Mijn mens- en wereldbeeld liepen recent krassen en deuken op. Ik geloof in morele rechtvaardigheid. Nu zijn principes er om vanaf te stappen maar ik ben geen cynisch mens. Nog niet. Al vroeg in mijn leven raakte ik doordrongen van het feit dat verstandig klinkende levensmotto's niet altijd en overal opgaan. Zo zag ik in dat een rechtvaardige verdeling van rijkdom en kansen in de wereld niet bestaat en dat een standpunt als 'wie goed doet, goed ontmoet' een té simpele benadering is van de werkelijkheid, in de gecompliceerde wereld waarin wij leven. Ik leerde met vallen en opstaan dat goed en slecht relatieve begrippen zijn: wat goed is voor de een, kan slecht zijn voor de ander. Wat goed heet in cultuur A, is wellicht slecht in cultuur B. Maar wat ik bovenal leerde was dat alleen de dwaas onrechtvaardig is...
Als personen die op vele continenten werkten en reisden, dachten mijn liefje en ik zo ongeveer te weten wat er speelt in de wereld. Wij kwamen in 2009 met een rugzak vol positieve ervaringen en verwachtingen naar onze villa in Bali. Het zijn historisch gezien weliswaar 'besmette woorden' maar wij kwamen met goede bedoelingen en waren de lokalen welgezind. We houden van de vreedzaamheid in het Balinese hindoeïsme en van de daarmee samenhangende verdraagzaamheid. Zo dacht ik er tenminste over. Noem mij een idealist.
De regelmatige lezer weet dat wij tijdens de laatste weken van ons verblijf in Noord-Bali de nodige sores voor de kiezen kregen. Het ging om ellende die werd veroorzaakt door derden die weinig goeds in de zin hadden. Toen onze personeelsleden de overlast binnen onze tuinmuren en het gesar van buiten door Balinese broers, eigenaren van het belendende land, zat waren groeven ze een eigen afwatering naar zee (zie blog van 8 maart 2010). Toen onze staf de lokale mensen vertelde dat daarmee de overlast aan tuin, zwembad, machinekamer en huisgoten sterk was verminderd, besloten deze medegedupeerden hetzelfde te doen op het braakliggende buurland. Aldus geschiedde. Ik stond er met mijn neus bovenop toen een aantal van hen een geul groef voor eigen afwateringsdoeleinden. De volgende dag was de waterstand in hun druiven- en rijstvelden met circa 20 centimeter gedaald. Het bouwland stond weer droog en met hen wij waren blij en tevreden met het resultaat. Wellicht kon hun oogst zo toch nog worden gered?!
Die blijheid was van korte duurde. Wat bleek namelijk de volgende dag? De beruchte broeders hadden weer een paar kuub zand in de zojuist gegraven geul gedonderd. De afwatering vanuit lokale velden was daarmee weer potdicht en het water steeg weer naar onacceptabele hoogte. In mijn optiek is dat het toppunt van zieken. Ik kan er met mijn verstand niet bij dat rijkgeworden Balinezen uit dorp X opzettelijk arme Balinezen uit hetzelfde dorp zó dwarszitten. Een van de lokalen vertelde het mij als volgt, aldus mijn tolk: 'zij maken hongerige mensen nóg hongeriger'. Het schudde mijn mensbeeld flink dooreen.
Om een lang en gecompliceerd verhaal kort te maken: de kwestie escaleerde en werd zo gemanipuleerd dat wij, medegedupeerden, als schuldigen van alle wateroverlast werden aangewezen en moesten 'boeten': onze tuinmuur zou worden gesloopt en juist op die plek moest een afwatering naar zee komen. Om erger te voorkomen, stemden wij -met de rug tegen de tuinmuur- erin toe een deel van onze grond aan zeezijde af te staan, ten faveure van de nieuwe Hollandse buur die eerder had verzuimd de noodzakelijke afwateringsmaatregelen te (laten) treffen. Over rechtvaardigheid gesproken... Soit. Zijn zakenpartners vind ik zulke foute mensen, met zulk verwerpelijk gedrag dat wij hopen nooit meer iets met hen te maken te hoeven hebben. Een wèl solidaire Nederlandse buur aan de Jalan Segara schreef mij onlangs dat hij tranen in de ogen kreeg bij het lezen van ons relaas. Hij hoopt oprecht dat wij er geen maagzweer aan overhouden. Dat kan ik hem nu nog niet verzekeren maar dat er een kras zit in mijn ziel en een deuk in mijn vertrouwen, is een feit.
Mijn liefje las mij in de afgelopen dagen ter bemoediging de volgende wijsheid voor: 'verander wat je niet kunt accepteren en accepteer wat je niet kunt veranderen'. Ik ga daaraan werken. Maakt mij dat nu een pessimist? Nee. Ik noem mijzelf liever een realist-met-levenservaring. Als alle stof is nedergedaald, zal ik dit alles ongetwijfeld in een positiever licht bezien. Dan zal ik de ervaring wellicht zelfs als waardevol bestempelen. In modern maar lelijk taalgebruik heet het dan “dat ik het een plekje heb gegeven”.
Ik laat het hiermee achter mij. Wij verlaten Spanje voor enige tijd en gaan op weg naar vrienden en familie in Nederland. En naar onze lang onbenut gebleven caravan. Dus tot binnenkort, vanuit een andere wereld!
Translate
dinsdag 30 maart 2010
Kras in mijn ziel en deuk in mijn vertrouwen
Labels:
'Alleen de dwaas is onrechtvaardig',
'Verander wat je niet kunt accepteren en accepteer wat je niet kunt veranderen',
aforismen,
wonen op Bali
zaterdag 27 maart 2010
Op vakantie
In de afgelopen dagen had ik het best moeilijk: moest ik mijn volgende blog schrijven over het gedoe in Bali (de afbraak van onze tuinmuur; een relaas dat zeker in toekomstige blogs nog aan de orde zal komen), de uitspraken van kardinaal Simonis als reactie op het seksuele misbruik in de katholieke kerk ('wir haben es nicht gewußt'; hoe haalde de man het in zijn hoofd?!), het succes dat Obama behaalde met de ziektekostenverzekering in Amerika, het voortdurende, illegale afslachten van dolfijnen en walvissen in de wereldzeeën (hoe vaak moet ik er nog over schrijven?!), de tentoonstelling over de kanarie in het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam (ik houd van geverderde vriendjes en ga deze expo zéker bezoeken) of onze aanstaande reis naar Nederland? Het legde mij in spagaat, ik geraakte in dubio.
Alhoewel mijn hoofd vanwege dat vele Balinese gedoe er in de afgelopen dagen totaal niet naar stond, verkoos ik de aanstaande autorit toch als onderwerp van dit blog. Voelde ik mij tamelijk gedeprimeerd door alle beslommeringen met kwaadwillende types in Bali, het idee aan vakantie haalde mij na enig aandringen van mijn liefje uit mijn lethargie. Volgende week stappen wij dan ook in de auto om op weg te gaan naar Nederland. Dat kon alleen nadat Marijke, een van onze ware vrienden in Bali, onze rijbewijzen met spoed achter ons aan had gestuurd. Al waren we volgens planning uit Bali vertrokken, dat vertrek ging toch met meer sores gepaard dan gedacht.
Wat ik onder vakantie versta, komt niet persé overeen met wat anderen hieronder verstaan. Als Hollandse woon ik al 5 jaar permanent in Spanje en als wij naar Bali gaan, is dat geen vakantie: wij wonen daar dan tijdelijk. Voor mij komt vakantie dit jaar neer op een aantal prettige verblijven op de route door Frankrijk en België, op weg naar Nederland. Via ENCYCLO vond ik de volgende beschrijvingen op het web. Vakantie is:
1) een verblijf buiten de eigen woonomgeving voor ontspanning of plezier met minstens één overnachting buitenshuis;
2) een periode van een aantal dagen waarin je vrij bent en niet hoeft te denken;
3) minstens 4 nachten niet in je eigen bed slapen, maar ergens anders op een waterbed of boot, in een sterrenhotel, in de woestijn onder de blote hemel of in een tent;
4) de drie R-en: Reizen/Restaurant/Rust.
Hoe gek het ook moge klinken -zeker als je weet dat wij honderden kilometers op de autowegen zullen moeten afleggen-, het is de combinatie van betekenis 3 en 4 die mij het meest aanspreekt. Ik vat het maar even in eigen woorden samen: vakantie gaat wat mij betreft om geestelijke rust in een niet-dagelijkse omgeving, met heerlijk eten.
Als wij eenmaal in Nederland zullen zijn aangekomen, zal die vakantie ten dele ten einde zijn gekomen. Al is het vooruitzicht om er terug te keren bijzonder fijn, we zullen het ongetwijfeld druk gaan krijgen. Druk met vrienden- en familiebezoek, met dagelijkse boodschappen bij AH, bezoek aan Simon de Vogel voor de weekendhapjes (op de Fred in Den Haag), fietsen, literatuur lezen en kopen, kranten uitpluizen en puzzels maken, wandelen langs het strand voor de broodnodige beweging èn de frisse licht, Nespresso-koffiecups inslaan bij George voor onszelf en ons campingbezoek, feestjes vieren van Ton, Coby, Bernadette, Marcel, Irene, Ger enzovoorts.
Tijdens dat aanstaande Nederlandse bezoek word ik zelf bovendien 50 jaar (inshallah), hetgeen ik met mijn liefje zal gaan vieren in Berlijn. Die vakantiebestemming staat al jaren op mijn wensreislijst. Een kekke reisgids, een kado van Nelly, ligt al jaren in de caravan te wachten. Ik weet dat het er in Berlijn hoogstwaarschijnlijk niet rustig aan toe zal gaan met de vele moderne architectuur die ik er wil zien (van Calatrava, Foster, Liebeskind, Niemeyer en Le Corbusier) maar wij gaan reizen met de trein en zullen ongetwijfeld sterrenlekker gaan eten!
Wat ik tevens als vakantie zal ervaren is de mini-logeerpartij die op stapel staat bij labrador Eilean. Net als in het voorgaande jaar mag ik namelijk weer op Snolliebollie gaan passen. Haar biologische ouders gaan (wederom) een lang weekend op stap. Mijn blonde knuffeldier weet het nog niet maar ik mag dan weer met haar gaan wandelen en spelen. Joehoe. Zij is mijn eerste -natuurlijk- hoogblonde vakantievriendinnetje in mijn leven maar voor een weerzien met haar heb ìk Anita Witzier niet nodig (al mag zij best langskomen...)!
Alhoewel mijn hoofd vanwege dat vele Balinese gedoe er in de afgelopen dagen totaal niet naar stond, verkoos ik de aanstaande autorit toch als onderwerp van dit blog. Voelde ik mij tamelijk gedeprimeerd door alle beslommeringen met kwaadwillende types in Bali, het idee aan vakantie haalde mij na enig aandringen van mijn liefje uit mijn lethargie. Volgende week stappen wij dan ook in de auto om op weg te gaan naar Nederland. Dat kon alleen nadat Marijke, een van onze ware vrienden in Bali, onze rijbewijzen met spoed achter ons aan had gestuurd. Al waren we volgens planning uit Bali vertrokken, dat vertrek ging toch met meer sores gepaard dan gedacht.
Wat ik onder vakantie versta, komt niet persé overeen met wat anderen hieronder verstaan. Als Hollandse woon ik al 5 jaar permanent in Spanje en als wij naar Bali gaan, is dat geen vakantie: wij wonen daar dan tijdelijk. Voor mij komt vakantie dit jaar neer op een aantal prettige verblijven op de route door Frankrijk en België, op weg naar Nederland. Via ENCYCLO vond ik de volgende beschrijvingen op het web. Vakantie is:
1) een verblijf buiten de eigen woonomgeving voor ontspanning of plezier met minstens één overnachting buitenshuis;
2) een periode van een aantal dagen waarin je vrij bent en niet hoeft te denken;
3) minstens 4 nachten niet in je eigen bed slapen, maar ergens anders op een waterbed of boot, in een sterrenhotel, in de woestijn onder de blote hemel of in een tent;
4) de drie R-en: Reizen/Restaurant/Rust.
Hoe gek het ook moge klinken -zeker als je weet dat wij honderden kilometers op de autowegen zullen moeten afleggen-, het is de combinatie van betekenis 3 en 4 die mij het meest aanspreekt. Ik vat het maar even in eigen woorden samen: vakantie gaat wat mij betreft om geestelijke rust in een niet-dagelijkse omgeving, met heerlijk eten.
Als wij eenmaal in Nederland zullen zijn aangekomen, zal die vakantie ten dele ten einde zijn gekomen. Al is het vooruitzicht om er terug te keren bijzonder fijn, we zullen het ongetwijfeld druk gaan krijgen. Druk met vrienden- en familiebezoek, met dagelijkse boodschappen bij AH, bezoek aan Simon de Vogel voor de weekendhapjes (op de Fred in Den Haag), fietsen, literatuur lezen en kopen, kranten uitpluizen en puzzels maken, wandelen langs het strand voor de broodnodige beweging èn de frisse licht, Nespresso-koffiecups inslaan bij George voor onszelf en ons campingbezoek, feestjes vieren van Ton, Coby, Bernadette, Marcel, Irene, Ger enzovoorts.
Tijdens dat aanstaande Nederlandse bezoek word ik zelf bovendien 50 jaar (inshallah), hetgeen ik met mijn liefje zal gaan vieren in Berlijn. Die vakantiebestemming staat al jaren op mijn wensreislijst. Een kekke reisgids, een kado van Nelly, ligt al jaren in de caravan te wachten. Ik weet dat het er in Berlijn hoogstwaarschijnlijk niet rustig aan toe zal gaan met de vele moderne architectuur die ik er wil zien (van Calatrava, Foster, Liebeskind, Niemeyer en Le Corbusier) maar wij gaan reizen met de trein en zullen ongetwijfeld sterrenlekker gaan eten!
Wat ik tevens als vakantie zal ervaren is de mini-logeerpartij die op stapel staat bij labrador Eilean. Net als in het voorgaande jaar mag ik namelijk weer op Snolliebollie gaan passen. Haar biologische ouders gaan (wederom) een lang weekend op stap. Mijn blonde knuffeldier weet het nog niet maar ik mag dan weer met haar gaan wandelen en spelen. Joehoe. Zij is mijn eerste -natuurlijk- hoogblonde vakantievriendinnetje in mijn leven maar voor een weerzien met haar heb ìk Anita Witzier niet nodig (al mag zij best langskomen...)!
maandag 22 maart 2010
Vrouwen aan het front
Afgelopen zondag, de Bijbelse rustdag, had ik het reuzedruk.
Sinds onze terugkeer uit Bali hebben we nog steeds een beetje last van jetlag. Dat houdt voor mij in dat ik 's ochtends op een voor mij ongebruikelijk tijdstip opsta: voor 6 uur. Op zondag bekeek ik de berichten in mijn mailbox dan ook heel vroeg. Daarin trof ik een wel heel alarmerend bericht aan: maandagochtend zou onze westelijke tuinmuur worden afgebroken om een afwatering naar zee aan te leggen. Ik moest het bericht twee keer lezen om het te geloven. Het is de escalatie van een toestand die enkele weken geleden buiten onze schuld onstond en waarover ik eerder blogde. Na lezing van dit bericht voelde ik de stress door d'aderen schieten en kon ik maar één ding bedenken: mijn nog slapende liefje wakker maken en haar hiervan kond doen. Geen fijne manier om wakker te worden en een ontbijtje-op-bed dat zwaar op de maag ligt, dat realiseer ik mij terdege.
Zeker in een dergelijke situatie is mijn liefje mijn steun en toeverlaat. Wij zijn tegengesteld aan elkaar: waar ik een sprinter ben, is zij een lange-afstandsloper, waar ik een racewagen ben, is zijn een dieselmotor. Ook qua karakter: ik ben een 'opgewonden standje', zij is de rust zelve. En toch -of juist daarom?- passen we heel goed bij elkaar. Zo ook in tijden van crisis. We vormen dan één front!
Toen wij in een ver verleden in een dorp in het Groene Hart van Nederland woonden, spanden wij ons in, samen met een bij elkaar getrommeld clubje vrijwilligers, om een openluchtzwembad te heropenen dat door het gemeentebestuur net voor de zomer was gesloten. Iedereen weet wat een belangrijke sociale rol een zwembad speelt voor de plaatselijke jeugd. We zetten onze kwaliteiten in: het was mijn taak een overtuigend, doorwrocht plan van aanpak te schrijven voor het openen en runnen van een zwembad terwijl mijn liefje met de plaatselijke politiek en met de pers ging praten. Op sommige avonden leek onze huiskamer wel een oorlogsfront: overal papieren, mensen, telefoons die constant rinkelden, veel geloop, gepraat, getyp en gediscussieer. Dat alles in een ruimte die blauw stond van de rook (wij zijn niet-rokers), vermengd met okselwalmen. Er was niet letterlijk sprake van oorlog maar er werd wel heel hard gestreden voor de goede zaak. Die strijd werd overigens gewonnen: het zwembad is tot op de dag van vandaag open en wordt nog steeds goed gerund door vrijwilligers.
Iets dergelijks gebeurde afgelopen zondag ook. De verzetsstrijdster in mij herrees, al was het niet uit vrije wil. Vanaf 7 uur 's ochtends tot diep in de middag (Spaanse tijd) waren wij bijna continu bezig met het bellen van mensen, mobiliseren van medestanders, het vragen om inlichtingen over 'de toestand ter plekke', het inwinnen van deskundige adviezen, het aansporen van de verantwoordelijke personen om met een oplossing te komen, het formuleren van ons eigen standpunt in deze kwestie, het weerleggen van andermans argumenten, het reageren op binnenkomende verzoeken en reacties, enzovoorts.
Alhoewel wij tussen een aantal vuren zitten en zelf niet tot de strijdende partijen behoren, vechten wij wel vol overgave voor behoud van ons eigen Balinese paradijs. Een vermoeiende aangelegenheid maar de inspanningen meer dan waard. Het wachten is nu op de bereidwilligheid van derden om deze nachtmerrie, die voor ons al veel te lang duurt, te beeïndigen.
Vanmorgen las ik het bericht dat Margaret Moth is overleden. Zij was de eeste vrouwelijke cameraman van CNN. Ze stond vooral bekend om haar eigenzinnigheid en indrukwekkende opnamen aan oorlogsfronten in de hele wereld. Met ravenzwart haar, zwarte eyeliner, zwarte kleding en zwarte kistjes aan haar voeten. Ze is van Nieuw-Zeelandse afkomst waar zij 59 jaar geleden werd geboren in Gisborne, toevalligerwijs ook de geboorteplek van de favoriete klassiek geschoolde zangeres van mijn liefje: Dame Kiri Te Kanawa. Wij bezochten het dorpje in 2006 tijdens onze rondreis over de beide eilanden.
Margaret Moth heette oorspronkelijk Margaret Wilson maar omdat ze zo van Tiger Moth-vliegtuigen hield, vooral om er -met parachute- uit te kunnen springen, veranderde ze haar naam in Margaret Moth. In 1992 werd deze sterke, dappere cameravrouw in Sarajevo door een scherpschutter in het gezicht geschoten. De wond aan kaken en mond was dermate ernstig dat men voor haar leven vreesde. Ik bekeek een documentaire over die periode. Daarin vertelde zij dat ze na de beschieting haar onderkaak stevig vasthield omdat ze het gevoel had dat haar gezicht in elkaar zakte. En dat ze bij bewustzijn moest blijven omdat ze anders zou stoppen met ademhalen... Na ontelbare chirurgische ingrepen was haar prachtige gezicht weliswaar ernstig beschadigd maar ze leefde. Twee jaar na de beschieting was ze weer aan het werk, onder andere in Sarajevo. FEARLESS. Een bijzondere vrouw en een ware heldin. Ze overleed gisteren aan de gevolgen van darmkanker. Die oorlog viel niet te winnen.
Sinds onze terugkeer uit Bali hebben we nog steeds een beetje last van jetlag. Dat houdt voor mij in dat ik 's ochtends op een voor mij ongebruikelijk tijdstip opsta: voor 6 uur. Op zondag bekeek ik de berichten in mijn mailbox dan ook heel vroeg. Daarin trof ik een wel heel alarmerend bericht aan: maandagochtend zou onze westelijke tuinmuur worden afgebroken om een afwatering naar zee aan te leggen. Ik moest het bericht twee keer lezen om het te geloven. Het is de escalatie van een toestand die enkele weken geleden buiten onze schuld onstond en waarover ik eerder blogde. Na lezing van dit bericht voelde ik de stress door d'aderen schieten en kon ik maar één ding bedenken: mijn nog slapende liefje wakker maken en haar hiervan kond doen. Geen fijne manier om wakker te worden en een ontbijtje-op-bed dat zwaar op de maag ligt, dat realiseer ik mij terdege.
Zeker in een dergelijke situatie is mijn liefje mijn steun en toeverlaat. Wij zijn tegengesteld aan elkaar: waar ik een sprinter ben, is zij een lange-afstandsloper, waar ik een racewagen ben, is zijn een dieselmotor. Ook qua karakter: ik ben een 'opgewonden standje', zij is de rust zelve. En toch -of juist daarom?- passen we heel goed bij elkaar. Zo ook in tijden van crisis. We vormen dan één front!
Toen wij in een ver verleden in een dorp in het Groene Hart van Nederland woonden, spanden wij ons in, samen met een bij elkaar getrommeld clubje vrijwilligers, om een openluchtzwembad te heropenen dat door het gemeentebestuur net voor de zomer was gesloten. Iedereen weet wat een belangrijke sociale rol een zwembad speelt voor de plaatselijke jeugd. We zetten onze kwaliteiten in: het was mijn taak een overtuigend, doorwrocht plan van aanpak te schrijven voor het openen en runnen van een zwembad terwijl mijn liefje met de plaatselijke politiek en met de pers ging praten. Op sommige avonden leek onze huiskamer wel een oorlogsfront: overal papieren, mensen, telefoons die constant rinkelden, veel geloop, gepraat, getyp en gediscussieer. Dat alles in een ruimte die blauw stond van de rook (wij zijn niet-rokers), vermengd met okselwalmen. Er was niet letterlijk sprake van oorlog maar er werd wel heel hard gestreden voor de goede zaak. Die strijd werd overigens gewonnen: het zwembad is tot op de dag van vandaag open en wordt nog steeds goed gerund door vrijwilligers.
Iets dergelijks gebeurde afgelopen zondag ook. De verzetsstrijdster in mij herrees, al was het niet uit vrije wil. Vanaf 7 uur 's ochtends tot diep in de middag (Spaanse tijd) waren wij bijna continu bezig met het bellen van mensen, mobiliseren van medestanders, het vragen om inlichtingen over 'de toestand ter plekke', het inwinnen van deskundige adviezen, het aansporen van de verantwoordelijke personen om met een oplossing te komen, het formuleren van ons eigen standpunt in deze kwestie, het weerleggen van andermans argumenten, het reageren op binnenkomende verzoeken en reacties, enzovoorts.
Alhoewel wij tussen een aantal vuren zitten en zelf niet tot de strijdende partijen behoren, vechten wij wel vol overgave voor behoud van ons eigen Balinese paradijs. Een vermoeiende aangelegenheid maar de inspanningen meer dan waard. Het wachten is nu op de bereidwilligheid van derden om deze nachtmerrie, die voor ons al veel te lang duurt, te beeïndigen.
Vanmorgen las ik het bericht dat Margaret Moth is overleden. Zij was de eeste vrouwelijke cameraman van CNN. Ze stond vooral bekend om haar eigenzinnigheid en indrukwekkende opnamen aan oorlogsfronten in de hele wereld. Met ravenzwart haar, zwarte eyeliner, zwarte kleding en zwarte kistjes aan haar voeten. Ze is van Nieuw-Zeelandse afkomst waar zij 59 jaar geleden werd geboren in Gisborne, toevalligerwijs ook de geboorteplek van de favoriete klassiek geschoolde zangeres van mijn liefje: Dame Kiri Te Kanawa. Wij bezochten het dorpje in 2006 tijdens onze rondreis over de beide eilanden.
Margaret Moth heette oorspronkelijk Margaret Wilson maar omdat ze zo van Tiger Moth-vliegtuigen hield, vooral om er -met parachute- uit te kunnen springen, veranderde ze haar naam in Margaret Moth. In 1992 werd deze sterke, dappere cameravrouw in Sarajevo door een scherpschutter in het gezicht geschoten. De wond aan kaken en mond was dermate ernstig dat men voor haar leven vreesde. Ik bekeek een documentaire over die periode. Daarin vertelde zij dat ze na de beschieting haar onderkaak stevig vasthield omdat ze het gevoel had dat haar gezicht in elkaar zakte. En dat ze bij bewustzijn moest blijven omdat ze anders zou stoppen met ademhalen... Na ontelbare chirurgische ingrepen was haar prachtige gezicht weliswaar ernstig beschadigd maar ze leefde. Twee jaar na de beschieting was ze weer aan het werk, onder andere in Sarajevo. FEARLESS. Een bijzondere vrouw en een ware heldin. Ze overleed gisteren aan de gevolgen van darmkanker. Die oorlog viel niet te winnen.
donderdag 18 maart 2010
De lamme leidt de blinde
Zo voelt het in huize 'Avondroze' aan de Costa Blanca... Dat schrijf ik met een goed gevoel voor ironie. Dat idee hadden mijn collega's van de Delftse Vrouwenradio jaren geleden, toen we nog jong en kwiek waren. 'Huize Avondroze' werd gekoesterd als metafoor voor samen oud worden onder één dak zodat ieder van ons op de oude dag een beetje steun en gezelschap aan elkaar zou hebben.
Bij mijn liefje werd dinsdag het onderhuidse aanprikreservoir operatief verwijderd. Dat was voor haar zonder meer een zegen: het had maanden dwars gezeten. Na de goede medische uitslag van maandag jongstleden werd het dus hoog tijd het reservoir te laten verwijderen door haar favoriete oncologisch chirurg Dr. Dussan. De kleine operatie duurde wederom langer dan verwacht. Na een weekje zal zij weer kunnen gaan trainen voor een goede golfswing en zij zal niet meer vollopen bij het snorkelen. Heugelijke feiten. Ook ik ben heel blij met deze stap voorwaarts. De fysieke herinnering aan chemotherapie is daarmee verdwenen, al zal ik die behandeling nooit van mijn leven vergeten.
Haar tijdelijke wond, in combinatie met mijn tijdelijke brace maakt ons thans een noodlijdend setje. Haar linkerkant werkt niet optimaal en mijn linkerkant laat te wensen over dus momenteel is het tobben in de huishouding. Was Elsa, onze Balinese keukenprinses, maar hier!
De brace was mij aanbevolen na een bezoek aan de plaatselijke 'Emergencia'. De pijn in de linkerschouder werd dermate hevig dat er iets moest gebeuren. We reden dus naar de Eerste Hulp van het San Jaime-ziekenhuis. Na röntgenfoto's en een prik tegen de pijn kreeg ik een soort hypermoderne mitella met klitteband omgesnoerd, in strakgrijs uitgevoerd. Met rust en pillen zou het beter moeten gaan en dat doet het inmiddels ook. Het deed mij denken aan vroeger: ooit kreeg ik als studente ernstig last van een ganglion in de linkerpols. Ik ging in het gips en moest de hand enige tijd ontzien. Toen leerde mijn rechterhand schrijven en dat kan'ie nog steeds maar verder...
Na de operatie van mijn liefje eerder deze week deed ik mijn brace tijdelijk af om ons -redelijk- veilig naar huis terug te rijden. Ik kan toch moeilijk verwachten dat iemand, die net van de operatietafel stapt, achter het stuur zal plaatsnemen?! 's Ochtends hadden we besloten dat we 's avonds een gemakkelijke (doch smakelijke) maaltijd zouden nuttigen. Ter aanvulling moest alleen nog een stokbroodje worden gekocht. Aldus geschiedde. Er is immers niets mis met onze benen.
Zoals altijd, combineren we ook nu ons beider sterke kanten zo goed mogelijk: de een houdt de knoflookteen vast, de ander verwijdert het schilletje. De een pakt de zware pan uit de kast, de ander doet de groenten erin. Maar dan het openen van een fles wijn - wat een getob! In Bali waren de flessen regelmatig voorzien van een schroefdop. Hoe handig zou dat nu zijn.
Het gaat hier echter aldus: de een zet de kurketrekker op de fles, de ander draait hem aan. Samen trekken we de kurk uit de flessehals: de een duwt de linkerkant van de hefboom naar beneden, de ander de rechterkant. Met de fles tussen de knieën trek ik vervolgens met rechts de kurk geheel uit de hals. Een wijnfles openen is thans geen sinecure!
Mijn liefje, tijdelijk de actiefste in de huishouding, verzuchtte gisteren “ik hoop dat je gauw weer de linkerhand kunt gebruiken”. Ik ben het helemaal met haar eens. Ik voel mij heel onthand, een eenarmige bandiet. Voor vertrek uit Bali mijmerde ik hardop over wat ik allemaal in onze Spaanse keuken zou gaan bereiden: verse pastagerechten, Europese visgerechten, moussaka, pompoenschotel, risotto, lamsvleesstoofschotel, enzovoorts. De hedendaagse maaltijden lijken echter verdacht veel op de Olvarit-hapjes van weleer?! Verder gaat het heel goed met ons.
Wat pas ècht zielig is, is een chihuahua verkleed als Valenciaanse Fallas-prinses. Op dit moment vindt in Valencia een groot nationaal festival plaats, genaamd 'Las Fallas'. In 2007 maakten wij het feest persoonlijk mee. Van 15 t/m 19 maart wordt daar het einde van de winter gevierd. Elke dag trekt een stoet van hoofdzakelijk vrouwen en meisjes in klederdracht door de straten van Valencia terwijl het publiek anjers offert aan de Maagd van de Hulpelozen. Wat dat betreft zouden wij erbij moeten zijn... Op de laatste avond van de festiviteiten gaat de mooiste pop van papier-mâché (ninots geheten) in de fik. De levende chihuahua wordt gelukkig gespaard.
Ik heb goede hoop dat hierna ook ons eigen kookfestijn zal losbarsten!
Bij mijn liefje werd dinsdag het onderhuidse aanprikreservoir operatief verwijderd. Dat was voor haar zonder meer een zegen: het had maanden dwars gezeten. Na de goede medische uitslag van maandag jongstleden werd het dus hoog tijd het reservoir te laten verwijderen door haar favoriete oncologisch chirurg Dr. Dussan. De kleine operatie duurde wederom langer dan verwacht. Na een weekje zal zij weer kunnen gaan trainen voor een goede golfswing en zij zal niet meer vollopen bij het snorkelen. Heugelijke feiten. Ook ik ben heel blij met deze stap voorwaarts. De fysieke herinnering aan chemotherapie is daarmee verdwenen, al zal ik die behandeling nooit van mijn leven vergeten.
Haar tijdelijke wond, in combinatie met mijn tijdelijke brace maakt ons thans een noodlijdend setje. Haar linkerkant werkt niet optimaal en mijn linkerkant laat te wensen over dus momenteel is het tobben in de huishouding. Was Elsa, onze Balinese keukenprinses, maar hier!
De brace was mij aanbevolen na een bezoek aan de plaatselijke 'Emergencia'. De pijn in de linkerschouder werd dermate hevig dat er iets moest gebeuren. We reden dus naar de Eerste Hulp van het San Jaime-ziekenhuis. Na röntgenfoto's en een prik tegen de pijn kreeg ik een soort hypermoderne mitella met klitteband omgesnoerd, in strakgrijs uitgevoerd. Met rust en pillen zou het beter moeten gaan en dat doet het inmiddels ook. Het deed mij denken aan vroeger: ooit kreeg ik als studente ernstig last van een ganglion in de linkerpols. Ik ging in het gips en moest de hand enige tijd ontzien. Toen leerde mijn rechterhand schrijven en dat kan'ie nog steeds maar verder...
Na de operatie van mijn liefje eerder deze week deed ik mijn brace tijdelijk af om ons -redelijk- veilig naar huis terug te rijden. Ik kan toch moeilijk verwachten dat iemand, die net van de operatietafel stapt, achter het stuur zal plaatsnemen?! 's Ochtends hadden we besloten dat we 's avonds een gemakkelijke (doch smakelijke) maaltijd zouden nuttigen. Ter aanvulling moest alleen nog een stokbroodje worden gekocht. Aldus geschiedde. Er is immers niets mis met onze benen.
Zoals altijd, combineren we ook nu ons beider sterke kanten zo goed mogelijk: de een houdt de knoflookteen vast, de ander verwijdert het schilletje. De een pakt de zware pan uit de kast, de ander doet de groenten erin. Maar dan het openen van een fles wijn - wat een getob! In Bali waren de flessen regelmatig voorzien van een schroefdop. Hoe handig zou dat nu zijn.
Het gaat hier echter aldus: de een zet de kurketrekker op de fles, de ander draait hem aan. Samen trekken we de kurk uit de flessehals: de een duwt de linkerkant van de hefboom naar beneden, de ander de rechterkant. Met de fles tussen de knieën trek ik vervolgens met rechts de kurk geheel uit de hals. Een wijnfles openen is thans geen sinecure!
Mijn liefje, tijdelijk de actiefste in de huishouding, verzuchtte gisteren “ik hoop dat je gauw weer de linkerhand kunt gebruiken”. Ik ben het helemaal met haar eens. Ik voel mij heel onthand, een eenarmige bandiet. Voor vertrek uit Bali mijmerde ik hardop over wat ik allemaal in onze Spaanse keuken zou gaan bereiden: verse pastagerechten, Europese visgerechten, moussaka, pompoenschotel, risotto, lamsvleesstoofschotel, enzovoorts. De hedendaagse maaltijden lijken echter verdacht veel op de Olvarit-hapjes van weleer?! Verder gaat het heel goed met ons.
Wat pas ècht zielig is, is een chihuahua verkleed als Valenciaanse Fallas-prinses. Op dit moment vindt in Valencia een groot nationaal festival plaats, genaamd 'Las Fallas'. In 2007 maakten wij het feest persoonlijk mee. Van 15 t/m 19 maart wordt daar het einde van de winter gevierd. Elke dag trekt een stoet van hoofdzakelijk vrouwen en meisjes in klederdracht door de straten van Valencia terwijl het publiek anjers offert aan de Maagd van de Hulpelozen. Wat dat betreft zouden wij erbij moeten zijn... Op de laatste avond van de festiviteiten gaat de mooiste pop van papier-mâché (ninots geheten) in de fik. De levende chihuahua wordt gelukkig gespaard.
Ik heb goede hoop dat hierna ook ons eigen kookfestijn zal losbarsten!
maandag 15 maart 2010
Alegria
Como la luz de la vida
Alegria
Como un payaso que grita
Alegria
Del estupendo grito
De la tristeza loca
Serena
Como la rabia de amar
Alegria
Como un asalto de felicidad
Vreugde. Grote vreugde om de goede uitslagen die wij vandaag kregen van Dr. Brugarolas, hoofd Oncologie van het San Jaime-ziekenhuis. De uitslag van de scan gaf reden tot grote blijdschap: schone longen, lever, nieren, schildklier, botten en alles in de buikstreek. De bloedwaarden hadden zich inmiddels geheel hersteld en de tumormarkers waren in orde. We maakten beiden 'un asalto de felicidad', een vreugdesprongetje!
Toen wij vanmorgen het ziekenhuis binnenwandelden, was Dr. Dussan (de chirurg) de eerste persoon die wij tegenkwamen op weg naar de Oncologie-afdeling. Dat was tot nu toe zo geweest bij elk eerder ziekenhuisbezoek. Het eerste dat hij vandaag zei, was: “ik heb jouw foto gezien.” Zijn duim ging daarbij omhoog. De tweede persoon die wij tegenkwamen op de trap naar boven was Dr. Rebollo (de grote gifmenger). Het eerste dat hij opmerkte, was: “goede foto stuurde je!”
Op 1 januari jongstleden stuurden wij vanuit Bali een nieuwjaargroet naar Dr. Brugarolas en zijn team. Aan die mail had ik een foto toegevoegd van mijn snorkelende liefje met haar duimen omhoog. Die had hij kennelijk aan zijn collega's getoond. Het hoofd van de afdeling toonde zich zeer tevreden over het uiterlijk (haar en teint) van zijn ex-patiënte. Hij was voorts geïnteresseerd in de leefomstandigheden in Bali en onze toekomstige reisplannen. Hij zegde daaraan wederom zijn volledige medewerking toe. Het Plataforma de Oncología is een fantastisch team.
Over vreugdesprong en levensvreugde gesproken, van Diederik ontving ik onlangs een inspirerende clip van de Pink Glove Dance die je moet hebben gezien. Het gehele ziekenhuispersoneel danst in het filmpje voor de strijd tegen borstkanker. Als het 1 miljoen keer zou worden bekeken, zou het ziekenhuis van de fabrikant van de roze handschoenen een grote donatie voor de behandeling van borstkanker ontvangen. Inmiddels is het op YouTube al ruim 7.5 miljoen keer aanschouwd... bekijk het hier. Het stemde mij in ieder geval heel vrolijk!
Morgenmiddag wordt de port-a-cath operatief uit het lichaam van mijn liefje verwijderd. Medio juni zal de volgende medische controle plaatsvinden. In de tussenliggende periode zullen wij in Nederland verblijven. We hebben er zin in.
En Alegria is de naam van een van de shows van 'Cirque du Soleil' die wij vele jaren geleden samen zagen in Amsterdam. Het lied is mij vanwege zijn eenvoud en kracht altijd bijgebleven.
Labels:
Dr Antonio Brugarolas - hoofd Oncologie Hospital San Jaime,
lied 'Alegria' - Cirque du Soleil,
Pink Glove Dance
zaterdag 13 maart 2010
Eenvingersysteem
We zijn veilig op het Spaanse honk teruggekeerd.
Op onze laatste dag in Bali werden we bezocht door een honderdtal Balinezen uit Tirtasari, een dorpje in de heuvelen van het achterland. We wisten direct dat ze ons niet kwamen uitzwaaien maar geanimeerd was het wel op het strand voor ons huis. Zij kwamen een ceremonie uitvoeren aan ons strandje. Daar werd Dewi Sari te water gelaten, een belangrijke godin in het Balinese geloof.
Wie wel meegingen om ons op het vliegveld van Denpasar uit te wuiven, waren Elsa (onze keukenprinses) en haar zoontje Yuda. Man Ketut is onze chauffeur dus die familie was ook compleet. De zware koffer die met name is gevuld met wintertruien die abusievelijk in de zeecontainer terecht waren gekomen, en de handbagage lagen achterin. De reis naar het Zuiden verliep volgens plan, zij het met een af en toe haperende airco.
Als ex-manager van een bedrijf dat vliegvelden bezit en exploiteert, weet ik maar al te goed dat een vliegveld een vat vol tegenstrijdigheden is: blijdschap en verdriet gaan er hand in hand. Waren mijn liefje en ik enigszins verblijd 'het gedoe' rondom ons Balinese droomhuis even achter ons te laten, blijheid om dit prachtige eiland en de warmte te verlaten voelden wij niet. Het was roerend om te zien hoe moeilijk Elsa het vond afscheid van ons te nemen. In de afgelopen maanden werd de band verder verstevigd. Tijdens een culturele les die wij in de afgelopen periode volgden, was ons uitgelegd dat de gemiddelde Balinees (voor zover die bestaat) zich sterk hecht aan drie dingen: de eigen familie, hun 'clan' en het geboortedorp. Een band met buitenlandse werkgevers komt niet in dat rijtje voor. Dat realiseren wij ons terdege. Maar dat Elsa, die om uiteenlopende redenen veel van onze aandacht kreeg, de steun van haar oudere vriendinnen zal missen, werd duidelijk door de tranen die over haar lieve wangen biggelden. In Bali komen vrouwen op de tweede plaats, dat wil zeggen: na de mannen, terwijl het vooral de vrouwen zijn die het familieleven en alles daaromheen draaiende houden. Voordat Elsa aan haar werkdag bij ons begint, maakt zij het huis schoon en kookt zij voor haar eigen gezin, inclusief schoonfamilie (vrouwen trekken bij de schoonouders in na hun huwelijk). Iedere Hollander maakt weleens een grap over de schoonfamilie... daarover hoef ik niet uit te wijden.
Het was de eerste keer dat ik reisde in de A380 (type 800), door fabrikant Airbus 'het vlaggenschip van de 21ste eeuw' genoemd. Dit machtige type vliegtuig kan ruim 500 mensen over twee dekken vervoeren. De vleugelwijdte is circa 80 meter, de hoogte van deze grote vogel is 24 meter, hetgeen gelijk staat aan een flat van minstens 4 verdiepingen. Toen ik op Changi Airport de slurf inliep naar het bovendek -waarop zich ook suites bevinden (!)- zag ik een vliegveldmedewerker bij het neuswiel staan: dat wiel was groter dan de man. Dat geeft de enorme proporties van dit vliegtuig goed aan, denk ik. Het werd een tamelijk rustige vlucht, met weinig geluidsoverlast in de cabines. En een heerlijke Singapore Sling-cocktail als aperitief! Ook mijn liefje genoot -zonder hoofddoek- van de cocktail en haar 'moslimmaaltijden'. Zij is allergisch voor schaal- en schelpdieren en dus krijgt zij aan boord risicovrije gerechten gepresenteerd. Dat alles is zeker voor herhaling vatbaar.
We landden vrijdagochtend op schema in Londen waar we werden overvallen door de kou: 2° Celsius. Slechts een gemiddeld verschil van 25°C met de 90 voorgaande dagen in Bali... Een paar wintertruien werden uit de koffer gehaald om over onze reiskleding aan te trekken. Het laatste traject, de enkele reis naar Alicante legden wij voor € 0,01 per persoon af met Ryanair. In gezelschap van hoofdzakelijk luidruchtige Britten.
We liepen een kil huis binnen: 13° Celsius. Spanje kreeg de natste, koudste winter in 100 jaar! De kachel snort hier nu, een mager zonnetje schijnt. Ik deed ruim 90 minuten over het typen van deze blogtekst. Met het rechtshandige eenvingersysteem. Ik heb namelijk een linkerarm die niet zonder pijn kan worden gebruikt. Ik slik pijnstillers en mijn schouder en bovenarm worden regelmatig door zuster Clivia (heb je haar weer?!) liefdevol met pijnstillende, ontstekingsremmende crème ingesmeerd. Ik tilde tijdens de reis hoogstwaarschijnlijk een keer teveel een zware tas boven mijn hoofd een locker van een vliegtuig in of uit.
Wij bereiden ons thans voor op de eerste driemaandelijkse medische controle na chemotherapie die op maandag aanstaande zal plaatsvinden. Dr. Brugarolas van het San Jaime-ziekenhuis zal verbaasd staan van het patente uiterlijk van mijn liefje! Ook het onderhuidse aanprikreservoir zal volgende week hopelijk kunnen worden verwijderd. We hopen op goede uitslagen.
Op onze laatste dag in Bali werden we bezocht door een honderdtal Balinezen uit Tirtasari, een dorpje in de heuvelen van het achterland. We wisten direct dat ze ons niet kwamen uitzwaaien maar geanimeerd was het wel op het strand voor ons huis. Zij kwamen een ceremonie uitvoeren aan ons strandje. Daar werd Dewi Sari te water gelaten, een belangrijke godin in het Balinese geloof.
Wie wel meegingen om ons op het vliegveld van Denpasar uit te wuiven, waren Elsa (onze keukenprinses) en haar zoontje Yuda. Man Ketut is onze chauffeur dus die familie was ook compleet. De zware koffer die met name is gevuld met wintertruien die abusievelijk in de zeecontainer terecht waren gekomen, en de handbagage lagen achterin. De reis naar het Zuiden verliep volgens plan, zij het met een af en toe haperende airco.
Als ex-manager van een bedrijf dat vliegvelden bezit en exploiteert, weet ik maar al te goed dat een vliegveld een vat vol tegenstrijdigheden is: blijdschap en verdriet gaan er hand in hand. Waren mijn liefje en ik enigszins verblijd 'het gedoe' rondom ons Balinese droomhuis even achter ons te laten, blijheid om dit prachtige eiland en de warmte te verlaten voelden wij niet. Het was roerend om te zien hoe moeilijk Elsa het vond afscheid van ons te nemen. In de afgelopen maanden werd de band verder verstevigd. Tijdens een culturele les die wij in de afgelopen periode volgden, was ons uitgelegd dat de gemiddelde Balinees (voor zover die bestaat) zich sterk hecht aan drie dingen: de eigen familie, hun 'clan' en het geboortedorp. Een band met buitenlandse werkgevers komt niet in dat rijtje voor. Dat realiseren wij ons terdege. Maar dat Elsa, die om uiteenlopende redenen veel van onze aandacht kreeg, de steun van haar oudere vriendinnen zal missen, werd duidelijk door de tranen die over haar lieve wangen biggelden. In Bali komen vrouwen op de tweede plaats, dat wil zeggen: na de mannen, terwijl het vooral de vrouwen zijn die het familieleven en alles daaromheen draaiende houden. Voordat Elsa aan haar werkdag bij ons begint, maakt zij het huis schoon en kookt zij voor haar eigen gezin, inclusief schoonfamilie (vrouwen trekken bij de schoonouders in na hun huwelijk). Iedere Hollander maakt weleens een grap over de schoonfamilie... daarover hoef ik niet uit te wijden.
Het was de eerste keer dat ik reisde in de A380 (type 800), door fabrikant Airbus 'het vlaggenschip van de 21ste eeuw' genoemd. Dit machtige type vliegtuig kan ruim 500 mensen over twee dekken vervoeren. De vleugelwijdte is circa 80 meter, de hoogte van deze grote vogel is 24 meter, hetgeen gelijk staat aan een flat van minstens 4 verdiepingen. Toen ik op Changi Airport de slurf inliep naar het bovendek -waarop zich ook suites bevinden (!)- zag ik een vliegveldmedewerker bij het neuswiel staan: dat wiel was groter dan de man. Dat geeft de enorme proporties van dit vliegtuig goed aan, denk ik. Het werd een tamelijk rustige vlucht, met weinig geluidsoverlast in de cabines. En een heerlijke Singapore Sling-cocktail als aperitief! Ook mijn liefje genoot -zonder hoofddoek- van de cocktail en haar 'moslimmaaltijden'. Zij is allergisch voor schaal- en schelpdieren en dus krijgt zij aan boord risicovrije gerechten gepresenteerd. Dat alles is zeker voor herhaling vatbaar.
We landden vrijdagochtend op schema in Londen waar we werden overvallen door de kou: 2° Celsius. Slechts een gemiddeld verschil van 25°C met de 90 voorgaande dagen in Bali... Een paar wintertruien werden uit de koffer gehaald om over onze reiskleding aan te trekken. Het laatste traject, de enkele reis naar Alicante legden wij voor € 0,01 per persoon af met Ryanair. In gezelschap van hoofdzakelijk luidruchtige Britten.
We liepen een kil huis binnen: 13° Celsius. Spanje kreeg de natste, koudste winter in 100 jaar! De kachel snort hier nu, een mager zonnetje schijnt. Ik deed ruim 90 minuten over het typen van deze blogtekst. Met het rechtshandige eenvingersysteem. Ik heb namelijk een linkerarm die niet zonder pijn kan worden gebruikt. Ik slik pijnstillers en mijn schouder en bovenarm worden regelmatig door zuster Clivia (heb je haar weer?!) liefdevol met pijnstillende, ontstekingsremmende crème ingesmeerd. Ik tilde tijdens de reis hoogstwaarschijnlijk een keer teveel een zware tas boven mijn hoofd een locker van een vliegtuig in of uit.
Wij bereiden ons thans voor op de eerste driemaandelijkse medische controle na chemotherapie die op maandag aanstaande zal plaatsvinden. Dr. Brugarolas van het San Jaime-ziekenhuis zal verbaasd staan van het patente uiterlijk van mijn liefje! Ook het onderhuidse aanprikreservoir zal volgende week hopelijk kunnen worden verwijderd. We hopen op goede uitslagen.
dinsdag 9 maart 2010
Jalan Nelly
Te midden van alle infrastructurele misère in Bali (zie voorgaande blogs) was er deze week wel degelijk één lichtpunt.
Enkele weken geleden vertelde ik Ketut, onze betrouwbare projectmanager (!), van mijn 'laatste plan' dat tijdens dit bezoek zou moeten worden uitgevoerd. Ik vroeg hem dan ook met mij op zoek te gaan naar een houtbewerker in de omringende dorpen die het plan voor ons zou kunnen uitvoeren. Wij klopten aan bij houtbewerkingsbedrijfjes waar het plan om uiteenlopende redenen afketste. Dat verbaasde mij: zo vreemd en moeilijk was het idee niet?!
Na weer een weigering en teleurstellend gezucht van mijn kant, deed Ketut het volgende voorstel: waarom zou zijn pa het niet proberen te maken? Ik ken Pa Ketut als een kundige bamboebewerker. Ook had ik in de afgelopen maanden geleerd dat de Balinees naar één specialisme streeft, all-round deskundigheid komt hier nagenoeg niet voor. Het gaat zelfs nog verder: als je iemand vraagt een klusje te doen op het terrein van een ander, zal hij of zij dat werk zelf niet aannemen.
Ketut, een goed opgeleide jonge Balinees, is daarop een uitzondering. Hij kan veel en is zeer leergierig. Om die reden noemen wij hem 'manager proyèk', hem zo legitimerend om zich namens ons op alle terreinen te begeven zonder dat er problemen onstaan. Hij vervult zijn rol met verve. Onze huidige situatie hier zou vele malen slechter zijn als hij er niet was geweest om te vertalen, een list te verzinnen, de oplossing aan te dragen.
Kennelijk zit het in de familie want zijn pa kan ook meer. Uit de conversatie bleek dat hij van origine houtbewerker is, een van de traditionele beroepen op Bali. “Waarom had ik daaraan niet eerder gedacht?! Natuurlijk mocht hij de opdracht uitvoeren. Graag zelfs!” Ik weet namelijk hoe zorgvuldig hij werkt en ik gun deze aardige man de extra inkomsten van harte. Ketut's familie behoort tot de zogenaamde 'Bali Aga' ook wel de ware Balinezen genoemd. Families die al duizenden jaren op Bali wonen en nog relatief traditioneel leven.
Er kwam weer een instructietekening met letters en afmetingen uit de hoge hoed. Op basis hiervan vervaardigde Pa Ketut iets heel moois; niet van bamboe maar van teakhout deze keer. Hij kent 'slechts' het Balinese schrift (lijkt op Sanskriet) dus het resultaat is deste opmerkelijker. Ik zie dat hij het hout met grote liefde bewerkte, de letters -die zijn zoon hem voordeed- zijn zeer verfijnd vormgegeven. Ik ben hem zeer erkentelijk.
Onlangs namen wij op ons landgoed de Jalan Nelly, de Nellyweg in gebruik. Daaraan kwamen twee mannen en mijn persoontje te pas: Arya, de tuinman, die het gat groef en Ketut die het cementpapje maakte voor een stevige voet. Zelf zette ik de houten constructie op de juiste plek. Grapsgewijs riep een Hollandse passant dat ik 'voor paal stond' maar nooit eerder heb ik dat zó graag gedaan!
Nelly werd in de afgelopen maanden ook voor die mannen een bekende in huis. De 'bovenwereld' speelt in het leven van de Balinees een grote rol. Het is de onzichtbare wereld van de goede krachten. Elke week wordt er bij haar foto een verse bos bloemen geplaatst. Elsa, onze huismanager, zal dat tijdens onze aanwezigheid blijven doen. Een boeket uit eigen tuin, aangevuld met bloemen uit de rijpere tuin van de buren. Binnenkort zullen wij echter geheel zelfvoorzienend zijn.
Nelly's straatnaambord staat op het pad dat van het terras van het centrale huis naar het gastenhuis leidt. Het is heel toepasselijk uitgevoerd: puur natuur, stijlvol, met de voet stevig in de aarde en de kop vrij in de zilte lucht. Teakhout kan tegen een stootje, dat vergaat niet zo maar... De Nellyweg is omzoomd door bloemen: sadap malam (witte jasmijn die 's avonds heerlijk ruikt), spider lady (een witte bloem met uitlopers die op de poten van een spin lijken). Nelly was bang voor spinnen maar van deze zou ze volop hebben genoten. Heliconia (tropischer kan niet!), ixora (verfijnde bloemtrossen in rood en geel), hibiscus (de absolute favoriet van mijn liefje) en baby blue (tere, blauwe bloemen).
Een bont gezelschap voor een kleurrijk mens. Ik mis haar nog elke dag. Maar op de Nellyweg is Nelly nooit ver weg. We kijken ernaar uit hier over enkele maanden weer -met haar- te lopen.
Dit is voorlopig de laatste blog uit Bali want zeer binnenkort gaan wij aan onze terugreis naar Spanje beginnen. ¡Hasta pronto!
Enkele weken geleden vertelde ik Ketut, onze betrouwbare projectmanager (!), van mijn 'laatste plan' dat tijdens dit bezoek zou moeten worden uitgevoerd. Ik vroeg hem dan ook met mij op zoek te gaan naar een houtbewerker in de omringende dorpen die het plan voor ons zou kunnen uitvoeren. Wij klopten aan bij houtbewerkingsbedrijfjes waar het plan om uiteenlopende redenen afketste. Dat verbaasde mij: zo vreemd en moeilijk was het idee niet?!
Na weer een weigering en teleurstellend gezucht van mijn kant, deed Ketut het volgende voorstel: waarom zou zijn pa het niet proberen te maken? Ik ken Pa Ketut als een kundige bamboebewerker. Ook had ik in de afgelopen maanden geleerd dat de Balinees naar één specialisme streeft, all-round deskundigheid komt hier nagenoeg niet voor. Het gaat zelfs nog verder: als je iemand vraagt een klusje te doen op het terrein van een ander, zal hij of zij dat werk zelf niet aannemen.
Ketut, een goed opgeleide jonge Balinees, is daarop een uitzondering. Hij kan veel en is zeer leergierig. Om die reden noemen wij hem 'manager proyèk', hem zo legitimerend om zich namens ons op alle terreinen te begeven zonder dat er problemen onstaan. Hij vervult zijn rol met verve. Onze huidige situatie hier zou vele malen slechter zijn als hij er niet was geweest om te vertalen, een list te verzinnen, de oplossing aan te dragen.
Kennelijk zit het in de familie want zijn pa kan ook meer. Uit de conversatie bleek dat hij van origine houtbewerker is, een van de traditionele beroepen op Bali. “Waarom had ik daaraan niet eerder gedacht?! Natuurlijk mocht hij de opdracht uitvoeren. Graag zelfs!” Ik weet namelijk hoe zorgvuldig hij werkt en ik gun deze aardige man de extra inkomsten van harte. Ketut's familie behoort tot de zogenaamde 'Bali Aga' ook wel de ware Balinezen genoemd. Families die al duizenden jaren op Bali wonen en nog relatief traditioneel leven.
Er kwam weer een instructietekening met letters en afmetingen uit de hoge hoed. Op basis hiervan vervaardigde Pa Ketut iets heel moois; niet van bamboe maar van teakhout deze keer. Hij kent 'slechts' het Balinese schrift (lijkt op Sanskriet) dus het resultaat is deste opmerkelijker. Ik zie dat hij het hout met grote liefde bewerkte, de letters -die zijn zoon hem voordeed- zijn zeer verfijnd vormgegeven. Ik ben hem zeer erkentelijk.
Onlangs namen wij op ons landgoed de Jalan Nelly, de Nellyweg in gebruik. Daaraan kwamen twee mannen en mijn persoontje te pas: Arya, de tuinman, die het gat groef en Ketut die het cementpapje maakte voor een stevige voet. Zelf zette ik de houten constructie op de juiste plek. Grapsgewijs riep een Hollandse passant dat ik 'voor paal stond' maar nooit eerder heb ik dat zó graag gedaan!
Nelly werd in de afgelopen maanden ook voor die mannen een bekende in huis. De 'bovenwereld' speelt in het leven van de Balinees een grote rol. Het is de onzichtbare wereld van de goede krachten. Elke week wordt er bij haar foto een verse bos bloemen geplaatst. Elsa, onze huismanager, zal dat tijdens onze aanwezigheid blijven doen. Een boeket uit eigen tuin, aangevuld met bloemen uit de rijpere tuin van de buren. Binnenkort zullen wij echter geheel zelfvoorzienend zijn.
Nelly's straatnaambord staat op het pad dat van het terras van het centrale huis naar het gastenhuis leidt. Het is heel toepasselijk uitgevoerd: puur natuur, stijlvol, met de voet stevig in de aarde en de kop vrij in de zilte lucht. Teakhout kan tegen een stootje, dat vergaat niet zo maar... De Nellyweg is omzoomd door bloemen: sadap malam (witte jasmijn die 's avonds heerlijk ruikt), spider lady (een witte bloem met uitlopers die op de poten van een spin lijken). Nelly was bang voor spinnen maar van deze zou ze volop hebben genoten. Heliconia (tropischer kan niet!), ixora (verfijnde bloemtrossen in rood en geel), hibiscus (de absolute favoriet van mijn liefje) en baby blue (tere, blauwe bloemen).
Een bont gezelschap voor een kleurrijk mens. Ik mis haar nog elke dag. Maar op de Nellyweg is Nelly nooit ver weg. We kijken ernaar uit hier over enkele maanden weer -met haar- te lopen.
Dit is voorlopig de laatste blog uit Bali want zeer binnenkort gaan wij aan onze terugreis naar Spanje beginnen. ¡Hasta pronto!
maandag 8 maart 2010
Pompen, pompen en toch bijna verzuipen...
Schreef ik onlangs over de problemen die bij ons in Bali waren ontstaan doordat projectontwikkelaar Hans H. het wegslepen van generatoren voor onze bouwstroom veroorzaakte, niet lang daarna meldde zich het volgende bij ons aan: extreme wateroverlast.
Sinds enkele weken hebben wij te kampen met een hoge grondwaterstand. Die waterstand werd in de afgelopen dagen extreem. Er is niet alleen sprake van overlast op onze grond en dat van onze buren maar ook in de rijst- en druivenvelden achter ons huis. Dat verhoogde waterpeil zorgt ervoor dat:
Op 20 januari jongstleden schreef ik voor de eerste keer over de perikelen rondom de aanleg van een nieuwe weg achter ons huis en de 'teloorgang' van onze waterafvoerpijp. Die nieuwe weg werd hals over kop aangelegd door lokale mannen, om het grondstuk van de nieuwe buur (ook Hans geheten...) bereikbaar te maken.
De lokale mannen die toezagen op de aanleg van de nieuwe weg en op het bouwrijp maken van het land van onze nieuwe buurman, zijn leden van een Balinese familie met veel geld. Dat dwingt kennelijk bij velen respect af. Ons respect verloren zij echter in rap tempo toen ze rücksichtlos te werk gingen: door hun 'gedump van zand' (ik kan het niet anders noemen) sloten zij in een klap bestaande waterafvoerkanalen af en negeerden zij natuurlijke waterwegen, waardoor velden van lokale mensen achter onze villa's onderliepen en onze buren en wij ernstig wateroverlast kregen.
Deze lui geven kennelijk geen donder om wat er om hen heen misgaat - als zij hun geld maar kunnen incasseren. Ze pronken met hun (vele) grote auto's en hun vette lach klinkt dagelijks over de velden. Voor hen is er geen vuiltje aan de lucht. Verwerpelijk gedrag. Ik vraag mij ernstig af hoe zij karma dharma denken te bereiken en waarin zij als Balinezen zullen reïncarneren...
Het lijkt alsof mijn liefje en ik nu in een boze droom zijn terechtgekomen. Dat is niet goed voor ons beider welzijn. Maar zoals water kruipt waar het wil gaan (heren!), is ook de aard van ons beestje zodanig dat wij niet opgeven. Wij gingen dan ook met het eigen personeel tot actie over, met hulp van buurcollega's. Tom Poes verzon wederom een list. We groeven ons eigen kanaal van de voorzijde van het buurland naar de Balizee en pompten vervolgens de machinekamer en het overloopreservoir op eigen grond leeg. Het water blijft weliswaar sijpelen maar dit is alles dat we nu zelf kunnen doen. We hopen op positieve natuurkrachten. Gisteren waren de weergoden ons goedgezind: het regende niet. Vandaag gaan wij weer een kijkje nemen bij onze eigen villa. De Hansen zijn nog niet van ons af.
Wordt vervolgd.
Sinds enkele weken hebben wij te kampen met een hoge grondwaterstand. Die waterstand werd in de afgelopen dagen extreem. Er is niet alleen sprake van overlast op onze grond en dat van onze buren maar ook in de rijst- en druivenvelden achter ons huis. Dat verhoogde waterpeil zorgt ervoor dat:
- een deel van onze achtertuin continu blank staat;
- de waterafvoergoten rondom het huis vol lopen en niet meer kunnen afwateren;
- de pijp die de toevoer van het schone overheidswater regelt door toenemende waterdruk is gebroken;
- het bronwater dat continu stroomt op het land van de nieuwe buur inmiddels tegen onze achter- en voorwand klotst;
- wij geen 'backwash' kunnen doen voor het zwembad omdat water van het buurland inmiddels onze machinekamer binnenkomt.
Op 20 januari jongstleden schreef ik voor de eerste keer over de perikelen rondom de aanleg van een nieuwe weg achter ons huis en de 'teloorgang' van onze waterafvoerpijp. Die nieuwe weg werd hals over kop aangelegd door lokale mannen, om het grondstuk van de nieuwe buur (ook Hans geheten...) bereikbaar te maken.
De lokale mannen die toezagen op de aanleg van de nieuwe weg en op het bouwrijp maken van het land van onze nieuwe buurman, zijn leden van een Balinese familie met veel geld. Dat dwingt kennelijk bij velen respect af. Ons respect verloren zij echter in rap tempo toen ze rücksichtlos te werk gingen: door hun 'gedump van zand' (ik kan het niet anders noemen) sloten zij in een klap bestaande waterafvoerkanalen af en negeerden zij natuurlijke waterwegen, waardoor velden van lokale mensen achter onze villa's onderliepen en onze buren en wij ernstig wateroverlast kregen.
Deze lui geven kennelijk geen donder om wat er om hen heen misgaat - als zij hun geld maar kunnen incasseren. Ze pronken met hun (vele) grote auto's en hun vette lach klinkt dagelijks over de velden. Voor hen is er geen vuiltje aan de lucht. Verwerpelijk gedrag. Ik vraag mij ernstig af hoe zij karma dharma denken te bereiken en waarin zij als Balinezen zullen reïncarneren...
Het lijkt alsof mijn liefje en ik nu in een boze droom zijn terechtgekomen. Dat is niet goed voor ons beider welzijn. Maar zoals water kruipt waar het wil gaan (heren!), is ook de aard van ons beestje zodanig dat wij niet opgeven. Wij gingen dan ook met het eigen personeel tot actie over, met hulp van buurcollega's. Tom Poes verzon wederom een list. We groeven ons eigen kanaal van de voorzijde van het buurland naar de Balizee en pompten vervolgens de machinekamer en het overloopreservoir op eigen grond leeg. Het water blijft weliswaar sijpelen maar dit is alles dat we nu zelf kunnen doen. We hopen op positieve natuurkrachten. Gisteren waren de weergoden ons goedgezind: het regende niet. Vandaag gaan wij weer een kijkje nemen bij onze eigen villa. De Hansen zijn nog niet van ons af.
Wordt vervolgd.
donderdag 4 maart 2010
Verjaagd uit het paradijs
Het duurde even voordat er een nieuwe blog kwam maar dat is omdat wij in de afgelopen dagen aan crisismanagement moesten doen. Er is niets mis met mijn liefje alhoewel ook zij aan het bekomen is van boosheid en verbijstering.
In een eerdere blog over electriciteitspalen meldde ik dat wij hier nog steeds op bouwstroom zijn aangesloten die via een generator aan ons en de buren wordt geleverd. De eigenaar van de bouwonderneming alhier, die ik voorlopig Hans H. zal noemen, is makelaar en taxateur in de Nederlandse bollenstreek.
Op zijn website schrijft hij over zijn eigen bedrijf: 'een kantoor dat zich onderscheidt van anderen door ons specialisme in aankoopbegeleiding. Zodra u uw droomhuis heeft gevonden begeleiden wij u in het gehele traject van aankopen. Wij richten ons hierbij uitsluitend op uw belangen.' In een andere passage meldt hij: 'In alle voorkomende gevallen is het prettig een deskundige, betrouwbare adviseur te hebben die zich goed in uw bedrijf kan inleven en daarbij de persoonlijke omstandigheden niet uit het oog verliest.'
Deze Hollandse makelaar besloot in 2008 projectontwikkelaar in Bali te worden. De man in kwestie heeft sindsdien moeite aan zijn zakelijke en financiële verplichtingen in Bali te voldoen. Ook in ons geval blijft hij ernstig in gebreke. Daarvan zijn niet alleen oude en nieuwe villa-eigenaren de dupe, dat geldt ook voor plaatselijke leveranciers. Kennelijk weigerde hij één tijdige betaling te vaak: de leverancier van de generatoren was het gedoe inmiddels meer dan zat en trok de stekkers van de stroomopwekkers eruit. Weg stroom. Het zwembadwater kon niet meer worden gefilterd en de tuin niet meer gesproeid. Douches, toiletten, airco's, luchtverplaatsers, het koffiezetapparaat, de koelkast - niets werkte meer. Nu zijn wij als kampeerders wel wat gewend maar dit wangedrag vonden wij compleet onacceptabel.
Het werd dus hoog tijd de verantwoordelijke man op zijn onverantwoordelijke gedrag aan te spreken. Diezelfde zogenaamd betrouwbare adviseur liet zich op maandag jongstleden van zijn ALLERonbetrouwbaarste zijde zien door middenin de discussie over de mogelijke oplossing voor dit staaltje mismanagement stoïcijns het kantoor uit te lopen, roepend 'dat hij zijn vliegtuig moest halen.' Ons achterlatend met grote problemen, om zijn eigen woorden tegen te spreken: onze persoonlijke omstandigheden volledig (maar dan ook volledig) uit het oog verliezend. Ik vind het een onbeschaamdheid die moeilijk onder woorden is te brengen. Personeelsleden van de betrokken villa's reageerden unaniem op het gedrag en overhaaste vertrek van Hans H.: “als hij meer aandacht had besteed aan zaken en minder aan Balinese vrouwen, zou het niet zo mis zijn gegaan”...
Aan het einde van die dag vonden de vrienden die wij hier nog wel hebben een kleine generator. Er is nu immers veel te verliezen. De electricteitsman werd erbij gehaald om het apparaat aan de praat te krijgen maar als het apparaat praat, zwijgen wij. Het maakt namelijk zoveel herrie dat het paradijselijke gevoel dat ons elf weken lang had bevangen, verdween als sneeuw voor de zon.
We schakelden het apparaat gedurende de nacht enige tijd af en zette het de ochtend erop weer aan. Wat er toen gebeurde: er volgden twee harde klappen in huis en er ontstond een brandlucht. Ik rende naar binnen en kon nog net het gesis in de meterkast waarnemen. Alles sloeg door. Ook onze eigen stoppen. Het was maar goed dat Jeroen (zoon van goede vriend Ger) bij ons logeerde. Hij was voor ons een prettige afleiding en een rots in de branding!
Inmiddels zijn wij voor onze laatste week in Bali naar een andere villa verhuist. Toen we met een koffertje en wat tassen ons eigen pad afreden, kreeg ik een brok in mijn keel. Ook ons personeel had het even te kwaad. In de nieuwe woonomgeving proberen we het oude, fijne gevoel terug te krijgen. Uit het paradijs verjaagd, zo voelt het. En het kwaad heet Hans H.
We vrezen dat een flink aantal apparaten bij de klap beschadigd is geraakt. Het eerste technische mankement constateerden wij reeds: de electrische Nespresso-melkschuimer die altijd met ons meereist, werkt niet meer. We vrezen ook voor onze Bose-geluidsinstallatie, de satellietverbinding, het Nespresso-koffiezetapparaat, de wasmachine, de lampen, enzovoorts.
Wordt vervolgd.
In een eerdere blog over electriciteitspalen meldde ik dat wij hier nog steeds op bouwstroom zijn aangesloten die via een generator aan ons en de buren wordt geleverd. De eigenaar van de bouwonderneming alhier, die ik voorlopig Hans H. zal noemen, is makelaar en taxateur in de Nederlandse bollenstreek.
Op zijn website schrijft hij over zijn eigen bedrijf: 'een kantoor dat zich onderscheidt van anderen door ons specialisme in aankoopbegeleiding. Zodra u uw droomhuis heeft gevonden begeleiden wij u in het gehele traject van aankopen. Wij richten ons hierbij uitsluitend op uw belangen.' In een andere passage meldt hij: 'In alle voorkomende gevallen is het prettig een deskundige, betrouwbare adviseur te hebben die zich goed in uw bedrijf kan inleven en daarbij de persoonlijke omstandigheden niet uit het oog verliest.'
Deze Hollandse makelaar besloot in 2008 projectontwikkelaar in Bali te worden. De man in kwestie heeft sindsdien moeite aan zijn zakelijke en financiële verplichtingen in Bali te voldoen. Ook in ons geval blijft hij ernstig in gebreke. Daarvan zijn niet alleen oude en nieuwe villa-eigenaren de dupe, dat geldt ook voor plaatselijke leveranciers. Kennelijk weigerde hij één tijdige betaling te vaak: de leverancier van de generatoren was het gedoe inmiddels meer dan zat en trok de stekkers van de stroomopwekkers eruit. Weg stroom. Het zwembadwater kon niet meer worden gefilterd en de tuin niet meer gesproeid. Douches, toiletten, airco's, luchtverplaatsers, het koffiezetapparaat, de koelkast - niets werkte meer. Nu zijn wij als kampeerders wel wat gewend maar dit wangedrag vonden wij compleet onacceptabel.
Het werd dus hoog tijd de verantwoordelijke man op zijn onverantwoordelijke gedrag aan te spreken. Diezelfde zogenaamd betrouwbare adviseur liet zich op maandag jongstleden van zijn ALLERonbetrouwbaarste zijde zien door middenin de discussie over de mogelijke oplossing voor dit staaltje mismanagement stoïcijns het kantoor uit te lopen, roepend 'dat hij zijn vliegtuig moest halen.' Ons achterlatend met grote problemen, om zijn eigen woorden tegen te spreken: onze persoonlijke omstandigheden volledig (maar dan ook volledig) uit het oog verliezend. Ik vind het een onbeschaamdheid die moeilijk onder woorden is te brengen. Personeelsleden van de betrokken villa's reageerden unaniem op het gedrag en overhaaste vertrek van Hans H.: “als hij meer aandacht had besteed aan zaken en minder aan Balinese vrouwen, zou het niet zo mis zijn gegaan”...
Aan het einde van die dag vonden de vrienden die wij hier nog wel hebben een kleine generator. Er is nu immers veel te verliezen. De electricteitsman werd erbij gehaald om het apparaat aan de praat te krijgen maar als het apparaat praat, zwijgen wij. Het maakt namelijk zoveel herrie dat het paradijselijke gevoel dat ons elf weken lang had bevangen, verdween als sneeuw voor de zon.
We schakelden het apparaat gedurende de nacht enige tijd af en zette het de ochtend erop weer aan. Wat er toen gebeurde: er volgden twee harde klappen in huis en er ontstond een brandlucht. Ik rende naar binnen en kon nog net het gesis in de meterkast waarnemen. Alles sloeg door. Ook onze eigen stoppen. Het was maar goed dat Jeroen (zoon van goede vriend Ger) bij ons logeerde. Hij was voor ons een prettige afleiding en een rots in de branding!
Inmiddels zijn wij voor onze laatste week in Bali naar een andere villa verhuist. Toen we met een koffertje en wat tassen ons eigen pad afreden, kreeg ik een brok in mijn keel. Ook ons personeel had het even te kwaad. In de nieuwe woonomgeving proberen we het oude, fijne gevoel terug te krijgen. Uit het paradijs verjaagd, zo voelt het. En het kwaad heet Hans H.
We vrezen dat een flink aantal apparaten bij de klap beschadigd is geraakt. Het eerste technische mankement constateerden wij reeds: de electrische Nespresso-melkschuimer die altijd met ons meereist, werkt niet meer. We vrezen ook voor onze Bose-geluidsinstallatie, de satellietverbinding, het Nespresso-koffiezetapparaat, de wasmachine, de lampen, enzovoorts.
Wordt vervolgd.
Abonneren op:
Posts (Atom)