Translate

woensdag 27 juli 2022

Kiss a fish and make a wish

Wij luidden deze Week van de Koraalriffen goed in! Om 9:05 uur reden we van huis, met 28 graden Celsius op de thermometer. Het was windstil bij aankomst in Cabo de Palos, Murcia. Oh-oh... We waren de hitte thuis (Valencia) juist ontvlucht en naar de doorgaans koelere kaap gereden. We konden parkeren aan de baai dus dat scheelde slepen met strandspullen. We namen ons voor de heetste dag van juli (misschien wel tot nu toe) daar door te brengen. Achterin de auto lagen de strandstoelen, UV-parasol, badhanddoeken, snorkelspullen, een nieuw inklapbaar strandtafeltje en een koelrugzak. Die kreeg mijn liefje vorig jaar voor haar verjaardag en was voor het eerst gevuld met tapas en drank.

Mijn liefje dronk een kopje koffie bij de lokale Chiringuito (el Faro, de vuurtoren) zelf had ik geen zin de vele trappen nogmaals te begaan na al het  gesleep. Ik werd door haar op het strand bediend. We installeerden ons aan de voet van de vuurtoren. Die laat zijn licht schijnen over de Playa de la Cala Fria; het strand van de koude baai. Die baai lag er maagdelijk bij al zag ik in de verte boeien die er voorheen niet waren. Mijn liefje las daarover na thuiskomst een artikel in La Verdad en maakte mij erop attent. De autonome regio Murcia installeerde recent 39 boeien in dit mariene park. Cabo de Palos is een van de Natura2000-gebieden van Spanje. De rode boeien geven de plekken aan waar kan worden gedoken (individueel en in groepsverband), alleen bij de witte boeien mogen pleziervaartuigen voortaan nog afmeren. Spanje gaat dit jaar voor het eerst booteigenaren beboeten als ze hun ankers uitgooien in zeegrasweiden (Posidonia oceanica). Die onderzeese grasvelden moeten te allen tijde worden beschermd. 

Weldra stak er een verkwikkend windje op. Heerlijk! Die wakkerde dermate aan dat menig parasol kapotging en losliggende hoeden en petten in het water belandden. Langzaam vulde de baai zich met snorkelaars, duikers en strandgasten. Er kwamen ontelbare Easybreath-maskers uit strandtassen tevoorschijn, voor groot en klein; zelfs voor de allerkleinsten. Mijn liefje heeft er ook een. Aanvankelijk vond ik het niets maar nu draag ik het masker af en toe als zij niet te water gaat. Tribord, het Franse watersportbedrijf dat onderdeel is van Décathlon, vond dit gezichtsmasker uit in 2014. Het ontwerp legde het bedrijf geen windeieren al wordt het inmiddels door veel anderen nagemaakt. Er is nu ook een GoPro-houder verkrijgbaar die eenvoudig bovenop de snorkel kan worden gemonteerd. Dat ga ik uitproberen. 

Er stond een tent op het strand waarin twee jonge Spanjaarden instructies voor hun privéduikles kregen. Hij was groot en sterk, zij klein en iel. Wel een pittige tante, zo te horen. En ze rookte. Haar vriend hielp bij het aan- en uittrekken van haar strakke neopreen duikpak, de leraar hielp bij het aan de schouders hangen en verwijderen van de duikfles. Wat een gedoe... Wil je autonoom zijn onder water, ben je boven water van anderen afhankelijk. Tja. Geen idee of zij daar als beginnende duikers veel meer zagen dan ik, ervaren snorkelaar. (Op termijn wel.) 

Het zeewater was daar koeler dan in de Middellandse Zee maar kippenvel kreeg ik er niet van. Ik snorkelde op mijn gemak naar het meditatiehoekje, El Rincón de la Meditación. (Aan de kant van de vuurtoren.) Ik ben altijd blij als ik daar het vele zeegras weer naar mij zie wuiven onder water. Het groeit slechts 1cm per jaar (ofwel een meter per eeuw) dus als je zo´n uitgestrekt grasveld ziet, weet je dat het honderden jaren oud is en toon je je respect. Er zijn weiden in en rond de Middellandse Zee die daar al langer staan dan 4.000 jaar. Duizend soorten zeedieren en andere waterplanten zijn afhankelijk van dit gras dus het moet terecht worden gekoesterd. Posidonia bloeit ook maar niet elk jaar. De harige, bruine bolletjes die je vanaf september (tot november) op de stranden vindt, worden ‘aceitunas de mar’ genoemd, zee-olijven. 

Snorkelen was er als vanouds. Klotsend water tegen de rotsen, kleine en grote vissen - individueel en in scholen, slechts één rode zeeananemoon (alias de zeetomaat), rotsen met wuivende witte neteldieren; alleen in poliepstatus, de zogenaamde hydroïdpoliepen. (Ze zien er uit als witte kerstbomen.) Er was geen kwal te bekennen. Waarschijnlijk is het zeewater nu al te warm voor deze diersoort. De Spaanse weerdienst AEMET mat dat de temperatuur van de Middellandse Zee op dit moment al 5 graden hoger ligt dan normaal. Het kan betekenen dat er in augustus boven land al hevige regenbuien gaan ontstaan. (Nu zeg ik: laat maar komen...) Daarna snorkelde ik van de linker- naar de rechterkant van de baai. De diepte van die oversteek is vijf à zes meter. Het water was kraakhelder, er was ver zicht. Daar is een grot waar ik eerder een inktvis zag. Nu niet. 

Na een uurtje of anderhalf werd het tijd om weer aan wal te kruipen. Mijn liefje liep mij bij de branding tegemoet. Ze is gewend om in dit soort situatie een soort onbestorven weduwe te zijn. Ze zei bij die gelegenheid wel dat, als ik ver weg zwem, er een soort identificatiedobber achter mij aan zou moeten drijven zodat derden (en zij) kunnen zien waar ik vertoef. Er waren die dag vier snorkelcollega´s met zo´n opblaashond achter zich aan. Er zijn oranje boeien te koop die aan het wateroppervlakte blijven drijven en zo aangeven dat er een snorkelaar of duiker in de buurt is. Ik vind dat onnodig. Ik draag kanariegele flippers, een roze snorkelset en altijd een veelkleurig zwempak. Boten mogen überhaupt niet voorbij de gele boei varen en langs de rotsen komen ze evenmin.   

We lunchtten samen op het strand, voor het eerst sinds misschien wel tien jaar. We gaan dagelijks naar zee maar nemen nooit stoelen of een parasol mee; laat staan een tafeltje en een koeltas. Mijn liefje bereidde voor vertrek een heerlijke omelet en we namen Engelse worstjes mee voor op de boterham. Flesjes ijskoud bier voor haar (de koeltas doet het uitstekend) en water voor mij voor erbij. En een bakje kersen als toetje. Zo´n uitstapje is voor herhaling vatbaar, vooral  tijdens loeihete dagen. 

Het jochie dat naast ons op het strand zat, Luca (4), ging snorkelen met zijn ouders. Met mini-flippers, snorkel en een emmer met gaatjesdeksel was hij volledig uitgerust voor zijn maritieme onderzoek. Hij kwam terug met een fraaie zee-egel. Dat doet hij altijd, volgens zijn moeder. Ga je het dier opeten? vroeg ik hem. Er zijn namelijk mensen die dit een culinaire lekkernij vinden, net als kaviaar. En dat terwijl deze egel bepaald niet zeldzaam is. Sterker: in Cabo de Palos zag ik er nu meer dan ooit. De soort die daar voorkomt heet Paracentrotus lividus (alias de zeekastanje) en heeft een donkerpaarse, zwarte kleur. Zee-egels zijn planteneters en begrazen de riffen; ze eten algen dus hun verschijning is een goed teken. 

Zelf bestelde ik ooit zee-egel in een Chileens visrestaurant in Viña del Mar (2015). Op de kaart werd het van harte aanbevolen en aangezien ik als foodie open sta voor nieuwe ervaringen, bestelde ik een portie. Er verscheen een heel mooi bordje met oranjerode kwabben in een jus. Te eten met mes en vork. Je moest het gerecht als steak tartare zelf opleuken aan tafel. Het rook erg onaangenaam... Ik proefde een hapje van het vruchtvlees en vond het ronduit smerig. Nee, ook Luca at het dier niet. Hij bestudeerde deze stekelhuidige aandachtig en bracht het daarna terug naar zee. Jong geleerd, is oud gedaan!   

Op de terugweg was het, ter hoogte van de plaats Balsicas, 43 graden op de buitenthermometer van de auto. Nooit eerder vertoond. Inmiddels overleden 1.823 mensen in Spanje in de maand juli aan de hitte. Ook een record. We kwamen in een koel thuis, zonder airco maar wel met de rolluiken gesloten. Dat werkte. Wat ik mijzelf die dag toewenste? Als je je wensen verklapt, komen ze niet uit.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten