Godzijgeprezen... mijn honderdeerste blog alweer!
Toen ik in maart van dit jaar aan mijn weblog begon (ik weet het: ik ben een laatbloeier), kon ik niet weten dat het mij zó zou pakken maar eigenlijk had ik het wel kunnen bedenken. Ik houd immers veel van taal en van geschrijf. Ik geniet van goed gevormde zinnen en mooie verhalen. Maar als je het dan zelf moet doen..?! Het is in razendsnel tempo een nieuwe hobby geworden. Ik kan mijn ei aardig kwijt in mijn weblogs en ik heb veel lol in het schrijven van een verhaaltje. Het bedenken van een onderwerp, het kiezen van een titel, het maken van een opzet, het noteren van gedenkwaardige gedachten, uitdrukkingen, situaties. Van muzelluf en van anderen. Het hoort er allemaal bij. Alles van eigen hand, meestal een beetje aangedikt maar wel altijd op eigen ervaringen gestoeld. Aan inspiratie heb ik nooit tekort maar de ene blog komt gemakkelijker tot stand dan de andere. En altijd met feedback, zowel gevraagd als ongevraagd, soms van derden maar altijd van mijn liefje. Ik vind het een aangename gedachte dat ik een kleine maar harde kern van lezers heb. Dankjulliewel.
Terug naar de orde van de dag: deze week was dan eindelijk het langverwachte uitstapje naar Pulau Menjangan. De wekker hoefde niet te worden gezet want we zijn inmiddels elke ochtend vroeg op, zo rond zeven uur. We begonnen de ochtend niet met baantjes in het zwembad want we zouden immers uitgebreid gaan snorkelen! Ik had ervoor gezorgd dat de twee onderwatercamera's klaar waren voor gebruik: de ene is een digitale die een tailor-made, waterdichte kast eromheen heeft (Canon), de andere is een analoge onderwatercamera (Minolta) die ik gebruik voor dia's, met veel dank aan vriend Diederik.
De weg naar de westpunt van Bali, richting de ferry naar Java, was onverwacht fraai: goed geasfalteerd, tamelijk breed, soms slingerend door bossen, dan weer door desa's (dorpen) met stenen huizen en bloemrijke tuinen. Het werd steeds rustiger, zowel op als naast de weg. De 50 kilometer die wij tussen huis en bestemming moesten afleggen, verliep veel sneller dan gedacht: in anderhalf uur waren wij te bestemder plekke! Sterker nog: we reden de haven Labuhan Lalang glad voorbij. Na ongeveer tien kilometer stelde ik dan ook voor te draaien en terug te rijden. We parkeerden de auto op een schaduwrijke plek en liepen naar het water. Waar waren de schippers die hun boot aanboden voor een tochtje over het water? Waar waren de verkopers van snorkelspullen? Niets, niemand, nergens! We begrepen er niets van?! En daar stonden wij: drie toeristen vol verwachting en niemand die te hulp schoot. Na enig rondvragen, werd ons verteld dat wij moesten terugkeren naar de parkeerplaats waar een kantoortje met personeel zou staan. Daar troffen wij inderdaad een gids aan die ons uitlegde dat wij voor Rp 600.000 (ongeveer € 40) een privéboot-met-overkapping, snorkelspullen en een snorkelgids voor de gehele dag konden huren. De kleinschaligheid en ontspannen aanpak sprak ons aan en het voorstel was goed.
Dus bepakt met proviand stapten wij aan boord van een op het oog zeewaardige, houten boot. Na een half uur varen kwamen wij bij Menjangan aan alwaar de schipper de boot vakkundig aanlegde. We trokken onze snorkeluitdossing aan en liepen (achteruit) het water in. “Mmm, wat een heerlijke temperatuur!” Het was 25 à 26°C. Het zeewater was erg zout.
Vanaf het strand was er een rand ondiep rif van circa 30 meter tot aan de wand. De rifwand liep loodrecht de diepte in en langs de steile wand waren de mooiste koralen en de kleurrijkste vissen te zien. Groot en klein. Ik zag papegaaivissen, engelvissen, anemoonvissen, en nog heel veel meer. Ik zette mijn onderwatercamera aan en snorkelde erlangs, af en toe onderduikend om een close-up plaatje te schieten. Ik heb er vissen gezien die ik nooit eerder met eigen ogen heb aanschouwd! Langs de wand waren fans en vele verschillende soorten koralen te zien. Mooi was het. Met af en toe een flipper in beeld van een bevriende snorkelaar.
Na een tijdje stak ik mijn hoofd boven water en zag ik mijn snorkelmaatjes in de buurt. Ik stelde voor een foto van hen te maken. Je kent het wel: snorkel op het voorhoofd, bootje op de achtergrond, in azuurkleurig water dobberend. Voor het thuisfront. Dus ik greep mijn digitale camera die om mijn nek in het water hing (best diep, zag ik) en die onderwaterkast was VOL water. Ik zag het van links naar rechts tegen de display klotsen. Het leek wel op zo'n sneeuwbol! (Overigens wel toepasselijk voor de tijd van het jaar.) Bovendien verliep het praten mij ook niet zo gemakkelijk. Het leek wel alsof ik net een botox-behandeling rond mijn mond had ondergaan?! Mijn lippen voelden nogal fors aan en bij terugkeer bleken ze die van Marijke Helwegen veruit te overtreffen... Dat was de uitwerking van zeer zout zeewater op mijn tere lippen!
Maar wat veel erger was: mijn digitale camera werkte niet meer. De lens klapte niet meer in, het bedieningspaneel deed niets meer. Ik vroeg mij af vanaf welke foto de uitval was begonnen? Dat weet ik nu. Ik kan een minimaal aantal 'bewijssttukken' van het snorkelavontuur op mijn weblog zetten want de kletsnatte geheugenkaart heeft slechts twee onderwatergeheimen prijsgegeven.
Ik ga de IXUS föhnen om zo te pogen de camera weer aan de praat te krijgen. Ik heb er een hard hoofd in (maar inmiddels wel weer met zachte lippen, zei mijn liefje).
Mijn trouwe cameravriendje heeft het hoogstwaarschijnlijk definitief opgegeven.