Translate

dinsdag 30 augustus 2022

Fans & Favorieten

Met de aanhoudende hitte in Spanje had ik deze zomer niet altijd veel zin om te koken. Het was eenvoudigweg te heet in het stookhok. Dat neemt niet weg dat er van alles gebeurde in de keuken van Huize Barefoot. Laatst maakte ik zelf falafel (kikkererwtenballen) en de balletjes bezweken nóg eerder dan ik! We bleven experimenteren met nieuwe gerechten, of nou ja, met gerechten die we niet voor het eerst aten maar wel voor de eerste keer zelf bereidden. Denk bijvoorbeeld aan krokante pijlstaartinktvis, almejas marineras en de wereldberoemde Spaanse tortilla. 

De aardappelomelet is dé nationale trots, samen met de paëlla. Jaarlijks wordt in het land uitgevochten (uitgekookt!) wie de beste maker van het land is. Mijn liefje leest dagelijks artikelen uit een ruime selectie van Spaanse kranten en maakt mij altijd wel attent op iets waarvan ze weet dat het mij interesseert. Koken, zeeën en oceanen, vrouwenzaken, lokale politiek; op dat soort onderwerpen let zij. 

Mijn liefjde deelde ook met mij het recept van de Baskische chef-kok Karlos Arguiñano. Hij werd uitgeroepen tot de maker van de beste tortilla van het land. Over hem lezend, kwam ik te weten dat het land in een felle strijd is verwikkeld; die tussen ‘concebollistas’ en ‘sincebollistas’. De voorstanders van tortilla met ui (con cebolla) en zij die de tortilla zonder ui prefereren. Aanhangers van beide groepen beschuldigen elkaar al jarenlang van heiligschennis. Dat gebeurt alleen in Spanje... Iets kleins als een ui kan hier uitgroeien tot iets dat de natie tot op het bot verdeelt. 

Arguiñano vindt dat de ui erin hoort. Dat vinden wij ook. Zijn recept is gemakkelijk te onthouden: 6-3-1. Zes eieren, drie grote aardappelen, 1 ui. Dat zou zijn voor een tortilla voor vier personen. Mijn liefje ging op zoek naar de precieze beschrijving en bereiding en bekeek daarvoor een YouTube-filmpje. Daarna zocht ze in de plaatselijke winkel naar de juiste piepers en vroeg advies aan twee Spaanse dames. Beiden wezen naar dezelfde aardappelsoort; dat kon niet missen. Zij schilde de aardappelen (500g), ik sneed ze in dunne schijfjes. De grote witte ui moest niet al te klein worden gesneden. ¡Yes, chef! 

De aardappelschijfjes en ui gaan in de koekenpan, in een flinke scheut goede kwaliteit olijfolie. Het mengsel moet ongeveer 20 à 30 minuten smoren en tijdens deze stap moet behoorlijk wat zout worden toegevoegd. Dan alles uit de pan halen en laten uitlekken, de olie uit de pan moet worden opgevangen. Dat is nu zeker logisch met een gemiddelde kookolieprijs van €5 per fles. Overigens las ik dat Spaanse olijfolieboeren ermee gaan ophouden. Ze ruilen dit product in voor pistachenoten; die brengen meer op en slurpen veel minder water. Elke boom met olijven die worden gebruikt voor de olijfolie heeft tientallen liters water per week nodig. Dat is al een probleem in grote delen van Spanje en dat probleem zal groter worden met de jaren. Pistachebomen gedijen goed in gebieden met lange hete zomers en kunnen op hoogte groeien dus dat past hier.  

Dan is het tijd om de eieren te klutsen en ook daaraan moet zout worden toegevoegd. De aardappelen en ui worden aan de eiermassa toegevoegd en goed omgeschept. Even een minuutje laten rusten. Een beetje opgevangen olijfolie moet terug in de koekenpan worden gedaan. Na omwarming (niet te heet, niks mag bakken) kan de massa terug in de pan, met een deksel erop. Na ongeveer 20 minuten is de aardappeltaart klaar.

Nu wil het geval dat bemoeial B. (ik) naar de aardappeluieimassa keek en dacht dat de tortilla weleens te droog zou kunnen uitpakken. Dat was mijn gevoel... Ik pleitte ervoor nog een eitje, het kleinste uit de doos, toe te voegen. Mijn liefje pleitte ervoor ons te houden aan het recept maar zij ging uiteindelijk overstag. Dat heb ik geweten! De tortilla werd de eiig helaas en was ook iets te donker. Zoek de verschillen...

Voor een eerste keer was het een aardige versie maar bij lange na niet zo mooi, hoog, luchtig en gekleurd als die van Karlos en van onze Spaanse overbuurvrouw María Victoria. Ik bood mijn excuses aan haar aan en zegde toe haar recept de volgende keer op de voet te volgen. Mijn liefje ging onlangs nog even naar de buuf om haar recept door te nemen. Zij, 70-plusser, maakt al haar hele leven tortillas en maakte ze op gevoel; in haar keuken wordt niets afgemeten. Ze deed ons een goede deksel kado. We gaan het binnenkort weer proberen. Het is bijna september en dan komen al onze vrienden uit Nederland weer naar hun vakantiehuizen onder de Spaanse zon. Genoeg proefkonijnen dienen zich aan. 

Van haar vernam ik ook dat dit seizoen in Spanje voor de tiende keer de Masterchef España van het jaar werd verkozen. Het gaat om María Lo (32), met Chinese roots (vaders zijde) en een Spaanse moeder uit Cadiz. Zij ging er vandoor met een prijzenpot van €100.000, een masteropleiding -met gegarandeerd diploma- aan het prestigieuze Baskische Culinaire Centrum, de publicatie van haar eerste eigen kookboek en een eenjarig arbeidscontract in het Catalonia Gran Costa Mujeres Resort in Cancun (Mexico). Daarnaast bood de Spaanse sterrenchef Jordi Cruz haar aan in zijn driesterren Michelin-restaurant te komen werken. Zelf stelde ze daarnaast nog twee doelen: het opzetten van een eigen bezorgdienst in Barcelona en (later) een eigen restaurant in diezelfde stad. Saillant detail is dat ze in deze competitie streed tegen haar ex-vriendin Theresa... Tot in de finale! 

Het is ook weer tijd voor Masterchef Australië op de Nederlandse tv. Joehoe! Sinds 2009 ben ik fan van dit kookprogramma. De eerste uitzending zag ik in het land Down Under. Dat maakte een onvergetelijke indruk op mij. De rest is geschiedenis. Gisteren begon het 14de seizoen, met een ietwat andere opzet. Deze versie wordt Fans & Favorites genoemd. Het is een combinatie van twaalf amateur-foodies en twaalf oude favorieten, zoals Julie Goodwin (winnares van het allereerste seizoen in 2009), Mindy Woods uit seizoen 4 (nu eigenaresse van een restaurant in Byron Bay), Billy McKay (winnares van 2015 die ging werken in het drie Michelinsterrenrestaurant ‘The Fat Duck’ van Heston Blumental in Londen), Minoli de Silva uit Sri Lanka van seizoen 2021 (de chemisch ingenieur die vijf jaar ervoor herstelde van borstkanker), en vele anderen. Een bonte mix. 

Aan de start van dit seizoen zagen we niet waarom de fans -thuiskoks- werden verkozen. Er vond geen openbare voorselectie plaats. Dat vind ik jammer want dat maakt het begin van het programma juist zo innemend. Waarom mensen zich opgeven, uit welke kooktraditie ze voortkomen, wat hun kwalificatiegerecht is, hoe de juryleden op hen en hun gerecht reageren. Toch denk ik dat dit een suksesformule kan worden maar dat we als kijkers even geduld moeten hebben. Dat hoop ik tenminste... 

De favorieten dragen deze keer donkerblauwe  schorten met hun naam en programmalogo erop, de fans witte. In de eerste uitzending werden al twee  immuniteitspins uitgedeeld: eentje aan een fan (de alternatieve Harry uit Melbourne die won met een mooi koolgerecht en bij voorkeur vegetarisch kookt) en eentje aan favoriet Tommy Pham (Vietnamese roots) die vorig seizoen net de finale niet haalde. Hij bereidde krokant buikspek en gamba's in een likkebaardend lekkere saus. Zij zijn voorlopig uitgesloten van eliminatie op korte termijn. Er zit weer een interessante mix van culturen in het programma. Dat maakt Masterchef Australië ook  zo’n boeiend kookprogramma, wat mij betreft.   

De jury behield dezelfde samenstelling. V.l.n.r Melissa Leong, Andy Allen en Jock Zonfrillo; de schot draagt zijn onafscheidelijke ‘worry beads’ weer die hij gebruikt als kalmeringsmiddel tegen paniekaanvallen. Dat wordt weer stressen in de Masterchef-keuken! 

Van maandag t/m vrijdag te zien op Net5 rond 18:25 uur. We passen ons eigen kookschema erop aan.


vrijdag 26 augustus 2022

Niet hetzelfde maar wel gelijk

Het is vandaag 102 jaar geleden dat in de Verenigde Staten het stemrecht aan vrouwen werd verleend. Die bepaling ging het Wetboek in als het 19de Amendement. Met dit besluit werden vrouwen grondwettelijk gelijk aan mannen. Voortaan mocht er niet meer worden gediscrimineerd op grond van geslacht. In Nederland kregen vrouwen dat recht een jaar eerder (1919). In Spanje kwam dat pas in 1931.

In veel landen ter wereld is nog sprake van een ongelijke positie tussen mannen en vrouwen. Het beëindigen van alle vormen van discriminatie van vrouwen en meisjes is niet alleen een fundamenteel mensenrecht, het is cruciaal voor een duurzame toekomst. Daarom maakten de Verenigde Naties dat punt tot een van de duurzame ontwikkelingsdoelen voor 2030. Doel 5: ‘achieve gender equality and empower all women and girls’. Gendergelijkheid.

In de afgelopen 20 jaar werd veel voortgang geboekt. Er gaan wereldwijd meer meisjes naar school in vergelijking tot 15 jaar geleden en de meeste regio's bereikten gendergelijkheid in het basisonderwijs. Hoewel er meer vrouwen dan ooit op de arbeidsmarkt zijn, zijn er in sommige regio's nog steeds grote ongelijkheden, waarbij vrouwen systematisch dezelfde arbeidsrechten als mannen worden ontzegd. Tegenwoordig zijn er meer vrouwen in openbare ambten dan ooit tevoren maar het aanmoedigen van meer vrouwelijke leiders zal bijdragen aan het bereiken van meer gendergelijkheid. 

Er is nog een lange weg te gaan, aldus een tussentijdse voortgangsrapportage (2022). De wereld ligt niet op schema om gendergelijkheid te bereiken. De sociale en economische gevolgen van de coronapandemie zorgden ervoor dat de situatie van meisjes en vrouwen somberder werd. Uitbuiting, ongelijke verdeling van onbetaalde zorg en huishoudelijk werk en discriminatie in openbare ambten blijven grote barrières. Klimaatverandering en (natuur)rampen hebben nog steeds een onevenredig effect op vrouwen en kinderen, net als conflicten en migratie. Schadelijke praktijken als kindhuwelijken, genitale verminking van en seksueel geweld tegen meisjes en vrouwen bestaan voort. Het recht op autonomie over het eigen lichaam wordt hen nog steeds op vele plekken ontzegd. 

Ook in de VS, na het recente besluit van het Amerikaanse Hooggerechtshof. Met één pennestreek van de conservatieve leden werd vrouwen daar het recht op abortus ontnomen. Terwijl een meerderheid van Amerikanen voor behoud van dat recht is. Sowieso is er maar één persoon die de beslissing over wel of geen abortus kan nemen: de vrouw in kwestie. Sinds het presidentschap van Trump is Amerika voor mij geen gidsland meer. Er wordt daar gemorreld aan democratische waarden en aan de rechten van vrouwen. 

Ruth Bader Ginsberg, de in 2020 overleden voormalige (progressieve) rechter van het Hooggerechtshof en voorvechter van vrouwenrechten, zal zich hebben omgedraaid in haar graf. Dat geldt waarschijnlijk ook voor Maya Angelou, zwarte Amerikaanse schrijfster, dichter, essayist, burgerrechtenactiviste en feministe. Dit is een deel van haar gedicht "Still I rise".

You may write me down in history
With your bitter, twisted lies,
You may trod me in the very dirt
But still, like dust, I'll rise.
 
Just like moons and like suns,
With the certainty of tides,
Just like hopes springing high,
Still I'll rise.
 
Did you want to see me broken?
Bowed head and lowered eyes?
Shoulders falling down like teardrops,
Weakened by my soulful cries?
 
You may shoot me with your words,
You may cut me with your eyes,
You may kill me with your hatefulness,
But still, like air, I’ll rise.
 
Does my sexiness upset you?
Does it come as a surprise
That I dance like I've got diamonds
At the meeting of my thighs?
 
Leaving behind nights of terror and fear
I rise
Into a daybreak that’s wondrously clear
I rise
Bringing the gifts that my ancestors gave,
I am the dream and the hope of the slave.
I rise
I rise
I rise.

Maya Angelou (1928-2014)
Uit: "And Still I Rise: A Book of Poems" 



Mijn liefje en ik vierden deze week dat we 33 jaar en zes maanden samen zijn. Sama-sama but different. We gingen snorkelen in Cabo de Palos en hadden daarna een late lunch in La Manga, bij een stemmige Mexicaanse taquería. We laten geen gelegenheid voorbijgaan om iets te vieren, samen of met anderen. Kijk maar in mijn webalbum...
 



maandag 22 augustus 2022

Plat

We konden hier recent weer buiten zitten en dat was memorabel! Op 9 juni begon de eerste hittegolf en die hield aan tot vorige week. (Het is nog niet gedaan.) Op de heetste dag van deze zomer -zo bleek- stond een etentje gepland met Nederlanders die vorig jaar emigreerden naar onze woonplaats. We leerden hen kennen via onze vrienden Hugo & Emmy. Zij werkten een leven lang in het onderwijs en genieten nu van hun welverdiende pensioen. Simone en Han-Dik zijn leuke, onderhoudende mensen. Hij en mijn liefje delen hun achternaam en geboortegrond (Groningen) maar ze zijn geen familie van elkaar. Simone's familie heeft roots in Nederlands-Indië; dat schept een band. Maar met elkaar hebben we meer raakvlakken. 

We besloten die afspraak af te zeggen want bij 38 graden Celsius de avond buiten doorbrengen is geen lolletje. Er lag een wollen deken over de patio en er zou geen zuchtje wind voelbaar zijn. Koken zou dan evenmin prettig zijn dus we verschoven de afspraak naar de eerstvolgende betere gelegenheid. Mijn liefje houdt het weer goed bij en zag een betere datum aankomen. Met een verkwikkend windje en een temperatuur die niet boven 30 graden zou uitsteken. De nieuwe afspraak werd gemaakt. Zij maakte die middag de terrassen schoon, samen dekten we de houten tafel. In de keuken trof ik alle voorbereidingen voor een zomers driegangendiner. Paëlla was het hoofdgerecht; die maakte ik nog niet voor hen. De MiP-rosé van vriend Ger stond koel te wachten.

Op het kooktoestel zit een speciale pit die alleen voor dit gerecht wordt gebruikt. Die ontbrandde die avond niet zoals het moet, met vuur uit de buiten- èn de binnenring. Paëllapannen zijn extra groot dus je hebt zoiets nodig voor gelijkmatige garing van de rijst. Het lukte mij niet om het vuur in de juiste stand te krijgen. Dan maar werken met de anderen. Totdat de speciale pit wel aanfloepte. Daarop liet ik de pan met rijst en kip lang sudderen voor het beste resultaat. (Paëlla maken is slow cooking.) Volgens mijn liefje was dit de beste uitvoering tot nu toe. In het hart van de pan zat socarrat (een aangebrande maar niet verbrande korst) en de rijst aan de randen was al dente met een licht gekleurde maar krokante korst. Perfect! De pan werd bijna leeggeschept. De avond was gezellig en geanimeerd en eindigde bij kaarslicht. Una noche velada. 

De Ronde van Spanje, La Vuelta, begon een dag later. De route loopt langs ons woongebied, de finish is op 11 september en ligt in Madrid. Deze wielerwedstrijd startte dit jaar in en om Utrecht (Nederland). In een Spaanse podcast hoorde ik iemand deze stad de meest Spaanse stad van Nederland noemen. Ze durven wel, die Spanjolen! Ik zou bij Utrecht allereerst aan de daar getekende vredesverdragen denken. Zij kennelijk niet. Dat zit zo. 

Graaf Alva was in de 16de eeuw de beste bevelhebber van de Spaanse koning Filips II. Deze ‘ijzeren hertog’ kwam destijds orde op zaken stellen in de Lage Landen en dat heeft katholiek Utrecht geweten! Twee jaar voordat Alva door de poorten van de stad stapt, zien calvinisten hun kans schoon om ruimte op te eisen waar ze hun ideeën kunnen verspreiden. Ze willen kerken waar ze kunnen preken. Maar het antwoord van Spaanse zijde laat te lang op zich wachten en ze slaan aan het muiten en stormen in de zomer van 1566. (Net als de boeren nu.) Filips ziet die Beeldenstorm niet alleen als openlijke ketterij maar ook als verzet tegen zijn gezag. De ketters moeten worden gestraft en dat komt Alva doen. Hij brengt een leger mee van 10.000 man om met onbeperkte bevoegdheid aan de slag te gaan. Hij is verbolgen over de toegeeflijkheid van de Utrechtse Raad tijdens de Beeldenstorm en ook over de inwoners van de stad die proberen onder de ingevoerde belastingmaatregelen uit te komen. (Net als veel Nederlanders nu.) De rest is geschiedenis. 

In de Volkskrant las ik dat het stadsbestuur van Utrecht €2.350.000 betaalde aan de organisatie voor de aftrap van deze Vuelta. Ik hoorde de burgemeesteres toelichten dat het moeilijk is te kwantificeren hoeveel zo’n deelname nu precies opbrengt. Maar het zette Utrecht als fietsstad goed op de kaart. 

Vrijdag keek ik op tv naar de ploegentijdrit. Het was een etappe van 23km die zo plat was als een dubbeltje. De Spaanse omroep RTVE verzorgde alle opnamen in Nederland. De teksten op het scherm waren dan ook in het Spaans en de Nederlandse bezienswaardigheden waar de helikopter overheen vloog en waarop werd ingezoomd, werden zo goed mogelijk vertaald. Er kwamen ruim 130 medewerkers van de Guardia Civil mee om het lokale verkeer te regelen. Die mannen stonden met gele vlaggetjes te zwaaien op vluchtheuvels, voor rotondes en lastige bochten (daar waren er veel van!), om het peloton tijdig te waarschuwen en de goede kant op te manoeuvreren. Ten tijde van de strenge coronamaatregelen merkte Hugo een keer op “jullie hebben de guardia civil, wij hebben BOAs.” Afgelopen dagen hadden zij ze ook. Bofkonten. 

Op zaterdag startte de route in Den Bosch en die eindigde in Utrecht. Den Bosch moest daarvoor €484.000 neertellen. De ‘Alto de Amerongse Berg’ met een hoogte van wel 70m was die dag de top (een colletje van de 4de categorie). De 184 renners van 23 teams passeerden onder andere de Zuiderwaterlinie, de verdedigingslijn die de Hollanders er aanlegden naar aanleiding van de Tachtigjarige Oorlog tegen de Spanjaarden. Die zij verloren. De onderdelen van die linie werden dan ook geen moment door RTVE in beeld gebracht.  

Die dag zag ik de renners onder andere door de Middeleeuwse stad Rhenen (provincie Utrecht) fietsen. In het centrum staat tegenwoordig een snelheidsmeter, gekoppeld aan een InfraMarks-informatiebord dat aangeeft hoe goed voorbijgangers zich houden aan de maximumsnelheid ter plaatse. Als ze zich aan de voorgeschreven snelheid houden (30km), krijgen ze een groene smiley; bij overtreding ontvangen ze een sip kijkende emoji. Je snapt het al: alle renners waren ketters die dag. Er stak een Beeldenstorm op maar dan anders! Er werd überhaupt hard gereden in het vlakke land.  

Er was vanuit de lucht ook relatief veel aandacht voor de Piramide van Austerlitz. De helikopter cirkelde om dit rijksmonument heen en dat begrijp ik. Wie verwacht immers een piramide in hartje Nederland?! Dit 33m hoge bouwwerk is een kopie van de Egyptische piramide van Gizeh (geloof het of niet). Het werd in 1804 gebouwd door Napoleontische soldaten, in opdracht van een welbereisde Franse generaal. RTVE meldde op het scherm dat deze piramide in Woundeberg staat maar dat moet Woudenberg zijn. Snap ik ook... Wound-wond-strijdperk (destijds tegen Britse binnenvallers). 

Gisteren vond de derde en langste etappe van de Vuelta 2022 plaats. Het rondje Breda was 193km lang. Op de Rijzendeweg (toepasselijke naam), met een huiveringwekkende 400m hoogte en een stijgingspercentage van 3.7%, konden renners voor het bergklassement punten pakken. Dat was eveneens een klim van de 4de categorie (de enige twee in deze gehele ronde). De Nederlandse commentatoren noemden deze col ‘een oprit’.  

Alle Vuelta-etappes in Nederland werden een Jumbo Visma-feestje; een team met een oranje randje. Drie verschillende renners van die groep droegen een dag lang de rode trui. Het was een speciale trui (Nederlands ontwerp) met de logo’s van Utrecht, Den Bosch en Breda erin verwerkt. De ‘maillot rojo’ vliegt met hen mee naar Spanje. 

Vandaag is een rustdag (reisdag), vanaf morgen is de platheid voorbij. Er zullen in deze Vuelta negen etappes eindigen op de top van een berg. Er zijn 42 bergpassen opgenomen in het traject en enkele koersen hebben een stijgingspercentage van 19 à 24%. Etappe 4 van ruim 150km (morgen) wordt verreden op Spaans grondgebied, in Baskenland om precies te zijn. Er zitten meteen twee collen in die dagkoers, de hoogste is de Puerto de Herrera op 1.100m. De 15de etappe vindt plaats in de Sierra Nevada en is de hoogste van deze ronde van Spanje: op 2.500m hoogte (4 september). Etappe 18 wordt de steilste, de beklimming van de Alto de Piornal. Now we’re talking!

De NOS zendt de rest van deze wielerronde niet live uit op tv. De Nederlandse liefhebber zal moeten uitwijken. Wij hebben Spaanse tv.


donderdag 18 augustus 2022

Zwetende beelden

Afgelopen maandag was een nationale feestdag in Spanje. Men vierde Maria Tenhemelopneming. Zij werd door God voor bewezen diensten bedankt en naar de hemel geteletransporteerd. Beam Me Up, Gotty! Het standbeeld van de Maagd (La Virgen is de beschermheilige van onze woonplaats) werd in processie naar de kust gebracht en daar op een boot gezet. Eerst werd ze van de plaatselijke kerk op de schouders van stevige kerels naar de jachtclub gedragen, daar werd een vroegmis gehouden en vervolgens vond de maritieme processie plaats. Wat een gesjouw met die vrouw! Het zou mij niets verbazen als zij ervan ging zweten. 's Ochtends was het al rond 30 graden Celsius. Op de foto wordt de maagd geflankeerd door onze burgemeester. 

Niet dat ik zit te wachten op bedevaarten naar mijn dorp... Over de hele wereld verschenen door de eeuwen heen wenende Mariabeelden ten tonele: in Nederland, Duitsland, Italië, Verenigde Staten, Brazilië, Australië, Filippijnen, Canada en Hongarije, voor zover ik weet. Het trok en trekt een grote schare gelovigen. Goedgelovigen. Zelf denk ik dat die Mariabeelden gingen huilen omdat men kaarsvet op het gelaat smeerde. Als er dan kaarsjes dicht bij het beeld werden gezet, begon het vet te druipen en zo ontstonden haar tranen. Zo, dat is ook weer opgehelderd. Weer een complottheorie minder!

Die dag was er een gezellige chaos op het water. Ook keek ik mijn ogen uit naar de wollige dotjes erboven: prachtige schapenwolken. Leden van de Cloud Appreciation Society -zoals ik- noemen ze cirrocumulus. Een teken dat de luchtvochtigheid toenam. Nou, dat voelden we! Jammer dat ik mijn onderwatercamera niet meebracht naar zee; dan had ik die chaos kunnen vastleggen. Er dobberden waterfietsen – tegenwoordig allemaal met glijbaan, mensen op stand-up-paddle-planken, een- en tweepersoons kayaks en kano´s, snorkelaars met Easybreath-maskers, duikers en langeafstandzwemmers met oranje veiligheidskussens achter zich aan, grote en kleine zeilboten, parasailers in tuigjes hoog boven het water, waterscooters en blote zwemmers als wijzelf. Iedereen ging kris-kras door elkaar. Op een bepaald moment kwam er een volbeladen waterfiets onze kant op. Waar we ook gingen en wat we ook deden, het ding bleef op ons afkomen. Toen ik een van de Spaanse papa’s aan de trappers vroeg waar hij naartoe wilde, zei hij dat het besturen van zo’n fiets niet zo eenvoudig was als het lijkt vanaf de kant. Hij wist niet waar hij heenging. Ik moest lachen. Het was aan ons om weg te zwemmen. 

Het is leuk om jaarlijks te constateren dat Spanjaarden enorme watersportliefhebbers zijn en bovendien goed kunnen zwemmen. We zien ze op piepjonge en stokoude leeftijd met ons meezwemmen naar de verderop gelegen boeien. Desalniettemin nam het aantal verdronkenen deze zomer met meer dan 50% toe, ten opzichte van vorig jaar. Tja, als er meer mensen te water gaan, zullen er statistisch ook meer kunnen verdrinken. 

De autonome regio van Valencia steekt er met kop en schouders bovenuit maar dat is niet verwonderlijk. Die heeft de langste kustlijn van het land. Aan het strand van Valencia-stad vond vorige maand een spectaculaire redding plaats met behulp van een drone. Het ding wierp een zwemvest naar de uitgeputte bijna-drenkeling van 14 jaar in hoge golven en wist zo een verdrinking te voorkomen. Het gebeurde later ook nog bij een oudere vrouw in nood. Vorig jaar zomer werd in deze regio de eerste proef uitgevoerd. Goede ontwikkeling! 

Mijn liefje vertelde mij onlangs dat 40 à 50% van de toezichthouders op het strand, de zogenaamde ‘socorristas’, dit jaar uit Argentinië komt. Ook daarin is een personeelstekort; dat zijn typische studentenbaantjes voor de zomer. Is er dan geen werkloze Spanjaard te porren voor zo’n tijdelijke baan aan het strand? (Spanje heeft ruim 3.000.000 werklozen.) Tja. Op de drukste dag van het zomerseizoen deden die strandwachten een cursus reanimatie op het strand, met een half poppenlichaam als lijdend voorwerp; onder leiding van gekwalificeerde professionals van Ambumar. Deze organisatie levert badmeester-, nooddiensten en dringend en gepland gezondheidsvervoer naar en van onze stranden en die van andere kustplaatsen in de omgeving. 

Het aantal SUP-planken nam tijdens de coronapandemie een ware vlucht in Spanje. Mensen konden niet reizen dus verschaften zich een speeltje voor de zomervakantie in eigen land. Mijn liefje stelde al een aantal malen voor dat ik er ook eentje aanschaf maar met een been dat niet goed functioneert, is dat geen goed idee. Die beperking heb ik al enige tijd (sinds de eerste lockdown in 2020.) Artsen bevestigden dat er geen sprake is van artrose in het heupgewricht maar inmiddels wel van chronische aanhechtingspijn. Aan de buitenkant van het heupbot zit de trochanter (een knotsvormige verdikking) die dient als aanhechtingsplaats van pezen van meerdere spieren. Daar zit een ontsteking die een flinke rem zet op mijn mobiliteit. Lopen -maar ook liggen en zitten- is vaak een verzoeking. Dat euvel vergalt mijn levensvreugde bij tijd en wijle. (Voor later deze maand staat een afspraak met een professionele pijnbestrijder gepland.) Om lekker te suppen moet je goed evenwicht weten te houden, met twee pootjes stevig op de plank. Dat zit er nu niet in. Maar als de fysieke klachten voorbij zijn (🤞), ga ik de aankoop van een plank serieus overwegen.

De SUP-cursus deed ik al. Tijdens een rondreis door West-Australië in 2014, onder leiding van Juf Megan. Zij bleek een regionale winnares in deze sport te zijn en was goed maar streng. Zij leerde mij de billen boven de voeten te houden, met gebogen knieën te staan, recht vooruit te kijken, de paddle bij het uiteinde vast te grijpen en lange stroken te maken met een bijna gestrekte arm. Dat leerde ik op een ander type plank en ondere andere omstandigheden dan die hier van toepassing zijn. Leren suppen ging met vallen en opstaan, tot mijn tong op de plank hing. Die instructies zie ik hier overigens heel weinig mensen volgen. Maar menigeen, jong & oud, is lekker aan het spelevaren. 

Afgelopen week steeg de temperatuur tot recordhoogte in de regio Valencia. Niet een record van de afgelopen jaren maar een record sinds het Spaanse meteorologische instituut (AEMET) begon te meten. De hoogste temperatuur werd gemeten op een plek in het binnenland. Op meer plaatsen in de regio kwam de temperatuur 's nachts niet onder 30 graden Celsius; gelukkig niet bij ons. Voor dit soort stoomnachten hebben ze in Spanje een speciale naam; die worden Caribische nachten genoemd. Dat meldde ik aan vriendin Bernadette die op dat moment aan het laatste traject van haar rondreis door Colombia bezig was: in de Caribische stad Cartagena de Indias. Deze kleurrijke stad staat op de UNESCO-werelderfgoedlijst. Inmiddels is zij terug op het Nederlandse honk. Op haar bagage moet ze nog even wachten. 

 

maandag 15 augustus 2022

15 worden op de 15de

Vandaag vindt in Nederland de jaarlijkse herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog in toenmalig Nederlands-Indië plaats. De wrede Japanse bezetter kapituleerde, Nederlandse en andere Westerse gevangenen werden uit de plaatselijke 'Jappenkampen' bevrijd. Ook Indische Nederlanders leden onder de Japanse bezetting. De ambassadeur van Indonesië in Nederland (H.E. Mayerfas) krijgt dit jaar een prominentere rol toebedeeld. Hij legde altijd al een krans bij het Indisch Monument in Den Haag uit naam van zijn land maar deze keer mag hij als tweede optreden, na de minister-president. In Indonesië worden de slachtoffers niet herdacht. Daar gaat de aandacht vooral uit naar de viering van de onafhankelijkheid op 17 augustus. Een andere noviteit is dat de herdenking naar de avond is verplaatst zodat de NOS die rechtstreeks kan uitzenden op de Nederlandse tv. 

Niet iedereen kan deze herdenking waarderen, om uiteenlopende redenen. Steeds meer Indische Nederlanders hebben moeite met de nationale herdenking. Zij missen de aandacht voor de duistere kant van het Nederlandse kolonialisme. En velen willen af van de militaire rituelen tijdens de ceremonie. 

Vandaag wordt 14.000km verderop ook de verjaardag van Yuda in Bali gevierd. Joehoe! Hij wordt 15 jaar en daar sta ik als witte oma en blogger graag bij stil. Met hem praten we niet over het koloniale verleden of over interneringskampen. Met hem gaat het over (het drama van) Frenkie de Jong bij Barça al verheugde deze jonge voetbalfan zich over de komst van Lewandowski. Ja, boeiende tijden! 

Op de eerste zondag van augustus videoappten we voor het laatst met hem. Dat was geheel volgens het pré-pandemische belschema. Tijdens de coronacrisis videobelden we wekelijks met onze niet-schoolgaande jongens in Bali. Dat deden we om hun wereld groot te houden in die periode en, aan de hand van een kennisquiz, hun Engelse taalvaardigheid en algemene ontwikkeling op peil te houden. Scholen bleven daar veel langer dicht dan in menig ander land. Kasian. 

Het duurde lang voordat de jongens zich conformeerden aan het oude schema van de eerste zondag per maand. Nadat de lockdown was opgeheven en ze weer iets mochten buiten de deur, galmde elke zondagochtend nog steeds door het huis “we are ready!”. Dan waren wij het ook. Maar nu zij weer naar school gaan en het nieuwe normaal is ingesleten, zijn we allemaal terug op het schema van eenmaal-per-maand. We hebben wekelijks Whatsapp-contact maar zien elkaar dan niet. 

Na vier weken is het leuk om de mannetjes weer in levende lijvete horen en zien. Ze zagen er heel relaxed uit. Fris ook. Ik denk dat ze het naar hun zin hebben in het leven. Tijdens onze zondagsessie gaat het altijd over breaking news, nieuwe vriendschappen, de laatste voetbaltransferberichten en opmerkelijkste -uitslagen, het weer daar en hier, wat we zoal hebben gegeten of gaan eten, de laatste ontwikkelingen in de familie en herinneringen die we met elkaar delen. 

Damai is (nog steeds) de hartenbreker van de familie. Zoals hij wisselt van lieffie, is niet bij te houden! Zijn recentste vlam heet Audrey, een Balinees meisje dat op dezelfde school zit als hij. Yuda heeft ook een vriendinnetje maar over haar wordt niet in groepsverband gerept, al wil Damai nog weleens uit de school klappen over de escapades van zijn grote broer. De Whatsapp-status van nummer 1 staat tegenwoordig vol met I love you´s, hartjes, andere uitingen van romantiek en foto´s van het meisje-in-kwestie dus er is echt wel iets gaande. Good on him! 

Nummer 2 toonde ons zijn laatste potloodtekening van Thomas Shelby, de fictieve hoofdpersoon van de Netflix-serie Peaky Blinders. De Ierse acteur Cillian Murphy speelt de charismatische gangster Tommy Shelby, leider van een familieclan in Birmingham in de jaren 1920. De acteur moest voor deze rol flink wat spiermassa aanmaken en werd na 20 jaar vegetarisch eten tijdelijk carnivoor. Ook las ik ergens dat hij tijdens de eerste drie seizoenen van de serie 3.000 sigaretten rookte; dat extreme gepaf was heel normaal in de beginjaren van de vorige eeuw. Doodnormaal, kun je zelfs zeggen... 

Hij tekende de acteur met de onafscheidelijke sigaret in zijn mondhoek en de karakteristieke pet over zijn voorhoofd getrokken. Erg goed gelukt en mooi gedaan, met schaduwen en brede en smalle lijnen. Ik heb in het verleden wat zitten tekenen voor en met die jochies! We complimenteerden de jonge artiest met zijn werk en zagen hem in een oogopslag 5 centimeter groeien. (Stiekum hoop ik dat hij verder gaat in die richting...) Volgend jaar gaat hij naar de middelbare school. Nu geniet hij nog een schooljaar lang van het feit dat hij tot de schooloudsten behoort. Hij en zijn klasgenoten krijgen privileges en doen speciale projecten. Hij heeft het zeer naar zijn zin op zijn internationale school al zou je  aan zijn Engelse spreekvaardigheid niet zeggen dat hij tweetalig onderwijs volgt... (Hij begrijpt meer dan hij kan zeggen.) Yuda vertelde ons vorige week dat hij vierde van de klas is met Engels. Gelukkig is mijn Bahasa Indonesia nog niet helemaal ondergesneeuwd door het Spaans. Dat vocabulair stof ik eenmaal per maand af. 

We maakten geld over naar de bankrekening van moeder Elsa. Het merendeel was bestemd voor de jarige. Hij wilde graag nieuwe voetbalschoenen omdat zijn huidige trappers alweer te klein zijn, hij draagt al maat 46. Hij ging op zoek naar een schoen die mooi is maar hem ook in staat stelde wat roepiah over te houden voor andere dingen. Zijn keuze viel op de X Speedflow van Mo Salah (een Egyptische voetballer die bij FC Liverpool speelt; dat weten we dankzij hem!), uitgevoerd in rood en goud. In Europa zijn die voetbalschoenen te koop voor €250, gelukkig kon onze Balinese jarige ze voor veel minder aanschaffen. 

Geen idee hoe dat precies werkt (nagemaakt?) maar hij is stikgelukkig met zijn aanwinst. Vriendin Bernadette deed ook -letterlijk- een duit in het zakje. De andere helft van onze donatie zal worden besteed aan de drie overige kinderen van het gezin. Yuda vertelde dat hij voor ieder van zijn broertjes en voor zijn zusje een verrassing kocht; te openen op zijn verjaardag. 

Dat is eveneens leuk aan deze knul. Hij is zorgzaam (past graag op), ingetogen (maar met een goed gevoel voor humor), zeer gezeglijk en relaxed. Kom er eens om op die puberale leeftijd! Zo kennen we hem al jarenlang, 14 jaar om precies te zijn. Hij is vaak degene die tijdens een videocall met een foto van zichzelf van vroeger aankomt (ik maakte er duizenden van hem) en ons dan vraagt of we ons nog herinneren wanneer en waar dat plaatje werd geschoten. Kennelijk heeft hij een stapeltje foto´s klaarliggen op zijn bureaublad. Damai doet overigens hetzelfde. Ook hij kwam aan met een foto van zichzelf als 2-jarige met een bakje eten voor zijn neus. Ook van hem bestaan duizenden kiekjes. Hem noemden we vroeger de stofzuiger van de familie. Wat wij en anderen op het bord lieten liggen, at hij op. Je zou het niet zeggen; hij is net zo slank als zijn grote broer. 

Die broer die vandaag dus zijn vijftiende verjaardag viert. Kleine jongetjes worden groot! We zingen hem straks toe, na schooltijd. Over huiswerk reppen we vandaag niet. Elsa meldde ons dat ze gehaktballen voor hem zou gaan maken vanavond; de alom gewaardeerde bakso. Ze sloeg 2kg in dus het worden meat balls als voor-, hoofd- en nagerecht. Voor alle kids is dat een feestmaal. Het zou mij niet verbazen als er ook een taart op tafel komt. Voor het hele gezin, maar vooral voor de jarige. Die weet er wel raad mee! Die taart is inmiddels eveneens traditie in dit Balinese gezin. Ook zonder ons. 

Selamat hari ulang tahun, sweetie 💖




donderdag 11 augustus 2022

Met een boekje in een hoekje

Het fijne aan zomervakantie is dat de meeste mensen eindelijk tijd hebben om te lezen. Het leuke van mijn leven nu is dat ik altijd vakantie heb, de zomer hier lekker lang duurt en ik -dus eigenlijk- altijd lees. Er is momenteel vanwege de aanhoudende hittegolven niets beter te doen dan in een hoek op de bank zitten en een boek ter hand te nemen. Eerst zwemmen in zee en dan wegdromen bij een goed boek, met de ventilator aan. Elke zichzelf respecterende krant of boekhandel heeft wel een Zomerleeslijst of Zomerbieb in de aanbieding. 

Mijn aanraders, afhankelijk van je interesse: Het lied van ooievaar en dromedaris (Anjet Daanje – literaire fictie), Phoenix (Bert Wagendorp – historische roman over Nederlandse migranten in de VS), Het geheim van de Gucci-koffer (Pauline Terreehorst, documentair verhaal over een adelijke Oostenrijkse), Ordesa (Manuel Vilas – Spaanse familiekroniek), The Nutmeg Curse (Amitav Ghosh – historisch onderzoek naar klimaatverandering), Het verhaal van William (Elizabeth Strout – literaire fictie op het Amerikaanse platteland), 6:20 man (David Baldacci – thriller op Wall Street), Rusteloze grond (Claire Fuller – hedendaagse roman over een tweeling), Buitenleven (Nina Polak – literaire fictie over twee grootstedelijke, lesbische vrouwen op het platteland), Waar gezongen wordt (Shula Tas – autobiografisch boek over een Jiddische familie), Het lied van de Mistral (Olivier Mak-Bouchard – roman over vriendschap in een betoverend Zuid-Frans landschap). Reizen zonder een druppeltje zweet , zonder reisstress en nul CO2-uitstoot. 

Omroep Max zendt op dit moment op de Nederlandse tv een zomerserie uit over Nederlandse migranten overzee, getiteld ‘Vaarwel Nederland’. Hollanders verhuisden in de jaren '40, '50 en '60 van de vorige eeuw vanuit het vaderland naar elders. Zij gingen in groten getale naar Canada, de Verenigde Staten, Autralië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en Brazilië. De Nederlandse overheid meende destijds dat het land vol was (!) en stimuleerde grootschalige emigratie.

Na de oorlog vertrokken tot 1967 circa 450.000 Nederlanders. In de jaren '80 was dat aantal opgelopen tot ongeveer 600.000 vertrekkers. Ze vertellen vaak ontroerende en soms schokkende verhalen. Over diepe armoede, vroege dood, heimwee, verdriet en mislukking. Ruim eenderde van de emigranten keerde teleurgesteld terug naar Nederland. Een groot aantal van hen werd echter suksesvol in hun nieuwe vaderland. Ik voel mij verbonden met velen. 

De ouders van mijn liefje vulden tweemaal zo’n document in en doorliepen de bijbehorende procedures maar op het allerlaatste moment wilde moeders niet. Sommige vrouwen gingen met grote tegenzin mee met hun avontuurlijke echtgenoten. Toen mijn latere schoonmoeder vernam dat ze in een container onder de brandende zon in hartje Down Under terecht zou kunnen komen, koos ze ervoor niet te gaan. Als ik mijn leven zou mogen overdoen, zou ik eerder zijn geëmigreerd. Het liefst ver weg.

Die zin om naar een nieuw land af te reizen ontbrak in mijn familie. Mijn vader werd in de jaren '50 als dienstplichtig militair opgeroepen en uitgezonden naar Nederlands-Indië en zag tijdens die reis een deel van de wereld, vanaf een schip. Hij wilde later zeker gaan reizen met zijn gezin maar hij trouwde een vrouw die dat helemaal niet wilde. Mijn moeder bleef het liefst thuis, ze had angst voor het onbekende. Gelukkig erfde ik dat trekje niet van haar! 

Toen ik de uitzending over Nedelandse migranten zag die naar Brazilië gingen, moest ik onbewust denken aan mijn eerste werkgever. Van het een kwam het ander. Als eerste stuitte ik op een onbekend boek van zijn hand. Hij was destijds nog niet mijn baas maar schrijven deed hij al wel; toentertijd met zijn eerste vrouw. In 1962 schreven zij samen de Prisma Huishoud Encyclopedie. (Zij studeerde huishoudkunde.) Niet een gewoon boek of een eenvoudige gids maar meteen een naslagwerk voor de hele bevolking. Dat grootse typeert hem maar daarop kom ik terug. 

Hans werd geboren in 1927 in Den Haag. Ik meen mij te herinneren dat zijn vader er jurist was en boeken schreef en dat de familie een geschiedenis had in  Nederlands-Indië. Zelf ging hij Tropische Bosbouw studeren aan de toenmalige Landbouwhogeschool (nu universiteit) van Wageningen. Zijn bul ontving hij in 1953. Snel daarna emigreerde hij naar Brazilië waar hij ging werken in de bosbouw. Hij vertelde weleens over die ervaringen, toen wist ik nog niet dat ik iets dergelijks later zelf zou doen. Hij was toen al sponsor van lokale SOS Kinderdorpen en dat bleef hij doen. In 1961 keerde hij naar Nederland terug. Het zou mij niet verbazen als hij de militaire dictatuur voorvoelde die later in dat land zou uitbreken. Eenmaal terug, ging hij aan de slag bij IBM Nederland. Daar werd hij later directeur van het Opleidingscentrum. Hij stapte over naar Hoogovens waar op dat moment door automatisering veel veranderingen gaande waren. Hij had vooral aandacht voor de organisatieaspecten van de automatisering. Tenslotte zette hij zijn eigen adviesbureau op en in die hoedanigheid leerde ik hem kennen. 

Zelf werd ik in de jaren '80 ook omgeschoold. Na een afgeronde talenstudie (die mij kansloos maakte op de toenmalige belabberde arbeidsmarkt) gaf ik mij in Amsterdam op voor omscholing tot ICT-medewerker. Je moest onder andere wiskunde in je eindexamenpakket hebben maar dat had ik niet. Ik herinner mij niet precies hoe ik dan toch werd toegelaten. Computers waren de toekomst en daar wilde ik onderdeel van gaan uitmaken. (Het zal wel te danken zijn aan een goede sollicitatiebrief en een gloedvol verhaal...) 

Na het behalen van dat diploma solliciteerde ik op een functie bij Hans en zijn toenmalige compagnon Renée; zij namen mij aan als junior-trainingsadviseur. Schrijven kon ik al en ook mijn onderwijsbevoegdheid, in combinatie met de omscholing in Informatica paste goed in hun straatje. Daar stond de eerste Apple Macintosh op mij te wachten. (Die computer werd in 1984 geïntroduceerd.) 

Het kantoor waarbij ik aantrad (ITAC, Informatica Training en Advies Collectief) was klein maar er bestond een groot netwerk. Bovendien waren beide managers nogal eigenzinnig mensen en dat sprak mij eveneens aan. Ik was en ben niet bang voor mensen met een groot ego. Aan het einde van mijn tweede sollicitatiegesprek zei ik tegen Hans dat ik eerst nog even op zomervakantie wilde, alvorens aan de baan te beginnen. Hij bood mij ter plekke een autootje aan zodat ik naar Parijs kon met mijn toenmalige vriendin Elio (medecursiste en gesjeesde Econometriestudent). Dat vond ik genereus. De auto moest ik bij hem thuis ophalen. Die dag ontmoette ik zijn Friese vrouw Jetske en hun dochter Marijke. En ik moest blijven eten. Vaak was er geen grens tussen privé en zakelijk. 

Bij ITAC had ik direct een bedrijfsauto (een piepkleine met maar één zijspiegel) maar ik ontving ook een relatief laag  salaris. Daarover discussieerden we in de loop van de jaren steeds vaker. Een ambitieus mens wil in het leven ook financiële progressie maken. Maar doorgaans was ik blij met de vrijheid en had ik mijn handen vol aan de intellectuele uitdagingen. Hans was cultureel ontwikkeld en zeer belezen. De dagelijkse koffie- en theepauzes waren dan ook vaak onderhoudend. Hij nam mij mee naar musea (onder andere het Eise Eisinga-planetarium in Franeker dat inmiddels Werelderfgoed is), theaters en parken; in binnen- en buitenland. Geen gemiddelde aanvangsjob, geen doorsnee baas. 

Aanvankelijk ontwikkelde ik vooral opleidingsmateriaal voor klanten maar na enige tijd mocht ik zelf ook advieswerk gaan doen. Van eenvoudige naar steeds  complexere en impactvolle opdrachten. Daar leerde ik de essentie van consultancy: snel denken, vooruitkijken, creatief zijn, durven afwijken (out of the box-denken), samenhang zien, conflicten niet vermijden, helder communiceren. En altijd hard werken! Die rol en dat tempo ligt niet iedereen. Een goede adviseur wordt niet ingehuurd om met de klant mee te denken. Op dat punt bleek ik aanleg te hebben 😉... Dit waren zeer leerzame jaren. Ik kijk er met plezier op terug.

We adviseerden klanten in overheid en bedrijfsleven, vooral over organisatie- en beveiligingsaspecten van de automatisering. Het waren doorgaans grote klanten, enkelen beursgenoteerd. Ik was onder andere betrokken bij het ontwikkelen en verzorgen van beveiligingscursussen aan BVD-personeel. (Inderdaad, die  onopvallende mannen in grijze regenjassen.) En aan medewerkers van een Amsterdams detective-bureau dat nog steeds actief is in de markt en regelmatig interessante opdrachten krijgt. Cybersecurity is tot op de dag van vandaag een hot item. Ik ben mijn hele werkzame leven adviseur geweest; dat lag mij. Mijn laatste baan was die van Manager Organisatieverandering bij een Britse multinational, met een kantoor in Londen (tot 2005).   

Hans en ik schreven een aantal goedlopende leerboeken over ICT, uitgegeven bij Stenfert Kroese. Die heb ik niet meer op de boekenplank staan en je kunt ze niet meer vinden. Zelfs niet bij De Slegte. Ik denk dat ze in de papierbak terechtkwamen toen mijn liefje en ik uit Engeland vertrokken. 

In de loop van de tijd zetten hij en ik een uitgeverij op: ITAC Publishing. Laatst vond ik de officiële oprichtingsdocumenten in een diepe lade. Aan het ‘Vademecum voor de Automatiseringspraktijk’ heb ik mijn vingers blauw getypt. Ook stonden we urenlang bij het kopieerapparaat te vermenigvuldigen; het was een losbladige publicatie waarop adviesklanten en andere geïnteresseerden zich konden abonneren. Zoals gezegd, Hans was van de encyclopedieën, compendia en vademecums. Een gedreven man met visie, die een boodschap had. En een heel goed stel hersenen. Dat waardeer ik in mensen. 

Tot mijn verbazing las ik dat hij -na mijn vertrek- in deeltijd Rechtsgeleerdheid ging studeren aan de VU omdat er in de loop van de tijd steeds meer juridische aspecten aan de orde kwamen in de informatie- en communicatietechnologie. Dat typeert hem eveneens. Altijd nieuwsgierig, altijd precies willen weten hoe het zit. Zijn tweede academische bul ontving hij in 2004. 

Adviseren en schrijven was niet het enige dat hij deed. In 1971 richtte hij in zijn vrije tijd het Beemster Arboretum op, een plek waar iedereen die in bomen is geïnteresseerd, altijd welkom was. Zo bleef hij de bosbouwer in zichzelf koesteren en voeden. In een deel van dat park (tegenwoordig 7.5ha) tref je 1.400 boomsoorten en (cultuur)variëteiten aan. In een ander deel zijn de bomen gegroepeerd per continent of deelcontinent. Het is inmiddels een van de grootste verzamelingen houtige gewassen in Nederland. Hij was dendrologisch verzamelaar in hart & nieren, was lid van de internationale raad van de Dendrology Society. Ik ken zijn arboretum goed, daar zag ik voor het eerst prachtige catalpa´s staan. Ik paste weleens op hun landhuis en hun leuke hond Bram (Friese stabij). Hans hield ervan mensen daar rond te leiden en was tot op hoge leeftijd een gepassioneerd spreker. 

Zijn trots was de grote collectie kastanjebomen, die hij uit het hele Noordelijke halfrond bijeenbracht. Als ze bloeien geven de 'kaarsen' het park een sprookjesachtige aanblik. Hans maakte tuinplannen voor mensen in binnen- en buitenland, van koninklijke landgoederen tot privétuinen op postzegelformaat. Hij hielp bij de aanleg van onze eerste blauwe tuin van het eerste huis dat mijn liefje en ik samen kochten. We liepen met houten plankjes onder onze schoenen om de aarde geschikt te maken voor verdere beplanting. Er kwamen een krenteboompje, een sierappel- en sierperenboom (malus en pyrus) in de voortuin. Kadootje van de Bomenman. 

Hij overleed in april 2014. Dit verhaal was niet bedoeld als ode aan hem maar misschien is het dat toch wel... Deze erudiete, inspirerende man vormde mij, leergierige jongeling, mede. De eerste belangrijke jaren werk bracht ik met hem door. Mijn liefje en ik remigreerden in dat jaar van Bali naar Spanje. Het Beemster Arboretum was toen al ondergebracht in een Stichting. Na zijn dood stond er een kundige beheerder op die zich nu bezighoudt met het onderhoud en behoud van deze bijzondere bomentuin. 

Ik nam mij iets anders voor als boekenworm toen ik deze blogtitel bedacht maar een spontaan verhaal over een memorabele bomenman past evenzeer in deze context. Boeken, bomen, papier... Je snapt 'm. 

  

zondag 7 augustus 2022

Tout coule

Tegenover ons huis ligt al zo lang als we hier wonen een braakliggend terrein. De bouwer die de woningen in onze straat neerzette, had dat stuk land voorbestemd voor huizen voor zijn twee dochters maar die zagen ervan af. Dat vertelde de vorige eigenaar ons. Net voor de uitbraak van de pandemie kwam de zoon van de bouwer de straat binnengereden om een Te Koop-bord op het land te plaatsen. Toevallig was ik op het terras en zag ik wat hij deed. Daarna vroeg ik hem belangstellend ¿Que pasa? Hij vertelde dat zijn moeder ernstig ziek was en dat zijn vader geld nodig had voor haar behandeling. Het land moest worden verkocht. 

Nu wist ik niet precies hoe dat zat maar dat vroeg ik hem niet; dat zou te persoonlijk zijn. De Spaanse gezondheidszorg is en was, zeker vóór corona, uitstekend. Daarvan profiteren de meeste inwoners van dit land, al moet je als ziekenfondspatiënt (dat bestaat hier nog) wel geduld hebben. Ook hier zijn wachtlijsten aan de orde en je moet bovendien zorgen dat je bij een expertisecentrum terechtkomt als jou echt iets serieus overkomt. De ziekenzorg is hier dus goed, vooral voor degenen die zich een privé-ziektekostenverzekering kunnen veroorloven. Ik kan mij voorstellen dat een man met een bouwbedrijf dat kan. 

Tot op heden is het terrein niet verkocht. Er kwamen in de loop van de jaren weleens kijkers langs, te herkennen aan mensen die stappen zetten langs de breedte om het grondstuk op te meten. Of weleens personen met iemand van de lokale makelaar en de eigenaar zelf, uitgebreid sprekend en weer vertrokken. Dat leverde tot dusver niets op. Dat is prima, wat ons betreft. We zitten niet te wachten op heipalen, betonmolens en met luide radio meezingende mannen in de bouw. Om maar te zwijgen over drilboren en oorverdovende machines waarmee tegels worden geslepen. Als zich op termijn een koper meldt, zijn die activiteiten niet te vermijden. Dan moeten de overlast vermijdende Tom Poes & Co te zijner tijd tijdelijk een list verzinnen. Komt tijd, komt raad. 

We vielen onlangs halverwege een tv-programma in waarin de Curaçaose transcultureel psychiater Glenn Helberg (1955) werd geïnterviewd. Hij blijkt een boeiende man die mooi kan spreken. Helberg publiceerde vorig jaar een autobiografisch boek dat is getiteld ‘Als ik luister’, met de ondertitel ‘persoonlijke reflecties over de complexiteit en diversiteit van ons bestaan’. We hingen aan zijn lippen. Hij is een flamboyante man qua uiterlijk en een begenadigd spreker. Maar zijn kracht zit vooral van binnen. In dit boek verhaalt hij welke gebeurtenissen hem vormden, zoals het koloniale verleden, het overlijden van zijn moeder op jonge leeftijd en het feit dat hij van de mannenliefde is. Hij ontwikkelde een kritische blik op het dominante westerse denken en licht in zijn boek toe hoe mensen meer rust en harmonie kunnen vinden in het hedendaagse snelle bestaan met zijn harde eisen. Mijn liefje zou dat boek graag lezen.

In dat programma vertelde Helberg onder andere dat hij zich altijd verbijstert over het gedrag van witte mensen op zijn geboorteeiland. De oorspronkelijke bewoners houden van dansen en feesten en doen dat doorgaans luidruchtig. Hij zei zich te verbazen over het gedrag van witte Nederlandse kopers van vakantievilla´s op zijn geliefde Curaçao die zich beklagen over het luidruchtige gedrag van de oorspronkelijke bewoners. Hij vindt dat nogal ongepast. Bovendien zorgen ze voor torenhoge huizenprijzen. 

Mijn liefje en ik keken elkaar zelfbewust aan na deze uitspraak. We herkenden ons erin, als medeschuldigen. Ook wij hebben ons, als emigranten in Spanje, weleens beklaagd bij Spanjaarden over hun luidruchtige gedrag 's avonds laat. Kon het ietsje minder? Tja. Dat doen we nu niet meer. We zijn meer ingeburgerd en zijn ons inmiddels bewuster van onze eigen positie als migranten van buitenlandse afkomst. Culturele verschillen blijven nu eenmaal bestaan, wij zullen niet meemaken dat die worden overbrugd. (Wel blijven we ageren tegen onopgevoede honden die voortdurend blaffen en niet worden gecorrigeerd door hun baasjes.) 

Onlangs werd het braakliggende grondstuk voor ons huis schoongemaakt. Vorig jaar kwam een man in een minitractor met grijper het werk doen. (Ik kan geen trekker meer zien.) Dat radicale werk leidde tot een enorme mierenplaag op de terrassen van de belendende huizen. Bij ons waaide de kurkdroge zandgrond wekenlang over het terras en in huis. Er was niet tegenaan te vegen en te stoffen. Een van de buren aan de overkant van de straat belde de landeigenaar onlangs om te vragen of het hoge gras weer kon worden gemaaid. In hartje zomer is er altijd risico dat de begroeiing vlamvat en schade aan belendende panden veroorzaakt. Dat wil je niet meemaken. Onze Spaanse overburen Guillermo & María Victoria zijn momenteel een weekje in het zuiden van Andalusië om met hun kinderen en kleinkinderen (inclusief hun zoon en zijn gezin uit Den Haag) hun 50-jarig huwelijksfeest met het gezin te vieren. Zo ontliepen zij de herrie. 

Men pakte het deze keer anders aan. Een Zuid-Amerikaanse man met handmaaier, gelukkig met oordoppen, kwam het terrein vrijdagavond van de wildgroei ontdoen. Het horen verging ons! Zaterdagochtend, op zijn vrije dag, kwam hij terug met echtgenote en dochter. Ze waren niet heel donker, nogal slank en relatief lang, het zouden Colombianen kunnen zijn. Hij maaide, moeders harkte, dochter raapte het gras op en deed het in afvalzakken. Wij ging een tijdje zwemmen in zee om van de geluidsoverlast af te zijn, zij ploegden voort. Wat een rotklussen, in de bloedhitte! Mijn liefje heeft een groot hart, zeker voor dit soort hardwerkende arbeidsmigranten. Onze harten smelten vaak voor Zuid-Amerikanen die hier  wonen en werken. We houden van hun vriendelijkheid en hun openheid. 

Ik realiseer mij regelmatig maar niet vaak genoeg hoe bevoorrecht ik ben, zeker in vergelijking tot deze mensen. Ik kijk nooit op anderen neer, waar ze ook vandaankomen. Alleen tegenover mijn liefje gedraag ik mij soms als een verwend wicht. Als jonkie was ik dat niet maar zij verwende mij schromelijk vanaf onze eerste ontmoeting; dat bleef ze doen door de jaren heen. Dat zette de toon. Het feest was compleet toen we beiden gelijktijdig (en ik vroegtijdig) stopten met werken. Vanaf dat moment bereisden we de wereld meermalen en dat deden we vaak in luxe. Daaraan raakte een reislustige Hollandse als ik snel gewend. Voor veel mensen is het fijne van op reis gaan ‘thuiskomen’, maar dat geldt niet voor mij. Ik zou wel altijd onderweg willen zijn! Maar dat kan eenvoudig niet, om vele redenen. Niets in het leven blijft ooit zoals het was... 

Gistermiddag, na het zwemmen, bracht mijn liefje gekoelde frisdranken naar de Zuid-Amerikaanse familie aan de overkant van de straat. Het roerde haar ze  gedrieën in een reep schaduw tegen de muur te zien zitten uitpuffen, nadat de klus was geklaard. Er stonden misschien wel 60 à 70 zakken met afval om hen heen. Ze complimenteerde hen met het goede werk en dat ontlokte een mooie glimlach aan de maaier, naar verluidt. Dit soort foerageren doet ze in deze tijd van het jaar ook voor de stratenvegers in onze woonwijk, tot verwondering van menig Spaanse buur. Ik denk dat zij op dat punt een beter mens is dan ik. Het is geen weddenschap en ik denk er net zo over als zij maar zo´n klein maar compassievol gebaar komt doorgaans van haar. 

Sinds de maaibeurt hebben de zwaluwen feest aan de overkant. Waarschijnlijk zijn de insecten wakkergeschud en vliegen ze op, recht in de bekkies van deze vogels. Het zijn bofkonten, deze zomerse acrobaten! Wellicht dat er ook een paar insecten overblijven om onze bloeiende tuin te bezoeken. Dat zou een mooie cyclus vormen. De foto in de kop van mijn blog is van de Israëlische natuurfotograaf Tzahi Finkelstein. Met deze vogelfoto won hij vorig jaar goud in de categorie ‘Vogels in vlucht’. De titel van de kiek is Thirsty.


woensdag 3 augustus 2022

Staycation

Illustratie: Matteo Bal

Deze week zouden mijn liefje en ik, voor het eerst in tientallen jaren, weer eens op vakantie gaan in de zomerperiode. Dat is niet onze gewoonte. We wonen in een überzonnig land dus op zoek naar de zon hoeven we niet. Eigenlijk nooit. Die schijnt hier elke dag, het hele jaar door. In deze tijd zwemmen we bovendien graag in zee; dat is zeker een gewoonte. Toen we nog deel uitmaakten van het leger van werkenden, gingen we bij voorkeur op reis in voor- of naseizoen; nooit in het hoogseizoen (tenzij het door omstandigheden niet anders kon). 

De meeste Spanjaarden blijven deze zomer, na twee coronazomers, in eigen land tijdens dé vakantiemaand van het jaar. Madrid, Barcelona, Valencia, Sevilla en Malaga zijn favorieten vanwege de gastronomie en het nachtleven. Balearen en Canarische Eilanden zijn favoriete bestemmingen voor families. De twee vorige jaren van beperkingen leidden hier (en elders) tot een herwaardering van het eigen land. Daarnaast spelen inflatie en hoge energie-, brandstof- en voedingsmiddelenprijzen een rol bij het kiezen van een vakantiebestemming. 

Wij overwinteren bij voorkeur in verre buitenlanden; dat doen we sinds 2005. We houden van slow travel: reizen zonder schema. Ergens voor langere tijd neerstrijken en dan zien hoe we van A naar B komen. Vorig jaar oktober ondernamen we een stedentrip naar Andalusië, met vriendin Bernadette uit Nederland. Aangezien we wat hadden in te halen, besloten we deze maand een reis te maken naar een Spaanse provincie die veel moois heeft te bieden en die we nog niet of niet goed kennen. De keuze viel op Aragón. Het idee kwam van mijn liefje. Zij kreeg een tijdje geleden een artikel onder ogen van ‘Le Monde’ waarin -volgens die Franse krant- de mooiste plek in Spanje en een van de zeven mooiste plekken ter wereld werd beschreven: Riglos. Ik realiseer mij dat er veel van dit soort lijsten bestaan maar zo begon het plannen van ons augustusuitje. 

Wij zouden afgelopen maandag vertrekken maar gingen dus niet, vanwege de extreme hitte in heel Spanje en Aragón in het bijzonder. We zitten inmiddels in de derde hittegolf van de zomer. In Aragón braken onlangs bosbranden uit, is het nu tenminste 37 graden Celsius en heeft men veel last van onweersbuien. We annuleerden alle hotels, excursies en vooraf gereserveerde toprestaurants. De hittegolf aan de kust, de veel te warme Middellandse Zee en de hittegolf in die provincie zijn stuk voor stuk uitzonderlijk. Alhoewel het heel jammer is dat we niet op pad zijn, is en blijft het een verstandige beslissing. Het is geen fun om dingen in de buitenlucht te doen bij dat soort temperaturen. Gisteren zouden we op excursie gaan naar een plaats met een bijzondere geschiedenis tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Spekkie naar mijn bekkie. Vandaag zouden we een mooie treinreis maken door het plaatselijke hooggebergte. Dat was een wens van mijn liefje. Overmorgen zouden we een bezoek brengen aan de diepste canyon van Europa, die zich schijnt te kunnen meten met de wereldberoemde tegenhanger in de Amerikaanse staat Arizona. 

De regelmatige lezer herinnert zich wellicht dat mijn liefje treintjesgek is. Ze werkte in een ver verleden voor de Nederlandse Spoorwegen (op de afdeling Personeelszaken). De liefde voor dit rollend materieel begon daar en duurt voort tot op de dag van vandaag. Waar in de wereld we ook zijn, we stappen in een trein; bij voorkeur een speciale. Onlangs zei ze mij: “als ik dement word, zet mij dan maar de hele dag voor de tv met Rail Away”. (Dat beloofde ik haar.) Dat vooroorlogse treinenprogramma is in komkommertijd af en toe te zien op de Nederlandse tv en zij kijkt er met plezier naar. Markante spoorlijnen, prachtige vergezichten, historie. Als we in gedachten maar onderweg kunnen zijn! Zelfs als we op termijn eventueel gedachtenloos worden... Tja. 

Een van haar oudste vrienden in Nederland is maker van de jaarlijkse Bijbel voor Treinliefhebbers. (Hij was jaren geleden het liefje van de beste vriend van mijn liefje; beiden werkten bij NS.) Richard schreef ‘Spoorwegen 2022’ -gepubliceerd in december 2021- waarin verslag wordt gedaan van de belangrijkste ontwikkelingen op spoorweggebied en met een blik vooruit in vrijwel heel Europa. Het jaarboek is onderverdeeld in 34 landenhoofdstukken met per hoofdstuk een beschrijving van algemene ontwikkelingen, investeringen in verbetering en uitbreiding van spoorweginfrastructuur, de reizigersdienst en het rollend materieel. Het is niet zo dat hij overdag niets te doen heeft. Hij is advocaat Vervoersrecht en partner in een drukke advocatenpraktijk. Maar zijn hart loop over van de treintjes... Deze publicatie dingt mee naar het dikste boek van het jaar (848 pagina's), met honderden kleurenfoto's van eigen hand en van andere liefhebbers. 

Richard en zijn huidige lief (al vele jaren onze vriend Leon) hebben een fraai vakantiehuis in de bossen van Zweden en waren van plan om deze zomer van daaruit op eigen gelegenheid door de Baltische staten Estland, Letland en Litouwen te gaan reizen. Daar rijdt tegenwoordig van alles rond op het spoor dat aandacht van treinliefhebbers trekt. Het is niet de hitte die roet in hun eten gooide maar het grillige gedrag van Poetin. 

Onze vrienden Hugo & Emma blijven deze zomer eveneens thuis. Nou ja, thuis... Zij besloten te gaan verhuizen en zetten hun mooie huis aan het water -met eigen aanlegsteiger en sloep- in de Randstad, onlangs te koop. We waren verbaasd toen ze het besluit maanden geleden met ons deelden maar we begrijpen het. Zij verlaten hun woning, waar zij 30 jaar vertoefden en wij regelmatig logeerden en oppasten (hun Snolliebollie was de liefste hond die ik in het leven leerde kennen), met pijn in het hart. Ze gaan verhuizen naar Oost-Brabant om dichter bij hun kinderen te gaan wonen en de kleinkinderen van dichtbij te zien opgroeien. Een nieuw onderkomen is daar reeds gevonden. Er valt de komende weken meer dan genoeg te doen. Ze hopen in september/oktober weer naar Spanje te kunnen komen. 

De enige in de vriendenkring die het er momenteel buiten de landsgrenzen van neemt, is vriendin Bernadette. Zij ging, weliswaar met twijfels of ze ten tijde van de Lufthansastakingen vanuit Duitsland wel weg zou kunnen vliegen, naar Zuid-Amerika. Er was wel wat vertraging maar dat mocht de voorpret niet drukken. Daar geniet ze nu van een afwisselende groepsreis door Colombia. Ze houdt ons regelmatig op de hoogte van haar ervaringen. Zo komen ook wij augustus wel door. 

Deze fotocollage is afkomstig uit Bogotá, hoofdstad van Colombia. Street art om van de likkebaarden. Een relaxte stad, volgens onze wereldreizigster. Hopelijk kunnen we dat later dit jaar met eigen ogen gaan zien. Voorlopig doen we het met mooie plaatjes.