Translate

maandag 29 september 2014

Reisburo Barefoot & Co

Je zou ons moeten zien, quatre mains spelend. Nu we ieder onze eigen notebook hebben, is dat reuzehandig. Daaraan ging het een en ander vooraf. Tijdens de recente reis naar Sulawesi (en Bali) begon de oude notebook kuren te vertonen: soms startte de computer niet goed op, kwamen er foutmeldingen op het scherm, standaardhandelingen duurden langer-dan-lang. Op de Londense luchthaven besloot ik daarom een nieuw digitaal reismaatje aan te schaffen. Het werd wederom een lichtgewicht, dunne, snelle notebook van hetzelfde merk, mèt aanraakscherm. Het apparaat is uitgerust met Windows 8. Ik was er erg content mee totdat zich een Windows update van het besturingssysteem aanmeldde, naar versie 8.1.


De installatie werd uitgevoerd, het systeem werd bijgewerkt en vervolgens las ik op mijn scherm dat het serieus fout was... Toen de computer op mijn instigatie probeerde de update terug te draaien, bleef die hangen. Het duurde uren en uren en er was nog steeds niets te zien op het scherm. Ik zette de computer uit, deed eerst een zachte en daarna een harde reset, haalde de batterij eruit, niets hielp. Gr@#$%rrrrr! Na een zoektocht op internet las ik dat het helaas een bekend verschijnsel is. Iemand op een Windows 8-forum zei het als volgt: 'the day Microsoft makes something that doesn't suck, is probably the day they start making vacuum cleaners'Kernachtig. Vraag mij niet wat ik precies deed om de computer weer tot de orde te roepen maar de notebook werkt weer. Daarop besloot ik geen automatische updates meer te accepteren. Sindsdien keerde de rust weer.

Mijn liefje en ik zijn nu druk bezig met de planning van onze reis naar Zuid-Amerika. Het is daarvoor goed weer want de gota fria regeert: het regent hier dagelijks. Dat komt omdat het een uiterst warme zomer was dus het zeewater is veel warmer dan de boventemperatuur en dat botst. We kennen het verschijnsel. Het wordt onze eerste verkenning van dat continent. Met twee notebooks gaat dat goed: ziet zij iets interessants op haar scherm dan zoek ik dat verder uit en vice versa. Zij kiest, ik bekijk, zij boekt, ik kies, zij onderzoekt, samen besluiten we. Zo onderzoeken we landen, provincies, steden, vliegreizen, bussen, treinen, ferries en hotels en maken we keuzen.


Ter voorbereiding wordt er veel over de regio gelezen. Nu ben ik bezig met het boek ‘Something Fierce – Memories of a Revolutionary Daughter’ van de Chileense Carmen Aguirre. Het is de autobiografie van een dochter van revolutionaire ouders, ten tijde van de dicatatuur van Pinochet. Vanwege de activiteiten van haar ouders wordt het gezin op de zwarte lijst geplaatst en moeten zij het land verlaten. Ze wijken uit naar Canada maar besluiten enige tijd later naar Chili terug te keren. Dan vangt een spannende reis door diverse Zuid-Amerikaanse landen aan. Een uiterst geschikt boek, gezien de reisplannen.

Op de boekenstapel liggen diverse reisgidsen alsmede het boek ´Revolutionizing Motherhood: the Mothers of the Plaza de Mayo’ van Marguerite Guzman Bouvard. Sinds 1970 komen deze moeders van verdwenen kinderen -tijdens Argentinië's vuile oorlog onder Videla- elke donderdag samen op dat plein in Buenos Aires. Ook het boek van Michael D’Orso ‘Plundering Paradise: The Hand of Man on the Galapagos Islands’ is voor mij verplichte leesvoer; dat boek beschrijft de keerzijde van het ecotoerisme.


De grote lijnen van onze eigen reis beginnen zich af te tekenen: na enkele weken in een appartement in een leuke wijk van Buenos Aires reizen we naar Montevideo (Uruguay). Daarna keren we naar Argentinië terug om vervolgens over land naar Chili te reizen; dat houdt in dat we over de Andes zullen trekken. Ik verheug mij op de condors in dat gebied. We gaan de grens over en in Chili gaan we vanuit Santiago de omgeving verkennen om daarna naar Ecuador door te vliegen. We slaan Peru over; dat grote en interessante land is goed voor een separate vakantie in de nabije toekomst.

We kwamen onlangs via het web in contact met Rodrigo uit Ecuador die een plaatselijk reisburo heeft. Uit de ervaring in Sulawesi weten we dat het handig is iemand ter plaatse te hebben die mee kan organiseren. Hij boekte voor ons een comfortabele cruise langs de Galapagoseilanden met de Galapagos Odessey. Ik verheug mij op Darwins dierentuin! Hij legde ook onze plaatsen aan boord van de bijzondere tren crucero vast die ons langs vulkanen en steile bergen naar Quito brengt.

Tegen die tijd is het eind februari 2015, hoogstwaarschijnlijk tijd om naar Spanje terug te keren. Reizen is verslavend, ik zei het al vaak.


vrijdag 26 september 2014

'Tis alas!

Vandaag is de geboortedag van mijn vriendin Nelly. Zij overleed veel te vroeg aan de gevolgen van ongeneeslijke longkanker. Nelly werd 48 jaar. Na haar overlijden nam ik mij voor jaarlijks stil te staan bij haar geboorte- en sterfdag, opdat zij niet wordt vergeten.
Zij was de ideale birthday girl: ze was het stralende middelpunt, liet zich graag toezingen en was dol op kadootjes. Er waren ballonnen, er was taart met champagne. Zelf was Nelly een gulle geefster. Ze genoot van het leven en dat was heel aanstekelijk.

Ik mis haar nog elke dag.
 

Oh be thou blest with all that Heav'n can send,
Long Health, long Youth, long Pleasure, and a Friend:
Not with those Toys the female world admire,
Riches that vex, and Vanities that tire.
With added years if Life bring nothing new,
But, like a Sieve, let ev'ry blessing thro',
Some joy still lost, as each vain year runs o'er,
And all we gain, some sad Reflection more;
Is that a Birth-Day? 'tis alas! too clear,
'Tis but the funeral of the former year.
Let Joy or Ease, let Affluence or Content,
And the gay Conscience of a life well spent,
Calm ev'ry thought, inspirit ev'ry grace.
Glow in thy heart, and smile upon thy face.
Let day improve on day, and year on year,
Without a Pain, a Trouble, or a Fear;
Till Death unfelt that tender frame destroy,
In some soft Dream, or Extasy of joy,
Peaceful sleep out the Sabbath of the Tomb,
And wake to Raptures in a Life to come.

Alexander Pope (1688-1744)

zondag 21 september 2014

¡Viva España!

De jetlag is wel zo’n beetje voorbij. De regel is dat je lichaam een dag moet bijkomen voor elk uur tijdverschil tussen verweggiestan en thuis. We wenden zelfs sneller dan zes dagen. Ook de reistassen zijn inmiddels boven water, al nam dat langer dan de toegezegde 24 uur. Op dinsdag kregen we het telefonische bericht dat onze tassen naar Spanje waren getransporteerd. Daarna hoorden we niets meer...
Het tracking-systeem van British Airways werkte niet, het Spaanse telefoonnummer gaf tuut-tuut, het mailadres van tracking-organisatie was van het type No Reply.
Daar zit je dan. We wilden de afgifte van onze tassen niet bemoeilijken dus we bleven thuis maar na ruim 80 uur thuiszitten, zonder tassen, vond ik het welletjes. Ik zocht het algemene mailadres op van Sita Aero en schreef hen een mail waarin ik mijn onvrede verwoordde over de gang van zaken. Op vrijdagmiddag kreeg ik een Spanjaard aan de lijn die op 2 minuten rijafstand was van ons huis. Opgelucht legde ik hem uit hoe hij moest rijden.

De hervonden tassen zaten vol met labels en stickers. Vanuit Londen kwamen ze via Madrid naar Alicante. Eén van de reistassen was nieuw. In Manado (Noord-Sulawesi) kocht ik een grote, zwarte Quicksilver met gescheiden vakken. De Ripcurl-roltas die ik nog niet zo lang had, was uitstekend maar had geen compartimenten. Mijn liefje was blij met mijn tweedehandsje. 

De nieuwe reistas (rechts) onderging de vuurproef goed, met hier en daar een vuile veeg en een geschaafd handvat. Bij het uitpakken bleken één fotolijstje en enkele schelpen kapot; de schade viel dus mee. Intussen is de was gedaan, zijn de reistassen gelucht en de snorkelspulletjes schoongespoeld. Die gaan tijdelijk naar de schuur. Ze mogen later dit jaar weer mee naar de Galapagoseilanden. Joehoe!

Na aankomst hoorden we van buren dat de zee van La Glea verboden gebied was. Er mocht niet worden gezwommen tussen ons strand en de stranden van Torrevieja. Vier à vijf kruisers van de Spaanse marine lagen op zwemafstand van de stranden. Het eerste verhaal was dat er bij een aanvaring op volle zee chemische producten overboord zouden zijn gegaan. Het tweede verhaal was dat de marine mijnenveegoefeningen deden voor de kust. Zelf geloven we in een derde verhaal: onlangs werden namelijk twee boten met vluchtelingen uit Noord-Afrika op het water aangehouden. De Spanjaarden patrouilleren om illegale bootvluchtelingen ervan te weerhouden aan de Costa Blanca aan wal te gaan. Waarom er niet mocht worden gezwommen, blijft in dat geval een raadsel.

Inmiddels mag men er weer te water. Wij hebben onze badkleding terug maar zwommen nog niet in  zee, wel in het zwembad. Eveneens speelden we dit weekend een rondje golf met vrienden. Alhoewel we om 4 uur 's middags afsloegen, was de temperatuur nog 28 graden Celsius; het dubbele van Nederland. We sloegen ons er goed doorheen, al was het niet met het beste golfspel. Tot ’s avonds laat zaten we genoeglijk op het terras van de golfclub. We waren niet de enigen, in het golfhotel zat een grote groep Scandinaviërs die het zich goed liet smaken. Hun vele ‘skool’ vulden de avond. In hun eigen land is alcohol extreem duur dus ze kunnen hun hart ophalen in Spanje. Ook ik geniet weer volop van heerlijke -betaalbare- Spaanse wijn.

Een aantal van onze beste vrienden uit Nederland houdt hier momenteel vakantie en vanavond hebben we een feestje van vriendin Joan die 50 jaar wordt. Hiep-hiep-hoera! Het Spaanse leven is mooi.


woensdag 17 september 2014

Licht reizen

We zijn weer thuis en dat is heerlijk. We hebben Spanje alweer omarmt. De lange reis vanuit Bali liep als eens geoliede machine, al gebeurde er van alles onderweg. Het begon al op de luchthaven van Denpasar. We vertrokken met een vertraging van circa 15 minuten die tijdens het eerste traject van de thuisreis niet werd ingehaald. De gate die oorspronkelijk was aangegeven, bleek niet juist. Van gate 4 moesten we naar gate 10. ‘Een eitje’ dachten we allebei. Totdat bleek dat gate 10 niet na gate 9 ligt… Na enig heen & weer lopen, besloot ik iemand van imigrasi te vragen. Hij keek mij verbaasd aan: wist ik dan niet dat gate 10 naast gate 2 ligt?! Met een bus zouden we naar het vliegtuig worden vervoerd maar alle bussen met gelande passagiers bleken voor te gaan. Niemand begreep er iets van… Onze bus stond weliswaar voor de deur klaar om ons te vervoeren maar telkens stopten volle bussen, van AirAsia, Lion Air en Garuda Indonesia, voor de onze waardoor onze doorgang werd geblokkeerd. Honderden en honderden mensen liepen de terminal in terwijl wij stonden te wachten om die te verlaten. Een logistieke nachtmerrie, hetgeen werd beaamd door de dispatcher. Schrale troost. Reizen blijft verslavend maar je moet er wel wat voor over hebben.

We vlogen van Denpasar naar Singapore met Garuda Indonesia die vorig jaar werd bekroond met een oorkonde voor de beste cabin crew ter wereld. De service was inderdaad goed. Op Chiangi Airport zouden we circa 75 minuten tijd hebben om over te stappen. Het neuswiel raakte dus met een kwartier vertraging de Singaporese bodem maar het duurde eindeloos voordat we aan de slurf van Terminal 3 stonden. De vertraging liep dus verder op. Ik begon mij zorgen te maken over de krappe overstaptijd want Chiangi is groot en we moesten met de trein naar Terminal 1. Nu deden we dat eerder maar we moesten eerst nog naar een transit desk om onze instapkaarten te halen voor de volgende vlucht. Die had de baliemedewerkster in Bali ons niet kunnen overhandigen. En waar zou die transit desk staan?

De zorg bleek voor niets. Groot was de opluchting toen we met een buggy werden opgewacht bij het uitstappen. Wij en twee anderen met bestemming Londen stapten graag in. Met mijn liefje -met wallen- op de bok werden we in een mum van tijd bij de betreffende balie afgezet die naast de beoogde gate bleek te leggen. Dat kunnen die Britten toch maar goed. De Schotten bij de familie houden, is nog de vraag maar ons tijdig binnenhalen, lukte!
De opluchting werd spoedig gedempt: men liet ons namelijk weten dat er een (grote) kans bestond dat onze reistassen niet in het ruim zouden meekomen… Even overwogen we een latere BA-vlucht naar Londen te nemen zodat we met de tassen zouden kunnen reizen maar het was druk op het traject, het volgende vliegtuig was reeds vol en bovendien hadden we lekkere stoelen op de oorspronkelijke vlucht gereserveerd. We besloten toch maar in te stappen. In 5 minuten zaten we in de Boeing 747-400 van British Airways. Met de krant en een welkomstdrankje in de hand. Volgende maand neemt BA overigens de eerste A380 in gebruik. De reis van Singapore naar Londen verliep heel rustig. Er was slechts eenmalig een klein beetje turbulentie.


In Terminal 5 van Londen Heathrow werd bevestigd dat onze reistassen waren achtergebleven. Bangsat! Al minstens 20 jaar reizen mijn liefje en ik zonder bagageprobleem, in de laatste twee jaren is het telkens mis: een of meer reistassen reizen niet met de eigenaresse(n) mee. We vulden formulieren in en stapten, na een kopje koffie, in de snelle bus naar Londen Gatwick waar het laatste deel van de terugreis zou beginnen. Het was nog pikkedonker toen we landden dus ik kon T5 vanuit de lucht nauwelijks goed bekijken. Overigens, de aankomstbelevenis was geen onverdeeld genoegen. Als passagier moet je een halve marathon afleggen van vliegtuig naar douane, we verdwaalden omdat we aanwijzingen misten, de treinloop werd niet verklaard, de lay-out van het gebouw was niet overal logisch, bij het kopen van een buskaartje bleven de beide tickets in het apparaat steken, de bushalte was niet aangegeven. Mooi boel! Gaf ik daarvoor enkele jaren van mijn leven?!


De rit over de M25, een van de beruchtste wegen van en naar Londen, was rustig terwijl de files aan de andere kant van de weg (het was inmiddels 6:15 uur in de ochtend) snel langer werden. De BA-dame aan de incheckbalie vond het maar raar: twee passagiers uit Singapore zonder bagage. Ik was de eerste om dat te beamen. Maar het was toch echt waar. We namen onze instapkaarten in ontvangst en gingen op zoek naar een restaurant voor een hapje.

Ik kom er eerlijk voor uit: om half 8 ’s ochtends zat ik aan een salade geitenkaas met frietjes en een heerlijk glas Franse wijn. In de voorgaande zes weken at ik vooral Indonesisch, een mooi glas wijn was moeilijk te vinden.

Ook op dit laatste deel van het traject hadden we vertraging (30 minuten). Dat kon er nog wel bij. Inmiddels lag ik met mijn hoofd bijna in een beker ijskoffie. In het vliegtuig naar Alicante heb ik grotendeels zitten dommelen. Zelf heb ik op dit moment geen last van de jetlag, mijn liefje doet even een middagslaapje. Volgens het tracking systeem van BA hebben de reistassen gisteravond Singapore verlaten. Hopelijk worden ze weldra door het Spaanse luchtruim vervoerd. Reizen is verslavend maar een lang traject in een keer afleggen, is geen sinecure. We nemen ons voor dat in de toekomst anders te doen.

Voor het avondeten zijn we uitgenodigd door onze buren en vrienden Frans & Roland. Gezellig.


maandag 15 september 2014

Pulang

We gaan vandaag weer op weg naar huis, terug naar de Costa Blanca. Dat doen we via een andere route dan we kwamen. We vliegen over Londen Heathrow en het aardige is dat ik voor het eerst in mijn leven zal landen op Terminal 5. Mijn laatste baan in het Verenigd Koninkrijk was bij de British Airport Authority (BAA), het Amsterdam Schiphol van Engeland. Als hoofd van veranderingsmanagement was ik betrokken bij de opzet van nieuwe werkwijzen en procedures voor de nieuw te bouwen terminal en het aanstaande personeel. Die terminal zou toentertijd de modernste terminal ter wereld worden, ontworpen en gebouwd door zeer gelauwerde architecten. Ik heb er veel voetstappen liggen maar ik landde er tot dusver niet als passagier.

De laatste dagen op Bali waren vol maar memorabel. Zo vierde mijn liefje haar verjaardag en dat werd een leuk feestje onder de sterrenhemel. De genodigden waren in de juiste stemming, de rijsttafel was een groot sukses. De keukenbrigade van hotel Rambutan kookte heerlijk en maakte de schalen fraai op, met de leeftijd van mijn liefje in twee kaarsen (!) uitgedrukt, met opgestoken bloemen in een vaas waar een nasi kuningberg het feestelijke element benadrukte.
Ze werd erg verwend met kado‘s: ze kreeg het interessante boek van Marion Bloem getiteld 'Het Bali van Bloem' met foto’s van echtgenoot Ivan Wolffers. Ze heeft het boek al bijna uit; naar verluidt, is het een feest van herkenning! Daarnaast ontving ze een olieverfschilderij met daarop twee Balinese meisjes dat Yuda persoonlijk uitzocht, dozen met schelpendeksels, schelpenfotolijstjes, een zijdezachte sjaal en een aantal leuke bier(koel)houders. Gelukkig zijn onze reistassen groot genoeg en mogen we meer kilo’s vervoeren van de vliegmaatschappij.

Op zondag kwamen Elsa, Ketut en de kids voor de laatste keer dit jaar bij ons op de koffie. Volgende week zal Ketut zelf ook richting Europa vliegen. Hij gaat in Venetië aan boord van het cruiseschip Regent Seven Seas Mariner. Ik zocht de aanstaande vaarroute op internet op. Begin oktober zal hij een Spaanse haven aandoen, niet ver van onze woonplaats. Hij gaat HR verzoeken of wij als familie op die betreffende dag een rondleiding over het schip kunnen krijgen en of we hem daarna mee aan wal kunnen nemen voor een Spaanse tapaslunch. We zullen zien of dit gaat lukken, het is in elk geval een aardig vooruitzicht.

De beide mannetjes waren niet uit het zwembad te krijgen. Ze maakten daar inmiddels twee Europese vriendjes: de Nederlandse Thijmen en de Deense Holger. De opduikstaafjes waren het geliefde speeltje van alle mannetjes. Degene die nog geen cijfers kon lezen kon met de kleuren van de staafjes uit de voeten. Yuda was de enige die ze uit het diepe opdook. Zo’n werd het spel urenlang gespeeld terwijl wij tevreden toekeken, vanaf de kant en uit de pool. Zowel het lichaam van mijn liefje als dat van mij is omgeven door een indringende chloorlucht... daartegen is geen parfum opgewassen.

Afscheid nemen vind ik altijd moeilijk, zeker als je tegen tenminste één sip mannetje moet aankijken. Yuda begrijpt dat wij Bali weer gaan verlaten. Hij regelde wel bij Ibu Tini van hotel Rambutan dat hij -zonder ons- ook mag komen zwemmen. Ze zei dat toen ze ons uitzwaaide. Ze kreeg in de afgelopen weken een zwak voor het leuke ventje. We zullen elkaar volgend jaar weer zien. 

Inmiddels arriveerden we op de luchthaven van Denpasar. De volgende blog komt weer van het Spaanse honk, Leo Dovente!


vrijdag 12 september 2014

Geen taart, wel kaarsjes

Ziehier de Jarige Jet op Bali: sehat dan senang, gezond en happy met het leven. Normaliter vieren we onze verjaardagen niet in aanwezigheid van anderen maar vandaag is een uitzondering. Mijn liefje had wel zin in een pesta kecil. Vanavond wordt in ons hotel een rijsttafel voor 12 volwassenen en twee kinderen georganiseerd. De genodigden zijn: Lenie & Frans, Marijke & Wim, Coba & Peer (van de bieb), Tini & Richard (van Rambutan), Elsa & Ketut en Yuda & Damai (eregastjes). De Amerikaase televisiekok Julia Child zei ooit “a party without cake is just a meeting”... De gasten zijn gewaarschuwd: gezien de voorkeuren van de jarige, bestelde ik geen verjaardagstaart.

Precies een week geleden werd ik midden in de nacht wakker van gekerm: “nee, nee, nee”. Het geluid kwam uit mijn liefje. Ik noemde haar naam, deed vervolgens de lamp op mijn nachtkastje aan en stapte bij haar in bed. (We slapen in twee brede bedden.)
Ik sloeg mijn armen om haar heen en suste haar; zo lagen we een tijdje. Ze vertelde dat ze een heel nare droom had: ik liep het huis uit om haar te verlaten. 'Hoe komt je daar nu bij? Geen haar op mijn hoofd die daaraan denkt!' Deze reis was harmonieuzer dan ooit...
Na haar te hebben gekalmeerd, zeker wetend dat de droom niet zou terugkeren, gleed ik weer onder mijn eigen lakens. Terwijl ik klaarwakker op mijn eigen kussen lag, bedacht ik mij dat je op zo’n moment zeker weet hoeveel de ander van je houdt. En vice versa. Haar nacht verliep daarna rustig. De volgende ochtend spraken we uitgebreider over de nachtmerrie.

Die bleek anders te zijn dan ik mij in de nacht ervoor had voorgesteld. Het was namelijk zo: in de droom haalde Bernadette mij ertoe over buitenshuis een aantal dames te ontmoeten. De dames in kwestie bleken Poolse hoegtjes te zijn. Alhoewel ik in de droom aan mijn liefje beloofde niet weg te gaan, hoorde ze mij toch stiekum de deur uitsluipen. Haar “nee, nee, nee” had niet zozeer betrekking op mijn vertrek als wel op het feit dat ze niet uit haar bed kon opstaan. Tja. Hoe het ook zij, ik houd zielsveel van mijn liefje. Wij zijn maatjes voor altijd.

Voor haar verjaardag deed ik haar een paar bijzondere kaarsen kado. Na de snorkeltrip op Togian-eiland Bomba (Centraal-Sulawesi) zat haar rechteroor potdicht. Dat duurde inmiddels bijna drie weken. Het is niet pijnlijk maar wel uiterst hinderlijk. Je kun er behoorlijk chagrijnig van worden. We kochten oordruppels maar die brachten slechts tijdelijk soelaas.
In de spa van ons huidige hotel bieden ze een service aan die ‘earcandling’ heet. Sinds Rob de Nijs het verschijnsel bezong weet ik van het bestaan van de therapie (♪ zet een kaars in je oor vannacht ♪). De therapie blijkt echter eeuwenoud. Ibu Tini vertelde ons onlangs dat ze zichzelf af en toe laat oorkaarsen om duizeligheid te voorkomen. Mijn liefje besloot daarop een afspraak in de spa te maken.

De behandeling bleek te worden gedaan door de dochter van Penny, die jarenlang onze kapster in Noord-Bali was. Penny blijkt op haar beurt de zus van Tini te zijn. Ik had het moeten weten; de dames lijken sterk op elkaar. Toeval bestaat! Voor de zekerheid vroeg mijn liefje aan Ana of ze met haar linkeroor wilde beginnen (dan kon ze altijd nog afzien van de behandeling van haar rechter probleemoor...). Zo gezegd, zo gedaan. Ik ging mee als reporter.

Eerst werden de zijkant van de hals, het gebied boven de wenkbrauwen en de onderkant van haar wang gemasseerd om een en ander in het oor los te maken. Twee witte, cylindrische kaarsen lagen klaar. De eerste kaars werd aangestoken en voorzichtig in de gehoorgang van het linkeroor van mijn liefje geplant. Ik vroeg van welk materiaal de kaars was gemaakt maar dat wist ze niet. Het leek op een soort kaasdoek met een waslaag. Terwijl de kaars langzaam opbrandde en het linkerbinnenoor verwarmde, keek de therapeute regelmatig in de gehoorgang van mijn liefje. Mijn angst dat er was zou kunnen druppelen op haar trommelvlies bleek onterecht.

Toen de kaars tot het streepje was opgebrand, werd die uit het oor verwijderd, de vuurkegel werd eraf geslagen en het onderste stukje werd uitgerold. Daarop was wat oorsmeer achtergebleven. Mijn liefje voelde zich verlicht en rolde gewillig op haar linkerzijde, klaar voor de behandeling van het dichte rechteroor. Dat oor bleek inderdaad meer gedoe te bevatten dan het linkeroor. Eenmaal rechtop, voelde ze zich als herboren. 's Middag in het zwembad ging ze weer met vertrouwen met haar hoofd onder water. Het bleef niet bij één keer: inmiddels doneerde ik vijf kaarsen voor haar rechteroor.

Vanmorgen in bed zong ik de jarige zachtjes toe. Ze verstaat mij weer. Selamat hari ulang tahun, liefje!


dinsdag 9 september 2014

Niet op de foto

Zaterdag jongstleden bezochten we de nieuwe school van Yuda waar we kennis maakten met de Australische Sid, een van de oprichters; hij is tevens een van de onderwijzers. NBBS (North Bali Bilingual School) ligt ver weg van Lovina dus Elsa moet elke dag een flink eind op de brommer om haar oudste zoon naar school te brengen en hem daar zes uur later op te halen. Dat schema houdt in dat Yuda het dubbele aantal lesuren krijgt dan kinderen die naar een reguliere school in Bali gaan. Zijn moeder heeft het er graag voor over.

De Australische Sid ontving ons allerhartelijkst en wist wie wij zijn. Deze man straalt pedagogiek en enthousiasme uit. Hij lichtte de principes van de school toe: kinderen zelf leren nadenken, met elkaar samenwerken, multiculti, diverse vormen van creativiteit. Leerlingen moeten elke dag lezen, zowel op school als thuis. 'Learning to read, reading to learn.'
Op zaterdag doen de kinderen projecten. 

Het schoolgebouw -waar op het moment van bezoeken vier klassen aanwezig waren- is heel licht, schoon en leuk aangekleed. Naast de klaslokalen zijn er een hobbyruimte waar ook muziek kan worden gespeeld, er is een bibliotheek en een computerruimte. 
Er is voldoende grond om de bestaande school aanwezig om in de nabije toekomst ook klassen 4, 5 en 6 te gaan bouwen.

In Yuda’s klas zitten 22 leerlingen uit alle windstreken; wij vonden hem aan een van de voorste schoolbanken. Volgens Pak Sid heeft hij de hele dag een glimlach op zijn gezicht. Hij heeft het naar zijn zin. De meeste kinderen vinden het, naar verluidt, jammer dat ze op zondag en in de schoolvakantie niet naar school mogen... dat zegt genoeg! De school heeft kinderen uit vele landen: Europese, Aziatische en leerlingen uit Australië. In alle huidskleuren. Er zijn regelmatig stageairs uit de gehele wereld. Yuda’s klas heeft circa drie à vier onderwijzers; momenteel ook een Japanse. Hij kan zich al in het Japans voorstellen en weet hoe hij moet groeten. Het is grappig om te zien. Zijn Engels ging in de afgelopen weken al met sprongen vooruit.

Wij vertelden de hoofdonderwijzer dat we een verrassing hadden voor de mannetjes. Hij vond  het een goed plan. Japanse kinderen krijgen als kado een nieuw buro als ze naar school gaan... 

Vanwege het feit dat zowel Yuda als Damai goede leerlingen zijn, bedachten mijn liefje en ik dat de jochies een nieuwe fiets verdienden. Voor mijn liefje was dat jeugdsentiment: toen zij naar de eerste klas ging, ontving zij een nieuwe fiets. (Zelf kan ik mij dat niet herinneren.) Na school gingen we met een busje vol enthousiastelingen op weg naar de fietsenwinkel in Singaraja. De heren hebben een goede smaak, ze kozen een stevige rode en een stoere blauwe fiets uit. Ze wisten niet hoe snel ze ermee naar huis moesten!

Wij gingen mee naar het huis van Elsa en Ketut, in een mooi buurtje in Kaliasem. Het is een prima huis met twee slaapkamers dat ze voor twee jaar huurden, net voordat Ketut de vorige keer ging varen. Eenmaal daar rondkijkend, bleek dat Yuda voor zijn zevende verjaardag van zijn ouders een buro met ombouw had gekregen om zijn huiswerk te maken?! Zouden ze Japans bloed door d’aderen hebben stromen? Het zegt veel over de toewijding van beide ouders. Ze willen niets liever dan dat hun beide zonen slimme ventjes worden. Hoop gloort in de verte.

Op zondag kwam de hele familie naar Rambutan om te spelen, bij te praten en samen te lunchen, zoals we dat voorheen deden in onze eigen villa. Het werd gezellig maar het nieuwe staatsieportret (ook zo’n traditie) mislukte. Tenminste één van hen staat op de foto alsof hij naar een begrafenis moet. Er kan geen lachje af... In Sulawesi spraken we over dat verschijnsel met een van de reisgidsen. Hij zei iets dat mij lang zal bijblijven: “witte mensen lachen nooit - behalve op de foto, wij lachen de hele dag behalve als we op de foto staan.” Je ziet het bewijs op de eerste foto van dit blog Het gezamenlijke portret moet aan het einde van deze week dus over.

Aan het begin van de week stond een bezoek aan Kantor Imigrasi op het programma. We werden verzocht ons daar persoonlijk te melden, in gepaste kleding. Voorheen bezochten we het kantoor op slippers en in bermuda maar dat was niet langer toegestaan. We moesten in lange broek en op degelijke schoenen verschijnen. Onze vaste chauffeur Zaï bracht ons naar het vernieuwde gebouw. Daar aangekomen, zag ik dat je een heleboel niet meer mag in dat kantoor... ook geen wapen meebrengen! Ik kon het niet laten toch een foto te maken (binnen niet toegestaan). We liepen een ruimte met airco en loketten binnen, iedere bezoeker moest een nummertje trekken. We waren snel aan de beurt, onze dossiers lagen klaar. We kwamen Sulawesi binnen op een visa-on-arrival waarmee je vier weken in Indonesië mag verblijven. Aangezien wij daarna naar Bali doorreisden, hadden we een verlenging van het visum nodig. Van loket 2 moesten we naar een open ruimte met camera’s. Daar werd een foto van ons genomen en werden de vingers van beide handen gescand. De pink van mijn linkerhand weigerde dienst (ooit gebroken), de middelvinger van mijn rechterhand eveneens. Tja. 
Vandaag worden de paspoorten bij ons terugbezorgd. Volgende week zullen we naar Spanje terugkeren.



zaterdag 6 september 2014

Snapshot from a 7-year old

Wie kan dat nu zeggen? Te worden gefotografeerd, onder water, door een schone Balinese jongeman van 7 jaar oud. Aku! Ik (zei de gek). Dat het dan niet mijn beste portret is... een kniesoor die daarop let!

Afgelopen woensdag was, zoals in voorgaande jaren, de speelmiddag van Yuda. Moeder Elsa en hij kwamen direct van school, met drie tassen met spullen: flippers, snorkel, zwembrilletje, lego, mikado, memory, domino, leesboeken, zijn Ripcurl-zwembroek, ponchohanddoek en schone kleren. Hij kon niet wachten om ons te laten zien dat hij nog steeds goed kan zwemmen. Na twee serieuze zwemrondjes ter overtuiging waren we gerustgesteld. We kunnen hem met een gerust hart te water laten.

Vanuit Spanje nam ik opduikstaafjes mee. Het zijn vijf genummerde rubberen buisjes die vollopen en rechtop naar de bodem zakken, zodat de punten vanaf het wateroppervlak goed zijn te lezen. Yuda, die inmddels ook kan lezen, vond het een prachtig speeltje dat dan ook urenlang in het zwembad moest worden gespeeld. Welke nummer nu? En dan dook hij weer onder met die grote voeten van hem. Af en toe slingerde hij de buisjes ver weg. Die waren voor mij. Je begrijpt: samen doken we duizenden punten op. Toen ik mijn onderwatercamera tevoorschijn haalde, wierp hij zich op als mede-fotograaf. Ach ja, waarom niet? Het ventje stond zelf al zó vaak op de foto dat ik het niet meer dan redelijk vond dat hij eens een plaatje van mij zou schieten! Ook hiervoor heeft hij aanleg...

's Avonds kon ik echter niet meer helder uit mijn ogen kijken, lezen was onmogelijk met die chloorogen. Dat was jammer (al had ik er geen spijt van) want op mijn reader lees ik thans een meeslepende roman van Julie Orringer, getiteld 'The Invisible Bridge', een boek over een Joods gezin in Hongarije wier zonen uitzwermen over Europa om te studeren in Frankrijk en Italië in de jaren '30 van de vorige eeuw; tijdens de opkomst van de nazi’s. Met alle gevolgen van dien. Er zijn vele verhaallijnen en elke verhaallijn is weldoordacht en ontroerend. Een aanrader!

Hotel Rambutan, waar wij thans verblijven, is een prettige plek om te zijn. Het voelt regelmatig als een privévilla met veel personeel. Als we zwemmen, doen we dat doorgaans alleen in het bad. Op sommige avonden dineren mijn liefje en ik daar als enigen al fresco; onder de wassende maan, in een grote tuin met krekelgeluid, met stemmig gezang van heilige Hindoemannen op de achtergrond. Wij vinden dit een mooie plek in het hartje van Lovina waar het goed toeven is.
De meeste gasten, jong en oud, zijn er tijdelijk van aard: zij verblijven een, twee of hooguit drie dagen in het resort. Men is op doorreis in Bali, op weg naar of vanuit Java of Lombok. Wij zijn thans de enige gasten die langer blijven; we voelen ons reeds meubilair. Voorheen kon ik mij niet voorstellen dat je als buitenlandse toerist langdurig op één ommuurde tropische plek kon verblijven zonder uitstapjes te maken. Nu zijn wij (bijna) net zo... We zijn hier niet voor de bezienswaardigheden van dit deel van Bali, we komen vooral voor twee Balinese jongetjes. Het enige uitstapje dat wij tot dusver maakten, was naar Frans & Lenie. Op de koffie in Jalan Tulip.

Wij besloten met de bemo te reizen, een kleine (vaak aftandse) bus die tussen dorpen en steden pendelt. Wachtend aan de kant van de weg, kwamen twee chauffeurs in personenwagens langs die ons vroegen waarheen we wilden. Hun vraagprijs was in beide gevallen te hoog. Terwijl mijn liefje met hen sprak, zag ik in de verte een bemo van goede afmetingen aankomen. Mijn liefje vindt het namelijk fijn om voorin te zitten en dat kan niet altijd. De bemo stopte voor het dichtstbijzijnde stoplicht en ik maakte alvast het stopgebaar. Dat was niet tegen dovenmansogen gezegd! De chauffeur van de bemo scheurde voorbij zijn voorganger, reed door het rode licht en stopte met piepende remmen voor mijn neus. Ik gebaarde mijn liefje om in te stappen. Voor 15.000 roepiah (bijna 1 euro) waren we spekkoper. Niet alleen vanwege goede zitplaatsen maar ook omdat de chauffeur leuke Bollywood-muziek had aanstaan. De bemo stuiterde richting Temukus, terwijl het gezang van de chauffeur klonk als dat van Bernadette en mijn liefje... (vals)!

We praatten bij met Frans & Lenie die al jarenlang permanent in het noorden van Bali wonen. Over hun persoonlijke leven en aanverwante beslommeringen, over de lokale stress rondom vlucht MH17, over het wel en wee van Anamaya (onze voormalige villa) en over nieuwe ambtelijke ontwikkelingen in de provincie Buleleng. De belastingambtenaren van de regio zitten bepaald niet stil!

Voor de terugreis stond een bemochauffeur reeds aan het einde van de straat op ons te wachten. We stapten uit bij een ATM waar zich veel Balinese mannen ophielden. Ik begreep niet direct waarom. Dat werd echter snel duidelijk toen ik aan een bekende Balinees vroeg wat er aan de hand was: er was ter plekke een drugsdealer aangehouden door agenten in burger. Een onguur figuur vol tatoeages werd kort daarop geboeid afgevoerd. Ik stond erbij en keek ernaar. Het is in alle opzichten prettiger om hier weer 'gewoon' toerist te zijn.


dinsdag 2 september 2014

Dunia

Het leek de vierdaagse wel: in ons resort in Lovina werden we ingehaald met bloemen, door twee Balinese mannetjes en hun ouders. We spraken om 4 uur af maar om 3 uur ontvingen we reeds een SMS met de boodschap we zijn er al... Wachten is een van de moeilijkste dingen in het leven, wat mij -en hen- betreft! Op een drafje liepen mijn liefje en ik naar de receptie waar we met ons Balinese familietje werden herenigd.

Yuda was nog in schoolkleding; een blauwe korte broek met een wit overhemd met opdruk van de school: NBBS, North Bali Bilingual School. Damai, Bupati kecil (de kleine burgemeester), droeg ook een overhemd, zijn favoriete kleding. In de eerste minuten was Yuda een beetje verlegen maar dat verdween rap. Damai, met zonnebril, voelde zich meteen op zijn gemak. Hij huppelde blij voor ons uit naar ons tijdelijke verblijf. Hij is de jongste en de paljas van de familie.

Vanzelfsprekend brachten we kadootjes mee voor iedereen. De eerste doos werd overhandigd aan papa Ketut. De kinderen dachten dat er kleding voor hem inzat. Salah! Helemaal mis... voor hem kochten we een bola dunia, een kleurrijke wereldbol. Later in September vliegt hij met KLM naar Venetië waar hij aan boord gaat van een Regent Seven Seas-schip om wederom de wereldzeeën te gaan bevaren. Het doel is -nog steeds- om geld te sparen voor de aankoop van een lapje grond. Als hij op rondreis in de Middellandse Zee een Spaanse havenstad aandoet, gaan wij hem daar opzoeken. We zullen de vaarroute van het schip gaan uitzoeken. De wereldbol viel in goede aarde, net als de verpakking. We lieten hen zien waar Indonesië, Spanje en Italië liggen. Elsa werd evenees bedeeld.

Yuda kondigde aan naar Amerika te gaan als hij groot is. Als het aan ons ligt, wordt het Australië maar we lopen teveel op de feiten vooruit. Eerst moeten we maar eens uitvinden wat voor soort leerling hij is. Nu is hij nog erg speels, hij kan zich nog niet lang concentreren op een specifieke taak. Dat lazen we in zijn leerlingenschriftje. Ach, hij is nog maar vier weken op zijn nieuwe school. No stress. Een grote lieverd vinden wij hem nu al. De hereniging met hem en mijn liefje was mooi om te zien. Hij was niet van haar schoot en uit haar armen weg te slaan. Gelukkig is hij nog te tillen! Die kleine man is misschien wel haar grootste liefde...

Voor de kids brachten we nieuwe schoenen en kleding mee, alsmede speelgoed: een leren bal, een pluchen Patrick (vriend van Spongebob) en een kleurset voor Damai. Yuda kreeg speelgoed dat we later deze week met snorkel en vinnen gaan uitproberen in het zwembad en een stapeltje leesboeken, vooral over dieren. Eén boek gaat over dolfijnen, haaien en walvissen; dat kon ik niet laten. Ik las de eerste bladzijden reeds aan Yuda voor. Aanstaande woensdag wordt een speelmiddag voor hem alleen, zoals we dat voorheen in ons eigen resort deden. Ze reden bepakt en bezakt, met hun vieren op de brommer naar huis.

Schreef ik in mijn vorige blog dat het resort onder Australisch management is, dat was een foute aanname. Het vakantiepark, met bungalows verspreid over een weelderige tuin, staat onder leiding van Ibu Tini, een doortastende Balinese uit Kintamani die in 1989 begon met de bouw van het resort. Ze trouwde met een Ozzie maar hij zwaait de scepter niet. Wij vroegen haar permissie om Elsa en de mannen te kunnen ontvangen (ook in het zwembad). We legden uit dat we een tijdje op Bali hadden gewoond en dat we terug zijn om hen te zien. Ze vond het prima en was nieuwsgierig naar onze leefervaringen. Zelf studeerde ze rechten om van zich af te kunnen bijten en de Heren Ambtenaren de baas te blijven, haar echtgenoot opereert in de achtergrond. Op de voorgrond kost hij geld, veel geld... 's Ochtends vroeg zien we ze in ganzenpas snelwandelend op gympen door hun eigen tuin gaan. Een apart stel.

Ik zit hier typend, in een oase van rust. De zon beschijnt de tropische tuin reeds, de hanen kraaien, de vogels fluiten, de eenden pikken in het gras. De tuinmannen ontdoen het gras van gevallen blaadjes en bloemen. De eerste, moeilijke sudoku lukte. En daar komen Tini en echtgenoot weer op hun zoveelste rondje door de tuin. Zo is de wereld mooi, de dag begon goed.