Juni is Gay Pride-maand en vandaag wordt wereldwijd de internationale dag van de roze wolk gevierd; dat is mijn vertaling voor International Gay Pride Day. In de meeste landen vonden de marsen afgelopen weekend plaats. Tenminste, dat gebeurt in landen waar je niet wordt gecriminaliseerd als LGBTIQ+-familielid. Dat klinkt cynisch en dat is het ook... Er zijn nog 69 landen waar je als -wel of niet praktizerende- homo of lesbo tot crimineel wordt bestempeld. Meer dan de helft van die landen ligt in Afrika. (De wetgeving stamt daar grotendeels uit koloniale tijden.) De twee schandvlekken op de kaart van de Amerika's zijn Guyana en Jamaica. In die landen wordt iemand die uit de kast komt niet alleen gecriminaliseerd, seksuele intimiteit tussen mannen kan daar leiden tot levenslange gevangenisstraf (G) of tot tien jaar dwangarbeid in een strafkamp (J). Barbaars.
Mijn liefje en ik reisden naar landen waar onze relatie en seksuele intimiteit niet worden geduld: Marokko, Egypte, Kenia, Mauritius, Sri Lanka, Myanmar, Maleisië, Brunei en Indonesië. In de Gordel van Smaragd woonden we zelfs enkele jaren. Daarop terugkijkend, denk ik dat we er nooit helemaal onszelf zouden hebben kunnen voelen dus het is goed dat we het oord verlieten. Daar leerden we, ironisch genoeg, wel lady boys (ook wel ‘shemales’ genoemd) kennen. Tijdens die reizen was ik mij altijd bewust van mijn geaardheid. Zij en ik gaven bewust geen aanstoot met ons gedrag maar de situatie in het land weerhield ons er niet van er te zijn.
Nu leven we in een land waar andersgeaardheid niet strafbaar is, je hoeft niets te verbergen op dat punt. Spanje was het derde land ter wereld dat het homohuwelijk mogelijk maakte, onder de linkse regering van Zapatero (2005). Maar homofobie is niet verdwenen. Vorig jaar en begin van dit jaar werden tenminste vier gerichte moorden gepleegd op homoseksuelen in de omgeving van Bilbao, Baskenland. De verdachte is een Colombiaanse jongeman van 25 jaar. Afgelopen weekend was er een opzettelijke aanslag op een gay bar in Oslo die leidde tot twee doden en tenminste 20 gewonden. De schutter is een geradicaliseerde Iraans-Noorse man. Hij was al jaren bekend bij de nationale veiligheiddienst. De haat tegen anderszijn zit vaak diep. Als we de uitspraken van de voorzitter mogen geloven, gaan de conservatieve rechters van het Amerikaanse Hooggerechtshof binnenkort ook morrelen aan de rechten van de LGBTIQ+-gemeenschap.
Onlangs las ik een boeiend artikel over een strafkamp voor homoseksuelen in Spanje, ten tijde van de dictatuur van generaal Franco. Het is getiteld ‘De donkere jaren in Tefía’ en verhaalt over een detentiecentrum op Fuerteventura, een Canarisch eiland in de Atlantische Oceaan. Daar wist ik niets van. In 1933 werd in Spanje de ‘Wet op Landlopers en Schurken’ aangenomen, La Ley de Vagos y Maleantes. Die was van toepassing op zwervers, werklozen, dak- en thuislozen, pooiers, oplichters en andere ‘asocialen’. Deze wet bestrafte geen misdaden maar probeerde te voorkomen dat ze in de toekomst werden begaan. Men wilde zogenaamd gevaarlijke individuen vastzetten en corrigeren (heropvoeden) totdat kon worden vastgesteld dat hun ongewenste gedrag werd beëindigd.
Franco en zijn militairen waren nog geen 24 uur aan de macht of het eerste interneringskamp bestond al. Aan het einde van het regime trof men 300 van dit soort kampen aan in het land, vrijwel in elke provincie. Op een interactieve kaart trof ik in onze autonome regio Valencia kampen aan in Castellón, Utiel, Valencia-stad, Alicante en Elche. Die zijn een toekomstig bezoek waard. De dichtstbijzijnde kampen stonden in San Javier (op het militaire vliegveld) en in Los Alcázares (op de luchtmachtbasis). Geschat wordt dat tussen de 700.000 en een miljoen Spanjaarden naar deze kampen zijn gestuurd waar zij werden onderworpen aan mishandeling, stierven van honger en ziekte of werden vermoord. Dan bezie je zo´n plek toch anders als je dit weet.
Franco veranderde deze wet in 1954 om homoseksuelen te kunnen oppakken en bestraffen. Volgens de streng katholieke moraal van dat regime waren geïnverteerden, homoseksuelen en hun handelingen, moreel verwerpelijk - ook als ze privé werden begaan. Op grond van het nieuwe wetsartikel werden homoseksuelen bestempeld als criminelen, opgepakt, berecht en veroordeeld. Tefía op Fuenteverturea was de beruchtste plek voor de opsluiting van homoseksuelen. Dit kamp werd oorspronkelijk opgezet als werkkamp voor de bestraffing van landlopers en andere personen van dubieuze zeden, eufemistisch ‘penitentiaire landbouwkolonie’ genoemd. Ook op de andere Canarische Eilanden bestonden dit soort kampen destijds.
Tefía opereerde als interneringskamp tussen 1953 en 1966. Het werd geleid door een voormalig militaire priester. Er zaten daar gemiddeld 300 à 350 personen in gevangenschap. De maximale straf was drie jaar detentie, met de mogelijkheid van verbanning na afloop. Tussen 1954 en 1970 werden alleen al op de Canarische Eilanden 192 zaken geopend tegen homoseksuelen en 70 à 90 eindigden in een veroordeling. De veroordeelden kwamen over het algemeen uit de meest achtergestelde sociale klassen; zij leden het meest onder de repressie. De hogere sociale klassen hadden meer economische middelen om zich in hun zaak te verdedigen en werden daardoor minder vervolgd.
Een van de homoseksuelen die werd geïnterviewd, was Octavio García (1931). Hij werd in 1954 veroordeeld als homoseksueel. Aanvankelijk zat hij zijn straf uit in de gevangenis van Las Palmas, enkele maanden later werd hij overgeplaatst naar Tefía. Dat gebeurde nadat hij ter vernedering door de straten van het eiland moest paraderen. In totalitaire regimes is de menselijke waardigheid het eerste slachtoffer. Hij noemde dit kamp een nazi-concentratiekamp maar dan zonder de crematoria. Dagelijkse dwangarbeid, honger, afranselingen, beledigingen en vernederingen. Ze moesten werken tot ze erbij neervielen. In dit kamp werden de homoseksuelen ook nog eens gescheiden van de andere gevangenen, teneinde de rest ‘niet aan te steken’. Na afloop van hun detentie, als ze al het overleefden, waren velen genoodzaakt in een andere gemeente te gaan wonen vanwege het stigma. García was een van de weinige mannen die openlijk over zijn tijd in het kamp durfde te praten. Door hem en anderen weten we over deze afschuwelijke tijd. Opdat we niet vergeten. Deze moedige man overleed in 2018. Het voormalige kamp doet nu dienst als ‘Hostel Tefía’ maar dat kan niet de bedoeling zijn, wat mij betreft. Het moet een museum worden, als ode aan de LGBTIQ+-gemeenschap.
Na de dood van Franco (1975) bleef deze wet (‘Ter veroordeling van seksuele dissidentie’) bestaan. Pas in 1978, bij het aannemen van de nieuwe Grondwet van Spanje, werd die verwijderd. Homoseksuele handelingen werden niet langer bestempeld als sociaal gevaarlijk.
Zij waren homoseksueel, geen crimineel!
“De verovering van rechten en vrijheden is niets definitiefs, we moeten altijd alert blijven.” Het is de belangrijkste les die Miguel Ángel Sosa leerde. Deze historicus, afkomstig van de Canarische eilanden, interviewde homoseksuelen die de beproevingen van dit kamp doorstonden. Op basis daarvan schreef hij het boek ‘Reis naar het centrum van de Schande’.
Er kwam begin van deze eeuw een grafische roman uit, getiteld ‘El Violeta’, over deze zwarte bladzijde in de Spaanse geschiedenis. (Homo´s en lesbo´s worden in Spanje onder andere violetas, mariposos, sarasas, marimachos, tríbadas, tortilleras, gente de la cáscara amarga, gente de la acera de enfrente genoemd.)
‘Las noches de Tefía’ is een Spaanse serie die in
april van dit jaar begon met opnames op Mallorca, geënt op het kampverhaal van Tefía.
Het worden zes afleveringen van ieder 50 minuten. Geen idee waar en wanneer die
op tv zal worden uitgezonden.