's Ochtends sta ik alweer frisser op alhoewel de deusverkoudheid aanhoudt. De keel- en hoofdpijnen zijn geweken al hoest ik nog steeds. Mijn liefje en ik grommen thans tegen elkaar op. Dagelijks bepalen we wie de indrukwekkendste hondeblaf voortbrengt. Mijn energieniveau is herstellende en dat is goed te merken: ik heb weer zin in dingen en mensen.
Vóór mijn verkoudheid ging ik in Spanje op zoek naar een nieuwe parfum. Sinds jasmijn en kamperfoelie in eigen tropische tuin bloeien, bekoren die geuren mij. Op internet onderzocht ik welke parfums deze aroma’s bevatten. Met een lijstje in mijn hoofd ging ik shoppen bij El Corte Ingles, het grootste warenhuis van Spanje dat in elke stad is te vinden. Na enkele geursessies kwam ik uit bij Marc Jacobs. Ik rook en rook en rook, via geurkaartjes en op eigen huid. Uiteindelijk wandelde ik in een wolk van contrasterende geuren de deur uit. Met Daisy. In dat parfum is evenwel geen jasmijn te bekennen! Het geurt subtiel naar lelietjes van dalen, zelfs bijn deus ruikt het. Daarmee vlamde de liefde thuis op. Je moet blijven investeren in je relatie. Saya senang/Soy muy contenta.
Ook mijn deusbrug vroeg om aandacht. Het zoveelste deussteuntje van mijn zoveelste zonnebril kwam in Bali los te zitten. Daarvoor vond nog geen fabrikant een oplossing, wat mij aangaat. Dat rubbertje werd een aantal keren met superglue gelijmd - zonder succes. Hoeveel zonnebrillen kan een mens bij leven verslijten? Ik ben de tel inmiddels kwijt. Misschien moet dat steuntje voortaan rechtstreeks aan mijn deusvleugel worden bevestigd?! In een moment van zwakte bezweek ik wederom voor een nieuwe bril. Een strakke, zwarte Bollé werd uitverkozen. 'For Sport. For Life.' Aldus de marketing manager van het merk. Laten we het hopen. Geschikt voor extreem zonnige omstandigheden dus alleen al daarom is dit een goede keuze.
Dat was niet alles op zintuigelijk vlak. Enkele maanden geleden mailde een vriendin mij dat ze uit mijn blogs kon opmaken dat het leven op Bali mij inspireerde. Ze sloeg de spijker op zijn kop. Ik had destijds veel zin om te schrijven en dat was niet in de laatste plaats doordat er zoveel was te zien aan de Balizee. De tuin, het plaatselijke weer, ons personeel, gevederde vriendjes, dat alles inspireerde mij. Stuk voor stuk doordeweekse onderwerpen die daar echter zijn zoals ze zijn: anders. Het is vaak simpele verwondering die mij doet schrijven.
Ik ben altijd een kijker geweest. Kleine dingen vielen en vallen mij op. Die scherpe blik wordt ontegenzeggelijk bevorderd door een aantal van mijn hobbies: sinds mijn kindertijd raap ik schelpen en daarmee bouw je een gedetailleerd 'zoekbeeld' op. Je ziet snel wat afwijkt. Daarbij komt dat ik een enthousiast amateurfotografe ben. Ook daarmee verfijn je je blik. Bovendien is kijken een goede manier om te leren: na één keer toezien, kun je het zelf uitproberen door na te doen. Leren is nu eenmaal leuk; dat zal ik blijven vinden tot aan mijn dood.
Maar sinds de jaarwisseling laten mijn kijkers mij in de avonduren af en toe in de steek. Dat moest een keer gebeuren. Voor een fervent boekenwurm en computeraar van middelbare leeftijd hield ik het tamelijk lang vol zonder leesbril. Op oudejaarsavond begon ik aan een boek met kleine letters en op enig moment werd verder lezen een verzoeking. De letters dansten voor mijn ogen. Ik ging loensend over de drempel, om met Wim Kan te spreken. Dat was een nieuwe sensatie voor mij...
Sindsdien ligt de leesbril onder handbereik. Op de meeste avonden heb ik geen bril nodig maar op sommige avonden wel. Het begin van lichamelijk verval? Waarschijnlijk. Het zij zo. Ik kon er eventjes om treuren maar niet lang om tobben. Er zijn namelijk oplossingen voorhanden. Zo zijn we in bezit van een setje standaard-vergrootglazen. Sinds mijn liefje tien jaar geleden van boord stapte van een cruiseschip zonder haar onmisbare bril, zijn we in het bezit van enkele goedkope brillen die jarenlang lagen te verstoffen in een la. Recent vonden ze in mij dus een nieuwe bestemming.
Die brillen maakt mij naar verluid “lekker streng”. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het woord 'intelligenter' ook viel in deze context. Tja, wass sich neckt, dass liebt sich. Hoog tijd voor een Jiskefet-mop als tegenprestatie. Jos van de Crediteuren/Debiteurenadministratie stelt een open vraag aan zijn collega: “wanneer mag je je vrouw slaan?” Edgar antwoordt (met vraagteken in de stem): “als haar snor in brand staat?” Ik vernam bij monde van Herman Koch (Jos) -die bij Pauw & Witteman zijn nieuwe roman toelichtte- dat Jiskefet in maart aan een nieuw project zal beginnen, getiteld 'Goeiesmorgens, de musical'. Alhoewel ik geen groot fan ben van Nederlandse musicals, zou ik deze heel graag willen zien; met of zonder bril!
Hun hoogstwaarschijnlijk deels geïmproviseerde eindresultaat zal in Nederland te zien zijn gedurende de maand april. Het zou een uiterst geschikt verjaardagkado zijn maar in die maand bevind ik mij op circa 14.000 kilometer afstand van de Heineken Music Hall.
We keren medio februari namelijk voor enkele maanden terug naar Noord-Bali. Wij gaan in die periode onder andere een hernieuwde poging ondernemen om naar de Borobudur af te reizen en we plannen een bezoek aan een voormalige collega op Java. Ons aanstaande verblijf zal echter vooral in het teken staan van de verkoop van onze tropische villa. It’s time to move on.
Translate
vrijdag 28 januari 2011
Be deus
maandag 24 januari 2011
De ziekenboeg
De eerste week in Spanje was vol gemengde gevoelens. Vanzelfsprekend waren de goede medische uitslagen voor mijn liefje het hoogtepunt van de week, ik denk zelfs van de komende weken. Mijn gedachten kunnen weer wegzweven van ziekte al heb ik oprecht vertrouwen in haar volledige herstel. De eerstvolgende controle zullen we weer in Zuid-Bali gaan organiseren.
Mijn liefje zat de afgelopen week in de lappenmand. Ze was uit de A380 gestapt met een lichte verkoudheid die in de loop van de week zwaarder werd. Dertien uur vliegen in een airco-toestel vol mensen gaat vaak gepaard met gezondheidsklachten na landing. Het grote temperatuurverschil tussen Bali en Europa was ook bevorderlijk: ze werd snipverkouden en kreeg tevens last van haar ogen. Van de neus zakte het vervolgens naar de borst waar het nog steeds zit, al lijkt het nu een kwestie van uitzieken.
Het weer in Spanje was aanvankelijk zonnig en vriendelijk maar dat sloeg na enkele dagen om. Het werd kil aan de Costa Blanca met temperaturen van 8 à 10 graden Celsius; een verschil van 20 graden met Bali. Wollen truien, winterjassen en handschoenen kwamen uit de motteballen. Donderdag jongstleden bleek weer zonnig zodat wij een uitstapje naar Alicante maakten voor de Nespresso Boutique en Lizarran. Toen ik de koffiewinkel binnenstapte, dacht ik even temidden van een buslading toeristen te zijn terechtgekomen. Allen bleken koffieklanten; ik trok een nummertje en wachtte. De financiële crisis is daar in ieder geval niet te merken! Ik probeerde nieuwe smaken uit om de tijd te doden. Uiteindelijk verlieten we de winkel met twee tassen favoriete cups en een voorraad nieuwe 'Cosi'. Bali, here we come!
We besloten te lunchen bij Lizarran, de tapasbar van Baskische origine. Er stond een ruime keuze pintxos op ons te wachten. Pintxo is de Noord-Spaanse variant van de tapa. Ik proefde onder andere van de geitenkaas met eendenpaté en rood fruitgelei, een dun lapje varkensvlees met knoflookkruiden salsa en drie-kazentorentje met ananaschutney en walnoot. Het systeem bij Lizarran is simpel: de koude pintxos liggen in afgeschermde vitrines die je zelf kunt openen en met regelmaat komt de keukenbrigade langs met warme hapjes. Elke pintxo zit aan een bepaald type houten prikker die je bewaart. Als je klaar bent met proeven, worden de stokjes opgeteld en weet je hoeveel je moet afrekenen.
In het weekend liepen ook mijn holtes vol al had ik nog even de hoop dat deze verkoudheid aan mij voorbij zou gaan. Ongelofelijk zoveel vloeistof als er in een hoofd zit?! Bed was de beste plek om te vertoeven. Lag ik op mijn linkerzijde dan liep mijn linkerneusgat echter vol, draaide ik mij op mijn rechterzij dan gebeurde het aan die kant. Op mijn rug liggen is nooit een optie. Er kwam slechts geproest en gesnuif uit de slaapkamer. Ik ben thans met recht een snotneus maar het Tempoteam voert een constante stroom 'zaddoeken' aan. Bij elke snuit- en hoestbui laaide de hoofdpijn op. Ook de keel protesteert inmiddels. ¡Caramba!
Kruiden(buur)vrouwtje Emmy bracht enig soelaas met een schaaltje eucalyptusolie dat ik moest verwarmen. De etherische dampen vulden het huis en openden mijn sinussen tijdelijk. Als ik mij niet hangerig en futloos voelde, zou ik mijmeren over koala's in Australië; die zijn namelijk dol op de bladeren van deze boomsoort. Diezelfde buurvrouw gaf ons een damesblad ter verpozing met daarin de voorspellingen voor 2011 per sterrenbeeld. “Dit jaar heeft de Ram meer dan ooit zin in nieuwe dingen. Vooral de eerste helft van dit jaar biedt prachtige kansen waarbij u zich aangetrokken voelt tot alles wat nieuw en opwindend is. Voor de Ram die in april geboren is, is het belangrijk energie te sparen voor de écht belangrijke zaken. Uw optimisme en enthousiasme sporen u steeds weer aan tot actie.” Niks nieuws onder de zon.
De jaarhoroscoop van mijn liefje had de kop “I am not bossy, I just have better ideas.” Dat was wèl een nieuwe kijk op zaken. Er stond ook: “Analytisch als u bent, begrijpt u uw eigen emotionele wisselvalligheid niet altijd. Ook uw partner is het spoor soms bijster maar doet wel erg [haar] best om het u naar de zin te maken.” Goed blad.
Ze deed de boodschappen even in haar eentje en kwam terug met een tas vol Kleenex Menthol en een grote Lindt & Sprüngli-chocoladereep. Alle beetjes helpen, zal zij hebben gedacht. Zij is zorgzaam en weet mij te behagen.
Enkele maanden geleden las ik over de ontwikkeling van een robotverpleegster in Japan, genaamd Actroid-F. Ze is de eerste robot met menselijke trekken. Het is een knap staaltje robotica maar ik vind haar expressie griezelig. Verplaagster of 'engel des doods' lijken mij toepasselijker aanduidingen. Als zij mij een kopje thee met chocola aan bed zou brengen, zou ik een hongerstaking serieus overwegen. Wat dat betreft, heb ik over mijn eigen zuster Clivia niets te klagen!
Een nieuwe week brak aan; hopelijk wordt dit de week van de vertrekkende virussen. Met excuses voor mijn vertraagde blog.
Mijn liefje zat de afgelopen week in de lappenmand. Ze was uit de A380 gestapt met een lichte verkoudheid die in de loop van de week zwaarder werd. Dertien uur vliegen in een airco-toestel vol mensen gaat vaak gepaard met gezondheidsklachten na landing. Het grote temperatuurverschil tussen Bali en Europa was ook bevorderlijk: ze werd snipverkouden en kreeg tevens last van haar ogen. Van de neus zakte het vervolgens naar de borst waar het nog steeds zit, al lijkt het nu een kwestie van uitzieken.
Het weer in Spanje was aanvankelijk zonnig en vriendelijk maar dat sloeg na enkele dagen om. Het werd kil aan de Costa Blanca met temperaturen van 8 à 10 graden Celsius; een verschil van 20 graden met Bali. Wollen truien, winterjassen en handschoenen kwamen uit de motteballen. Donderdag jongstleden bleek weer zonnig zodat wij een uitstapje naar Alicante maakten voor de Nespresso Boutique en Lizarran. Toen ik de koffiewinkel binnenstapte, dacht ik even temidden van een buslading toeristen te zijn terechtgekomen. Allen bleken koffieklanten; ik trok een nummertje en wachtte. De financiële crisis is daar in ieder geval niet te merken! Ik probeerde nieuwe smaken uit om de tijd te doden. Uiteindelijk verlieten we de winkel met twee tassen favoriete cups en een voorraad nieuwe 'Cosi'. Bali, here we come!
We besloten te lunchen bij Lizarran, de tapasbar van Baskische origine. Er stond een ruime keuze pintxos op ons te wachten. Pintxo is de Noord-Spaanse variant van de tapa. Ik proefde onder andere van de geitenkaas met eendenpaté en rood fruitgelei, een dun lapje varkensvlees met knoflookkruiden salsa en drie-kazentorentje met ananaschutney en walnoot. Het systeem bij Lizarran is simpel: de koude pintxos liggen in afgeschermde vitrines die je zelf kunt openen en met regelmaat komt de keukenbrigade langs met warme hapjes. Elke pintxo zit aan een bepaald type houten prikker die je bewaart. Als je klaar bent met proeven, worden de stokjes opgeteld en weet je hoeveel je moet afrekenen.
In het weekend liepen ook mijn holtes vol al had ik nog even de hoop dat deze verkoudheid aan mij voorbij zou gaan. Ongelofelijk zoveel vloeistof als er in een hoofd zit?! Bed was de beste plek om te vertoeven. Lag ik op mijn linkerzijde dan liep mijn linkerneusgat echter vol, draaide ik mij op mijn rechterzij dan gebeurde het aan die kant. Op mijn rug liggen is nooit een optie. Er kwam slechts geproest en gesnuif uit de slaapkamer. Ik ben thans met recht een snotneus maar het Tempoteam voert een constante stroom 'zaddoeken' aan. Bij elke snuit- en hoestbui laaide de hoofdpijn op. Ook de keel protesteert inmiddels. ¡Caramba!
Kruiden(buur)vrouwtje Emmy bracht enig soelaas met een schaaltje eucalyptusolie dat ik moest verwarmen. De etherische dampen vulden het huis en openden mijn sinussen tijdelijk. Als ik mij niet hangerig en futloos voelde, zou ik mijmeren over koala's in Australië; die zijn namelijk dol op de bladeren van deze boomsoort. Diezelfde buurvrouw gaf ons een damesblad ter verpozing met daarin de voorspellingen voor 2011 per sterrenbeeld. “Dit jaar heeft de Ram meer dan ooit zin in nieuwe dingen. Vooral de eerste helft van dit jaar biedt prachtige kansen waarbij u zich aangetrokken voelt tot alles wat nieuw en opwindend is. Voor de Ram die in april geboren is, is het belangrijk energie te sparen voor de écht belangrijke zaken. Uw optimisme en enthousiasme sporen u steeds weer aan tot actie.” Niks nieuws onder de zon.
De jaarhoroscoop van mijn liefje had de kop “I am not bossy, I just have better ideas.” Dat was wèl een nieuwe kijk op zaken. Er stond ook: “Analytisch als u bent, begrijpt u uw eigen emotionele wisselvalligheid niet altijd. Ook uw partner is het spoor soms bijster maar doet wel erg [haar] best om het u naar de zin te maken.” Goed blad.
Ze deed de boodschappen even in haar eentje en kwam terug met een tas vol Kleenex Menthol en een grote Lindt & Sprüngli-chocoladereep. Alle beetjes helpen, zal zij hebben gedacht. Zij is zorgzaam en weet mij te behagen.
Enkele maanden geleden las ik over de ontwikkeling van een robotverpleegster in Japan, genaamd Actroid-F. Ze is de eerste robot met menselijke trekken. Het is een knap staaltje robotica maar ik vind haar expressie griezelig. Verplaagster of 'engel des doods' lijken mij toepasselijker aanduidingen. Als zij mij een kopje thee met chocola aan bed zou brengen, zou ik een hongerstaking serieus overwegen. Wat dat betreft, heb ik over mijn eigen zuster Clivia niets te klagen!
Een nieuwe week brak aan; hopelijk wordt dit de week van de vertrekkende virussen. Met excuses voor mijn vertraagde blog.
dinsdag 18 januari 2011
Goede uitslag
Gisteren waren we een groot deel van de dag in het San Jaime-ziekenhuis vanwege de 6-maandelijkse controle van mijn liefje. De belangrijkste scan was deze keer van de botten. Ze werd eerst flink radio-actief gemaakt en ging daarna door de machine. Niet veel later hadden we een onderhoud met hoofd Oncologie, dr Antonio Brugarolas die veel tijd voor ons had: alle uitslagen waren dik in orde. ¡Alegria! Bernadette mailde mij dat ze in een krant had gelezen dat 17 januari de meest deprimerende dag van 2011 is, volgens ene psycholoog uit het Verenigd Koninkrijk. Nou, mooi niet dus. Wij vinden het eén van de positiefste dagen van dit jaar dankzij het goede nieuws. We vierden het gisteren met een glaasje cava bij Hugo en Emmy.
zondag 16 januari 2011
Andere gewoonten
We zijn weer op het Spaanse honk na een voorspoedige terugreis uit Bali. Zonder vertraging, met slechts een beetje turbulentie en redelijk weer op tussenstation Londen. Met Ryan Air vlogen we vervolgens naar Alicante. In de veiligheidsinstructies aan boord las ik voor het eerst dat je je gebit moet uitdoen bij een noodlanding. Een mens is nooit te oud om te leren.
Ik vind het telkens bijzonder: in 24 uur zit je aan de andere kant van de aardbol. Niet alleen de afstand tussen beide werelden is groot, ook de gewoonten zijn geheel anders. Wordt de zon in Bali zo veel mogelijk uit het huis geweerd, hier laten onafgeschermde ramen de warmte en het zonlicht overal binnen. Ik spaar hier geen lege blikjes en flessen voor het personeel (dat er geld voor krijgt), hier zamelen we het in ten behoeve van het milieu. Houd ik in Bali altijd rekening met de gevoelens van onze personeelsleden, hier kus ik mijn liefje als ik dat wil en pak ik haar vast zo vaak en op de manier die ik wens. Wat dat betreft is zes maanden Balinees huisarrest genoeg!
Het eerste dat mij opviel op weg naar huis was de deplorabele staat van dienst van vele palmbomen langs de route. Er schijnt een vingerdikke, witte worm met zwarte kop in het palmhart rond te wroeten die palmen met stammen van meer dan 1 meter omvang van binnenuit uitholt en ze daarmee ten gronde richt. De eens majestueuze palmen hangen uitgeblust met hun bladeren op de grond. Een zeer triest gezicht. Het tweede wat mij opviel was de rijke citrusoogst. Mandarijen, sinaasappelen en citroenen... ik zie ze overal.
Ons eerste avondje thuis was fijn. De verwarming snorde zachtjes, de pantoffels zaten weldra aan de voeten, Nelly’s portret stond weer op de vertrouwde plek. De overgang van een groot tropisch huis naar een veel kleiner (cozy) appartement valt mij niet zwaar. Deze plek, waar ik zoveel meemaakte, past ons als een warme jas in wintertijd. Er liggen nog veel Bahasa Indonesia-woorden op de tong. De eerste 'terima kasih' -hartelijk dank- sprak ik hier reeds ten onrechte uit. De Spaanse equivalenten rollen nog niet spontaan over mijn lippen.
De koffer is inmiddels uitgepakt en wonder-boven-wonder: De Vaio-laptop die het in Bali begaf, floepte weer aan. Een wonderbaarlijke wederopstanding vond plaats en ik was er blij mee. Het is wel de vraag hoe lang dit aanhoudt; de eerste haperingen zag ik alweer over het scherm gaan. Ik ga volgende week dan ook naar de computerdokter. Die multimedia laptop met groot scherm is een goede tegenhanger van mijn nieuwe HP notebook. De zware jongen zal in Spanje blijven, het lichtgewichtje wordt voortaan reisgezelschap. Hier heb ik geen koelplaat nodig, in Bali kan ik niet zonder. Ik heb overigens in electronicawinkels in Singapore en Londen met veel belangstelling naar tablets gekeken; apparaten waarmee je overal te wereld kunt lezen, muziek luisteren, films kijken en internetten. De iPad staat tot nu toe bovenaan mijn wensenlijst. Ik zag onderweg veel mensen die computerden alsof ze een boek lazen of een brief schreven. Het straatbeeld verandert daarmee snel.
De jetlag valt tot nu toe mee: 's ochtends kon ik zowaar doorslapen tot 7 uur. Toen ik opstond, was het nog donker. In Bali had ik rond deze tijd al minstens een rondje door de tuin gelopen, de eerste frangipani geraapt en achter het oor gestoken, mijn mails gelezen. Hier geldt een ander ritme; de dag van Spanjaarden komt langzaam op gang. En wat betreft het uitzicht: de einder lichtte paars-oranje-geel op en om 8 uur rees de zon op uit de Middellandse Zee, een warme gloed over de huiskamermuur werpend. We boffen met dit overgangsweer.
Ik typte deze tekst gisteren op een zonnig terras terwijl ik de steenuiltjes hoorde roepen. De eerste roofvogel en een knabbelende eekhoorn spotte ik reeds in de pijnboom voor de deur. We ontdekten tevens een nieuwe Belgische bakker in het winkelcentrum op loopafstand van ons huis. De strak vormgegeven zaak is sinds drie weken geopend. Ze noemen zichzelf 'Panaderia del Mundo' (wereldbakker) en dat zijn ze volgens mij ook. We dronken er op dag 1 een goede kop koffie op hun terras en kochten een gesneden bruin volkorenbrood voor thuis. Bovendien ontdekte ik verse moorkoppen in de vitrine. De uitspanning en het assortiment zijn een aanwinst voor de buurt. Voor dit soort hoogwaardige zaken is hier clientèle genoeg.
Mijn liefje en ik keken elkaar in de afgelopen dagen een aantal malen veelbetekenend aan: het gemak waarmee je op een zonnig terras een kwaliteitshapje of -drankje kunt nuttigen... we misten het in de afgelopen maanden in Bali regelmatig. In het zuiden van het godeneiland is die mogelijkheid volop aanwezig, in het noorden mondjesmaat. Daar staat rust, frisse lucht en veel groen tegenover. Aan de Costa Blanca is dat alles rondom aanwezig. Het eerste avondje met vrienden is een feit. Ze brachten een dikke Volkskrant voor ons mee. De koelkast is gevuld, evenals het wijnrek. Voor het eerst vond ik Spaanse biologische wijn die heel goed smaakt. Het stemt mij gelukkig. 't Is mooi thuiskomen zo.
Ik vind het telkens bijzonder: in 24 uur zit je aan de andere kant van de aardbol. Niet alleen de afstand tussen beide werelden is groot, ook de gewoonten zijn geheel anders. Wordt de zon in Bali zo veel mogelijk uit het huis geweerd, hier laten onafgeschermde ramen de warmte en het zonlicht overal binnen. Ik spaar hier geen lege blikjes en flessen voor het personeel (dat er geld voor krijgt), hier zamelen we het in ten behoeve van het milieu. Houd ik in Bali altijd rekening met de gevoelens van onze personeelsleden, hier kus ik mijn liefje als ik dat wil en pak ik haar vast zo vaak en op de manier die ik wens. Wat dat betreft is zes maanden Balinees huisarrest genoeg!
Het eerste dat mij opviel op weg naar huis was de deplorabele staat van dienst van vele palmbomen langs de route. Er schijnt een vingerdikke, witte worm met zwarte kop in het palmhart rond te wroeten die palmen met stammen van meer dan 1 meter omvang van binnenuit uitholt en ze daarmee ten gronde richt. De eens majestueuze palmen hangen uitgeblust met hun bladeren op de grond. Een zeer triest gezicht. Het tweede wat mij opviel was de rijke citrusoogst. Mandarijen, sinaasappelen en citroenen... ik zie ze overal.
Ons eerste avondje thuis was fijn. De verwarming snorde zachtjes, de pantoffels zaten weldra aan de voeten, Nelly’s portret stond weer op de vertrouwde plek. De overgang van een groot tropisch huis naar een veel kleiner (cozy) appartement valt mij niet zwaar. Deze plek, waar ik zoveel meemaakte, past ons als een warme jas in wintertijd. Er liggen nog veel Bahasa Indonesia-woorden op de tong. De eerste 'terima kasih' -hartelijk dank- sprak ik hier reeds ten onrechte uit. De Spaanse equivalenten rollen nog niet spontaan over mijn lippen.
De koffer is inmiddels uitgepakt en wonder-boven-wonder: De Vaio-laptop die het in Bali begaf, floepte weer aan. Een wonderbaarlijke wederopstanding vond plaats en ik was er blij mee. Het is wel de vraag hoe lang dit aanhoudt; de eerste haperingen zag ik alweer over het scherm gaan. Ik ga volgende week dan ook naar de computerdokter. Die multimedia laptop met groot scherm is een goede tegenhanger van mijn nieuwe HP notebook. De zware jongen zal in Spanje blijven, het lichtgewichtje wordt voortaan reisgezelschap. Hier heb ik geen koelplaat nodig, in Bali kan ik niet zonder. Ik heb overigens in electronicawinkels in Singapore en Londen met veel belangstelling naar tablets gekeken; apparaten waarmee je overal te wereld kunt lezen, muziek luisteren, films kijken en internetten. De iPad staat tot nu toe bovenaan mijn wensenlijst. Ik zag onderweg veel mensen die computerden alsof ze een boek lazen of een brief schreven. Het straatbeeld verandert daarmee snel.
De jetlag valt tot nu toe mee: 's ochtends kon ik zowaar doorslapen tot 7 uur. Toen ik opstond, was het nog donker. In Bali had ik rond deze tijd al minstens een rondje door de tuin gelopen, de eerste frangipani geraapt en achter het oor gestoken, mijn mails gelezen. Hier geldt een ander ritme; de dag van Spanjaarden komt langzaam op gang. En wat betreft het uitzicht: de einder lichtte paars-oranje-geel op en om 8 uur rees de zon op uit de Middellandse Zee, een warme gloed over de huiskamermuur werpend. We boffen met dit overgangsweer.
Ik typte deze tekst gisteren op een zonnig terras terwijl ik de steenuiltjes hoorde roepen. De eerste roofvogel en een knabbelende eekhoorn spotte ik reeds in de pijnboom voor de deur. We ontdekten tevens een nieuwe Belgische bakker in het winkelcentrum op loopafstand van ons huis. De strak vormgegeven zaak is sinds drie weken geopend. Ze noemen zichzelf 'Panaderia del Mundo' (wereldbakker) en dat zijn ze volgens mij ook. We dronken er op dag 1 een goede kop koffie op hun terras en kochten een gesneden bruin volkorenbrood voor thuis. Bovendien ontdekte ik verse moorkoppen in de vitrine. De uitspanning en het assortiment zijn een aanwinst voor de buurt. Voor dit soort hoogwaardige zaken is hier clientèle genoeg.
Mijn liefje en ik keken elkaar in de afgelopen dagen een aantal malen veelbetekenend aan: het gemak waarmee je op een zonnig terras een kwaliteitshapje of -drankje kunt nuttigen... we misten het in de afgelopen maanden in Bali regelmatig. In het zuiden van het godeneiland is die mogelijkheid volop aanwezig, in het noorden mondjesmaat. Daar staat rust, frisse lucht en veel groen tegenover. Aan de Costa Blanca is dat alles rondom aanwezig. Het eerste avondje met vrienden is een feit. Ze brachten een dikke Volkskrant voor ons mee. De koelkast is gevuld, evenals het wijnrek. Voor het eerst vond ik Spaanse biologische wijn die heel goed smaakt. Het stemt mij gelukkig. 't Is mooi thuiskomen zo.
dinsdag 11 januari 2011
We vliegen uit
De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik gereed ben om Bali tijdelijk te verruilen voor Spanje. Sinds het besluit ons niet permanent in Bali te vestigen, denk ik vaker aan ons tweede Vaderland. Het is niet bepaald een straf om te wonen in een land dat op de 20ste plaats staat op de ranglijst van beste woonoorden ter wereld. Mind you: Indonesië staat op plaats 108 en Nederland op 7.
Ik dacht aan de witte stranden van de Costa Blanca, aan ons zonnige appartement op de golfbaan, aan zelf kokerellen met een fraai glas Spaanse wijn onder handbereik en aan alle andere facetten van het leven in een Zuid-Europees land. Voor nu zie ik op tegen mogelijke kou: we liepen immers het afgelopen half jaar uitsluitend in korte broek en teenslippers. Naar het zich laat aanzien, schijnt de zon bij aankomst. Ik kijk uit naar een warm weerzien met enkele goede vrienden die hun komst naar Spanje al hebben aangekondigd.
Ik hoop het dagelijkse zwemmen in de komende weken te kunnen continueren. Een haaienpak zou daarbij uitkomst bieden. In de afgelopen maanden bouwde ik in de eigen infinity pool een goede conditie op. Onderwaterzwemmen kan nu langer en verder, het lukt zelfs alleen op armkracht (zonder beenslag). Een mens kan er in de tropen vreemde hobby’s op gaan nahouden. Ik heb zelfs het idee dat mijn toegenomen longcapaciteit mij drijfvaardiger maakte; ik kom sneller bovendrijven?! Het bevestigt mijn eerdere vermoeden: in mijn vorige leven moet ik zeezoogdier zijn geweest. De mens ontwikkelde zich ooit uit een waterwezen maar dat bedoel ik niet.
De belangrijkste reden om naar het Spaanse honk terug te keren is van medische aard. Mijn liefje krijgt medio januari weer een grote beurt van het Oncologieteam in Hospital San Jaime. Als de resultaten goed zijn -we hebben thans geen reden daaraan te twijfelen - keren we in februari naar Bali terug. We hopen onze tropische villa tijdens ons volgende verblijf te kunnen verkopen.
Bij terugkomst zal Elsa’s tweede baby hoogstwaarschijnlijk zijn geboren, als ik de geluiden goed interpreteer. We dienden een lijstje met jongens- en meisjesnamen in bij de aanstaande moeder. 'Mega' (wolk), 'Yasmina' en 'Ramses' waren mijn suggesties, 'Ixora' en 'Pieter' (van pienter) de favorieten van mijn liefje. De naamgeving van een baby verloopt bij Balinezen sowieso anders dan bij westerlingen. Bij de driemaandenceremonie mag een Balinese baby voor de eerste keer met de voetjes de grond aanraken. Pas op dat moment worden alle banden met het goddelijke verbroken en krijgt het kind zijn of haar aardse naam toegewezen.
Vader Ketut zal dan nog niet terug zijn van zijn reis aan boord van cruiseschip Regent Seven Seas. Hij wil nog steeds heel graag naar huis, is nog regelmatig ziek maar het feit dat men zijn verjaardag vierde aan boord met gezang en kado’s deed hem goed. Hij ontving bij die gelegenheid een digitale camera. Nu kan hij ook zijn beeldimpressies delen met het thuisfront als hij in juni terugkeert. De ruime voorraad kusjes van Yudha zal ervoor zorgen dat mijn liefje het tijdelijke afscheid goed zal kunnen doorstaan. Ik zal eventueel bijspringen. Ook zal de branding van de Balizee en de dagelijkse frangipani achter het oor worden gemist, al is het voor even.
Mijn liefje en ik vliegen wederom huiswaarts in de Airbus 380, die immens grote vogel. De motoren van de A380 van Singapore Airlines zijn van een ander merk dan de motoren van Qantas die een ontwerpfout bleken te bevatten. De Australische maatschappij hield de vliegtuigen dan ook aan de grond terwijl de Aziatische maatschappij gewoon doorvloog. Een cozy tweezitter op het bovendek is voor ons gereserveerd. Het wordt weer een lange zit maar ik verheug mij op films kijken, met een Singapore Sling onder handbereik.
Als het aan de Italiaanse fabrikant 'Avioninteriors' ligt, wordt staand vliegen weldra werkelijkheid. Enkele jaren geleden maakte Michael O'Leary -CEO van RyanAir- de opmerking dat hij die manier van reizen serieus overwoog voor zijn luchtvaartmaatschappij. De Ierse zakenman deed vaker opmerkelijke uitspraken dus zijn toehoorders dachten aanvankelijk dan hij een grap maakte. Hij bleek bloedserieus te zijn en het is eerder een feit dan gedacht. Met de SkyRider is staand vliegen werkelijkheid geworden. Je staat niet echt maar zitten kun je het ook niet noemen. Het wordt niet voor niets 'vertical seating' genoemd. De zitting is dermate schuin geplaatst dat het niet de billen zijn die het lichaamsgewicht van de reiziger dragen maar de benen. Mensen die de zitting uitprobeerden, ervoeren het alsof ze als onervaren ruiters te paard zitten... De vliegtuigstoel zal derhalve geschikt zijn voor vluchten tot 3 uur.
Mijn volgende blog zal vanuit de Costa Blanca worden gepubliceerd. Tot later deze week (leo dovente)!
Ik dacht aan de witte stranden van de Costa Blanca, aan ons zonnige appartement op de golfbaan, aan zelf kokerellen met een fraai glas Spaanse wijn onder handbereik en aan alle andere facetten van het leven in een Zuid-Europees land. Voor nu zie ik op tegen mogelijke kou: we liepen immers het afgelopen half jaar uitsluitend in korte broek en teenslippers. Naar het zich laat aanzien, schijnt de zon bij aankomst. Ik kijk uit naar een warm weerzien met enkele goede vrienden die hun komst naar Spanje al hebben aangekondigd.
Ik hoop het dagelijkse zwemmen in de komende weken te kunnen continueren. Een haaienpak zou daarbij uitkomst bieden. In de afgelopen maanden bouwde ik in de eigen infinity pool een goede conditie op. Onderwaterzwemmen kan nu langer en verder, het lukt zelfs alleen op armkracht (zonder beenslag). Een mens kan er in de tropen vreemde hobby’s op gaan nahouden. Ik heb zelfs het idee dat mijn toegenomen longcapaciteit mij drijfvaardiger maakte; ik kom sneller bovendrijven?! Het bevestigt mijn eerdere vermoeden: in mijn vorige leven moet ik zeezoogdier zijn geweest. De mens ontwikkelde zich ooit uit een waterwezen maar dat bedoel ik niet.
De belangrijkste reden om naar het Spaanse honk terug te keren is van medische aard. Mijn liefje krijgt medio januari weer een grote beurt van het Oncologieteam in Hospital San Jaime. Als de resultaten goed zijn -we hebben thans geen reden daaraan te twijfelen - keren we in februari naar Bali terug. We hopen onze tropische villa tijdens ons volgende verblijf te kunnen verkopen.
Bij terugkomst zal Elsa’s tweede baby hoogstwaarschijnlijk zijn geboren, als ik de geluiden goed interpreteer. We dienden een lijstje met jongens- en meisjesnamen in bij de aanstaande moeder. 'Mega' (wolk), 'Yasmina' en 'Ramses' waren mijn suggesties, 'Ixora' en 'Pieter' (van pienter) de favorieten van mijn liefje. De naamgeving van een baby verloopt bij Balinezen sowieso anders dan bij westerlingen. Bij de driemaandenceremonie mag een Balinese baby voor de eerste keer met de voetjes de grond aanraken. Pas op dat moment worden alle banden met het goddelijke verbroken en krijgt het kind zijn of haar aardse naam toegewezen.
Vader Ketut zal dan nog niet terug zijn van zijn reis aan boord van cruiseschip Regent Seven Seas. Hij wil nog steeds heel graag naar huis, is nog regelmatig ziek maar het feit dat men zijn verjaardag vierde aan boord met gezang en kado’s deed hem goed. Hij ontving bij die gelegenheid een digitale camera. Nu kan hij ook zijn beeldimpressies delen met het thuisfront als hij in juni terugkeert. De ruime voorraad kusjes van Yudha zal ervoor zorgen dat mijn liefje het tijdelijke afscheid goed zal kunnen doorstaan. Ik zal eventueel bijspringen. Ook zal de branding van de Balizee en de dagelijkse frangipani achter het oor worden gemist, al is het voor even.
Mijn liefje en ik vliegen wederom huiswaarts in de Airbus 380, die immens grote vogel. De motoren van de A380 van Singapore Airlines zijn van een ander merk dan de motoren van Qantas die een ontwerpfout bleken te bevatten. De Australische maatschappij hield de vliegtuigen dan ook aan de grond terwijl de Aziatische maatschappij gewoon doorvloog. Een cozy tweezitter op het bovendek is voor ons gereserveerd. Het wordt weer een lange zit maar ik verheug mij op films kijken, met een Singapore Sling onder handbereik.
Als het aan de Italiaanse fabrikant 'Avioninteriors' ligt, wordt staand vliegen weldra werkelijkheid. Enkele jaren geleden maakte Michael O'Leary -CEO van RyanAir- de opmerking dat hij die manier van reizen serieus overwoog voor zijn luchtvaartmaatschappij. De Ierse zakenman deed vaker opmerkelijke uitspraken dus zijn toehoorders dachten aanvankelijk dan hij een grap maakte. Hij bleek bloedserieus te zijn en het is eerder een feit dan gedacht. Met de SkyRider is staand vliegen werkelijkheid geworden. Je staat niet echt maar zitten kun je het ook niet noemen. Het wordt niet voor niets 'vertical seating' genoemd. De zitting is dermate schuin geplaatst dat het niet de billen zijn die het lichaamsgewicht van de reiziger dragen maar de benen. Mensen die de zitting uitprobeerden, ervoeren het alsof ze als onervaren ruiters te paard zitten... De vliegtuigstoel zal derhalve geschikt zijn voor vluchten tot 3 uur.
Mijn volgende blog zal vanuit de Costa Blanca worden gepubliceerd. Tot later deze week (leo dovente)!
zaterdag 8 januari 2011
't Was heel Wat
Ik bedacht dat ik deze eilanden eens als idyllisch had beschouwd. Ik had mij vergist. Een eiland met een traditionele cultuur kan niet idyllisch zijn. In tegendeel, het is volledig zichzelf: doortrokken van magie, bijgeloof, mythen, gevaren, rivaliteiten en oude gewoonten. Je moest het aanvaarden zoals het was. Het had zichzelf in stand gehouden door vreemdelingen uit te lachen en ze op afstand te houden. En hoewel het vreemd leek dat ze zichzelf als menselijk beschouwden en mij als minder dan dat, begreep ik nu dat ik hen onmogelijk ooit volledig zou begrijpen.
Bovenstaand citaat zou uit mijn mond kunnen zijn opgetekend. Het is echter afkomstig van een van mijn favoriete auteurs: de Amerikaanse schrijver en professioneel wereldreiziger Paul Theroux. Ik houd van zijn boeken om zijn heldere stijl en zijn onorthodoxe kijk op mensen en situaties. Hij is een onderhoudende verteller wiens reisverhalen soms verontrusten maar altijd boeien, wat mij betreft. Theroux beschreef zijn eigen maandenlange ervaring als reiziger op eilanden in de Stille Oceaan. Het citaat staat in zijn boek 'De gelukkige eilanden', een dikke pil die meegaat op de aanstaande vliegreis naar Europa.
In de afgelopen weken las ik hier als nooit tevoren. Er kwam rust in het hoofd, er lag een stapel goede boeken op mij te wachten en ik op hen. Ik begon met een verhalenbundel van de vooraanstaande Indonesische schrijver Pramoedya Ananta Toer, getiteld 'Een koude kermis'. Hij schrijft zeer kritisch over de revolutie en de nieuwe gezagdragers. Toer zat ten tijde van het Soeharto-regime vele jaren in de gevangenis vanwege zijn politieke standpunten. Volgens critici is het een van zijn beste werken uit zijn gehele oeuvre. Ik kreeg het boek vele jaren geleden kado van studiemaatje Monique die naar Jakarta verhuisde. Haar echtgenoot kreeg daar een functie op de Nederlandse ambassade. Ik begon toentertijd aan het boek maar las het niet uit. Nu vloog ik door de bladzijden, werd door stijl en inhoud bij mijn lurven gepakt. 't Kan verkeren. Soms ben je kennelijk nog niet aan een bepaald werk toe. Door mijn eigen ervaringen in Indonesië beklijft het nu. En het smaakt naar meer.
Vervolgens las ik het boek 'Wat is de Wat' van de Amerikaan Dave Eggers dat ook al enige tijd in de boekenkast stond. Het is een fictionele autobiografie, geschreven vanuit het perspectief van Valentino Achak Deng, een van de 'Lost Boys'. Hij en vele andere kinderen vluchtten te voet uit het door oorlog geteisterde (christelijke) Zuid-Soedan. Valentino kwam na jarenlange omzwervingen uiteindelijk in Amerika terecht. Tot overmaakt van ramp kreeg hij daar ook nog een ruime portie ellende te verduren. Hij richtte inmiddels zijn eigen stichting op.
Eggers schrijfstijl is helder, met een zeer kritische pen geschreven. Ook hij beschrijft de wantoestanden in eigen land met verve. Ik vond het een hartverscheurend boek dat mij soms tot tranen roerde. Maar ik trof er ook iets in aan dat mij inspireerde: droomdag. De jonge Achak stelde in gedachten een droomdag samen van mooie momenten uit zijn jonge leventje die hem op moeilijke momenten deed wegdromen. De Nederlandse boekverkopers verkozen de boekomslag van dit boek met meerderheid van stemmen tot 'Mooiste Boekomslag van 2010'. Zuid-Soedan staat momenteel in de schijnwerpers: het (grote!) land zal hoogstwaarschijnlijk op korte termijn zelfstandig worden...
Tevens las ik 'Congo. Een geschiedenis' van David van Reybrouck. Het is literaire non-fictie die Congo beschrijft vanaf de prekoloniale slavenhandel tot aan de recente invloed van China op deze voormalige Belgische kolonie in West-Afrika. Het is knap zoals hij intermenselijke relaties beschrijft, ook vanuit een zwart perspectief. Hij schrijft zeer pakkend over de ontvlammende onafhankelijkheidskoorts en de uitwassen van de eigen bestuurders die vervolgens de scepter gingen zwaaien. Het goedgeschreven verhaal hield mij aan de bladzijden gekluisterd maar deed mij ook zeer regelmatig vergelijkingen trekken met de wijze waarop Balinezen leven alsmede met het leven in een land met 'haves and have nots'. Met regelmaat las ik stukken tekst voor aan mijn liefje die vervolgens net zo hard knikte uit herkenning als ik.
“Sommige boeken moeten worden geproefd, andere moeten worden opgeslokt, en slechts enkele moeten worden gekauwd en verteerd.” Aldus de Engelse filosoof Francis Bacon.
Zo gaat het inderdaad. Volgende week ga ik mijn goedgevulde boekenplanken hier tijdelijk verruilen voor mijn aanzienlijk lege(re) Spaanse boekenkast.
Bovenstaand citaat zou uit mijn mond kunnen zijn opgetekend. Het is echter afkomstig van een van mijn favoriete auteurs: de Amerikaanse schrijver en professioneel wereldreiziger Paul Theroux. Ik houd van zijn boeken om zijn heldere stijl en zijn onorthodoxe kijk op mensen en situaties. Hij is een onderhoudende verteller wiens reisverhalen soms verontrusten maar altijd boeien, wat mij betreft. Theroux beschreef zijn eigen maandenlange ervaring als reiziger op eilanden in de Stille Oceaan. Het citaat staat in zijn boek 'De gelukkige eilanden', een dikke pil die meegaat op de aanstaande vliegreis naar Europa.
In de afgelopen weken las ik hier als nooit tevoren. Er kwam rust in het hoofd, er lag een stapel goede boeken op mij te wachten en ik op hen. Ik begon met een verhalenbundel van de vooraanstaande Indonesische schrijver Pramoedya Ananta Toer, getiteld 'Een koude kermis'. Hij schrijft zeer kritisch over de revolutie en de nieuwe gezagdragers. Toer zat ten tijde van het Soeharto-regime vele jaren in de gevangenis vanwege zijn politieke standpunten. Volgens critici is het een van zijn beste werken uit zijn gehele oeuvre. Ik kreeg het boek vele jaren geleden kado van studiemaatje Monique die naar Jakarta verhuisde. Haar echtgenoot kreeg daar een functie op de Nederlandse ambassade. Ik begon toentertijd aan het boek maar las het niet uit. Nu vloog ik door de bladzijden, werd door stijl en inhoud bij mijn lurven gepakt. 't Kan verkeren. Soms ben je kennelijk nog niet aan een bepaald werk toe. Door mijn eigen ervaringen in Indonesië beklijft het nu. En het smaakt naar meer.
Vervolgens las ik het boek 'Wat is de Wat' van de Amerikaan Dave Eggers dat ook al enige tijd in de boekenkast stond. Het is een fictionele autobiografie, geschreven vanuit het perspectief van Valentino Achak Deng, een van de 'Lost Boys'. Hij en vele andere kinderen vluchtten te voet uit het door oorlog geteisterde (christelijke) Zuid-Soedan. Valentino kwam na jarenlange omzwervingen uiteindelijk in Amerika terecht. Tot overmaakt van ramp kreeg hij daar ook nog een ruime portie ellende te verduren. Hij richtte inmiddels zijn eigen stichting op.
Eggers schrijfstijl is helder, met een zeer kritische pen geschreven. Ook hij beschrijft de wantoestanden in eigen land met verve. Ik vond het een hartverscheurend boek dat mij soms tot tranen roerde. Maar ik trof er ook iets in aan dat mij inspireerde: droomdag. De jonge Achak stelde in gedachten een droomdag samen van mooie momenten uit zijn jonge leventje die hem op moeilijke momenten deed wegdromen. De Nederlandse boekverkopers verkozen de boekomslag van dit boek met meerderheid van stemmen tot 'Mooiste Boekomslag van 2010'. Zuid-Soedan staat momenteel in de schijnwerpers: het (grote!) land zal hoogstwaarschijnlijk op korte termijn zelfstandig worden...
Tevens las ik 'Congo. Een geschiedenis' van David van Reybrouck. Het is literaire non-fictie die Congo beschrijft vanaf de prekoloniale slavenhandel tot aan de recente invloed van China op deze voormalige Belgische kolonie in West-Afrika. Het is knap zoals hij intermenselijke relaties beschrijft, ook vanuit een zwart perspectief. Hij schrijft zeer pakkend over de ontvlammende onafhankelijkheidskoorts en de uitwassen van de eigen bestuurders die vervolgens de scepter gingen zwaaien. Het goedgeschreven verhaal hield mij aan de bladzijden gekluisterd maar deed mij ook zeer regelmatig vergelijkingen trekken met de wijze waarop Balinezen leven alsmede met het leven in een land met 'haves and have nots'. Met regelmaat las ik stukken tekst voor aan mijn liefje die vervolgens net zo hard knikte uit herkenning als ik.
“Sommige boeken moeten worden geproefd, andere moeten worden opgeslokt, en slechts enkele moeten worden gekauwd en verteerd.” Aldus de Engelse filosoof Francis Bacon.
Zo gaat het inderdaad. Volgende week ga ik mijn goedgevulde boekenplanken hier tijdelijk verruilen voor mijn aanzienlijk lege(re) Spaanse boekenkast.
Labels:
boek 'Congo. Een geschiedenis' - David van Reybrouck,
boek 'De gelukkige eilanden' - Paul Theroux,
boek 'Een koude kermis' - Pramoedya Ananta Toer,
boek 'Wat is de Wat' - Dave Eggers,
boeken
woensdag 5 januari 2011
Holy cow?!
Afgelopen weekend stormde het hier weer flink. Deze keer bleken we in het noorden van Bali last te hebben van een categorie 5 orkaan (Glenda) boven westelijk Australië. De orkaan hield ook huis boven Java. In Jakarta maakte extreme weersomstandigheden slachtoffers maar hier niet. Dacht ik. Toen Elsa, huismanager en kokkie op maandagochtend bij ons binnenwandelde, vertelde ze dat er in de heuvels van Lokapaksa een aantal mensen door het wassende bergwater was meegesleurd. Onder andere een vader met zijn kind die op een brug naar de woeste rivier hadden staan kijken. De brug waarop zij stonden, stortte in. Het lichaam van de vader is inmiddels geborgen. Het kind wordt nog vermist.
Na een inspectie van het eigen strand bleek er ook een grote, dode koe voor het huis van onze Belgische buren te liggen. Toen ik mij bij de koe meldde, stonden alle tuinmannen van belendende villa's al om haar heen. En iemand uit het dorp die zijn fiets tijdelijk tegen het dier parkeerde. Hoe heilig is een dode koe nog? Volgens berichten van lokalen was het er een van 20 die tijdens het weekend door de rivier vanuit de bergen naar de Balizee zouden zijn meegesleurd... Een ware slachting, al kwam er geen mes aan te pas. Hindoes van Bali eten geen rundvlees want dat mag volgens hun religie niet. Tuinman Putu wist mij te vertellen dat daar voor Rpi 3 miljoen op het strand lag. Een fikse aderlating voor de voormalige eigenaar.
Een Hollandse buur belde om te vertellen dat hij de koe al kon ruiken. Het zonnetje scheen immers lekker. Er moest dus een wegsleepplan worden gesmeed. 'Of wij een idee hadden?' Wij opperden dat de Balinese manager van de helpdesk moest worden gebeld. Hij zou vervolgens contact moeten opnemen met de kepala desa, ons alomgeliefde dorpshoofd. Willen wij de man doorgaans liever niet op het terrein, nood breekt wet. Aldus geschiedde.
Niet veel later -ik lag in het zwembad en mijn liefje liep in badkleding door de tuin- zag ik een kleine, gezette Balinees met glimmende zonnebrilglazen vanaf het strand op mijn liefje toelopen en met haar praten. De man was gekleed in een sarong en had een kind aan de hand. Zij spraken met elkaar. Ik keek de man na, hij had iets bekends... Mijn liefje kwam naar mij toegelopen en riep: “dat was de KD! Hij gaf mij een hand, wenste mij zelfs een goed nieuwjaar en de koe wordt stante pede van het strand verwijderd.” Nou boeh, wat een service?! Weliswaar voor Rpi 50.000 per villa-eigenaar (€4,=) maar toch. Zonder uniform en entourage herkende ik de burgervader niet. Ja, die spuuglelijke bril deed mij wel aan iemand denken. We waren beiden van ons stuk door zoveel vriendelijkheid en toewijding. Een voorteken voor een goed 2011?
Weer iets later werd de bergingsklus geklaard: de koe werd met een vissersboot ver de zee opgetrokken. Kasian sapi! Enige tijd later zag ik vanaf het terras in de verte iets donkers dobberen. Je snapt het al: de stroming had de koe in circa twee uur naar het strand teruggedreven. Vanuit ons kraaiennest speurden we de einder regelmatig af. De verrekijker werd nog nooit zo intensief gebruikt. Waar ging ze zich nu nestelen? Het dode dier kwam dobberend richting onze branding, in een omtrekkende beweging van oost naar west. Richting Java. Ook de buren hadden de terugkeer inmiddels geconstateerd.
Mijn liefje, soms blijk gevend van voorspellende gaven, becommentarieerde: “read my lips, die koe komt voor de villa van de Russen tot stilstand...” Het verging haar zoals Bush die deze U-bocht wereldberoemd maakte: ze kreeg geen gelijk! Het dobberende dier bleek niet langs de sterke stroming van de rivier naast hun villa te komen. De koe verbleef enige tijd op dezelfde plek en zette vervolgens koers van west naar oost, in flinke vaart voor ons langs naar de buren. Het jongste zusje van Elsa, werkzaam in een villa enkele dorpen verderop, stuurde ‘s middags een SMS naar haar oudere zus om haar te vertellen dat het dier inmiddels voor hun kust was gesignaleerd. We barstten in lachen uit toen we dat hoorden. De koe was het gespreksonderwerp van de dag.
Er kwam ook verheugend nieuws uit Lokapaksa: langs de kust werden in de afgelopen dagen tevens twee walvissen gespot. “Waren het geen koeien?” ‘Nee, want ze spoten water…’ Inderdaad, dat kan zelfs een heilige koe niet. De verrekijker staat op de terrastafel. Klaar om zeezoogdieren te zien.
Na een inspectie van het eigen strand bleek er ook een grote, dode koe voor het huis van onze Belgische buren te liggen. Toen ik mij bij de koe meldde, stonden alle tuinmannen van belendende villa's al om haar heen. En iemand uit het dorp die zijn fiets tijdelijk tegen het dier parkeerde. Hoe heilig is een dode koe nog? Volgens berichten van lokalen was het er een van 20 die tijdens het weekend door de rivier vanuit de bergen naar de Balizee zouden zijn meegesleurd... Een ware slachting, al kwam er geen mes aan te pas. Hindoes van Bali eten geen rundvlees want dat mag volgens hun religie niet. Tuinman Putu wist mij te vertellen dat daar voor Rpi 3 miljoen op het strand lag. Een fikse aderlating voor de voormalige eigenaar.
Een Hollandse buur belde om te vertellen dat hij de koe al kon ruiken. Het zonnetje scheen immers lekker. Er moest dus een wegsleepplan worden gesmeed. 'Of wij een idee hadden?' Wij opperden dat de Balinese manager van de helpdesk moest worden gebeld. Hij zou vervolgens contact moeten opnemen met de kepala desa, ons alomgeliefde dorpshoofd. Willen wij de man doorgaans liever niet op het terrein, nood breekt wet. Aldus geschiedde.
Niet veel later -ik lag in het zwembad en mijn liefje liep in badkleding door de tuin- zag ik een kleine, gezette Balinees met glimmende zonnebrilglazen vanaf het strand op mijn liefje toelopen en met haar praten. De man was gekleed in een sarong en had een kind aan de hand. Zij spraken met elkaar. Ik keek de man na, hij had iets bekends... Mijn liefje kwam naar mij toegelopen en riep: “dat was de KD! Hij gaf mij een hand, wenste mij zelfs een goed nieuwjaar en de koe wordt stante pede van het strand verwijderd.” Nou boeh, wat een service?! Weliswaar voor Rpi 50.000 per villa-eigenaar (€4,=) maar toch. Zonder uniform en entourage herkende ik de burgervader niet. Ja, die spuuglelijke bril deed mij wel aan iemand denken. We waren beiden van ons stuk door zoveel vriendelijkheid en toewijding. Een voorteken voor een goed 2011?
Weer iets later werd de bergingsklus geklaard: de koe werd met een vissersboot ver de zee opgetrokken. Kasian sapi! Enige tijd later zag ik vanaf het terras in de verte iets donkers dobberen. Je snapt het al: de stroming had de koe in circa twee uur naar het strand teruggedreven. Vanuit ons kraaiennest speurden we de einder regelmatig af. De verrekijker werd nog nooit zo intensief gebruikt. Waar ging ze zich nu nestelen? Het dode dier kwam dobberend richting onze branding, in een omtrekkende beweging van oost naar west. Richting Java. Ook de buren hadden de terugkeer inmiddels geconstateerd.
Mijn liefje, soms blijk gevend van voorspellende gaven, becommentarieerde: “read my lips, die koe komt voor de villa van de Russen tot stilstand...” Het verging haar zoals Bush die deze U-bocht wereldberoemd maakte: ze kreeg geen gelijk! Het dobberende dier bleek niet langs de sterke stroming van de rivier naast hun villa te komen. De koe verbleef enige tijd op dezelfde plek en zette vervolgens koers van west naar oost, in flinke vaart voor ons langs naar de buren. Het jongste zusje van Elsa, werkzaam in een villa enkele dorpen verderop, stuurde ‘s middags een SMS naar haar oudere zus om haar te vertellen dat het dier inmiddels voor hun kust was gesignaleerd. We barstten in lachen uit toen we dat hoorden. De koe was het gespreksonderwerp van de dag.
Er kwam ook verheugend nieuws uit Lokapaksa: langs de kust werden in de afgelopen dagen tevens twee walvissen gespot. “Waren het geen koeien?” ‘Nee, want ze spoten water…’ Inderdaad, dat kan zelfs een heilige koe niet. De verrekijker staat op de terrastafel. Klaar om zeezoogdieren te zien.
zondag 2 januari 2011
Eeuwige vriendschap
Vandaag is het precies twee jaar geleden dat mijn beste vriendin Nelly op 48-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van ongeneeslijke longkanker. Ik mis haar nog elke dag.
Adem
Luister toch vaker
Naar dingen dan mensen.
De stem van het vuur kun je horen,
Hoor ook de stem van het water.
Luister naar de struik
Die snikt in de wind:
Het is van de doden de adem.
Zij die stierven gingen nooit weg:
Ze zijn in de schaduw die oplicht
En ook in de schaduw die dichttrekt.
De doden zijn niet onder de grond:
Ze zijn in het loof dat ruist,
Ze zijn in het hout dat kreunt,
Ze zijn in het water dat loopt,
Ze zijn in het water dat rust,
Ze zijn bij het volk, ze zijn in de hut.
De doden zijn niet dood.
Zij die stierven gingen nooit weg:
Ze zijn in de schoot van de vrouw,
Ze zijn in de schreeuw van een pasgeborene
En in de spaander die weer opflikkert.
De doden zijn niet onder de grond:
Ze zijn in het flikkerend vuur,
Ze zijn in het wenende gras,
Ze zijn in de kreunende rots,
Ze zijn in het woud, ze zijn in het huis.
De doden zijn niet dood.
Birago Ishmael Diop (Senegal, 1906-1989)
Ik trof de verwijzing naar dit gedicht aan in het boek 'Congo - Een geschiedenis' van David van Reybrouck. Beide verhalen maakten diepe indruk op mij vanwege inhoud en stijl. Mijn eigen gevoel over Nelly’s afwezigheid lijkt in het gedicht gereflecteerd: ze is er niet meer maar ze is nog overal. En in alles.
Luister toch vaker
Naar dingen dan mensen.
De stem van het vuur kun je horen,
Hoor ook de stem van het water.
Luister naar de struik
Die snikt in de wind:
Het is van de doden de adem.
Zij die stierven gingen nooit weg:
Ze zijn in de schaduw die oplicht
En ook in de schaduw die dichttrekt.
De doden zijn niet onder de grond:
Ze zijn in het loof dat ruist,
Ze zijn in het hout dat kreunt,
Ze zijn in het water dat loopt,
Ze zijn in het water dat rust,
Ze zijn bij het volk, ze zijn in de hut.
De doden zijn niet dood.
Zij die stierven gingen nooit weg:
Ze zijn in de schoot van de vrouw,
Ze zijn in de schreeuw van een pasgeborene
En in de spaander die weer opflikkert.
De doden zijn niet onder de grond:
Ze zijn in het flikkerend vuur,
Ze zijn in het wenende gras,
Ze zijn in de kreunende rots,
Ze zijn in het woud, ze zijn in het huis.
De doden zijn niet dood.
Birago Ishmael Diop (Senegal, 1906-1989)
Ik trof de verwijzing naar dit gedicht aan in het boek 'Congo - Een geschiedenis' van David van Reybrouck. Beide verhalen maakten diepe indruk op mij vanwege inhoud en stijl. Mijn eigen gevoel over Nelly’s afwezigheid lijkt in het gedicht gereflecteerd: ze is er niet meer maar ze is nog overal. En in alles.
Labels:
boek 'Congo. Een geschiedenis' - David van Reybrouck,
favoriete gedichten,
gedicht 'Adem' -Birago Ishmael Diop,
Nelly,
Nelly Sweere
Abonneren op:
Posts (Atom)