Translate

maandag 29 januari 2018

¡Hola todos!

Mijn liefje en ik blijven druk bezig met Spaanse les. Zij gaat nog elke week braaf naar juffrouw Lorena. Naar verluidt, mist zij het vileine van Juf Ank volledig. Er wordt ook niet gezongen en gezwaaid in haar klas. Juf Lorena spreekt uitsluitend Spaans met haar leerlingen en dat is uiterst leerzaam. Daarnaast gebruikt mijn liefje Duolingo Engels-Spaans op de iPad om haar taalvaardigheid verder bij te spijkeren. Zelf doe ik mijn dagelijkse Duolingo-oefeningen op de laptop, gezeten aan mijn bureau. Mijn woordenschat is weliswaar behoorlijk en ik brabbel een aardig mondje Spaans maar qua werkwoordvormen en –vervoegingen valt er nog veel te oefenen. Spaans kent 14 tijden dus ga er maar aanstaan. Iedereen kent de tegenwoordige, verleden en toekomende tijd maar daar begint het pas. De oefeningen verschillen per applicatie (telefoon, iPad of computer). Momenteel zit ik op 61% fluency. Ik weet niet wat dat precies betekent…

Je moet Spaans in de praktijk (blijven) oefenen om de taal werkelijk vloeiend te gaan spreken. Droogzwemmen op een computer helpt wel maar regelmatig contact met Spanjaarden van vlees en bloed is beter. Afgelopen week werd in de nabijheid van onze woonwijk op een te bebouwen grondstuk een kraan geïnstalleerd. De volgende ochtend aan het ontbijt vroegen mijn liefje en ik ons af waar dat constante geluid vandaan kwam. Het was een enigszins mistige ochtend dus zij vermoedde dat het een scheepshoorn was. Als de oostenwind blaast, horen we de zee en soms de vissersboten uitvaren. Ik vermoedde echter dat het de bouwkraan was. Mijn vermoeden bleek juist maar mijn liefje had ook gelijk: het klonk als de toeter van de stoomboot van Nicolaas van Myra, aka Sinterklaas. Als ik één ding leerde in de afgelopen jaren aan de steeds drukker en luidruchtiger wordende Costa Blanca, is dat je er zelf op af moet stappen als je iets in jouw Spaanse woonomgeving wilt stoppen of juist in gang wilt zetten. Ik liep dan ook met een hoofd vol zinnen naar de bouwplaats.

Ik stapte vastberaden op twee gehelmde mannen in overall af en vroeg of ik de voorman kon spreken. Ze keken mij verbaasd aan. Dan maar meteen de volgende zin: ik had een klacht over het geluid van de bouwkraan. Dat was voor ons, hun buren, teveel van het goede. Dat kun je je hen niet aandoen, van 's ochtends tot 's avonds. Zeker geen weken- of zelfs maandenlang. De jongste van de twee stond hevig met zijn hoofd te knikken bij al mijn Spaanse volzinnen. Mijn belangrijkste zin moest toen nog komen. “Wat gaat u eraan doen?De oudere man zei dat hij de technicus zou bellen om hem naar de kraan te laten kijken en te repareren. Nu was het mijn beurt om te knikken. Ik raakte zijn arm kortstondig aan (ook hier geleerd) en had nog één zin te gaan. “Als u niets onderneemt, ben ik genoodzaakt een officiële klacht bij de gemeente tegen u in te dienen.” Zonder met mijn voeten te stampen, niet met mijn handen in de zij. Hun knikken ging over in schudden. Ik keek de beide heren diep in de ogen en liep vervolgens naar huis terug. Het geluid is reeds minder maar nog niet verdwenen dus er komt nog een oefenrondje aan.

De maximale vlotheid die je met taalapp Duolingo kunt bereiken, varieert per taalcursus. Ik denk echter dat ik niet veel oefeningen heb te gaan voordat het einde van de cursus Spaans is bereikt. Zodra ik op dat punt ben aangekomen, ga ik de lessen omdraaien: dan ga ik (zogenaamd) Engels leren vanuit het Spaans om mijn taalvaardigheid verder uit te breiden. 147 miljoen Spaanssprekende mensen leren Engels met Duolingo. Geen kattepis. Ik las vele positieve reacties van mensen die op die manier verder willen gaan met hun Spaanse lessen. Die cursus is kennelijk moeilijker dan de versie Engels-Spaans, met minder hulpjes en meer zelf bedenken dus daar verheug ik mij op. Ik ben nog lang niet uitgeleerd!

Eind van dit jaar wordt hier een nieuwe editie van het Spaanse Monopoly-spel op de markt gebracht. Toen we verhuisden naar het Verenigd Koninkrijk kregen we van onze vrienden en buren Ger & Monica destijds de Haagse editie van het spel cadeau.  De Amerikaanse spelfabrikant Hasbro gaf mensen de mogelijkheid om voor hun favoriete Spaanse stad of dorp te stemmen. Er wordt gezocht naar 20 steden met meer dan 50.000 inwoners en 2 gemeenten met minder dan 50.000 inwoners. Ik bezocht de website en besloot mee te stemmen.

Online Spaans leren met Duolingo is fun, gratis en effectief. De combinatie Spaans en website is echter geen gelukkige; ik schreef het al zó vaak. Ik weet niet waarom veel Spaanse sites zo slecht in elkaar steken... Voordat je je stem voor Monopoly kunt uitbrengen, moet je eerst langs een verificatieproces. Dat begrijp ik want bij dit soort verkiezingen wil je zeker weten dat het mensen van vlees en bloed zijn die stemmen en geen robots. Maar moet het dan op zo’n krakkemikkige manier?! Voor acceptatie van jouw stem, moet je overeenkomsten aanvinken tussen een serie slechte foto’s met saaie onderwerpen als bussen en etalages. Hoe verzin je het!

Nou goed, ik stemde alsnog. Van onze eigen autonome regio Valencia scoorden de steden Alicante, Elda en Elche tot nu toe; alle drie zijn ze gelegen in onze provincie Alicante, alle drie steden vereerden we met een of meer bezoeken. Ook de door ons gewaardeerde steden Cartagena en Málaga liggen goed in de race. De hoogste scores zijn echter voor de kustplaats San Fernando (Cádiz) en Alcobendas, onder de rook van Madrid’s luchthaven Barajas. Die laatste keuze moet wel een afgesproken stemactie van lokale inwoners zijn, anders kan ik niet begrijpen waarom voor deze plek wordt gekozen. We hebben nog 49 stemdagen te gaan. Onze eigen woonplaats zal hoogstwaarschijnlijk niet winnen. Komt vast door die hijskraan.


vrijdag 26 januari 2018

Not all those who wander are lost


Eerder deze week las ik een artikel in de Britse krant The Guardian, getiteld Instagrammers are sucking the life and soul out of travel. Bij zo’n titel veer ik meteen op. De Instagrammability of a destination lijkt voor menige millennial -iemand van de huidige generatie- dé reden om op reis te gaan. Onderzoek door een Engelse verzekeraar onder 1.000 Britse volwassenen in de leeftijd van 18-33 jaar toonde aan dat 40.1% van de ondervraagden zich laat leiden door hoe Instagrammable’ hun vakantie zal zijn.

De auteur van dit artikel, Rhiannon Lucy Cosslett, reisde recent door Sri Lanka. Toeristen met een obsessie voor hun social media feeds verpestten daar haar vakantie. In de meeste tempels van dit boeddhistische land krijg je het verzoek niet met je rug naar beelden van de Boeddha te staan als je ermee op de foto wilt. Fotograferen mag maar niet met die pose; dat wordt door gelovigen als respectloos gezien. Desalniettemin zag de auteur het talloze jongeren doen om hun foto vervolgens op Instragram te zetten. Zij nam de trein van Ella naar Kandy -net als wij in 2016- die langs fraaie bergpassen, watervallen en theeplantages voert. Aan boord trof ze jongelui aan die zichzelf fotografeerden met hun blote voeten bungelend buiten de trein. Gevaarlijk en ongeïnteresseerd maar kennelijk trending op Instagram…

Sommige van die reizigers hebben een Travel Instagram-account en worden door reisorganisaties of dure merken betaald om naar verre oorden te reizen en daar opnamen te maken. In het onderhavige artikel las ik dat je al hotels hebt met zogenaamde Instagram butlers die je de meest pittoreske hoekjes en locaties toont voor je eigen fotoreportage. Het viel de auteur op dat veel Instagram-foto’s op elkaar lijken: dezelfde locatie, hetzelfde perspectief, dezelfde pose. Oersaai! Wat we met elkaar gemeen hebben, is dat we de wijde wereld intrekken en ervaringen opdoen. Daar houdt de overeenkomst op. In plaats van diversiteit zien we nu juist homogeniteit. “Social media encourages the memeification of human experience”, aldus Cosslett. Instagram werd er onlangs van beschuldigd misbruik te maken van de eeuwige, menselijke behoefte aan sociale acceptatie. Dat werd door het bedrijf in alle toonaarden ontkend.

Zelf zit ik om vele redenen niet op Instagram. Allereerst reis is liever zelf dan naar reisverslagen en -reportages van anderen te kijken; een enkeling daargelaten (zoals Frans Lanting, enkele van zijn National Geographic-collega’s en fotografen van Planet Earth II). Bovendien heb ik het als blogger al druk genoeg. Tenslotte voel ik totaal geen behoefte om mij vrijwillig te onderwerpen aan nog meer sociale regels. Ik ben de eerste om te bekennen dat ik zelf ook weleens onzalige dingen deed voor de perfecte foto of voor een unieke shot. Zo maakte ik er een van een Egyptische tombe in Luxor terwijl dat niet mocht waarna mijn gloednieuwe digitale camera ter plekke werd geconfisqueerd. Ik moest praten als Brugman om het destijds kostbare apparaat terug te krijgen. Dat overkomt mij niet meer. Dan maar geen Instar!

Een van de leuke aspecten van reizen is voor mij de mogelijkheid om nieuwe mensen te ontmoeten. Heel af en toe groeien onbekenden in korte tijd uit tot goede vrienden. Mijn liefje en ik ontmoetten de Nederlandse Bernadette in 2006 op Fraser Island (Queensland, Australië), het grootste zandeiland ter wereld. Ook haar is een flinke portie Wanderlust toe te schrijven. Die ontmoeting groeide uit tot een hechte vriendschap. Wij woonden toen al in Spanje. We zagen elkaar vervolgens in Nederland, Spanje en Bali. Het kwam met Bernadette zelfs tot gezamenlijke vakanties. In 2016 vierden we het eerste decennium van onze vriendschap Down Under.

In 2015 ontmoetten we de Chilenen Luz-Maria en Eugenio tijdens een cruise langs de Galapagos-eilanden. Sindsdien ontmoetten we elkaar eenmaal in Zuid-Spanje. Als alles volgens plan verloopt, keren mijn liefje en ik later dit jaar naar Chili terug. Een reis naar Chileens Patagonië staat namelijk op ons reisprogramma. In 2018 is het 200 jaar geleden dat Chili onafhankelijk werd van Spanje en dat wordt daar gevierd. Chili is Lonely Planet's toplocatie om dit jaar te bezoeken maar daar kregen we het idee niet van. Een bezoek aan de hoofdstad Santiago (hun woonplaats) is dan een logische stap. We wensten elkaar via Whatsapp alle goeds voor 2018 toe. 

Iets dergelijks gebeurde weer tijdens ons recente bezoek aan Bali. We ontmoetten de Australiërs Clem & Jo in ons resort in het Hoge Noorden en raakten met hen aan de praat. We werden uitgenodigd om te komen logeren in hun big, big house in een buitenwijk van Perth. (We bezochten West-Australië reeds in 2006 en 2014 maar vanwege de grote aantrekkingskracht van deze regio blijft deze bestemming op onze bucketlist staan.)
Zij vertrokken enkele dagen eerder naar het zuiden van Bali dan wij. In de week van ons vertrek spraken we daar met hen af om te gaan eten bij ons favoriete restaurant Fat Chow. Die keuze was een schot in de roos. Zij at de favoriet van mijn liefje: een broodje pulled pork op zijn Aziatisch, hij bestelde mijn favoriet: Indonesische laksa. We genoten van het eten en ook dat schept een band. Inmiddels maakte Clem uit eigener beweging een Whatsapp-account aan en stuurde ons vorige week hun eerste bericht. Wij feliciteerden hen vandaag met Australia Day, de nationale feestdag die tevens het einde van de zomervakantie inluidt. Zij zijn onze Aussies of the Month! Ze brengen de dag door aan het strand, met kinderen en kleinkinderen. Toepasselijk!

Soms kruist jouw pad dat van een ander en ontstaat er iets dat goed voelt en beklijft. Daaruit komen mooie dingen voort en dat maakt reizen verslavend.

dinsdag 23 januari 2018

Zon, zee, strand in januari


De ene gast was nog niet vertrokken of de volgende meldde zich aan. Onze vriendinnen Rose-Marie en Ingrid keerden terug naar hun Zwitserse honk. Wij lunchten afgelopen zondag met Karel en Milou, de ouders van onze vriendin Joan die hier voor het derde, achtereenvolgende jaar komen overwinteren. Zij verblijven in de urbanisatie waar mijn liefje en ik voorheen woonden, in eenzelfde appartement aan de golfbaan als waarin wij jarenlang verbleven. Zij hebben het daar zeer naar hun zin en vroegen ons of we ons oude stekkie misten. Ons antwoord was een eenduidig Nee”. Of ik dan nog iets van die vroegere woonomgeving miste? “Jawel, het vergezicht”.  We keken uit over een golfbaan en een natuurpark, met zicht op de Middellandse Zee en de Mar Menor in de verte. Het is echter niet zo dat ik nu onder dat gemis gebukt ga.

De buitenthermometer op ons zonovergoten terras gaf in de loop van de middag 43 graden Celsius aan; de koperen ploert staat pal op de gevel. Het is nog maar een maand na de kortste dag maar de zon is al krachtig. Het is heerlijk om overdag weer in korte broek en slippers te kunnen lopen. Gisteravond bracht ik in bermuda door. Wij genieten volop van deze winter!

Mijn liefje en ik wandelden in de afgelopen dagen weer langs de duinen en over het strand. Tijdens een van die wandelingen trof ik een groot, dood dier aan op het zand. De scherpe tanden glinsterden in de zon. Het was een aal, dat was duidelijk. Het bleek te gaan om de moeraal of murene van de Middellandse Zee (Muraena helena). Een beet kan gevaarlijk zijn voor de mens vanwege het milde gif in het slijm van het dier maar die kans was nihil, al was het lijf van de vis nog niet helemaal stijf. In deze tijd van het jaar vissen mensen hier met dry suits aan, met harpoen in zee. Je ziet duikers of snorkelaars met een lekker hapje het water uit komen; vaak met inktvis. In Spanje heb je een vergunning nodig als je wilt harpoenvissen. Wellicht dat de aal door zo iemand was geschoten en op het droge neergelegd? Dat je vist voor een lunch-hapje kan ik bevatten maar een vis doden die jou waarschijnlijk niets doet, vind ik onnodig en jammer. De onderwaterfoto van de moeraal in betere tijden is van de hand van Steven van Tendeloo; met dank aan Wikipedia.

Qua vogels is hier thans niets opzienbarend te beleven. Ik moet nog weken wachten totdat de omgekeerde vogeltrek, van Afrika naar Noord-Europa, weer bijzondere beelden zal (kunnen) opleveren. Wel zag ik tijdens wandelingen mensen te water gaan. Mijn tenen kromden toen ik naar hen keek. Op het strand spraken we met Britse kennissen Pat & Sue die hier zeven maanden per jaar wonen. Zij zijn enorme beach bums en zwommen tot nu toe dagelijks in de Middellandse Zee. Zij vertelde mij dat de temperatuur van het zeewater thans ligt op 16 graden. In mijn lichaam huist nog  de 30 graden van Balinese wateren... Ik wacht nog een maand of drie voordat ik de eerste duik zal nemen. Wel ga ik, als mijn snotkop voorbij is, een bezoek brengen aan het overdekte zwembad in onze woonplaats. Eens kijken of ik daar wekelijks wil zwemmen.

We hadden in het afgelopen weekend ook contact met Elsa in Bali. Zij meldde ons dat de schoolleiding vroeg of het haar van de beide mannetjes kon worden geknipt. Ook in Bali is het programma van de luizenmoeder een sukses. Wij zijn de reden dat Yuda en Damai lang haar hebben, al vinden de jongens het zelf ook cool. Damai heeft het langste haar, hij draagt het met plezier in een staartje achterop zijn hoofd. Als papa Ketut hen met zijn tondeuse onder handen neemt, zien ze er daarna doorgaans uit als broertjes van de Noord-Koreaan Kim Jung-un. Nu we niet meer in hun omgeving zijn, kunnen ze doen en laten wat ze willen. We kregen een foto toegestuurd van na de kapbeurt. De mannetjes werden gefotografeerd in het plaatselijke zwembad. Ook hun levens gaan gewoon door. 

Het vertrek van Ketut lijkt nog niet aanstaande. Hij probeert al maandenlang weer aan boord van zijn cruiseschip te komen. Het probleem bleek te liggen bij een nieuwe lokale agent die zijn visum maar niet in orde bracht. Het laatste nieuws is dat de cruise-organisatie onlangs van agent wisselde. Wellicht dat zijn hele aanvraagprocedure opnieuw moet beginnen. Tja. Elk nadeel hep se voordeel: de kans is groot dat hij de verjaardag van zijn jongste zoon (februari) kan bijwonen. Diens goed gevulde verjaardagsdoos lieten wij met plezier achter.

Het best heeft vriendin Bernadette het thans voor elkaar. Zij is namelijk op vakantie in Mozambique (Zuid-Oost-Afrika). Op de avond van de westerstorm die het Vaderland teisterde, vloog zij zonder vertraging weg. De eerste dagen bracht zij in hoofdstad Maputo door. Daarna reisde ze in tien uur met een bont gezelschap in een kleine bus naar de plaats Tofo. Daar gaat ze binnenkort met walvishaaien zwemmen. De koraalriffen rondom deze kustplaats trekken een van de grootste populaties walvishaaien ter wereld aan. De beste tijd om deze giganten van de zee te zien is van november tot april dus ze koos haar reis goed. Ik was jaloers toen ze het mij vertelde maar een goede vriendin misgun ik niets. Snorkelen met deze grote vis staat al jarenlang op mijn wensenlijst. Ze appte dat ze mij, snorkelmaatje, zal missen tijdens dit avontuur. Dat is nog maar de vraag! De geopende mond van een walvishaai is zo groot dat we daar allebei overdwars in passen. De bus kan er waarschijnlijk ook nog bij. Als het een beetje meezit, is het dier zes à zeven keer groter dan zij. Oppassen voor die staart, Ber!


vrijdag 19 januari 2018

Goede ligging


De regelmatige lezer herinnert zich waarschijnlijk dat ons nieuwe huis deel uitmaakt van een twee-onder-een-kapconstructie. Britse buurvrouw Barbara woont permanent naast ons, onder dezelfde kap als wij. Sinds het begin van dit jaar hebben we ook buren aan de andere kant. Het betreft de Denen Jan en Bente die in Spanje reeds een vakantiehuis hadden maar wilden verhuizen vanwege geluidsoverlast van vooral Spaanse buren. Keer op keer wordt in officiële onderzoeken bevestigd dat Spanje een van de luidruchtigste landen van Europa is en dat Spanjaarden tot de luidste burgers ter wereld behoren. Zet vier Spanjaarden bij elkaar en het klinkt alsof je in een voetbalstadium zit…

Onze Scandinavische buren zijn rustige mensen. Bovendien komt Jan niet boven de scheidingswand uit dus dat is een goede zaak. Zijn echtgenote Bente zien we alleen als zij de hond uitlaat; dan loopt ze zachtjes langs. Gelukkig is hun viervoeter eveneens goed opgevoed: het dier blaft niet of nauwelijks en ook dat is een goede zaak. Wij streken hier vooral neer voor onze rust en dat willen we graag zo houden.

Zij keerden recent naar Denemarken terug en komen in mei weer naar Spanje. Ze gaan hun nieuwe huis semi-permanent bewonen zodra ze de pensioengerechtigde leeftijd bereiken; dat duurt nog een jaar of twee. Ze laten het een en ander aan hun huis verbouwen dus enige geluidsoverlast zullen wij wel krijgen; moet kunnen. Het eerste breekwerk hoorden we reeds. Zij verontschuldigden zich hiervoor reeds. Kortom: nette lui. De volgende keer zal ik hen eraan herinneren dat onze prinses Beatrix en King Willy niet voor niets zijn geridderd in de Deense Elefantens Orden!

De ligging van hun huis is net als onze ligging op het zuiden maar onze casita ligt op het zuid-oosten (met ochtendzon in huis) en dat van hen op het zuid-westen. Ons huis en complete terras liggen in de zon zodra die opkomt; dat was voor ons zoekcriterium nummer 1. Ons vorige appartement of de golfbaan had dezelfde ligging. Daar ontbeten we op een zonnig terras terwijl buren in een gespiegeld appartement van de middag- en ondergaande zon genoten. Onze huidige Deense buren moeten het eveneens van de middagzon hebben terwijl wij de hele dag zon behouden totdat die achter de huizen verdwijnt. De Spanjaarden in onze straat wonen massaal aan de overkant; die prefereren schaduwrijke terrassen.

Onze Zwitserse vriendinnen, die tijdens ons bezoek aan Bali in ons huis verbleven, kregen een zwak voor onze woonomgeving: de mooie stranden en duinen op loopafstand, het vlakke land, de wandelboulevard, frisse lucht, bomen, ruime opzet, restaurants, fietspaden, rust en netheid. Stuk voor stuk aspecten die mijn liefje en mij  aanspraken toen wij op huizenjacht gingen. Het spreekt ons nog steeds aan.

Deze week las ik een komisch boek over reizen, getiteld ‘Dave Barry’s Only Travel Guide You’ll Ever Need’ van de Amerikaanse schrijver, columnist en Pulitzer Prize-winnaar Dave Barry. Over Zwitserland schrijft hij het volgende: “Switzerland has an extremely strict Neatness Code. If you appear in public with your hair mussed up, or armpit stains in your shirt, the famous Swiss Neatness Police will suck you up with a giant vacuum cleaner and put you in a jail cell infested with sanitary laboratory rats. You would probably rot in there but Switzerland doesn’t even permit bacteria.” Netheid is inderdaad een ding voor Zwitserse personen. Overigens krijgen Nederland (“Holland, also known as The Hinterlands”) en Spanje (“Closed: Weekdays”) er ook van langs in Barry’s boek.

Mijn liefje en mij bevalt hier vooral de rust. Ter illustratie strekte ik mij uit op een brede doorgaande weg… Rose-Marie vond dat maar onverantwoord gedrag. Toen we in de verte eindelijk een auto ontwaarden, ging zij beschermend vóór mij op straat staan. No pasa nada, RM. Niks aan de hand. Het is hier niet alleen heel rustig, men is ook netjes: er wordt gestopt voor een gevallen vrouw.

Ik heb er een handje van om op de weg te gaan liggen om mijn punt van rust of zelfs uitgestorvenheid te maken. Dat deed ik ook toen mijn liefje en ik met Bernadette in een kampeerwagen door Tasmanië reisden, twee jaar geleden. Beauty Point heette het dorp met 1.153 inwoners. Het ligt aan de noordoever van de Tamar-rivier, te midden van velden vol schapen, koeien en wijnranken. We wandelden van de camping naar de Riviera Beach Bar & Bistro om oesters en vis te eten toen ik mijn neiging voelde opborrelen. 

Ook in onze woonwijk aan zee wordt weer gebouwd. De dames keken in de afgelopen weken dan ook met belangstelling naar bouwprojecten in de directe omgeving. In de meeste gevallen betreft het moderne vakantievilla’s met zwembad. De Spaanse bouwsector schakelde na de financiële crisis over op een andere bouwstijl en dat is  wat je hier nu ziet verrijzen: strakke blokkendozen. Die nieuwbouwvilla’s vallen in de prijsklassen €500.000 - €2 miljoen.

Wij legden hen uit dat zuid-oostelijke ligging van een huis voor hen de beste oriëntatie is. Zij overwegen vooral de sombere, natte en koude winter in Zwitserland te ontvluchten dus tijdens een Spaanse winter wil je elk zonnestraaltje pakken en zo lang mogelijk vasthouden. Daar zoeken ze dan ook. Er is echter veel meer om rekening mee te houden, onder andere lege belendende grondstukken. Wat wordt daar gebouwd in de toekomst? Een bezoek aan het gemeentehuis stond ook op het programma. Je kunt je bestemming niet weten als je het bestemmingsplan niet kent. Zeker in Spanje.

Rondlopend op bouwplaatsen, constateerden we dat er dicht op elkaar wordt gebouwd. Positief is echter dat er tegenwoordig veel betere isolatie wordt toegepast. De meeste nieuwe bouwprojecten gebruiken mooie materialen waarmee smaakvol en luxueus wordt gebouwd. Het kwam reeds tot bezichtigingen (zelfs met een makelaar die Casanova heet!) maar niet tot aankoop. De dames keren morgen naar Zwitserland terug. Ze zullen het prachtige weer in dit deel van Spanje gaan missen. Zondag wordt het hier 25 graden Celsius. In Zurich worden ze verwelkomd door 1°C en sneeuw.


dinsdag 16 januari 2018

Een Dag van Niets


Of het nu kwam door de lange vliegreis terug naar huis, door het recente contact met snipverkouden vrienden of doordat het Blue Monday was, maar de eerste dag van deze week was voor mij niet om over naar huis te schrijven. Het was hier een uiterst druilerige dag, zelf was ik hangerig, had een wattenhoofd en snot in (en uit) alle holten.

Liggend in bed, leek het alsof ik overliep van snot en slijm of in ademnood was. De godganse nacht klonk ik volgens mijn liefje als 1) een pseudoreutelend type, 2) een bronstig hert 3) een vastlopende naaimachine. Een mens produceert gemiddeld een à anderhalve liter snot per dag maar ik ben thans in overproductie. Als ik overwacht heftig nies, zit het gehele scherm van mijn reader of mijn laptop onder… Van de jetlag heb ik minder last dan van het huidige fysieke gedoe.

Op de heenreis naar Bali overkwam mij ook al zoiets. Tijdens de eerste dagen was ik eveneens hangerig en had ik een sluimerende keelpijn. Die zette echter niet door, (mede) dankzij een serie paracetamols. Voor de tweede keer slap en mies zijn in een maand tijd duidt op weinig weerstand. En dat terwijl ik een heuse Tridatu-armband  van Bali draag. We kochten het kleinood daar voor een goed doel. Het bestaat uit een  gevlochten, driekleurig bandje (rood-wit-zwart). Rood staat voor creativiteit en moed, zwart symboliseert kracht en wit staat voor spiritualiteit en goedheid. De drie draden vertegenwoordigen de drie belangrijkste Hindoe-goden: Brahma, Shiva en Vishnu èn de elementen lucht (Brahma), vuur (Shiva) en water (Vishnu). De armband moet rechts worden gedragen voor het beste resultaat. Volgens de beschrijving beschermt het de drager tegen alle ongerechtigheid en kwade geesten. Ik draag die van mij al weken... Tja. Alweer een illusie armer!

Het overkomt de besten. Op Yuda’s eerste schooldag van 2018 was hij uit de klas naar het kantoor van het schoolhoofd overgebracht; hij had koorts. Voor de goede orde: ook hij droeg een Tridatu-armband. Tijdens de pauze kwam zijn broertje Damai hem een slokje water brengen; zo zoet. Papa Ketut haalde zijn oudste zoon vroegtijdig op en bracht hem naar huis. Zijn onwelzijn was gelukkig van korte duur, de volgende dag voelde hij zich tip-top en was hij weer de oude.

Sinds begin vorig jaar is er in Indonesië sprake van een uitbraak van difterie. Begin december 2017 meldde het Ministerie van Gezondheidszorg dat er dat jaar 32 doden vielen (vooral kinderen); dat las ik in de Jakarta Post. Vorig jaar werden in de Indonesische archipel 591 gevallen van difterie gemeld, 40% meer dan in 2016. Dat is zorgwekkend. Geen van de slachtoffers was tegen de ziekte ingeënt. De WereldGezondheidsorganiatie (WHO) meldde in 2016 7.000 gevallen wereldwijd. Ter vergelijking: in 1980 waren dat er nog 100.000.

Difterie is een bacteriële infectie die via intermenselijk contact en zelfs via de lucht kan worden overgedragen. Het gaat om een ernstige vorm van keelontsteking die tot verstikking kan leiden en het hart en zenuwstelsel kan aantasten. Tot na de Tweede Wereldoorlog kregen in Nederland elk jaar gemiddeld 3.000 mensen difterie, met uitschieters tot enkele tienduizenden doden in beide wereldoorlogen. 5 à 10% van de patiënten ging dood, bij de overige patiënten duurde het herstel lang en soms was er blijvende schade. Sinds de start van de grootschalige vaccinaties in de jaren '50 van de vorige eeuw verdween de ziekte in het Vaderland bijna geheel.

In de Indonesische archipel stak difterie recent dus weer de kop op. Tot nu toe waaide het niet over naar Bali maar dat is wellicht een kwestie van tijd. Rond de feestdagen was het aantal binnenlandse toeristen, onder andere uit Jakarta en omstreken, massaal. 

Mijn liefje en ik werden als kind beiden gevaccineerd maar die vaccinaties beschermen je niet je gehele leven. Voor extra bescherming in verre oorden zou je een herhalingsvaccin moeten krijgen. In Jakarta en twee belendende provincies begint men morgen met een grootschalige vaccinatiecampagne. Onze Balinese ventjes zijn gezond en dat is een groot goed. Als een van hen echter iets serieus onder de leden zou hebben dat zich via de lucht zou kunnen verspreiden, zouden mijn liefje en ik er niet tegen bestand zijn. We knuffelden immers dagelijks met elkaar, zij op de bekende Balinese manier: met hun neus tegen onze wang gedrukt, wij op de onze.

Als reislustig type denk ik zeker na over de gezondheidsrisico’s die we tijdens een verre reis naar exotische oorden lopen. Het weerhoudt mij er echter niet van telkens de stoute schoenen aan te trekken. Van deze difterie-uitbraak was ik niet eens op de hoogte. Als wij naar oorden zouden reizen met vooraf bekende gezondheidsrisico’s, zouden we tijdig maatregelen nemen. Of we laten ze opzettelijk links liggen. Mijn liefje werd in de loop van de tijd stricter in haar principes. Ze weigert nog naar plekken te reizen die tè risicovol of tè onderontwikkeld zijn.

En als klap op de -natte- vuurpijl is het vandaag ook nog Nothing Day, een Dag Van Niets. Deze dag wordt sinds 1973 herdacht. De Amerikaanse columnist en ironicus Harrold Coffin (je zult maar zo’n achternaam hebben!) bedacht het, als tegenhanger voor alle zinloze herdenkingsdagen die er al waren in de wereld. Hij zette destijds de Nothing Organisation op die tot op heden nooit één officiële bijeenkomst hield. Coffin overleed in 1981. Vandaag vieren wij dus niets. Ik denk dat het weer en dagje binnenblijven wordt, wachtend tot de snotstorm voorbij is.


vrijdag 12 januari 2018

Happy landing

Illustratie: Flightaware
We keerden veilig terug op het Spaanse honk. Vanmorgen vroeg zat ik om 4 uur in de zitkamer, mijn liefje stond een kwartiertje eerder op. We waren allebei vrolijk want we hadden een heel goede nachtrust. Na acht uur slapen als een roosje kan ik er niet mee zitten; jetlag is nu eenmaal aan de orde als je een aantal tijdzones in één keer overbrugt.

Toen we woensdagmiddag op vliegveld Denpasar incheckten, vroegen we aan de baliemedewerkster of ze een aantekening zag in het systeem in verband met ons verzoek tot zitplaatsen op een Exit-rij. Bij de vliegmaatschappij waarmee we vlogen kun je geen stoel reserveren op die rij want ze willen je eerst zien voordat ze dat toezeggen. Op die plek moet je namelijk assisteren bij een eventuele evacuatie dus je moet in orde zijn. (Mijn heupprothese en de tennisarm van mijn liefje vielen haar niet op.)

Ze luisterde aandachtig, lachte vriendelijk, keek in het systeem en telde vervolgens op haar vingers. Dat herkende ik want ik zag het onze Balinese jongetjes wekenlang doen tijdens de dart-competitie (met klittenbandballetjes) die we daar deden. Yuda moest dagelijks de score berekenen, Damai vindt rekensommen maken op zijn niveau (eerste klas lagere school) sowieso leuk.
Daarna zette de baliemedewerkster iets op papier en riep een oudere collega bij zich. Vervolgens ving ik “lima puluh tujuh” op… Dat moest op mijn leeftijd slaan. En ja hoor, die van mijn liefje werd daarna ook genoemd. Zouden ze ons te oud vinden? Leeftijddiscriminatie! De collega vroeg haar vervolgens of wij “bahasa inggrisnya” spraken. Natuurlijk spreken wij Engels maar dat wist de jongedame nog niet want we hadden tot dan toe alleen Indonesisch met haar gesproken. Dus, wijsneus als ik kan zijn, gaf ik het antwoord maar alvast. En ook dat wij op de heenreis ook op die rij hadden gezeten.

We kregen ook nu de gewenste stoelen en konden de benen languit leggen en opstaan zonder iemand te hinderen, wanneer wij dat wilden. We gingen met een half uur vertraging weg. Toen ik op het scherm naar de vliegroute keek, zag ik een heel ongebruikelijk pad. Het vliegtuig vloog niet over Bali naar het noorden maar ging onder het eiland langs richting Java. Dat had waarschijnlijk te maken met gunung Agung, de vulkaan die nog steeds actief is. Het vliegtuig bleef echter in een zig-zag-beweging onder de provincie door vliegen. Vervolgens vlogen we tevens onder Java en Sumatra door. Op enig moment boog het vliegtuig op het scherm linksaf en ging nóg zuidelijker vliegen. Huh?! Wat was hier aan de hand? Het duurde eindeloos lang voordat het lampje van stoelriemen los oplichtte dus ik kon het ook niet vragen aan cabinepersoneel.

Even kwam de herinnering aan vlucht MH370 in mij op… Dat vliegtuig van Malaysia Airlines, op weg naar Peking, vloog in 2014 vanuit Kuala Lumpur in een nooit opgehelderde richting om nooit meer te worden gezien. Men zocht destijds voor de westkust van Australië -waar wij op dat moment vakantie hielden- maar vond niet. Wel trof men later brokstukken aan langs de kusten van Madagaskar, Mauritius, Mozambique en Tanzania. Dat spooktoestel houdt mij tot op de dag van vandaag bezig. Ik las afgelopen week dat een Amerikaans bedrijf met hun off-shore bevoorradingsschip Seabed Constructorde zoektocht, die vorig jaar eindigde, gaat heropenen en dat is goed nieuws voor familieleden van de ruim 300 passagiers. Als het schip binnen 90 dagen de zwarte dozen of de body van het vliegtuig vindt, ontvangt het USD$90 miljoen beloning; de zoektocht wordt op 17 januari aanstaande hervat.

Zo fout liep het voor ons niet af gelukkig. We gingen pas noordwaarts ter hoogte van de Nicobar-eilanden; dat was ruim een uur na vertrek. Toen we als passagiers weer vrij mochten rondlopen, vroeg ik een purser aan de piloot te vragen waarom we deze route aflegden. Het antwoord was zoals vermoed: vanwege de actieve vulkanen Agung (Bali) en Sinabung (Sumatra).

Geloof het of niet maar op de dag na ons vertrek barstte Agung weer uit. Een 2.500 meter hoge wolk van rook en as schoot het luchtruim in. Vulkaan Sinabung op West-Sumatra barstte uit op 10 (onze vertrekdag) en 11 januari en tevens vandaag. Op de site Flightaware’ is te zien dat vliegtuigen vanuit Denpasar nu tussen Bali en Java naar het noorden vliegen. Men neemt geen risico’s en dat is te waarderen. Een berichtje vanuit de cockpit had de spanning, die op dat moment voelbaar was in de cabine, echter kunnen voorkomen. Dat gaat mijn liefje wel aangeven. Op Tripadvisor kun je als reiziger namelijk sinds kort ook vluchten beoordelen.

Het waren rustige vluchten. Uiteindelijk kwamen we 20 minuten voor de verwachte tijd aan op vliegveld Alicante. Vanuit de heldere lucht was de stad Valencia en de daarin gelegen Ciudad de las Artes y de las Ciencias, van een van mijn favoriete Spaanse architecten Santiago Calatrava, goed te zien. Mooi! (Met dank aan mijn liefje.) 

Thuiskomen in een überschoon huis met een heerlijk zon was dat ook. De Zwitserse meisjes hadden een vergelijkbare kleur als wij. Zij genoten hier in de afgelopen weken met volle teugen van het prachtige Spaanse weer, ons huis en de woonomgeving. Zij verhuisden inmiddels naar een hotel in de omgeving. Vanmorgen kon ik niet bloggen omdat de Fall Creators Update van Windows 10 mij daarvan weerhield. Dat duurde eindeloos. Hoop niet dat er iets valt... (het is toch al winter?!) Tja. Vandaag waste mijn liefje alle kleding en deden we samen boodschappen, vanavond gaan we een hapje eten met vier Nederlandse vrienden (die volgende week weer huiswaarts keren). Morgen gaat Ingrid in mijn’ keuken risotto met zelf geplukte champignons voor ons bereiden. Happy landing!


woensdag 10 januari 2018

Reis ver

Mensjes in a bottle...
Mijn liefje en ik vliegen later vandaag terug naar Spanje. De tijd vloog om, Bali is nog steeds veilig. Het is lang geleden dat we ons beperkten tot slechts één maand overwinteren in tropische oorden. Er gebeurde tijdens dit verblijf in Bali veel om lang te herinneren. De mannetjes waren op hun leukst, het weer was geweldig, het Eiland van de Goden toonde zich van zijn beste kant, we hadden het samen fijn. Toch hebben we zin om huiswaarts te keren. Ons thuis en de woonwijk lonken, vrienden uit Nederland druppelen weer binnen, de kortste dag ligt alweer ruim achter ons.

De weervrouwen uit Zwitserland die thans in onze casita verblijven, meldden dat het weer momenteel frisser is dan in voorgaande weken en dat we forse tegenwind zullen krijgen bij de landing op luchthaven Alicante. Zover is het echter nog lang niet; we hebben nog een lange reis voor de boeg. Onze reistassen werden ontdaan van kinderkado’s en de verjaardagsdoos voor Damai en daarna voor eigen gebruik een beetje bijgevuld in lokale winkels. Desalniettemin komen we kilo’s lichter aan (al geldt dat niet per se voor muzelluf…). Tja. 

Hoe het ook zij: reizen is en blijft verslavend.






Reis ver

Droom een boot in de zon,
geef hem zeilen en wind.
Kus een droevige mond,
heel zacht, voor de dag begint.

Bewaar een steen in je tas,
uit het land waar je sliep,
waar je wonden op liep,
waar het koninkrijk verging.

Haal de parels uit de zee, geef ze weg.
Vecht met alles wat je hebt, verlies het goed.
Wacht dan tot het lichter wordt.
Je hebt de tijd.

Reis ver, drink wijn, denk na,
Lach hard, duik diep, kom terug.

Spinvis/Erik de Jong (1961)


Mijn volgende blog komt weer vanaf het Spaanse honk, leo dovente!







dinsdag 9 januari 2018

Mooie reisdag


Ketut reeds ons gisteren met eigen auto en vrouw naar het zuiden. Elsa besloot een dagje vrij te nemen en met ons mee op pad te gaan. We hadden namelijk een interessante route voor ogen. Toen ze ons en onze tamelijk lege reistassen (zonder kado’s voor kleine Balinese mannen) ophaalden, kregen we een brief overhandigd van Yuda. Het afscheid de dag en avond ervoor verliep zonder drama, al hing er continu een tjikjak met kleefpootjes om mijn hals en om die van mijn liefje. In die brief legde hij ons onder andere uit waarom hij niet had gehuild. Hij was nu inmiddels toch a big boy”… Een leuke tekening van een knipogend kereltje completeerde zijn afscheidsbrief. We koesteren zo’n teken van liefde, die volledig wederzijds is. Van Damai kregen we op onze laatste gezamenlijke dag een fraaie tekening. Ze zijn beiden zo creatief! De Balinese wand in ons huis krijgt in de komende weken uitbreiding.

Ketut voerde ons langs een nieuwe route naar het zuiden. We reden de heuvels van Lovina in en passeerden zijn ouderlijk huis (waar zijn moeder de was stond te doen). We hebben geen warme band met zijn ouders, door hun toedoen ging er tot dusver nogal wat mis in het leven van Elsa en Ketut. Desalniettemin is hij een liefhebbende zoon die zijn -hebberige- ouders en broers niets kan weigeren. Ketut werd onlangs verleid tot de aankoop van een flinke lap grond in die omgeving, zijn geboortegrond. Wij waren niet geporteerd van die actie en de daarmee samenhangende investering, al moet ik bekennen dat het een prachtig gebied is.

Zelf zou ik er echter niet dood willen worden gevonden. Het is weg van alles en iedereen, je stapt wat mij betreft terug in de tijd. Voor zijn zonen vind ik het een nog grotere stap achteruit. Geen vriendjes, ver van de school, winkels en vertier. Het terrein is leuk voor een weekendje kamperen maar niet om er op termijn te gaan wonen. Dat schijnt ook niet zijn bedoeling te zijn van het stel; Ketut noemde het een investering. Ze verkopen het door met winst zodra ze kunnen. Als manlief iets wil (en zijn familie daarenboven ook) kan Elsa weinig inbrengen. Zo zit het nu eenmaal in Bali. Vrouwen houden de maatschappij weliswaar draaiend maar mannen beslissen.  De grond is aangekocht, het eigendomsbewijs komt op Elsa’s naam, Ketut zegt spijt te hebben van zijn aankoop na een gesprek met ons dus we gaan we volgen wat ermee gebeurt. We hebben af en toe wat te stellen met die twee!

Toen we met de hele familie onlangs naar het museum van Geopark Batur gingen, stond daar een sarcofaag die archeologen in dat gebied aantroffen. Ketuts geboortegrond ligt op een plek die met ‘Bali aga’ wordt aangeduid, grond waar de oorspronkelijke Balinees vandaan komt (in dit geval regio Karangasem). We reden langs een terrein met cacaobomen waar nog meer van die tombes liggen, al zijn ze intussen leeg. Het beeld was de glibber- en klauterpartij zeker waard. Aan de ene kant hadden we zicht op bergen, laaghangende wolken en valleien boordevol kruidnagelbomen, de andere kant opkijkend zagen we de kustlijn en de Bali-zee. Ketut vertelde dat één kruidnagelboom in een goed jaar 50 à 60 kilo kruidnagels oplevert. Op de lokale markt brengt 1 kilo van die welriekende specerij circa 100.000 roepiah op (ruim €6). Lucratief. Op hun onlangs aangekochte landgoed (9 are) blijken uitsluitend oude mangobomen te staan. Ook dat doet klaarblijkelijk goede zaken; mango’s brengen hier eveneens goed geld op. Als ze officieel eigenaar van de grond zijn, willen ze hun bomen per stuk of per aantal per seizoen gaan verhuren aan fruitverkopers.

We zetten onze reis voort naar Jati Luwih, een vallei van ruim 33km2 met sawahs in de regio Tabanan die in 2012 UNESCO-werelderfgoed werd. Deze locatie stond al jaren op mijn wensenlijst. Het gebied ligt op ruim 1.000 meter hoogte en heeft een gemiddelde temperatuur van 19 graden Celsius. Dat konden we goed gebruiken op een dag als deze. Dewi Sri, de Godin van de Rijst, verwelkomde ons met uitstekend weer: zon met af en toe een wolkje voor de fotograaf. Zover het oog reikt, zie je namelijk terrassen met rijst in diverse groeistadia. Subak is een eeuwenoud (9e eeuw), beproefd en zeer ingenieus irrigatiesysteem dat daar wordt toegepast, gebaseerd op de filosofie van Tri Hata Karana: harmonie tussen de leden van de subak, tussen de natuur en de subak en tussen hen en hun goden. Elk (deel)terras ontvangt water zodat elke rijstkorrel (ook rode rijst) goed kan groeien. Het gebied wordt bewerkt door personen, behorend tot zeven subak-groepen; met elkaar ruim 400 personen. Een mooi gezicht.

Daarna gingen we op weg naar de stad. Jarenlang kwamen we met plezier bij restaurant Warisan, in de wijk Kerobokan. Mijn liefje stelde voor dat we er weer eens naartoe gingen. Het heeft een rustige binnenplaats, veel kunst aan de muur en je kunt er lekker eten en drinken. Elsa en Ketut waren de enigen die lekker aten, al kreeg Ketut niet wat hij bestelde en was Elsa’s ingelegde eitje te zuur. Zelf koos ik voor een frisse sla met appel, blauwe kaas, rucola, dressing en vogelzaad. Die bleek niet beschikbaar te zijn. Ik koos opnieuw; nu voor St. Jakobsschelpen met julienne-groenten, in een mooie bouillon. De (twee) ieniemienie scallops waren rubberballetjes dus die stuurde ik zonder te blozen terug naar de keuken – Azië of niet. Mijn derde keuze was een laksa met garnalen; de soep was goed gevuld maar de garnalen was te ver gegaard en de curry was te waterig. Jammer. Heel erg jammer. De restaurantmanager gaf ons ongevraagd een fikse korting op de rekening. Van hem vernamen we dat het geen Warisan meer is. Het restaurant (nu ‘Heritage Wine and Beer Garden’ geheten) veranderde van eigenaar en ook de keukenbrigade is nieuw. Niet voor herhaling vatbaar, wat mij betreft.

Nusa Dua werd niet onze eindbestemming, we keerden terug naar Kuta. Wel probeerden we een nieuw hotel uit (Amnaya), in een bekende wijk, niet ver van strand en leuke winkelstraten. Dat hotel beviel erg goed: veel kunst aan de muren en in de open ruimten, een rustige en ruime kamer, uitgebreid en zeer verzorgd ontbijt (geen buffet), gratis massage en gratis high-tea met Balinese lekkernijen in de middag. Een fraaie zonsondergang op Kuta Beach was de kers op de taart van een mooie reisdag. 


zondag 7 januari 2018

Don’t stop when you’re tired


Vanmiddag hebben we hier de laatste familiedag die begint met een zwempartij en eindigt met een gezamenlijke avondmaaltijd. Sinds de beide mannetjes lid zijn van een zwemclub, is er minder tijd over om samen te zijn maar het is nog steeds ruim voldoende, wat ons betreft.

Wij, voormalige zwemjuffen en verwoede zwemmers, leerden Yuda en Damai zwemmen. Een vonk sloeg over: ook zij werden waterratten. Ze zwemmen thans vijf dagen per week, op sommige dagen zelfs tweemaal (voor en na school). Als wij in Bali zijn, zwemmen ze op hun vrije dagen ook nog eens in het resort alhier. Dat vele gezwem leidde ertoe dat Yuda roodbruin haar kreeg en je op het gezicht van Damai een afdruk van zijn zwembrilletje ziet. Yuda’s huid kleurde chocoladebruin (puur, welteverstaan) en zijn schouders breidden uit. De mannen zijn beiden tevens zeer begaan met hun beginnende six packs.

De eerste keer dat we meegingen naar hun zwemclub in Singaraja werd geen succes. Op weg naar het bad kwam de regen met bakken uit de hemel. Sommige straten kwamen tot kniehoogte onder water te staan. Ze zwemmen op drie locaties: in een buitenbad van PDAM (de Indonesische Waterleidingmaatschappij), in een binnenbad van een hotel en in een groot Olympisch bad dat voor officiële wedstrijden wordt gebruikt.

Alhoewel de ouders van alle clubleden een soort groepsapp hebben, werkte hun systeem niet. Wij stonden aan de rand van het bad met nog één ouder; zelfs de trainer ontbrak. Dat had veel weg van het Tsunami Early Warning System van Indonesië… Na een zeebeving die een verwoestende tsunami tot gevolg had in december 2004 investeerden Australië, Amerika en Duitsland in de ontwikkeling van een waarschuwingssysteem voor de Indonesische archipel. Deze week las ik in de Jakarta Post dat het systeem van vroegtijdige waarschuwing (via drijvende boeien en sensoren op de zeebodem) niet werkt. Beter gezegd: de verantwoordelijke minister gaf toe dat het systeem al sinds 2012 niet meer functioneert. De belangrijkste reden is falend onderhoud. Dat heb ik hier al zó vaak gelezen, gezien en gehoord! Naar schatting kwamen destijds meer dan 200.000 Indonesiërs om, vooral op Atjeh en Sumatra. Zo’n systeem is van levensbelang voor een natie, bestaande uit ruim 17.500 eilanden. Onbegrijpelijk dat men er zo laks mee omgaat.


De tweede poging om de mannetjes tijdens hun zwemtraining te zien, verliep beter; het bleef die hele dag droog en een grote groep kinderen was paraat. Yuda vertelde ons dat hij een beetje nerveus was vanwege onze aanwezigheid. Nergens voor nodig, knul! Wij zijn zijn grootste fans. We hadden hier trouwens ontzettend mooi weer voor de tijd van het jaar. Het aantal tropische regenbuien bleef beperkt tot twee. De dagen begonnen doorgaans met een strakblauwe lucht. Prachtig.

Elsa vertelde mij dat er wel vijf lokale zwemclubs zijn, eentje in samenwerking met de internationale school waarop Yuda en Damai zitten. Die club heet ‘The Dolphins’ en zou nogal elitair van aard zijn. Gezelligheid is niet toegestaan, het gaat uitsluitend om trainen, trainen, trainen. De club waarop ze wel zitten, doet heel gezellig aan maar ook daar wordt keihard getraind, zagen wij met eigen ogen. We schudden handen met hoofdtrainer Malik en zijn twee assistenten die de groep vervolgens aan een serie opwarmingsoefeningen zette. Toen gingen ze te water in het 25-meterbad. In deze club heb je zwemmers op drie niveaus: Senioren (middelbare scholieren), Ervaren zwemmers (Yuda’s groep) en Beginners (Damai’s groep). Elke groep trainde ruim twee en half uur. Heen en weer. Schoolslag, vlinderslag, borstcrawl, schoolslag, vlinderslag, crawl. Met en zonder hulpmiddelen. Onder het motto: ‘don’t stop when you’re tired, stop when you’re done’. Tijdens die uren werd slechts eenmaal pauze gehouden om water te drinken en even uit te rusten. We nemen onze pet diep af voor de beide zwemmers! Zwemmen in clubverband is karaktervormend en vereist veel  discipline, daar weten wij alles van.

Mijn liefje en ik vonden het iets te veel van het goede, vooral voor de beginnersgroep (kinderen van 6 à 7 jaar). Wat ons als ex-zwemjuffen ook opviel, was dat er te weinig aandacht was voor een foute beenslag die sommige zwemmers tentoonspreidde. Of voor verkeerd duiken vanaf het startblok. Enkele kinderen hadden een lelijke schaarbeweging die je vroegtijdig moet corrigeren voor het beste resultaat op langere termijn. Yuda werd op enig moment door de trainer uit bad getild en deed vervolgens 20 kniebuigingen op het droge. Toen ik hem later vroeg wat er aan de hand was, bleek dat hij straf kreeg omdat hij zijn benen niet krachtig genoeg sloot. Nou ja… die knul zwemt perfect. Hij was niet de enige die het overkwam en hij zat er klaarblijkelijk niet al te zeer mee. 's Avonds in het restaurant konden we de beide mannetjes opvegen. We gaan ze missen. Het goede nieuws is dat zij niet zullen stoppen met zwemmen.


vrijdag 5 januari 2018

You make me so happy

Nu

Dit zijn onze laatste dagen samen met de Balinese mannetjes. Zij weten dat inmiddels ook. Vroeger konden we er vandoor gaan zonder afscheid te nemen, ter voorkoming van een boel drama. Ze zijn nu op een leeftijd dat ze begrijpen dat er een tijd is van komen en een tijd van gaan. Het is niet voor de goden van dit eiland voor wie we telkens terugkeren, evenmin voor cultuur, natuur en eten. (Dat het in de tropen ligt, werkt wel  mee…) Wij komen om tijd met Yuda en Damai door te brengen. Heel eerlijk gezegd komen we ook niet voor hun ouders, al zijn we blij dat ze er zijn.

Elsa & Ketut doen niet altijd alles goed in onze ogen maar het zijn liefdevolle, toegewijde ouders. Dat staat als een paal boven water. En qua karakters: wat de een teveel heeft, heeft de ander te weinig; en andersom. (Ik houd het opzettelijk vaag.) Ze zetten hun boys bij tijd en wijle in om iets bij ons gedaan te krijgen; daarvan zijn we ons bewust. We laten dat gebeuren tot waar het niet meer werkt voor ons. Soms geven we ze westerse adviezen maar die vallen niet altijd in vruchtbare aarde. Zij komen uit zo’n andere cultuur, uit zo’n andere wereld dan wij. We spraken geregeld over het belang van sparen, over je geld verstandig uitgeven, over investeren nadat je hebt gespaard, over prioriteiten stellen en eerlijk zijn. Dat zijn onze waarden en normen, niet per se die van hen. Hier leeft men bij de dag en als je nu iets kunt binnen hengelen, moet je dat niet uitstellen tot morgen.

We kwamen tien jaar achtereen naar Bali maar dat maakt ons nog geen kenners van het eiland. De jaren dat we hier zelf woonden, waren wel uiterst leerzaam. We weten van dichtbij hoe mis het kan gaan in een Balinees leven. Het intensieve contact met Elsa en Ketut opende onze ogen voor de onderlinge jaloezie tussen Balinezen, de hardheid in de omgang met elkaar, de corruptie die in het DNA van menigeen lijkt te zitten... Dat zie je niet als toerist (en dat is maar goed ook). Wij weten van de armoede, van de overvolle kindertehuizen, van kinderprostitutie, kindermisbruik en -mishandeling, van schaamte om een gehandicapt kind.

Mijn liefje en ik wensen één ding uit de grond van onze harten: dat de zonen van Elsa & Ketut een beter leven krijgen dan hun ouders en grootouders. Dat doel hebben wij allen voor ogen dus dat moet (kunnen) lukken. Soms hangt geluk echter aan een zijden draadje. Ze werden al eens uit hun huis gezet vanwege achterstallige betaling aan een lokale bank die meer weghad van een mensetende haai! We vertellen hen bij toerbeurt dat ze blij moeten zijn met wat ze nu hebben: een huis op eigen grond, een auto, een baan, elke dag goed eten. Dat behouden is in Bali al een ware kunst. Waarom meer? Dat is ook iets dat soms tegen dovemansoren wordt gezegd. We begrijpen hun drang naar vooruitgang en geld maar houden af en toe ons hart vast. Voor ons begint een beter leven met goede educatie dus onze aandacht en steun richt zich vooral daarop.

Wat de mannetjes zeker weten, is dat hun ouders van hen houden en dat wij, hun witte surrogaat-oma’s, ook zielsveel om hen geven. Wat ze ook weten, is dat we ze vaak verwennen. (En soms gedragen zij zich ernaar…) Als ze komen spelen en zwemmen, eten we altijd met elkaar. Ik weet niet zeker of ze thuis dagelijks proteïne eten maar als zij met ons aan tafel gaan, wordt er altijd vlees gekozen. Yuda’s hit van dit jaar werd ‘Chicken Carbon Blue’. Ik proestte het uit toen ik hem het gerecht voor de eerste keer hoorde bestellen. De gepaneerde kipfilet met daartussen gesmolten kaas & ham veroverde zijn smaakpapillen in één beet. Op het menu van Warung Ayu staat het gerecht verkeerd gespeld (cordon blue) maar híj maakte er een potje van. Ik kan dat gerecht nooit meer zien zonder aan die verspreking te denken.

Zijn broertje Damai kan er ook wat van. De familie ging tijdens de afgelopen feestdagen een dagje met een van de grootmoeders en een tante op bezoek bij Elsa’s jongere zus, die sinds enige tijd een nieuw huis in de heuvels bewoont met echtgenoot en dochter. Zij wonen op circa anderhalf uur brommer rijden van hier. Waarschijnlijk at Damai daar iets wat niet goed viel want hij kreeg accuut last van zijn ingewanden. Hij moest zelfs de bosjes in duiken. Kasian. Op onze vraag naar de oorzaak van het probleem, antwoordde hij ‘Ayam Knalpot’. (Het woord voor uitlaat in Bahasa Indonesia; ik hoef je niet te vertellen welke nationaliteit dat woord hier introduceerde...) Ook deze uitdrukking zal voor het nageslacht worden behouden. Het zijn twee grappige kereltjes.

Tijdens dit verblijf bleven mijn liefje en ik gelukkig klachtenvrij (los van de gebruikelijke pijntjes). Deze potjes knalden niet! In het resort kwamen we drie zieke Westerlingen tegen met ernstige darmklachten, die zij in de voorafgaande dagen opliepen. Wij eten nooit bij een stalletje langs de weg. Ik zag te vaak hoe en waarin ze gebruikte borden en kopjes afwasten voor ze her te gebruiken. Zelfs bepaalde restaurants laten we hier links liggen. Vanwege tegenvallende toeristenaantallen werd de omloopsnelheid van ingrediënten nóg belangrijker. Warung Ayu, wat ons betreft het beste lokale eethuis, had met de Kerstdagen en Oud & Nieuw telkens een vol huis; er kon geen tafel of stoel meer bij. Er aten meer dan 100 gasten op een avond. Ik zag de eigenaresse op de eerste dagen van het nieuwe jaar amechtig voor zich uit kijken, gezeten achter de kassa. Doodmoe maar senang.

Een van die zieke hotelgasten was een Duitser, op rondreis met vrouw en kind. Op de ochtend van hun vertrek hoorde ik hem ‘nazi goreng’ bestellen als ontbijt. Duits als moedertaal levert doorgaans een zwaar accent op in een andere taal. Ik hield mijn lachen in. (Laat het nou nog een bestaande boektitel zijn ook?!) Die uitdrukking wordt eveneens een blijvertje in Huize Barefoot.

Toen en nu
We besloten de mannetjes deze week te verrassen met een bezoek aan Cafe Greco, de laatste culinaire aanwinst in Lovina; momenteel the hottest place in town. Ze staan misschien wel elke dag, op weg naar school, stil voor het stoplicht met uitzicht op het interieur van dit hypermoderne Griekse eetcafé aan de hoofdstraat. We liepen in die richting  toen het grote Raden Maar begon. Mijn liefje liep met Yuda, Damai en ik gingen voorop. 

De oudste noemde een plaatselijk restaurant, wij reageerden. Of niet. Toen hij Greco noemde, keek ik om en lachte naar hem. Daarop sprak hij de volgende gedenkwaardige zin uit: You make me so happy”… Daarheen wilde hij kennelijk al sinds de opening, in april vorig jaar. De glimlach op zijn gezicht was van de categorie eerste keer los zwemmen/eerste fiets/eerste dierenboek met geluiden. Dat was zo’n onvergetelijk moment uit de 86.400 seconden van een dag. Het uitje maakte hen nog geen wereldburgers; de Griekse moussaka bleef zonder gehakt en aardappel sneu op hun borden achter. Tja.

De kiekjes bij dit blog zijn automatisch gegenereerde collages van Google Foto’s. De oplettende lezer zal hebben geconstateerd dat ik als blogger weer digitale foto-albums kan opnemen op mijn site. Joehoe!


woensdag 3 januari 2018

Supermaan, bloedmaan, wolfmaan


Afgelopen maandagnacht was er een supermaan of bloedmaan te zien in deze omgeving (en elders op de wereld). In het Engelse taalgebied wordt de eerste volle maan van een jaar ook wel ‘wolf moon’ genoemd. Ik stelde mij voor hoe je dit verschijnsel ziet vanaf een zeilboot op de zuidelijke oceaan, ten zuiden van Australië... Het moet fantastisch zijn om zo'n gekleurde bal in zee te zien zakken! De zeilers van de Volvo Ocean Race vertrokken zojuist uit Melbourne richting Hong Kong; ook traject 4 is lang, technisch uitdagend en verraderlijk met kleine eilanden, stormen en doldrums. Het is voor het eerst in de geschiedenis van de race dat Hong Kong wordt aangedaan. Ik merk dat deze jaargang van de fameuze zeilrace mij minder boeit dan voorgaande edities. Dat heeft waarschijnlijk met drie dingen te maken: er doet deze keer geen vrouwenboot mee, de Nederlandse teams doen het niet heel goed (ze staan op plaats 4 en 6) en de app is slechter en minder boeiend dan weleer. 

Maandag was hier overdag fantastisch, met uitsluitend blauwe lucht. Toch was ik een beetje nerveus dat het bijzondere verschijnsel wellicht niet te zien zou zijn. Mijn liefje, de weervrouw, meldde namelijk dat het tussen 18:00 uur en 20:00 uur bewolkt zou zijn. De middag overleefden we een zwempartij en lunch met de mannetjes. We brachten de avond welbewust samen door zodat ik op elk gewenst moment vrij was om er met de camera op uit te trekken. We dineerden bij vegetarisch/veganistisch restaurant Akar om in de juiste stemming te geraken. Nee hoor, flauwekul. Het eten is daar gewoon lekker. Het restaurant voert een wereldkaart, met onder andere verrassende smoothies. Het is eigendom van een Britse vrouw die met een Indonesiër trouwde maar die relatie liep niet goed af voor haar. Ze scheidden en ze schijnt nu buiten de landsgrenzen te wonen. Haar zaak vaart echter wel, haar personeel bleef klantgericht, goed en uiterst vriendelijk. Het zijn meiden die wij allemaal kennen; nog zo'n goed teken.

Terwijl ik genoot van hetgeen op mijn bord lag, spiedde ik de lucht af naar de maan. Ik zag uitsluitend wolken. Op enig moment ontwaarden we iets vaags boven de tegenover gelegen Minimart. De maan scheen door dunner wordende wolken. Deel 2 van deze maantrilogie was in aantocht! (Deel 1, ook een supermaan, was in december 2017 tevens in Spanje te zien.) Deze volle maan, ook bloedmaan genoemd, zou zeven keer helderder zijn dan de gebruikelijke maan. Het begrip bloedmaan houdt in dat de maan in de schaduw van de aarde valt waardoor er niet veel licht komt en een rode gloed ontstaat.

Als amateur-fotograaf had ik mijn zinnen gezet op deze maan in een typisch Balinese setting. Dat viel nog niet mee. Ik liep een tijdje rond het Dolfijnen-standbeeld, op het bekendste plein van Lovina. Er zaten honderden mensen op en rond het beeld maar niemand zat daar met opgeheven hoofd. Elke dag gaan toeristen er bij het ochtendgloren en voor het vallen van de avond in traditionele vissersboten (prahu) op uit om een grote groep residente dolfijnen te aanschouwen. Na enige tijd had mijn liefje genoeg van het wachten en liep naar huis. Ik zette door, wachtend op het opentrekken van het firmament.

Vervolgens liep ik naar de Hindoe-tempel aan zee. Daar vonden in de afgelopen week drie dagen lang ceremonies plaats om de verjaardag van de tempel te vieren. Er stonden dus nieuwe banieren en andere versieringen van hout en bamboe bij de poort. Inmiddels trokken de wolken weg en verschenen maan en sterren. Terwijl ik diverse standen op mijn camera uitprobeerde, werd ik belaagd door twee Balinese pubermeisjes die per se Engels met mij wilden praten. Ik complimenteerde hen met het goede Engels, vroeg waar ze vandaan kwamen, wanneer ze naar huis terugkeerden en waar ze nu logeerden. Dat zijn de drie vragen die je hier geheid krijgt als buitenlandse toerist.

Zij waren afkomstig uit Candidasa (een vissersplaats aan de oostkust van Bali), met hun ouders op een korte vakantie naar het noorden. De volgende dag zouden ze terugkeren naar huis en de hotelnaam kenden ze niet; de reservering was door hun vader gedaan. Moeder stond glunderend op enige afstand te luisteren naar het lopende gesprek. De oudste volgt een beroepsopleiding waarbij ze 's ochtends in de schoolbanken zat en 's middags in een hotel werkt. Ze vond school minder leuk dan werk. Mijn foto’s van de volle maan vielen bij hen in goede aarde. Mijn eigen geduld werd beloond: het werd een wolkeloze avond. Het werden niet de foto’s die ik in mijn hoofd had maar het gaat om de sfeer en die ving ik volgens mij wel…

De Balinese kalender wordt sterk beïnvloed door de maanstand en -soort. Die dag waren er in het resort echter geen ceremonies te ontwaren. Bovendien viel het ons op dat het personeel evenmin in ceremoniële kleding rondliep. Vreemd?! Dit is doorgaans het epicentrum van religieuze offerandes maar op die dag en avond gebeurde er ogenschijnlijk niets. Toen mijn liefje in het resort terugkeerde, werd haar tweemaal gevraagd waar ik was. Taking pictures of the full moon/blood moon.” Zelf wandelde ik terug door ongelofelijk verlichte straten. Awesome! 

Toen wij op dinsdagochtend aan manager Ani vroegen waarom er de vorige dag niets ceremonieel gebeurde in het resort, zei ze dat ze het glad hadden vergeten. Ze waren te druk met andere dingen. Tja. Wie is hier nu de Balinees?! Deel 3 van deze maantrilogie vindt op 31 januari aanstaande plaats; dat wordt een volledige eclips, helaas niet te zien vanuit Spanje.