Toen we laatst in de Middellandse Zee lagen, was er nogal wat reuring op het strand, langs de branding. Er was kennelijk iemand uit het water gehaald. Van ver zag ik dat er een oudere persoon in een signaalblauwe zwembroek op het zand lag. Met een haag kijkers eromheen en de gehele strandwachtbrigade erbij. Het zag er nogal chaotisch uit. Twee van de socorristas liepen hard naar links, twee renden naar rechts. Op twee locaties aan ons uitgestrekte strand Las Higuericas bevindt zich een post. Team links kwam terug met een kastje (wellicht een defibrilator?), team rechts arriveerde later. Geen idee wat zij inbrachten.
De man lag later in de stabiele zijligging, zag ik. Het duurde maar en het duurde maar. Na ruim een kwartier was er nog geen ambulancepersoneel in zicht. Je zult maar een acute hartstilstand hebben! Wel zag ik dat de persoon in kwestie ondertussen rechtop zat. Opeens holden twee personen in ambulancekleding het strand op, richting de man. Daarna holde team links weer naar de post om een reddingsbrancard te halen. Team rechts rende weg en kwam terug met een grote driewieler met dikke banden. Dat voertuig wordt doorgaans gebruikt om minder mobiele personen of mensen met een handicap over het rulle zand naar het water te vervoeren. Goed dat dit soort dingen er is voor de zwemlustigen met een beperking. Toen de man eenmaal op de loopplank op een rolbrancard lag, was de reuring snel uit het zicht.
Ja, zwemmen in zee heeft zijn gevaren. Vincent van Gogh zei ooit dat het mensenhart is als de zee. Het heeft zijn stormen, zijn getijden en, in de diepten, zijn paarlen. Een waarheid als een zeekoe! Zo stond er gisteren in de NOS-app een interview met iemand van de Nederlandse Reddingsbrigade. Er zijn zowel hier als daar relatief veel personen verdronken deze zomer; jong en oud. De man zei het bondig: zwemmen doe je in het zwembad, pootjebaden doe je in zee. Ik vond dat opmerkelijk... Waar zijn die kinderen van Michiel de Ruyter gebleven? Als puber zwom ik zelfs 's winters in de wilde golven van Kijkduin, mijn thuishaven aan zee. Douchen deden we destijds in het hok van de Reddingsbrigade. Voor mij, als Nederlandse maar ook als als zwemster in oceanen en wereldzeeën, is er nog steeds niets heerlijkers dan spelen in de golven. Waar dan ook.
Aan de Noordzee heb je wel verraderlijke muien tussen zandbanken die door de jaren heen menige badgast in de problemen brachten. Muien worden gevormd door golven, het getij en de vorm van de bodem. Doorgaans wordt met een driehoekig bord op het strand aangegeven op welke hoogte die muien zich bevinden. Een extra strook erlangs wordt dan met vlaggen als gevarenzone aangegeven. Er wordt geadviseerd daar niet te water te gaan. Aan het strand hier hebben we geen muien zoals die bestaan in Nederland. Wel onderstroom (undertow) die evenzeer verraderlijk kan zijn. Die stroming kan je onder water trekken (muien niet). Als er van zoiets sprake is, wappert er hier een gele of rode vlag.
Mijn liefje en ik gaan juist bij voorkeur ver de (Middellandse) zee op als we gaan zwemmen. Dan kun je rustig dobberen en goed onderwater kijken. Je kunt zelfs fluisteren met elkaar. Het geluid van de badgasten is ver weg.
Onlangs gingen we voor de eerste keer dit jaar snorkelen in Cabo de Palos; een in zee uitstekende kaap in de provincie Murcia waar mij altijd iets verrassends opwacht onderwater. Deze keer was niet anders.
Bij ons in de provincie Alicante is de temperatuur van het Middellandse Zeewater dit seizoen ongeveer 4 à 5 graden Celsius hoger dan normaal. In Cabo ligt dat iets lager (maar niet veel). Het was er nog best druk met snorkelaars en duikers, al loopt de vakantietijd ook hier ten einde. Wij gingen er heen met parasol, stoelen, handdoeken en alle snorkeluitrusting. En een fles kraanwater om mijn gezicht mee af te spoelen. Vroeger had ik veel meer last van zwemmersjeuk en huiduitslag (cercariale dermatitis) dan tegenwoordig. Soms zwollen mijn lippen zó op na een zwem- of snorkelpartij in zout water dat het leek alsof ik teveel fillers had laten inspuiten! Mijn liefje noemde mij dan ‘zoenvis’ maar ik ben door derden die het meemaakten ook weleens uitgemaakt voor ‘zoeloe’.
Het
snorkelen was er als vanouds: kleurrijk en verrassend, het water was glashelder
en visrijk. Het is er niet per se spectaculair -als je hebt gesnorkeld op het Great
Barrier Reef, de Galapagos-eilanden, in de wateren rondom Fiji en de vroege
Rode Zee- maar in deze contreien ben ik niet kieskeurig. Een kinderhand is gauw gevuld.
Dit is overigens wel een magische plek voor jonge en oude onderzoekers. Als ik in mijn eentje, zacht flipperend met mijn zwemvliezen, rustig door het water beweeg en gluur naar al die vissen en andere zeedieren onder mij, ben ik helemaal zen... Het kan niet lang genoeg duren, wat mij betreft. Een uur of twee snorkelen vliegt voorbij! Het was de eerste keer dat ik met mijn nieuwe onderwatercamera ging snorkelen. De TG-7 (OM Systems, het vroegere Olympus) gedroeg zich op diepte naar behoren. Ik ben tevreden met de resultaten. Dichtbij opnames, totaalshots, kleuren: behoorlijk goed. De foto's zijn te zien in mijn webalbum España 2024.
Bonte pauwlipvissen, drievoudigstaartlipvissen, regenbooglipvissen en andere soorten lipvis, je hoeft je daar met zoeloelippen geen vreemde eend te vinden. Gewone slijmvissen, spitssnuitzeebrasems, witte zeebrasems, zwartkopzeebrasems, geringde zeebrasems en goudgestreepte zeebrasems... ze zwommen allemaal om mij heen. Ik zag grote scholen mullen (mujols staan vaak op de menukaart van Spaanse visrestaurants). Hun paaitijd loopt van juli tot oktober. Wapperende zeeanemonen met roze poliepeinden; die blijken zeebrandnetels te heten. Ook trof ik een aantal grote, rode paardenanemonen (in gesloten toestand) aan. Ik denk dat deze anemoon zich 's nachts opent. Deze zeeanemoon voedt zich met kleine vissen, krabben en weekdieren. Die zwemmen daar genoeg rond!
Een blauwe zwemkrab werd in zijn eentje belaagd door een school vissen. Hij probeerde zich onder het zand te verstoppen. Datzelfde lot overkwam een paar kwallen, onder andere de thans veel voorkomende spiegeleikwal.
Vorige
week dobberden we in zee toen ik ineens erge jeuk kreeg aan de binnenkant van
een enkel. Dat was geen zwemmersjeuk. Waarschijnlijk was ik ongemerkt tegen een spiegeleikwal gezwommen.
De volgende dag in zee stak mijn enkel toen ik weer in het zoute
water stapte. Kwalijker werd het niet. Het is hún habitat dus we moeten niet mopperen.