Toetsie, de hond van wijlen Martin Bril, schreef het voorwoord in Brils jongste boek. Haar bijdrage is voor de eeuwigheid bewaard met de titel ‘Mijn leven als hond’. Niet elke viervoeter is tot iets dergelijks in staat. Van Toetsie verbaasde het mij echter niets. Zij was immers huisdier van een groot schrijver en columnist! Wellicht dat een sprankje talent van het baasje in de loop van de jaren op de hond was overgesprongen. Net als met vlooien. Toetsie beschreef op heel eigen wijze de veranderingen die zich in de afgelopen maanden in haar leven hadden voorgedaan doordat het baasje ernstig ziek was geworden. Ook haar leven als hond was daarmee veranderd in een hondenleven.
Van snolliebollie (SB voor intimi) mag ik deze weken geen literaire bijdrage aan mijn blog verwachten maar ze is wel een inspiratiebron. Zoals ze ’s ochtends, onder aan de trap, op mij wacht met haar leukste speeltje in haar bek. Zoals ze enthousiast huppelt en blaft als we op het punt staan om uit te gaan. Zoals ze voldaan in haar mand ligt na een partijtje ballen. Ik vind haar een grote lieverd. Haar leven als hond lijkt zo eenvoudig: ‘als jij mij tijdig voedt en uitlaat, dan geef ik jou mijn eeuwige vriendschap’. Dat is afhankelijkheid in pure vorm, ik weet het. Dierenrechtenactivisten zullen mij erom verfoeien. Die zijn namelijk van mening dat, als een dier vrij zou om zelf voedsel te vinden, vrijwel geen enkel dier spontaan zou overgaan tot het tonen van genegenheid aan de mens. Maar ik dwing haar genegenheid niet af. Ik ben gewoon lief voor haar. In die zin lijkt ook een mensenleven eenvoudig: ‘wie goed doet, goed ontmoet.’ Een levensles die mij al jaren motiveert tot beter gedrag.
Maar de boog kan niet altijd gespannen zijn.
Zo leuk en ontzettend lief als snolliebollie is, ze heeft een minpuntje: zij eet namelijk hondedrollen. Zij is zeker niet de enige labrador die dat doet; het is een veelvoorkomend verschijnsel bij dit type rashond. Maar zij lijkt tamelijk kieskeurig: niet elke vorm, kleur of stadium kan haar bekoren. Ik heb nog niet ontdekt welke het lekkerst zijn maar we werken nog maar kort samen. Eten wij, tweevoeters, bij voorkeur altijd vers bij deze viervoeter lijkt dat niet het belangrijkste principe… (Detailinfo kan worden aangevraagd, indien gewenst.)
Het commando ‘los’ werkt goed als ik zie dat ze iets in haar bek dreigt te steken. Dat commando werkt ook als ze al iets heeft opgepakt: ze laat het bruine hapje direct vallen. Maar soms ben ik eenvoudigweg te laat. Dat weet ik omdat ze haar kop dan schuin houdt en ik een bepaalde blik in haar ogen meen te zien: ik denk dat het schuldgevoel is maar ja, ik heb het boek van Max Pam over projectie van menselijke gevoelens op dieren nog niet gelezen. (Het is in bestelling en komt deze week bij de boekhandel binnen.) Sommigen menen dat het dier drollen eet omdat het mineralen en vitamines tekortkomt. De drol als voedingssupplement, zal ik maar zeggen. Eigenaren willen dit eetgedrag van hun labrador graag bestrijden want het kan schadelijk zijn voor de hond. Op een 'Labrador-forum' (!) op het web las ik dat men ‘goede resultaten boekt met het geven van eierkoeken. Weer anderen zweren bij het geven van ananas.’ Hierop kan ik maar twee dingen zeggen: (1) die eet ik liever zelf, (2) ze vindt poep gewoon lekker.
Ook het commando ‘fiets’ is effectief: ze blijft dan stokstijf stilstaan zodat hond en fietser elkaar zonder problemen kunnen passeren. En het commando ‘PePe’ (mag Spaans worden uitgesproken) maakt dat zij als de wiedeweerga op haar ‘Private Parts’, haar edele delen, gaat zitten zodat er geen ongewenste intimiteiten kunnen plaatsvinden. Want snolliebollie doet het wel met iedereen maar toch ook weer niet met íedereen… Een hond met principes, een hond naar mijn hart!