Het moest zo zijn: alles dat
kon misgaan op luchthaven Quito (Ecuador), ging mis. Even daarvoor maakte ik nog een foto
van een vertrekkend KLM-vliegtuig. Daarna kreeg de Colombiaanse vliegmaatschappij
waarmee wij vliegen, te maken met vele gebreken. Het vliegtuig stond al enige
tijd aan de slurf maar het leek er niet op dat we op tijd naar Bogotá zouden
vetrekken. Dichter naar de vertrektijd gebeurde er niets, er werd evenmin gecommuniceerd.
Op een bepaald moment ging rond dat er problemen waren met een systeem. We
zouden 40 minuten vertragen hebben, even later was sprake van 20 minuten.
Vijf minuten voordat we aan
boord zouden gaan, herkende ik mijn naam die werd omgeroepen. Ik liep naar de
balie en zei dat ik was wie ik was. Ik moest mee voor een controle van mijn
koffer. Waarom ik? Waarheen? Waarvoor? De baliemedewerkster van Avianca ging
mij voor door de krochten van de luchthaven. Uiteindelijk kwam ik terecht in
een ruimte op de begane grond, in de open lucht waar het hectisch was. Er
stonden veel meer passagiers, koffers, politie en honden. Ik wees mijn reistas aan
en ging in de Avianca-wachtrij staan. De rij ernaast bleek van Iberia.
Onze reistassen hadden we in Quito met
plastic laten omwikkelen voor de fraaie som van $15 per tas dus daar ging de
investering. Na enige tijd was ik aan de beurt; ik gaf mijn paspoort af, de
politie-agent schreef mijn gegevens op een kaart over. Hij sneed de wrap los en
ik opende daarop het cijferslot. De tas klapte open. Eerst werd de spullenkant
doorzocht, daarna de kledingzijde. Ik was mij van geen kwaad bewust. De agent
vroeg waar ik in Ecuador was geweest. Om de ijzige sfeer een beetje te breken,
vroeg hij wat ik van de Galapagoseilanden vond. Mijn stijve antwoord was: ‘su
país es muy lindo, señor’…
Het bleek een willekeurige check te zijn; daar het bagagecontrolesysteem
down was, moest het op deze manier. Hij vond niets verdachts in mijn tas dus
het slot ging er weer op. Ik vertelde de Avianca-medewerkster dat ik mijn tas
op hun kosten weer gesealwrapped wilde hebben en dat was geen probleem. Ik bleef met
mijn neus op de activiteiten staan en liep pas terug naar mijn verontruste
liefje toen ik zag dat de omwikkelde tas weer op een bagagetrolley werd geladen.
Mijn liefje stond op de uitkijk, ik stak mijn duim naar haar op. Dat luchtte op. Haar
reactie is in dergelijke situaties altijd: ‘je hebt wel weer wat te
schrijven’. Ik kon er zowaar om lachen.
Terwijl we aan boord van het vliegtuig gingen, bleven er namen van passagiers worden
omgeroepen dus wij vreesden dat we onze vlucht van Bogotá naar Madrid weleens
zouden kunnen gaan missen. Een Avianca-medewerkster vertelde ons op welk
tijdstip dat kritisch zou worden. We zagen de minuten wegtikken. Met forse
vertraging stegen we op, het was een rustige vlucht.
Na de landing op Quito zouden we nog een kansje hebben gehad, ware het niet
dat er problemen ontstonden met de slurf: die werkte niet. We hebben 30 minuten
in het vliegtuig gewacht, de kans dat we onze vlucht naar Madrid zouden halen, verbleekte.
Na te zijn uitgestapt, bevestigde een medewerkster dat de vlucht was vertrokken
zonder ons. We werden naar de bagagecaroussel geleid waar we wachtten op onze
reistassen. Die maar niet kwamen… Een deel van de passagiers pakte hun bagage
van de band, mijn liefje, ik en nog zo’n tien andere personen bleven met lege
handen achter. Nergens was Avianca-personeel te zien, de persoon die we na enig
zoeken aantroffen wist van niets en kreeg geen contact met haar collega’s.
Kortom: complete chaos.
Op een bepaald moment vertelde ze ons dat alle
transferbagage werd achtergehouden. Waarom? Ze had geen idee. Passagiers
begonnen boos te worden vanwege zoveel onprofessioneel gedrag; het
woord ‘mierda’ vulde de ruimte. Ik vroeg op enig moment of zij ons naar
haar baas kon brengen. We liepen naar een Aviancadesk. Daar gebeurde wederom
niets: passagiers werden bozer en het jonge meisje van de vliegmaatschappij
stond inmiddels met tranen in haar ogen terwijl ze zei ‘ik kan hier ook niets aan doen’. Dat is waar maar je wilt een dergelijk antwoord niet
horen als gedupeerde reiziger.
Om een lang verhaal kort te maken: om half 2 's nachts waren onze vluchten omgeboekt naar vandaag en stapten we
in de bus naar een nabijgelegen hotel. Nog steeds zonder reistassen. (Als dat maar goed komt?!) Wij en een Spaanse non reisden het lichtst van iedereen.
In de voorgaande dagen was mijn keelpijn teruggekeerd, hoestte en proestte
ik als een oude hond en ontwikkelde ik een koortslip. In Otavalo kocht ik medicijnen
ter bestrijding maar die bleken zwaar op mijn maag te liggen. Ik had geen
eetlust, had aan boord te weinig gegeten, slechts één kopje water gedronken en
voelde mij zo slap als een vaatdoek. Ik ben -denk ik- de enige reislustige
Hollandse die in een Bogotá’s plantsoentje heeft staan spugen. De beveiligingsman liep met mij mee maar bleef op gepaste afstand. Terecht. Om twee uur 's nachts at ik een appeltje met een
kopje kamillethee en propte mijn liefje enkele frietjes naar binnen die deel
uitmaakten van een avondmaaltijd in plastic verpakking. De biefstuk bleef liggen waar
het lag.
Ik vroeg om een tandenborstel en tandpasta aan de receptie en reinigde mijn reiskleding
en schoenen. Daarna dook ik mijn bed in. Vanmorgen bleek dat het hotel geen deodorant heeft. Die kocht mijn
liefje voor $10 op de luchthaven die ze met de shuttlebus bezocht. Ik ben nog
steeds slap, met een gevoelige maag dus we gaan stad Bogotá niet bezoeken. Het
klachtenformulier voor Avianca ligt klaar. Ik tik de tijd weg in het hotel, we
gaan vanavond nogmaals proberen naar Spanje te komen.
Op zo’n moment is reizen NIET verslavend!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten