Translate

dinsdag 29 november 2022

Averij

Zaterdagochtend jongstleden kreeg ik een belletje van de computerdokter. Hij had tamelijk goed nieuws. De gevolgen van de waterschade op het toetsenbord van mijn laptop bleven beperkt, het apparaat kan worden gerepareerd. Alleen de printplaat (motherboard) moet worden vervangen. Wel tegen behoorlijke kosten maar het ding is nog maar anderhalf jaar oud dus reparatie heeft de absolute voorkeur boven vervanging. Als de mannen van de winkel die ingreep zelf suksesvol kunnen verrichten, blijven de kosten beperkt tot de prijsopgave. In het andere geval moet er een (duurdere) technicus aan te pas komen en dat drijft de reparatieprijs verder op. Later deze week verwacht ik hun volgende telefoontje met een nóg beter bericht: dat ik mijn genezen laptop kan ophalen bij de dokterspost. Joehoe! Tot dat moment gebruik ik mijn dappere oudje.

Onze vriend Hugo, die afgelopen week met Emmy vanuit de Randstad verhuisde naar Brabant -waar hun zoon en schoondochter met twee kleinkinderen een resort runnen-, stuurde onlangs een interessant artikel door dat hij op Facebook aantrof. Het verhaal interesseerde mij bovenmatig. 

Het gaat om de gefaseerde verbouwing van een lange strook langs onze kustlijn aan de Playas de Las Higuericas. Dat vraagt om toelichting. Een eerdere concessie voor de bouw, exploitatie en het beheer van recreatieve sportfaciliteit (met openluchtrestaurant) El Varadero werd in mei 2018 toegekend aan Pinatar Arena Voetbalcentrum S.L. voor een periode van 40 jaar, voor een aanzienlijk bedrag per jaar. In 2019 opende het evenemententerrein zijn deuren. De politie stond na opening enkele keren aan de poort vanwege geluidsoverlast. Omwonenden hadden geklaagd. Toen waren wij al niet enthousiast.

Het openluchtrestaurant El Varadero kwam daarna regelmatig negatief in het nieuws, vanwege de slechte klantenservice en de abominabele keukenprestaties. In coronatijd lapte het management de regels aan de laars en dat leidde tot een kleine lokale volksopstand op sociale media. In de jaren erna zag je de sportfaciliteiten achteruit hollen. Overwoekerde sportvelden, nul onderhoud. In september 2021 startte de gemeenteraad een procedure om de gemeentelijke concessie te ontbinden vanwege het niet voldoen aan de uitvoering van het basisproject en aan de uitvoering van de concessie binnen het bestek en de, in het bestek gestelde termijn. De Juridische Adviesraad van de Valenciaanse regio deed die uitspraak eerder dit jaar. Het complex moest worden ontmanteld. De concessiehouder ging nog in hoger beroep maar dat mocht niet baten. 

Begin 2023, het jaar van gemeentelijke verkiezingen, wordt een tender uitgeschreven voor de concessie van de herinrichting van dit gebied. Ik bekeek het nieuwe projectontwerp dat door de wethouder van Infrastructuur (Rufino Lancharro) werd ontwikkeld en miljoenen gaat kosten, met argusorgen. 

Door Hugo kwam ik erachter dat het niet alleen om de vervanging van El Varadero en de bestaande sportfaciliteiten gaat. Er ligt inmiddels een herontwerp ter tafel van de bebouwing van een veel bredere kuststrook. Om precies te zijn een terrein van bijna 40.000 verkante meter net achter de duinrand. Een van 18.000m2 en eentje van 20.500m2. Dat komt erop neer dat over de gehele breedte van de Higuericas-stranden gaat worden gebouwd. 

Het ene deel (het verst bij ons vandaan, naar het einde van de wandelboulevard tot aan de monding van de droge rivier) zou gaan bestaan uit een concours waar sporters kunnen rennen, twee beach volleybalvelden, een grote opslaglocatie voor watersportmiddelen en een parkeerplaats. 

Het tweede deel, dat ruim 20.000 vierkante meters zal beslaan, overlapt het terrein van het voormalige El Varadero (dat geheel zal worden afgebroken). Dat gaat op papier bestaan uit een terrein voor openluchtconcerten, een picknick-gebied voor families en een concours voor skateboarders en mountain bikers; dat laatste met name voor de jeugd. Die kan wel een plek voor sport en spel gebruiken. De meeste van deze jongeren wonen niet in 'mijn' wijk aan zee maar in het verderop gelegen centrum. Volgens statistieken uit 2021 heeft mijn woonplaats 990 kinderen in de leeftijd van 5-9 jaar, 1.110 kinderen in de leeftijd van 10-14 jaar en een groep adolescenten van 1.130 (14-19 jaar).

Maar ik zie de bui al hangen als dit een hangplek wordt voor verveelde jongeren en er zelfs scooters (genoemd in de Spaanse tekst) op de baan worden toegelaten. Om over die openluchtconcerten maar helemaal te zwijgen! Ik kreeg rillingen van de gedachte aan snerpende basgitaren in de nacht. Een maandje geluidsoverlast zou ik eventueel nog overleven, zij het tandenknarsend. Veel Spanjaarden zijn van zichzelf al luidruchtig dus laat staan dat er speakers, een microfoon en een mensenmenigte aan te pas komen tot ver na middernacht. (Ear plugs are a girl’s best friend, zong Marilyn Monroe toch?!) 

Kortom: ik ben TEGEN openluchtconcerten in mijn woonwijk. En dan te bedenken dat recht tegenover deze voorziene ruimte vijf kapitale villa’s werden neergezet waar mensen enkele weken per jaar naartoe komen om van de rust en ruimte te genieten. Die zitten dan eersterangs, dat wel.

Bovendien is in dit plan maar één parkeerplaats voor 500 auto’s voorzien. Dat is veel en veel te weinig in de zomermaanden. Onze woonwijk groeit in die periode van 300 naar 3.000 bewoners, los van de grote stroom strandgasten die dagelijks vanuit het achterland naar het strand komt. Het is in de buurt nu al stressen voor de gemiddelde chauffeur c.q. autobezitter laat staan dat het aantal parkeerplaatsen in de toekomst afneemt. De rest van de woonwijk zal nóg meer worden belast en dat is een slechte zaak. Wat ook niet moet worden vergeten, is dat de beoogde strook langs de kust beschermd gebied is. Dus je begrijpt: we zijn –wederom- verre van enthousiast over deze plannen. Het project Varadero liep ook al desastreus af. Mijn liefje opperde dat we weer gaan verhuizen als dit nachtmerriescenario werkelijkheid wordt. Wederom. 

Gezegend zijn de Onwetenden... Tja. Sinds mijn kindertijd kom ik op voor alle soorten onrecht in mijn omgeving. Eenmaal volwassen, begon ik te strijden tegen misstanden in de wijde wereld en voor een gezonde leefomgeving; tegen minder sociale krachten, zal ik maar zeggen. Dat werd een soort overlevingsstrategie. (Dat is te verklaren door de ervaringen in mijn eerste levensjaren.) Onverschillighheid is mij dus vreemd. De eigen postzegel waarop we leven is al zo klein, die laat je toch door niets en niemand aantasten? Bij dit project kreeg ik een déjà vu. Na de bouw van een commercieel centrum in de nabijheid van Lomas de Campoamor gingen we van een idyllische, groene plek waar we 's avonds op het terras luisterden naar jagende steenuilen en valken naar een grotendeels Engelstalig circus waar tot ver na middernacht een gothic witch stond te krijsen in een microfoon. Ook als ze wel zou hebben kunnen zingen zou ik de overlast hebben afgewezen. Ik ondervond aan den lijve hoe ver geluid kan dragen door de lucht. Dus mag ik, por favor?! 

Op Facebook was te lezen dat de buurtvereniging van Las Higuericas zich eveneens strijdbaar opstelt jegens dit megalomane plan. Zeker niet alles is fout maar een paar dingen eraan deugen niet. Ook zij zijn van mening dat zo’n terrein ver weg zou moeten liggen van stranden en een kwestbaar duingebied. Er is nog genoeg ruimte elders in de gemeente. Ik zocht reeds contact met een locale politieke partij om te vragen wat zij gaan ondernemen tegen (onderdelen van) dit voorstel. Overigens moet het Spaanse Ministerie voor Ecologische Transitie, bij monde van minister Terese Ribera (PSOE) die formeel toezichthouder is op de Kustwet, nog accoord gaan met deze plannen. Fingers crossed. Wordt vervolgd.


donderdag 24 november 2022

Helaas niks

Ik had er veel tijd en energie ingestopt, de blog die ik vanmorgen wilde plaatsen. Het ging over Hebe de Bonafini, een van de oprichtsters van de Dwaze Moeders van Plaza de Mayo, Buenos Aires. Zij overleed afgelopen weekend en vandaag is de eerste keer dat deze protesterende moeders, die alles zijn behalve dwaas, zonder haar op het plein zijn te vinden. 
Ik schreef een verhaal over wat haar overkwam tijdens het militaire regime van Videla en wat een collega van haar overkwam, Estela de Carlotto. Zij is oprichtster van de Grootmoeders van de Plaza de Mayo. We leerden de vrouwen kennen tijdens ons verblijf in de Argentijnse hoofdstad in 2014. 

Dat de Bonafini een lastig karakter had en in de loop van de tijd steeds radicaler werd in haar uitspraken en gedrag. Hoe de president van Argentinië reageerde op haar overlijdensbericht (ik ga haar missen) en werd terechtgewezen door haar collega-moeders (ze gaat helemaal nergens heen, ze blijft altijd bij ons), hoe koningin Maxima (Argentijnse van een bedenkelijke vader) dat wellicht wel wilde maar niet kon vanwege haar rol, dat er drie dagen van nationale rouw werden afgekondigd en dat ze haar laatste rustplaats zal vinden op de Plaza de Mayo, de plek waar ze iedere donderdag was te vinden. En meer.  

Deze dag begon zo mooi: strakblauwe lucht, de 24ste (relatiefeestdag). Bloggen lukte echter niet vanmorgen en dat was een domper. De laptop was zo dood als Hebe de B. Gisterenmiddag morste ik een beetje water uit een glas dat ik naast mijn werkplek op het bureau wilde zette. Het kwam op het toetsenbord terecht en ik maakte dat vliegensvlug droog. Daarna werkte ik nog een tijdje ongehinderd op de computer en gisteravond ook nog. Maar vanmorgen stond het scherm op zwart en dat bleef het. Holymoly... Black Thursday! De nieuwe foto voor mijn header werd daarmee tevens onbereikbaar. In het kader van de protestactie Verf lekker mee met de regenboog wilde ik een nieuwe afbeelding plaatsen. En al mijn aantekeningen voor aanstaande blog schitteren evenzeer door afwezigheid. Mijn wantrouwen jegens Windows maakte dat ik niets in de wolk zet en mijn eigen backup maak ik niet dagelijks. Tja. Eigen schuld dikke bult. Het is dus dubbele rouw in Huize Barefoot maar voor mijn doen ben ik nogal gelaten. 

Inmiddels is mijn zieke vriendje bij de computerdokter. Ook hij heeft een hard hoofd in herstel maar misschien zijn de wondertjes de wereld niet uit. Doet Hebe iets magisch op haar cloud.

Dit bericht typ ik nu op mijn oude HPtje, een kleiner en veel langzamer apparaat met een compleet ander toetsenbord dan mij Spaanse nieuwe. Dat is nogal wennen maar het is beter dan niets.

Ik kan nu nog niet zeggen wanneer ik weer ga bloggen. Er valt veel te doen om in de tussentijd de oude laptop weer up and running te krijgen. De inspiratie is bovendien tijdelijk minimaal. Het spijt me, lo siento. Je zult even op de volgende moeten wachten. Tot dan!



maandag 21 november 2022

Verf lekker mee met de regenboog

Afgelopen zaterdag was er weer een supergoede uitzending op tv van het satirische programma ‘Even tot hier’, het NPO-programma dat dit jaar de Gouden Televizierring ontving. Een van de onderwerpen was, dat kon niet uitblijven, de start van het WK Voetbal in Qatar. In hun versie werd de mascotte van het toernooi, La'eeb (een zwevend wezentje in wit), opgepakt en opgehangen omdat hij liefde predikte en mensen oproept “jezelf te zijn”. Paul de Leeuw kwam zijn Regenboog-hit uit 1992 ten gehore brengen. Ook die tekst werd voor deze gelegenheid aangepast. Vroeger vond ik deze luide Knuffelhomo des Vaderlands baanbrekend en verfrissend. Tegenwoordig denk ik vaak ‘tot hier en niet verder’... (Op tijd stoppen met programma's maken is ook kunst!) De campagne Verf lekker mee met de regenboog vind ik echter weer leuk. 

Er is al heel veel geschreven in de aanloop naar dit sportevenement en in de komende weken zal dat zo blijven. Vooral over de twee gezichten van Qatar: als piepkleine oliestaat is het land schatrijk in ryals maar vanwege de stricte islamitische regels is het straatarm in vrijheid en tolerantie. 

Het is opmerkelijk dat de Qatarese leiders (de emir en zijn sheiks) zich als organiserend land onvoldoende realiseerden dat zij -met hun gekochte uitverkiezing- in de schijnwerpers van de wereld terechtkwamen. Ik begrijp dat Qatar zich na de inval van Irak in oliestaatje Koeweit (1990-1991) als kleine vis in die grote Middenoostelijke zee kwetsbaar voelde en dat men daaraan iets wilde doen. Zo richtten de leiders van het land niet lang daarna de internationale radio- en tv-zender Al Jazeera op om zich in de kijker te zetten. In het slechtste geval zou dat ook helpen om te worden opgemerkt indien zij door een vijandige staat onder de voet zouden worden gelopen, net als de buren eerder. Dat lukte. Het mediabedrijf werd een gewaardeerd partner, niet alleen in de Arabisch-sprekende wereld.  

Maar niet alles dat het land sindsdien ondernam, pakte goed uit. Over de honderden, waarschijnlijk duizenden arbeidsmigranten die onder verdachte omstandigheden overleden tijdens de bouw van de voetbalstadions (8) in die grote, bloedhete zandbak is terecht veel geschreven. Voetballen in Qatar is spelen op zanderige knekelvelden, las ik ergens. Daaraan heb ik als blogger niets toe te voegen. 

Als voetballiefhebber ga ik wel kijken naar de verrichtingen van het Nederlandse en ook Spaanse elftal; die boycot ik niet. Ik heb principes maar ben niet roomser dan de Paus. Bovendien zat ik in de afgelopen jaren af en toe aan boord van een Qatar Airlines-vliegtuig, op weg naar Azië. Dat was telkens een prima reiservaring. Maar veel meer goed zul je mij niet horen verkondigen over Qatar. Altijd was ik mij bewust van het feit dat dit land een ultraconservatief moslimland is dat mij, als lesbische vrouw, waarschijnlijk stokslagen zou geven, zou stenigen of zelfs zou vermoorden als ik als inwoonster openlijk homoseksueel zou zijn. Maar op dat punt is het land ook hypocriet: als je uit een rijke familie komt, kom je met veel weg... Dat geldt niet alleen voor seksuele geaardheid maar ook bijvoorbeeld voor alcoholconsumptie. We landden enkele keren op het vliegveld van Doha en zagen daar mannen, gekleed in thawb (wit enkellang gewaad) en ghetra (hoofddeksel) net als La'eeb, met een biertje voor de neus aan de Skybar zitten. Dan kun je het westen wel beschuldigen van hyprocrisie maar kijk eens in spiegel! 

De Qatarees Khalid Salman, oud-voetbal international en ambassadeur van dit WK, gooide recent olie op het vuur door te zeggen dat homoseksualiteit niet alleen haram is -een islamitische zonde- maar ook een mentaal defect, een geestesziekte. Er achteraan zei hij ook nog iets vreselijks over vrouwen. Ik trok mijn wenkbrauwen dan ook hoog op. 

Nas Mohamed (hiernaast afgebeeld), de eerste en tot dusver enige persoon uit Qatar die uit de kast kwam en de zwijgcultuur verbrak, stelt dat Qatarezen dat oprecht geloven. Hij is van mening dat de gemiddelde Qatarees erg homofoob is. Daarom worden lhbti’ers door de staat aan conversietherapie onderworpen en onder religieuze en psychologische dwang gehersenspoeld. Dat noem ik een zonde tegen de mensheid.

Terwijl ik boven in huis aan het rommelen was, zei mijn liefje vanaf de begane grond iets over een scheidsrechter tijdens dit WK-voetbaltoernooi. Ik dacht dat ze zei “een transgender” maar het bleek “een Française” te zijn. Het blijkt te gaan om Stéphanie Frappart die met twee vrouwelijke collega’s -vrouwen uit Japan en Rwanda- op dit toernooi zal fluiten. (Frappart was de eerste vrouw die een voetbalwedstrijd leidde in de Champions League.) Goed dat deze vrouwen daar acte de présence geven maar toch minder leuk dan een transgender. In de voetbalwereld is er al wel een uit Israël, genaamd Sapir Berman. Deze 26-jarige hij werd een zij en wordt door de Europese Voetbalbond (UEFA) gesteund. 

FIFA-baas Gianni Infantino, de slippendrager van Qatar, zei tijdens de persconferentie vóór de aftrap van het toernooi dat zijn collega Bryan Swanson, die ook homoseksueel is, zegt zich veilig te voelen in Qatar. Hij verwijt het Westen hypocrisie maar ik verwijt hém struisvogelgedrag. Man-man-man, wat een oogkleppen! Hij weet toch ook -net als iedereen- dat buitenlandse homoseksuele bezoekers daar geen gevaar lopen? Hun aanwezigheid en gedrag zal tijdens dit toernooi door de vingers worden gezien. (Al moet dat nog blijken.) Dat ligt helaas heel anders voor Qatari.   

Vorig weekend las ik een mooi interview met de 35-jarige Nas Mohamed in de Volkskrant. Deze Qatarees-in-ballingschap, gay, arts en lhbti-activist weet als geen ander welk leed schuilt achter dit WK. “Dit regime houdt de wereld voor de gek.” Als openlijke homo vroeg in 2015 asiel aan in de Verenigde Staten toen hij daar studeerde. Twee jaar wachtte hij in spanning af of hij een verblijfsvergunning zou krijgen. De Amerikaanse overheid twijfelde namelijk of hij echt gevaar liep, omdat er geen bewijs is van geweld tegen lhbti’ers in Qatar. Als hij zou worden teruggestuurd naar zijn geboorteland zou hij liever zelfmoord plegen. Inmiddels runt Mohamed zijn eigen kliniek in San Fransisco waar hij vooral zorg verleent aan lhbti'ers, met veel aandacht voor hun seksuele en mentale gezondheid. 

Als daad van steun richtte deze activist ook de Proud Maroons op, ‘The National Football Supporters Group that Qatar never wanted’. Het zijn de enige voetbalsupporters ter wereld die geen fans kunnen zijn van hun eigen elftal omdat ze in de gevangenis zouden worden gegooid als ze er open over zijn. Mohamed is president van de club.

De naam Maroons is bewust gekozen want het is de koosnaam voor het nationale elftal (naar hun roodbruine tenue). Als het nationale team aan de bak is, gaat deze supportersgroep online publiceren dus ik houd de vinger aan de pols. Mohamed roept mensen op te reageren op sociale media met #ProudMaroons als het team een doelpunt scoort. Geen idee of en hoe vaak dat gaat gebeuren... 

De eerste loting van het thuisland was tegen het Nederlandse elftal maar daar werd ingegrepen. Men schatte in dat dit zou uitlopen op een drama voor de Maroons. In tweede instantie moesten ze tegen het team van Ecuador spelen. Het kan nepnieuws zijn maar het verhaal gaat dat Qatar zeven voetballers van het Zuid-Amerikaanse elftal met miljoenen omkocht om de openingswedstrijd te verliezen. Met 1-0, het doelpunt zou vallen in de tweede helft. De miljoenen mochten niet baten. De thuisploeg stond al na 20 minuten achter met 0-2 en verloor de wedstrijd met erbarmelijk spel. 

Qatar is over anderhalve week tegenstander van Oranje. Ik hoop dat we het thuisteam dan “from the matt playen”, om met coach Van Gaal te spreken. Vanmiddag speelt het Nederlands elftal de eerste wedstrijd van dit toernooi, tegen Senegal. (Die kunnen wel voetballen.) Ik zal voor de buis zitten en aanvoerder Virgil van Dijk met zijn OneLove-armband aanmoedigen. Als blogger ga ik de komende weken regenbogen verven, ook als de header niet past bij het onderwerp. Je bent gewaarschuwd.


zaterdag 19 november 2022

Voorbij

Op 16 november jongstleden werd in New York de inboedel van het huis van Joan Didion online geveild. Deze beroemde Amerikaanse essayiste overleed op 21 december 2021, op 87-jarige leeftijd, aan complicaties van de ziekte Parkinson. Ze overleefde haar echtgenoot en geadopteerde dochter. 

Didion begon haar publieke carrière in de jaren '60 van de vorige eeuw met het schrijven van columns voor de Saturday Evening Post, een zieltogende Californische krant. Ze observeerde scherp en intelligent wat er om haar heen gebeurde en beschreef dat in doorgaans mooie bewoording. In die rol kende ik haar nog niet. Ik ontdekte haar pas later. Ze was een eersteklas chroniqueur van haar tijd en de Amerikaanse cultuur. Haar essaybundel ‘The White Album’ (1979) verhuisde jarenlang met mij mee als een soort taalbijbel totdat ik het ergens achterliet. (In de  bieb in Noord-Bali, denk ik.) De waardering voor haar werk bleef. Haar non-fictie vond ik betoverend. Kunst met een hoofdletter. 

Er kon worden geboden op 224 items: schilderijen, porcelein, meubels, een verzameling opgeraapte schelpen (!), brillen, boeken, servetten. Didion bleek een onderhoudende gastvrouw en een begenadigd kok. Ze was ook een early adapter wat betreft  groenten- en fruitsappen, olijfolie en pijnboompitten. Haar peterseliesalade voor 40 personen was beroemd. 

Mijn oog viel op lot 149 met zes oranje Le Creuset-pannen waarmee Didion weleens op de foto was gezet. Het aanvangsbod lag op $1.100, toen ik de catalogus voor de tweede keer bekeek, stond de teller op $5.500 (8 biedingen) maar uiteindelijk is deze gebruikte pannenset verkocht voor $8.000. Bieder nummer 9 is de nieuwe eigenaar. Koopje! In Spanje kun je deze set nieuw aanschaffen voor rond €2.000 maar ja, daar hebben de beroemde vingers van JD niet aangezeten. De veiling bracht USD$1.9 miljoen op; dat geld gaat naar goede doelen die de schrijfster zelf bepaalde voor haar dood.  Lot 50, een verzameling van geenszins bijzondere schelpen en ‘beach pebbles’, ging weg voor $2.500. (Er waren 14 mensen die daarop boden.) Een beroemde bril met schildpadmontuur bracht $27.000 op, haar bureau ging voor $60.000. Een olieverfportret van Didion uit 1977 werd verkocht voor $110.000.

Ik vraag mij wel af wie de pannen kocht. Een amateurkok die daarmee op een later moment goede sier wil gaan maken? Een culinaire influencer die het gebruikt in zijn of haar toekomstige vlogs? Een gepensioneerde huisvrouw of -man die bood ‘voor de heb’? Geen idee of we er nog ooit iets van komen te weten; raken deze potten en pannen in de vergetelheid. Gelukkig geldt dat niet voor de eerste eigenaresse. Die blijft ons door haar boeken bij tot in de eeuwigheid bij. 

Met stijgende verbazing las ik eerder deze week dat er op sociale media een bericht rondging over het overlijden van de 47-jarige celebrity chef Jamie Oliver. Er ontstond een RIP JO op Facebook, het bericht werd daarna geliket door miljoenen. 

De volgende dag weerspraken vertegenwoordigers van de tv-kok dat bericht. “Jamie is alive and kicking.” Waanzin. Wie bedenkt en verstuurt dan zoiets?! Het blijkt niet het eerste nepoverlijdensbericht over een bekende wereldburger maar ziek blijft het, wat mij betreft. We leven in een wereld waarin de scheidslijn tussen feit en fictie steeds meer vervaagt en dat is een gevaarlijke trend. Het bewijst eens te meer mijn verstandige besluit om mij niet op social media te bewegen. Nu niet en in de (nabije) toekomst niet. Er komt al genoeg rottigheid langs. Nieuwe platformen als BeReal en Mastodont veranderen daaraan niets. En dat Elon Musk de nieuwe eigenaar is van Twitter zal evenmin tot maatschappelijke verbeteringen leiden; in tegendeel. 

Er gaan echter ook positievere berichten rond over Jamie Oliver. Hij zou kans maken om te worden verkozen tot Time Person of the Year. Dat kan ik mij evenmin voorstellen, al vind ik hem een leuke kok en iemand die in het verleden positieve dingen in gang zette in de culinaire wereld. 

Meestal wordt voor deze eer gekozen uit een eclectische mix van wereldleiders, popiconen, mensenrechtenactivisten of andere spraakmakers in de wereld. Daar zie ik Oliver niet tussen zitten dit jaar. Joan Didion overigens ook niet maar volgens mij werd ze het weleens. Ik denk dat Zelensky de meeste kans maakt. Volgens de gokkantoren doet Trump dat ook. Na Jamie Olivers doodsbericht kan dit zomaar gebeuren. (We zijn de gekte voorbij...) Bovendien is het niet altijd de positiefste persoon die wordt verkozen. In die zin maakt Trumpty Dumpty juist veel kans! De uitverkiezing vindt volgende maand plaats. Overigens werd Jamie Oliver eerder deze maand verkozen tot ‘Brit of the Year’ door enkele Britse kranten. 

Wat wel bijna voorbij is, is seizoen 14 van Masterchef Australia op de Nederlandse televisie. Dit is een van de boeiendste jaargangen, wat mij betreft. Er waren in de afgelopen week weer interessante uitdagingen te beleven. De groep kandidaten reisde naar Tasmanië om daar zelf oesters te rapen en zwarte truffels te zoeken. Daniel vond een joekel van bijna 500 gram en maakte er een ovenkoolgerecht van dat weliswaar niet aantrekkelijk oogde maar wel heel goed van smaak was, naar verluidt. Dat is ook iets dat je vaker aantreft bij Masterchef: vegetarische en veganistische gerechten. Een andere keer moesten de kandidaten zich behelpen in een amateurkeuken uit de jaren '80 van de vorige eeuw (zonder keukenhulpjes) en de twee die het beste gerecht bereidden, mochten daarna hetzelfde doen in een Michelinsterrenkeuken met alle denkbare keukenmachines. Hun ogen gingen glimmen. 

We belandden inmiddels in de Top3. Die bestaat nog uit slechts één fan: Daniel. Zo zie je... an amateur can come an end! (😉)  Zijn tegenstanders zijn Billie en Sarah. De beide dames zijn de grootste kanshebbers voor de overwinning, denk ik. Billie kookte zich  met haar grootmoeders perzik (geen dirty joke) als eerste naar de halve finale. Dat ontlokte haar de uitspraak "Holy crap!". Maar zo erg was dat toch niet?! 

Sarah Todd is de enige kandidaat over wie ik tot nu toe niet blogde. Dat heeft zo zijn redenen. Aanvankelijk vond ik haar nogal een robot en een ijskonijn maar dat gevoel verdween in de loop van de tijd. Sarah deed mee in de jaargang van 2014 en werd toen negende. Tegenwoordig is zij de verdienstelijke mede-eigenaar van twee restaurants in Goa (zuid-India), bracht ze twee kookboeken uit en is een graaggeziene tv-kok bij SBS en Foxtel. Todd studeerde aan de fameuze Frans kookschool Le Cordon Blue. Daardoor weet ze de klassieke Franse keuken te combineren met traditionele Indiase smaken en gerechten. Dat gaf haar vaak een voordeel ten opzichte van minder ervaren thuiskoks en collega‘s. Inmiddels noemen we haar hier ‘Toddy’ al mag ze wat mij betreft de finale verliezen van de absolute Favoriet: onze Billie. 

Als Billie (links op de foto) deze jaargang in haar voordeel weet te beslissen, is zij de eerste persoon die deze kookwedstrijd tweemaal wint. Een unicum. Volgende week weten we het. Daarna gaat zij feestvieren en vallen wij in een zwart gat. Maar ook dat gaat voorbij. 


maandag 14 november 2022

Tijdreizen op vleugels

Onlangs ontdekte ik zo’n leuk vogelboek! Het is getiteld ‘Gevleugelde geschiedenis van Nederland’ en verscheen dit najaar. De ondertitel is 'De Nederlanders en hun vogels'.  Vogelbescherming Nederland tipte het als niet te missen boek. Historici bundelden een aantal interessante verhalen over de eeuwenoude band tussen ons en de gevederde vriendjes. Hoofdredacteur Jan Luiten van Zanden is historicus èn vogelaar. Hij stelt in het boek dat je via vogels terechtkomt bij ecologie, paleontologie, archeologie, taalkunde, kunstgeschiedenis, geschiedenis en journalistiek. Inderdaad: het is een zeer veelzijdig boek.

Elk hoofdstuk heeft een ander thema en een andere auteur. Zo staat er onder andere een mooi verhaal in over de geschiedenis van de ganzeveer, over de veelschrijver Jacob van Maerlant die in de 13de eeuw een boek schreef dat ‘Der nature bloemen’ heet en aan de grondslag van vogels beschrijven ligt, over Jeroen Bosch die de vroegst bekende vogelaar van Nederland is, Van Gogh die de natuur en vogels schilderde in het Brabantse platteland, de reuzenalk al grootste boreale pechvogel (de dodo van het noordelijk halfrond), de genadeloze vervolging van kraaien en raven door de tijd, de kalkoen op het bord van de Nederlander, over de aarsvoet die we nu fuut noemen, over hoe het gaat met de putter, goudvink en appelvink, over vrouwen in de Middeleeuwen die jaagden met roofvogels, over sperwerbotten in het Ursulaklooster in Delft, de diepe wortels van de toekan van het Van der Valk-concern dat zich afspeelt in Avifauna (Alphen aan de Rijn), hoe de duif een belangrijke rol speelde in het verzet en de oorlog van 1940-1945, het drama van de dodo op Mauritius die helaas in contact kwamen met Nederlandse ontdekkingsreizigers en dat niet overleefde, de rol van Nederlanders op Papoea Nieuw-Guinea bij het uitsterven van de paradijsvogel, de toename in vogelen tijdens de coronapandemie. 

En over de oudste vogelfossielen die werden gevonden in Sint-Pietersberg. De prehistorische kruitvogel (Asteriornis maastrichtensis) voedde zich met insecten, vissen en schaaldieren. Het is wonderlijk om je te realiseren dat er ooit walvissen zwommen in het huidige Limburg. Dit is -met recht- een fascinerende reis door de tijd. Aanrader!

Eén onderwerp sprong er wel uit, wat mij betreft. Het betreft het middenpaneel van het vermaarde drieluik van de ‘Tuin der Lusten’ (1500) van Jeroen Bosch. Op dat meesterwerk staan meer dan 1.000 (fantasie)vogels afgebeeld, waaronder 17 wilde, inheemse soorten: de hop, ijsvogel, groene specht, roodborst, wilde eend, putter, bosuil, steenuil, kerkuil, koolmees, Vlaamse gaai, bonte kraai, lepelaar, ooievaar, grote en kleine zilverreiger en de krakeend. Al deze gevederde vriendjes staan soms afgebeeld in een innige omhelzing met naakte mensen in de kracht van hun leven. Wat vond hij van die vreemde vogels en waar vond hij ze? Aangenomen wordt dat de schilder de keuze van zijn onderwerpen, en dus ook van vogels, liet afhangen van hun metaforische betekenis. Ze zouden staan voor menselijke ondeugden. 

Bosch (1450-1516) kan destijds exotische dieren hebben gezien in dierentuinen in Vlaanderen en Nederland en in gezelschap van ‘varende luiden’ die ze op kermissen toonden. Sommige vogels waren zo vogelvrij en talrijk dat hij ze in het wild kan hebben nagetekend. Het is ook heel goed mogelijk dat Bosch ze uit boekwerken kopieerde. De miniatuurkunst, voor het opleuken van boeken, was in de 15de eeuw een specialiteit van zowel Lombarden als Bourgondiërs waaronder de Nederlanders destijds vielen. Aangezien Bosch uit een miniaturistenfamilie stamde, moet hij zeker voorbeelden hebben gezien. 

De hop (‘hupu’ in het Spaans) is de kuifvogel bij uitstek. Er vliegen er weer een paar rond in de woonwijk. Die komt er, als mooiste en bontste vogel, bij Bosch het ongenadigst van af. Met gekuifde vogels gaf Bosch het toppunt van laagheid weer. ‘Kuifvogel’ was een woord dat men gebruikte voor ‘vrouwenloper’ en voor een – alweer een in onbruik geraakt woord  ‘Venusgek’. In de ogen van Bosch’ tijdgenoten de natuurlijke kampioen der viezeriken. Rond 1500 betekende het verkleinwoord van hop, ‘hopken’, prostituee. De hop was dus het zinnebeeld van zowel viezigheid als vleselijke liefde. Deze twee begrippen vielen voor de middeleeuwer grotendeels samen. 

De ijsvogel is hier eveneens een vaak geziene en gewaardeerde vogel. Bedoelde men met de Sint-Maartensvogel soms de ijsvogel? (Sint Maarten, Martinus van Tours, de patroonheilige van armen en bedelaars.) Het verhaal gaat dat zijn aandacht aan de oevers van de Loire werd getrokken door vogels met een lange spitse bek, blauwe kop en dito vleugels. Ze zweefden boven het water en schrokten gulzig visjes naar binnen. Martinus kreeg medelijden met die visjes, verhief zijn stem, berispte de vraatzuchtige vogels om hun onverzadigbaarheid, verbood hen de wrede jacht voort te zetten en beval hen de oevers van de rivier te verlaten. Ogenblikkelijk gehoorzaamden de ijsvogels en vlogen weg naar de bossen en bergen. De associatie met een heilige zou het dier tot eer moeten strekken maar niet voor Jeroen Bosch. Wat als ‘merten’ niet is afgeleid van Maarten maar van ‘merde’? Is die mooie gekleurde vogel wellicht een strontvogel? Die associatie is niet zo eigenaardig als die klink. Ervaren ijsvogelonderzoekers constateren of het nesthol is bewoond door eraan te ruiken en daar hoef je geen scherpe neus voor te hebben. Wanneer een ijsvogelnest jaren achtereen bewoond blijft, wordt de braak- en excrementenkoek achterin alsmaar dikker.

De putter, een kleurrijke vogel die hier veelvuldig voorkomt in de duinrand en die wij op een beroemd schilderij (Carel Fabritius) en als Balinees houtsnijwerk aan de eetkamerwand hebben hangen. We zijn omringd door gevederde vriendjes. In het Nederlands in de tijd van Bosch staat putter voor dronkaard, terwijl ‘petten’ en ‘petteren’ drinken betekende. ‘Petterig’ zei men van iemand die aan de drank was. In de Tuin der Lusten houdt de putter in zijn snavel een grote braam, waarnaar naakte mannen happen. In de 16de eeuwse schilderkunst en literatuur stond die vrucht voor de geneugten van de liefde. 

De eend, een persoonlijke favoriet, stelt in de 16de en 17de eeuwse beeldende kunst het woord ‘end(e)’ voor, in de betekenis van einde. Ook hier hebben we met een woordspeling te maken: met ‘eyndtvogel’ zou men ‘de mens die aan het einde van zijn verstand is gekomen’ bedoelen; de dwaas. De eend staat ook voor drankzucht en domheid. (Denk aan domme eend maar ook aan de domme gans.) De eend als vogel die snel op de vlucht kan slaan, was voor Bosch aanleiding om hem op te voeren als symbool van het vluchtige. Fascinerend, vind je niet? 

Onlangs trok ik er weer eens op uit met fiets en camera. Ik rijd regelmatig naar het slootje waar 'onze' ijsvogel al jarenlang resideert. De fraaie vogel is daar elke dag visjes aan het vangen in zijn opvallend blauwe winterjas. Ik zag hem sporadisch dus fietste ik door naar de verder gelegen Salinas de San Pedro, de zoutpannen. Daar trof ik een waar vogellusthof aan: steltkluten (nog in zomerkleed), futen (de gebogen snavel heen en weer bewegend voor kleine garnalen en zeewormen), steltstrandlopers (recht in de camera kijkend), drieteenstrandlopers (een migrant), dodaars (de kleinste futensoort), jonge (grijze) en volwassen flamingo’s. Vaak op korte afstand van de camera. Joehoe! Het kon niet op. Tevreden reed ik huiswaarts. Totdat ik ongemerkt op een soort korrelpad hard onderuit ging. Het leek alsof ik op kogellagers terechtkwam. 

Tot dusver was mijn liefje de Koningin van de Valpartijen. Nu overkwam het mij. Ik klapte hard neer; allereerst op mijn linkerschouder, daarna op mijn heup (die van de botontkalking...). De fiets kwam op mijn terecht. Ik lag als een kakkerlak te spartelen, met mijn pootjes in de lucht. Ik bleef even liggen om te voelen of er iets gebroken was. Een vriendelijk tweetal Scandinavische racefietsers zag het gebeuren, haalde de fiets van mij af en trok mij voorzichtig overeind. Was ik in staat om op te stappen? Gelukkig wel. Op adrenaline fietste ik naar huis terug. Mijn stalen ros kwam er zonder een schrammetje vanaf, mijn cameratas was beschadigd; de camera zelf niet tot mijn grote opluchting. Die avond en de daarop volgende dagen kon ik mijn linkerarm niet omhoog tillen, deed mijn linkerheup pijn, net als mijn enkel en mijn rechterlies. Die had ik waarschijnlijk verrekt toen ik in een flits mijn balans probeerde te bewaren. (Dat mocht niet baten, deze  schuiver was onvermijdelijk.) Weldra stap ik weer met veel plezier op de fiets. De gemaltraiteerde spieren zijn inmiddels soepeler. 

De foto in de header is een kunstzinnige bewerking van een grote zwerm spreeuwen in het park. Dat zijn de eerste trekvogels.


vrijdag 11 november 2022

Jingi Wallah*

De beste olijfolie ter wereld komt dit jaar weer uit Spanje. Er was onlangs een beurs in New York en daar werd ‘Olisone’ verkozen tot de beste; niet voor de eerste keer. Deze biologische olijfolie komt van een olijfboomgaard in Andalusië, waar de olijven met de hand worden geplukt. Deze biologische extra virgin olie is  hier verkrijgbaar bij supermarktketen Lidl voor nog geen 5. Hoe leuk is dat?!

Eindelijk weer iets van hoge kwaliteit dat niet duurder is geworden of in een kleinere verpakking is gestopt voor dezelfde prijs. Dat is namelijk wat heel veel gebeurt in Spanje: de afmetingen van de verpakking reduceren om zo de prijs van vóór de stijging gelijk te houden. (Maar mij hoor je niet klagen, hoor...) 

De duurste tomaat ter wereld wordt ook in Spanje gekweekt en verbouwd. Het gaat om de ‘huevo de toro’ (vrij vertaald: de stierenkloot), een oude variëteit die in leven is gehouden door boeren in de Guadalhorce-vallei, in de provincie Málaga. Deze  stierenkloot is nogal onregelmatig van vorm maar sappig en vlezig, met een dunne schil en weinig zaden. Deze tomaat moet voor het beste resultaat worden gekweekt in de buitenlucht. In diezelfde streek wordt ook een andere ouderwetse tomatenvariant verbouwd: de Tepel van Venus. (El pézon de Venus.) Als je de vrucht ziet, weet je meteen waarom. Ze weten daar wel raad met bijzondere benamingen! 

Een van de bijzondere eigenschappen van de stierenkloot is dat die zichzelf kan bevruchten. (Dat zou een mooie oplossing zijn voor mannen met een kinderwens!) Een andere bijzonderheid is dat de plant een lage productiviteit heeft ten opzichte van andere soorten. De plant van de pruimtomaat geeft bijvoorbeeld tien à twaalf kilo vruchten per struik maar die van de huevo de toro slechts vijf à zeven (drie in het geval van ecologische tomaten). Dat zou als een nadeel kunnen worden beschouwd maar zo komt er juist meer smaak in de tomaten terecht. 

In de afgelopen dagen spraken we regelmatig samen en met anderen over de herkomst van groenten en fruit. Dat was naar aanleiding van het besluit van Lidl om per 1 januari 2023 geen verse producten meer met het vliegtuig te vervoeren. Bij vliegen wordt 50 keer meer broeikasgas uitgestoten dan bij het transport per schip. Ook andere supermarkten in Nederland willen hun ecologische voetafdruk gaan verminderen door meer groenten en fruit over zee te (gaan) vervoeren. Dat zijn kleine stappen in de goede richting. 

Wij kopen bij voorkeur lokale producten, dat wil zeggen van Spaanse bodem, maar er zit echt weleens een product in de winkelwagen dat van (heel) ver komt. Onze Britse buren lieten zich verleiden tot witte asperges die uit Peru bleken te komen, een Nederlandse vriendin sprak over Pink Lady-appels uit Nieuw-Zeeland, wij vielen recent als een blok voor prachtige vers gevangen tong die uit Nederland bleek te komen. Het zijn alledrie voorbeelden van lichte waanzin... 

Met onze Britse vrienden spraken we over het importeren van groenten (zoals de witte asperges) uit Zuid-Amerika. Ook zij eten bij voorkeur lokale producten. Wel las ik onlangs in een krantenartikel dat, als er geen groenten of fruit uit een land als Peru worden geëxporteerd, vele lokale families hun hoofd moeilijker boven water kunnen houden. Daar komt het verlies van inkomsten en banen hard aan. Maar als iedereen in de wereld local for local produceert èn consumeert tegen een eerlijke prijs, is dat probleem grotendeels opgelost, lijkt mij. Als is lokaal geproduceerde voedsel niet per definitie duurzamer. Neem tomaten. Die kunnen  goedkoper vanuit Zuid-Spanje naar Nederland worden vervoerd dan dat ze in een warmgestookte en felverlichte kas in het Westland worden gekweekt. 

De Nederlandse appelkwekers kunnen de energieprijzen voor opslag in energieslurpende koelhuizen niet meer dragen dus de appels worden in het slechtste geval niet meer van de bomen geplukt. Kun je dan niet beter iets organiseren zodat consumenten de appels mogen ophalen (of zelf plukken) voor een goede prijs? Ik weet zeker dat er animo voor is. Maar we moeten als consument ook andere prioriteiten gaan stellen. Als we echt winst willen boeken op klimaat, moeten we accepteren dat niet alle soorten het hele jaar door kunnen worden gegeten. Een seizoensgebonden eter is beter. 

Recent werd in de Valenciaanse gemeenschap de Koning Jaume I-prijs uitgereikt aan de maker van een hamburger met paëllasmaak. Het hapje bestaat uit een gepaneerde kipfilet gemarineerd in rozemarijn, safraan, paprika en citrus, met garrofón-hummus (veelgebruikte peulvrucht, oorspronkelijk uit Peru), gerookte en gefrituurde artisjokken, afgemaakt met tomatensaus met knoflook en rozemarijn. Mij klinkt het als een smakelijk hapje in de oren. Vanaf 8 november wordt deze hamburger geserveerd in de stad, vooral om jongeren te interesseren. 

Het kookprogramma Masterchef Australia op de Nederlandse tv is gevorderd tot de Top6; de vrouwen zijn ruim in de meerderheid. Eind augustus begon het met een groep van 24: 12 Favorieten en 12 Fans. We tellen rap af. Mijn vorige blog die hieraan was gewijd, ging over mijn favoriete Fan, amateurkok Harry Tomlinson. Ik had de blog nog niet gepubliceerd of bij de eerstvolgende eliminatieronde vloog ze eruit. (Moest ik daar voortaan voorzichtig mee zijn?) De favoriete Favoriet van vriendin Bernadette in Nederland, Tommy Pham, overkwam iets vergelijkbaars. Ook hij legde het loodje kort nadat ik hem in een blog opvoerde. 

Alleen Favoriet Billie McKay is nog in de race. Onze Billie! Desalniettemin kwam ze met haar vele kwaliteiten al driemaal in een eliminiatieronde terecht. Telkens redde ze zich op overtuigende wijze uit die benarde situatie. Deze jaargang is wel hemeltergend spannend en emotioneel. Wellicht omdat de helft van de deelnemers elkaar goed kent en soms zelfs vrienden werden? Er wordt wat afgesnikt op (èn voor) de buis!   

Eerder deze week was er weer een afvalronde tussen de Favorieten Julie, Billie en Mindy. Twee eerdere winnaressen, drie toppers. Mindy deed voor het eerst mee in 2012 en werd toen zevende. Deze kookprofessionals moesten een cake maken van chocoladekoningin Kirsten Tibballs. Girl Power! Ze zette de kandidaten iets buitenaards voor, getiteld ‘Cherry on Top’. Onder de cloche zat een donkerbruine chocoladedoos met acht chocoballen en twee kersen erop (die geen kersen waren). Ze kregen drie uur en 15 minuten de tijd om Kirstens gelaagde taart na te maken. Op zich is nadoen niet mijn favoriete manier om een finaleplaats te winnen maar ik heb wel ontzag voor eenieder die zoiets kan bedenken en maken. Het recept zat boordevol lastige technieken.   

In voorbereiding op mijn blog typte ik alvast het een en ander over Mindy Woods. Dat ze in deze jaargang vertelde over haar Aboriginele bloed dat door de aderen stroomt. Zij is een ‘Bundjalung dubai’, een vrouw van de Widjabul Wiabul-natie en directe afstammeling van koning Jack Kapeen. Mindy is eigenaresse van Café Karkalla, een restaurant in Banyam Baigham (omgeving Byron Bay, New South Wales), waar vooral wordt gekookt met lokale producten en inheemse ingrediënten. “De oudste van de wereld”, zoals Mindy zelf trots zei. Ze leeft er met haar echtgenote Rachelle. Ze trouwden in 2017, het jaar dat Australië het homohuwelijk legaliseerde. Haar restaurant gaat ook op het reislijstje. (Na zes keer Down Under te zijn geweest, zijn we nog niet klaar met dit land.) Het was Mindy die eruit vloog. Haar taart bleek te compact; ze had de bovenlaag tijdens de bereiding te hard in de taartvorm gedrukt. Zo eindigde ze wederom als zevende. Wéér een kandidaat vertrok waarover ik voor de eerste keer zou gaan bloggen! 

Het mag een klein wonder heten dat er nog twee amateurkoks in de race zijn: Keyma Vasquez Montero uit Melbourne en Daniel Lamble uit Darwin. Keyma is huisvrouw, moeder van twee kinderen en heeft roots in Venezuela. Ze is goed in de bereiding van zeevruchten, van Latijns-Amerikaanse en Caribische gerechten als ceviche, empanadas en veel meer. Ze groeide van een getalenteerde maar soms onzekere kandidaat uit tot een ware creatieveling. De roodharige, soms wat onhandige maar grappige Daniel is ex-mijnwerker en thans brandweerman. Hij leerde koken van zijn vader. Daarnaast volgde hij YouTube-filmpjes voor de fijne en technische kneepjes. Het legde hem geen windeieren. Zijn droom is om een pop up food truck te hebben waarmee hij kokend door Australië wil gaan reizen. Typical, Dan. Hoe ver gaat hij het schoppen? Mijn blog zal weldra tot hun ondergang leiden. (Ha-ha...) Volgende week vindt namelijk de finaleweek plaats.

*Dit betekent ‘Hallo and Welcome’ in de inheemse taal van Mindy’s volk. De foto in de header is een typisch voorbeeld van Aboriginele rotskunst. 

 

 

maandag 7 november 2022

Is de wereld wel echt wakker geschrokken?

David Simonds voor The Guardian
Een CO2-uitstoot die de pan uit rijst, overklaarbare methaanerupties, klimaatdoelen die uit het zicht verdwijnen. Is verdoemenis onafwendbaar? Dit wordt weer een lange blog. Je bent niet anders gewend van mij, klimaatdrammer. Sorry, but no sorry.

Gisteren begon de VN-klimaattop COP27 in Sharm-El-Sheikh (Egypte) en die duurt tot 18 november. Vandaag en morgen komen staatshoofden bijeen op de Climate Implementation Summit. Zij gaan besluiten over de implementatie van alles dat nodig is om de verergering van de klimaatcrisis te stoppen. "Niet lullen maar poetsen" zouden ze in Rotjeknor zeggen. Bijna 200 regeringsleiders en staatshoofden treden er aan. De spiksplinternieuwe premier van het Verenigd Koninkrijk verontschuldigde zich aanvankelijk voor zijn afwezigheid. De aarde staat in brand maar hij had belangrijker dingen te doen. Onder grote politieke druk ging hij alsnog. Greta Thunberg zal echter geen acte de presence geven, juist omdat ze genoeg heeft van aandachtzoekende politici die veel praten maar niets doen. Ze laat zich niet als uithangbord gebruiken. Good on her!

Onlangs las ik in een Britse online-krant dat er ophef was ontstaan over de keuze van het gastland. Sinds 2014 is in Egypte de autoritaire Abdel Fatah El-Sisi aan de macht, een ex-generaal die bekendstaat om zijn schendingen van mensenrechten, verdwijningen van politieke tegenstanders en kritische klimaatactivisten en onderdrukking van de persvrijheid in het land. Het regime zou in de afgelopen jaren 60.000 politieke gevangenen achter tralies hebben gezet. Egypte worstelt met hittegolven, droogte, watertekort, vissterfte, enorme vervuiling (vooral plastic) en corruptie (het nationale leger is de grootste economische speler van het land). Klimaatdeskundigen zijn vooral somber over de noordelijke Nijldelta. Bovendien dreigt bij een zeespiegelstijging van 50 centimeter een gebied zo groot als de provincie Noord-Brabant onder water te komen, inclusief havenstad Alexandrië. Maar kritische geluiden in eigen land en niet-gouvernementele organisaties die niet in de pas lopen, zijn niet welkom op deze conferentie.  

Bij de afsluiting van de klimaatconferentie van Parijs (2015) was er veel emotie over het ‘slagen’ ervan. Maar dat leverde geen verdrag op en in het akkoord van destijds stonden geen doelstellingen voor individuele landen. Dat het geldende temperatuurdoel naar ‘ruim onder’ 2 graden werd bijgesteld, en dat een 1,5-gradendoel zou worden onderzocht, maakte dat akkoord aanvaardbaar voor kwetsbare landen. Inmiddels zijn we zeven jaar verder. 

De conferentie in Egypte heeft een zwaaarbeladen agenda. Belangrijkste item: het aanscherpen en versnellen van de afspraken die tot dusver werden gemaakt om het doel van 2 graden opwarming, en bij voorkeur dus die van 1,5 graad, in zicht te houden. Bovendien moet er een klimaatfonds van $100 miljard per jaar komen (toegezegd in 2020 maar nog niet gerealiseerd), waardoor ontwikkelingslanden, die in veel mindere mate hebben bijgedragen aan de huidige crisis, ook kunnen meekomen in de energietransitie. Het zogenaamde adaptatiefonds. Een ander maar daaraan gerelateerd item is de financiële compensatie aan laaggelegen arme(re) landen die hun nu al geleden schade op grote uitstoters moeten kunnen verhalen; het compensatiefonds. Financiering is de hoeksteen van implementatie. En tenslotte: de twee grootste vervuilers ter wereld, China en de Verenigde Staten, moeten weer met elkaar aan tafel voor onderhandelingen. De spanningen rond Taiwan kunnen een nieuwe rem daarop zijn. 

De volledige verwezenlijking van alle tot nu toe gedane klimaattoezeggingen zou de aarde in veiliger vaarwater brengen maar er is nog steeds een grote kloof tussen de ambities van nu en stabilisatie op 1,5°C.  

Het beperken van de opwarming van de aarde zou zijn gedoemd te mislukken, volgens een groeiende groep klimaatwetenschappers. Duizenden in de wereld sloten zich inmiddels aan bij Scientist Rebellion. Zij zijn klaar met rapporten schrijven over de klimaatcrisis, het is hoog tijd voor actie! Meer dan 1,5 graad opwarming van de aarde is haast onvermijdelijk, bevestigde een VN-rapport  anderhalve week geleden. Nog maar 24 van de 193 landen hebben hun bijgestelde (=ambitieuzere) plannen na de klimaattop in Glasgow 2021 ingediend. Nederland en Spanje behoren niet tot die 24. De aarde is momenteel al 1,1°C warmer, we zitten eerder op een pad richting 3 graden. 

Bas van der Schoot voor De Volkskrant
Vorige week was het Nationale Klimaatweek in Nederland. (Is het dat niet elke week?!) Er was dagelijks een documentaire of praatprogramma op tv over het onderwerp; het ene vond ik interessanter en informatiever dan het andere. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bracht die week naar buiten dat het Nederlandse klimaatdoel voor 2030 (55% minder broeikasgas uitstoten dan in 1990) steeds verder uit zicht raakt. In diezelfde week besloot de Bestuursrechter dat de Rijksoverheid aan het korste strootje trok in een aangespannen stikstofrechtzaak. Telkens werden door de overheid nieuwe regels bedacht als vorm van uitstel; telkens was vantevoren bekend dat ze niet rechtsgeldig waren. Dus vanaf nu geen geitenpaadjes meer! Dat is het Nederlandse woord voor laf ontwijkgedrag en oplossingen voor de problematiek jaar na jaar voor je uit blijven schuiven...

Ik vraag mij op sombere momenten af waarom landen überhaupt nog samenkomen voor een klimaattop maar niets doen is geen optie. We mogen de gezamenlijke doelen voor 2030 (vermindering van de CO2-uitstoot met percentage x) en 2050 (volledige klimaatneutraliteit) niet loslaten want dan weet je zeker dat er nóg minder zal worden gedaan om de effecten van klimaatverandering te beteugelen. 

2021 was een recordjaar qua wereldwijde CO2-emissie; die steeg naar 36,3 Gt (Gigawatt of Gigaton). Een gigaton is gelijk aan een miljard ton. Ik vroeg mij af hoeveel dat is en stuitte op een artikel van een journalist van de Washington Post. Hij rekende het om in concretere aantallen. Een mannelijke Afrikaanse olifant weegt maximaal 6,8 ton. Eén gigaton is dus ruim honderd miljoen Afrikaanse olifanten. Of neem een blauwe vinvis (de grootste ‘vis’ op aarde), die wel 149 ton kan wegen. Eén gigaton is dan meer dan zes miljoen blauwe vinvissen. Je weet wel, een van de meest bedreigde walvissoorten op aarde; waarvan er in werkelijkheid nog maar 10.000 à 25.000 rondzwemmen in onze oceanen. Tja. 

M. Olsen - Deens Meteorologisch Instituut
Er zijn plekken op aarde die kantelpunten in klimaat verandering worden genoemd. Je geeft er een duw tegen en er komt een proces op gang dat niet meer is te stoppen. West-Antarctica en de Groenlandse ijskap zijn er twee van. Antarctica, een van de koelmotoren van onze planeet, verliest nu al elk jaar miljarden blauwe vinvissen gewicht aan ijs. Daar vindt de opwarming het snelst in de hele wereld plaats. Het front van de Thwaites-gletsjer (westkant) trekt zich met een snelheid van 4 kilometer per jaar terug en het drijvende ijsplateau aan de voorkant van de gletsjer stort per jaar 126 gigaton ijs in zee. De Totten-gletsjer aan de oostzijde van datzelfde continent verliest ook al 70 gigaton ijs per jaar. "Genoeg om de haven van Sydney elke twee en een halve dag te vullen", aldus een verontruste Australische klimaatwetenschapper. De ijskap van Groenland (onderdeel van Denemarken) verloor naar schatting 378 gigaton ijs per jaar in de periode 2009-2012. Daar ligt nog genoeg ijs voor een verdere zeespiegelstijging van zeven meter. 

In een recent artikel van wetenschapsjournalist Maarten Keulemans (De Volkskrant) las ik dat wetenschappers een jaar of tien geleden nog aannamen dat West-Antarctica veilig zou zijn tot een wereldopwarming van circa 3,5 graden. Nu schat men dat het omslagpunt eerder ergens ligt tussen 1 en 3 graden. Boven 1,5°C wordt dat zelfs waarschijnlijk. Deze rampen voltrekken zich geleidelijk en zonder al te veel wereldwijde ophef. Net zoals we in de afgelopen jaren vrijwel onopgemerkt de grens van 1°C opwarming passeerden. 

Mijn woonplaats staat derde op de lijst van 25 Valenciaanse gemeenten die door een rijzende zee zullen worden bedreigd. Het gaat dan over erosie en verdwijning van zandstrand waardoor de kustlijn onder druk komt te staan van wassend water. De steden Alicante, El Campello en Elche zijn drie van de vijf gemeenten die in 2050 het zwaarst zullen worden getroffen door overstromingen vanwege klimaatverandering. Het is niet na ons de zondvloed, wat mij betreft. Het persoonlijke is zeker politiek. 

Ondanks alle doemscenario’s is er ook een lichtpuntje te melden. De wereld lijkt wakker geschrokken na de Russische invasie in Oekraïne. Het jaar 2022 gaat de geschiedenis is als een keerpunt in de energietransitie. Hopelijk wordt het een kantelpunt. Overheden in de hele wereld verhoogden in de afgelopen maanden hun investeringen in wind, zonne-energie en nucleair. Al deze vormen van CO2-arme elektriciteitsproductie groeien. Het kolengebruik daalde na een korte piek en gas belandde na een ‘gouden decennium’ op een plateau. Een sterke uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen en elektrische voertuigen zal de groei in emissies in 2022 naar verwachting afremmen. 

Dat en meer las ik in het rapport World Energy Outlook 2022 van het Internationale Energie Agentschap. Dit lijvige rapport, dat jaarlijks verschijnt, beslaat meer dan 500 pagina’s. Daar had ik geen zin in maar de uitgebreide Management Summary las ik wel. Er zijn drie begrippen die je moet kennen om die te kunnen lezen en interpreteren. 

NZE: Net Zero Emission, APS: Announced Pledges Scenarios en STEPS: Stated Policies Scenarios. STEPS refereert aan klimaatbeleid dat reeds door landen is geïmplementeerd, APS geeft de ambitieuze doelen aan die door regeringen zijn aangekondigd en naar verwachting op tijd en volledig kunnen worden gehaald, NZE geeft de tot dusver genomen acties aan, richting netto nul-emissie (het kllimaatdoel voor 2050). Slechts 62 landen (van de 193) hebben momenteel expliciete plannen die naar die ‘net zero’ moeten leiden. 

Is het te weinig, te laat? De tijd(bom) tikt. 

De foto in de header van mijn blog is van de Russische (onderwater) natuurfotograaf Dmitry Kokh en is getiteld ‘A home divided’. Het verhaal van de ijsbreker en de ijsbeer... Kokh kreeg eerder dit jaar grotere bekendheid door zijn ijsberenfoto’s op Wrangel-eiland.


vrijdag 4 november 2022

Laat je geheugen je koffer zijn

Er zijn boeken die diepe indruk maken op een lezer. Boeken waarvan je de strekking of de inhoud nooit vergeet. Telkens als mij zoiets overkomt, voel ik mij een begenadigd mens. Het is geen wekelijkse of maandelijkse ervaring, ik voel mij al een bofkont als het mij in een kalenderjaar overkomt. Het gaat niet om een Onvergetelijke Gouden Boekenlijst, het gaat om de leeservaring. Net als het leven. Het gaat niet om het behalen van de eindstreep, het is de weg ernaartoe waarom het draait. 

Zo’n boek treffen en het dan lezen, is puur genot. Intellectuele rijkdom om te koesteren. Dat bewaar ik in een denkbeeldige koffer en draag ik altijd met mij mee. Waar ik ook ga. De Russische politieke dissident, schrijver en winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur Aleksandr Solzjenitsyn (1918-2008) schreef in zijn indrukwekkende boek ‘De Goelag Archipel’ het volgende “Bezit alleen wat je kunt meedragen. Ken talen, landen, mensen. Laat je geheugen je koffer zijn.” (Hij bracht twee decennia door als stateloze vluchteling en keerde in 1994 terug naar zijn geboorteland, na de ineenstorting van de USSR.

Momenteel heb ik zo’n boek in handen en die ervaring wil ik hier graag delen. Het gaat om ‘Lessons’, van de Britse auteur Ian McEwan (1948). Ik kende hem en zijn werk al voordat we naar Engeland verhuisden (2000). In 1998 ontving hij de prestigieuze Book Prize voor zijn boek ‘Amsterdam’. Dat eerbetoon ging niet ongemerkt voorbij. Er waren destijds nogal wat literatuurcritici en lezers die dit niet zijn beste boek tot dan toe vonden. (Het speelt zich deels af in Amsterdam en gaat over euthanasie.) 

Latere werken als ‘Atonement’ (Boetekleed, 2001) en ‘On Chesil Beach’ (Aan Chesil Beach, 2007) zijn schitterend. Politiek, satire en hedendaagse thema’s zijn hem evenmin vreemd. ‘Saturday’ (2005) gaat over 9/11, ‘Solar’ (2010) over de klimaatcrisis. Novelle ‘The Cockroach’ (De kakkerlak) uit 2019 werd destijds in de Guardian omschreven als “een Brexit farce op pootjes”. De kakkerlak zou zijn gemodeleerd naar Boris Johnson. Op een enkel vroeg werk na, las ik alles van deze auteur; bij voorkeur in de oorspronkelijke taal omdat ik het een rijkere leeservaring vind dan in vertaling. 

Politiek is dus een terugkerend onderwerp en dat keert in McEwans laatste boek in volle glorie terug. De recensenten van de Boekenbijlage van NRC en de Volkskrant waren lovend. NRC-hoofdredacteur Michel Krielaars beschreef het als “een hele eeuw vervat in een magistrale roman”. Daarin duiken vertrouwde thema’s op als schuld en boete en seksueel ontwaken en de daarmee samenhangende neuroses. Deze roman beslaat 70 jaren van het leven van hoofdpersoon Roland Baines, met de grote historische gebeurtenissen van de 20ste eeuw als achtergrond. De Koude Oorlog, de Suez- en Cubacrisis, de val van de Berlijnse muur, de nucleaire ramp in Tsjernobyl, de Al Qaida-bommen in Londense bussen en de underground (2005). Spekkie naar mijn bekkie qua geschiedenis en vanwege een beleefde tijd die ik deel met de hoofdpersoon.

Roland groeit op een legerbasis in Libië op, als zoon van een Britse beroepsofficier. Zijn ouders, hij en zijn zusje keren terug naar Engeland vanwege de heikele situatie in de wereld en daar wordt de zoon naar een publiek jongensinternaat gestuurd, een soort “poor men’s Eton”. 

De roman begint met de 37-jarige Roland, hij lijdt aan slapeloosheid, die zich zijn pianolerares van vroeger herinnert: Miriam Cornell. Roland is dan 11 jaar. Zij is de tien jaar oudere, mooie, ijzige en vooral bazige vrouw die hem in zijn dij knijpt, haar vingers naar zijn kruis laat glijden en hem op zijn knie slaat met de rand van een liniaal omdat hij een foute toets aanslaat in een Bach-prelude. Tijdens een volgende les kust ze hem op zijn mond. Ook knoopt ze nu en dan zijn gulp open om zijn overhemd in zijn korte broek te stoppen. Ze stijlt dit misbruik als een les... De eerste les van het boek. 

Pas drie jaar later krijgen zij een relatie. Als een geïsoleerde en geobsedeerde 14-jarige zoekt Roland Miriam op tijdens de Cubacrisis (1962). Hij wil seks ervaren voordat hij wordt “verdampt” door een kernoorlog. Maar de wereld gaat door en dat geldt ook voor hun bedwelmende en tegelijkertijd destructieve relatie. Het is zijn latere echtgenote (de enige die hij over zijn vroegere seksuele ervaringen met Miriam vertelt) die hem zegt dat de pianolerares zijn “hersenen opnieuw heeft bedraad.”

Alissa is de vrouw met wie hij trouwt. Zij is een Duitse die Roland in 1977 leert kennen bij Duitse les aan het Goethe Instituut in Londen. Ook zij torst een zware rugzak met jeugdervaringen mee en heeft een gecompliceerde relatie met haar familie. Ze verlaat hem na bijna drie jaar huwelijk. “Probeer me niet te vinden”, schrijft ze op een briefje op zijn kussen. Roland zorgt daarna als alleenstaande ouder voor hun zoontje Lawrence. Heel af en toe ontvangt hij een postkaart van zijn verdwenen vrouw: “Ik hou van je, maar dit is voor altijd. Ik heb het verkeerde leven geleefd”. Hij wordt kortstondig verdacht van schuld aan haar verdwijning maar dat heeft verder geen consequenties. 

Roland heeft, net als Alissa, literaire aspiraties. Hij schrijft als jongeman een song voor de Beatles (dat hij nooit verstuurt), begint aan een roman die maar niet vordert, schrijft af en toe een gedicht dat wordt gepubliceerd, ontwikkelt spreuken voor een wenskaartenuitgever maar een carrière als schrijver komt niet van de grond; zoals zoveel niet. Hij blijft ongebonden, maatschappelijk afzijdig, vaak werkeloos. Zijn leven is een aaneenschakeling van gemiste kansen: als pianist, in de seks en de liefde, qua talenstudie, in zijn huwelijk. 

Het kantelpunt in het verhaal is de val van de muur in 1989. Opnieuw mengt McEwan het persoonlijke met wereldgeschiedenis. Het jaar en de plek spreken mij aan daar dit het jaar was waarop mijn liefje en ik elkaar leerden kennen. Later dat jaar keken we op tv samen gefascineerd naar de beelden van de val van Het IJzeren Gordijn. We konden onze ogen niet geloven... 9 november, die datum zal ik niet snel vergeten. (De rest is geschiedenis.) Zouden alle landen, vooral die in Oost-Europa nu vrij en democratisch worden? Poetin wist het antwoord toen al. Tja.

Solzjenitsyn schreef ook “gebruik je geheugen”, die uitspraak herhaalde hij een paar keer in zijn boek. Wel, als blogger doe ik niet anders. Zelf bezocht ik Oost-Berlijn eind jaren '70 en beginjaren '80. Op de foto staan mijn studiemaatjes -studie Duitse taal en cultuur- van weleer: Loes en Nellie (links) en Diane en Jenny. (Niks mis met mijn geheugen!) We gingen voor de eerste keer met de trein op weg naar Berlijn. De koffers van toen doen nu ouderwets aan. Diane had een Poolse vader; die kreeg thuis veel mee van de Oost-Westkwestie. 

Ik herinner mij soldaten bij Checkpoint Charlie, de sfeer van intimidatie die er hing, de grote pleinen aan de Oostkant, types in grijze regenjassen achter ons aan, ontelbare trabantjes op een rij, het vele grijs, de lege schappen. En boeken achter glazen deuren, niet vrij op de plank. Dat alles maakte grote indruk op een vrijgevochten jonge meid... Een bezoek aan Café Adler aan de Friedrichstrasse bleef mij eveneens bij. Dat café lag in de Amerikaanse sector na de opdeling van Berlijn, op een paar meter afstand van de grensovergang naar Oost-Berlijn. In het boek ontmoeten Roland en Alissa elkaar daar weer bij toeval, na ruim 20 jaar. Ze keert niet met hem terug naar Londen maar geeft hem wel de drukproef van haar debuutroman mee, getiteld 'The Journey'. Die blijkt schitterend te zijn. Het boek wordt door critici in de hele wereld de hemel in geprezen. Het verleent de  auteur een soort sterrenstatus. Meer prijzenswaardig werk volgt. Iedereen kent haar maar haar inmiddels volwassen zoon wil ze niet ontmoeten. 

Volgens een aantal literair recensenten is Lessons de meest autobiografische roman van McEwan tot nu toe. Ook hij groeide op een militaire basis op, als kind van een officier in Tripoli - Libië. Ook hij ging naar een Britse kostschool, ook hij had een vechtscheiding met zijn eerste vrouw. Maar in tegenstelling tot zijn personage Roland werd McEwan zelf een zeer suksesvolle schrijver. Dit is dus geen sleutelroman. Dat mag nooit de belangrijkste reden zijn om een boek te lezen, vind ik. Het zijn de verrassende wendingen in dit verhaal, de goed geschreven sprongen in de tijd en de rijke literaire schrijfstijl die je meeslepen. 

Rolands reis door het leven roept belangrijke vragen op, ook voor ons als lezer. Kunnen we de koers van ons leven volledig in eigen hand nemen zonder anderen schade te berokkenen? Hoe beïnvloeden mondiale gebeurtenissen ons leven en onze herinneringen? En wat kunnen we leren van de trauma's uit het verleden? Hoe deze roman eindigt, laat ik hier onvermeld. Niet uit meededogen voor de medelezer. Nee, ik heb nog ongeveer 100 pagina's te gaan, Roland is inmiddels 55 jaar, zijn zoon is net volwassen dus ik heb nog het een en ander tegoed. (De chronologie in de roman loopt tot aan de pandemie, weet ik.) 

Inderdaad, het is een fascinerende generenatieroman die je niet mag missen. De Nederlandse vertaling verschijnt in januari 2023 bij uitgeverij De Harmonie.