Wie kan dat nu zeggen? Te worden gefotografeerd,
onder water, door een schone Balinese jongeman van 7 jaar oud. Aku! Ik (zei
de gek). Dat het dan niet mijn beste portret is... een kniesoor die daarop let!
Afgelopen woensdag was, zoals in voorgaande jaren, de speelmiddag van
Yuda. Moeder Elsa en hij kwamen direct van school, met drie tassen met spullen:
flippers, snorkel, zwembrilletje, lego, mikado, memory, domino, leesboeken,
zijn Ripcurl-zwembroek, ponchohanddoek en schone kleren. Hij kon niet wachten
om ons te laten zien dat hij nog steeds goed kan zwemmen. Na twee serieuze zwemrondjes
ter overtuiging waren we gerustgesteld. We kunnen hem met een gerust hart te
water laten.
Vanuit Spanje nam ik opduikstaafjes mee. Het zijn
vijf genummerde rubberen buisjes die vollopen en rechtop naar de bodem zakken, zodat de
punten vanaf het wateroppervlak goed zijn te lezen. Yuda, die inmddels ook kan
lezen, vond het een prachtig speeltje dat dan ook urenlang in het zwembad moest
worden gespeeld. “Welke
nummer nu?” En
dan dook hij weer onder met die grote voeten van hem. Af en toe slingerde hij
de buisjes ver weg. Die waren voor mij. Je begrijpt: samen doken we duizenden punten op. Toen ik mijn onderwatercamera
tevoorschijn haalde, wierp hij zich op als mede-fotograaf. Ach ja, waarom niet?
Het ventje stond zelf al zó vaak op de foto dat ik het niet meer dan redelijk
vond dat hij eens een plaatje van mij zou schieten! Ook hiervoor heeft hij
aanleg...
's
Avonds kon ik echter niet meer helder uit mijn ogen kijken, lezen was onmogelijk
met die chloorogen. Dat was jammer (al had ik er geen spijt van) want op mijn
reader lees ik thans een meeslepende roman van Julie Orringer, getiteld 'The Invisible Bridge', een boek over een Joods gezin in Hongarije
wier zonen uitzwermen over Europa om te studeren in Frankrijk en Italië in de
jaren '30 van de vorige eeuw; tijdens de opkomst van de nazi’s. Met alle
gevolgen van dien. Er zijn vele verhaallijnen en elke verhaallijn is
weldoordacht en ontroerend. Een aanrader!
Hotel Rambutan, waar wij thans verblijven, is een
prettige plek om te zijn. Het voelt regelmatig als een privévilla met
veel personeel. Als we zwemmen, doen we dat doorgaans alleen in het bad. Op
sommige avonden dineren mijn liefje en ik daar als enigen al fresco; onder de
wassende maan, in een grote tuin met krekelgeluid, met stemmig gezang van
heilige Hindoemannen op de achtergrond. Wij vinden dit een mooie plek in het
hartje van Lovina waar het goed toeven is.
De meeste gasten, jong en oud, zijn er tijdelijk
van aard: zij verblijven een, twee of hooguit drie dagen in het resort. Men is op
doorreis in Bali, op weg naar of vanuit Java of Lombok. Wij zijn thans de enige
gasten die langer blijven; we voelen ons reeds meubilair. Voorheen kon ik mij
niet voorstellen dat je als buitenlandse toerist langdurig op één ommuurde
tropische plek kon verblijven zonder uitstapjes te maken. Nu zijn wij (bijna)
net zo... We zijn hier niet voor de bezienswaardigheden van dit deel van Bali, we komen vooral voor twee Balinese jongetjes. Het enige uitstapje dat wij tot dusver maakten, was naar Frans &
Lenie. Op de koffie in Jalan Tulip.
Wij besloten met de bemo te reizen, een kleine
(vaak aftandse) bus die tussen dorpen en steden pendelt. Wachtend aan de kant
van de weg, kwamen twee chauffeurs in personenwagens langs die ons vroegen
waarheen we wilden. Hun vraagprijs was in beide gevallen te hoog. Terwijl mijn
liefje met hen sprak, zag ik in de verte een bemo van goede afmetingen
aankomen. Mijn liefje vindt het namelijk fijn om voorin te zitten en dat kan
niet altijd. De bemo stopte voor het dichtstbijzijnde stoplicht en ik maakte
alvast het stopgebaar. Dat was niet tegen dovenmansogen gezegd! De chauffeur
van de bemo scheurde voorbij zijn voorganger, reed door het rode licht en
stopte met piepende remmen voor mijn neus. Ik gebaarde mijn liefje om in te
stappen. Voor 15.000 roepiah (bijna 1 euro) waren we spekkoper. Niet alleen
vanwege goede zitplaatsen maar ook omdat de chauffeur leuke Bollywood-muziek
had aanstaan. De bemo stuiterde richting Temukus, terwijl het gezang van de
chauffeur klonk als dat van Bernadette en mijn liefje... (vals)!
We praatten bij met Frans & Lenie die al
jarenlang permanent in het noorden van Bali wonen. Over hun persoonlijke leven
en aanverwante beslommeringen, over de lokale stress rondom vlucht MH17, over
het wel en wee van Anamaya (onze voormalige villa) en over nieuwe ambtelijke
ontwikkelingen in de provincie Buleleng. De belastingambtenaren van de regio
zitten bepaald niet stil!
Voor de terugreis stond een bemochauffeur reeds
aan het einde van de straat op ons te wachten. We stapten uit bij een ATM waar
zich veel Balinese mannen ophielden. Ik begreep niet direct waarom. Dat werd
echter snel duidelijk toen ik aan een bekende Balinees vroeg wat er aan de hand
was: er was ter plekke een drugsdealer aangehouden door agenten in burger. Een
onguur figuur vol tatoeages werd kort daarop geboeid afgevoerd. Ik stond erbij
en keek ernaar. Het is in alle opzichten prettiger om hier weer 'gewoon' toerist te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten