezorgverpakkingen die de belangrijkste focus van de VN-conferentie zijn. Dit plastic voor eenmalig gebruik is goed voor tenminste 40% van alle productie. Slechts 9% van al het plastic dat wordt geproduceerd, kan worden gerecycled. De rest wordt verbrand, gedumpt op stortplaatsen of achtergelaten in het milieu dat daardoor sterk vervuild raakt.

Afgevaardigden van meer dan 100 landen namen deel aan de conferentie, hetzij in persoon, hetzij virtueel. Vele ogen waren gericht op de input van de Verenigde Staten. President Biden verklaarde vorige maand nog dat het belangrijk is het plasticprobleem vanaf de bron (productie) aan banden te leggen. De VS veroorzaken meer plastic afval per persoon dan enig ander land ter wereld en het is de thuisbasis van enkele van 's werelds grootste fabrikanten van plastic polymeren. (Japan is de op een na grootste plasticverbruiker.) 

De resolutie voor een wereldwijd plasticverdrag werd breed gesteund en aangenomen en daarmee werd geschiedenis geschreven. Eindelijk weer goed nieuws! Later dit jaar zullen vervolgbesprekingen plaatsvinden. Het zal dan waarschijnlijk nog twee jaar duren voordat het ​​verdrag in werking treedt. Maar hoop doet leven. De oproep van de Amerikaanse auteur Chris Armstrong voor een machtige Wereldoceaanautoriteit in zijn laatste boek ‘A Blue New Deal – Why we need a new politics for the ocean’ vindt gehoor bij mij en vele anderen. Er kan geen groene transformatie zijn zonder een blauwe.