Afgelopen dagen in Nederland
werden goed besteed. Mijn moeders 94ste verjaardag was de belangrijkste
reden om naar het Vaderland terug te keren. In de afgelopen vier weken vlogen
we tien keer. Vliegen was dus niet persé wat ik wilde, zeker niet na de lange
terugreis vanuit Bogotá en de strubbelingen met Avianca, maar de twee Transavia-vluchten
naar en van Rotterdam waren prima: geen turbulentie en prachtige vergezichten
over Europees landschap.
We logeerden enkele dagen bij
Bernadette en bij Emmy & Hugo en dat was heel prettig. Mijn liefje en ik
voelen ons grote bofkonten met gastvrije vrienden als zij. Hugo & Emmy
vertelden ons over hun rondreis door Australië en Nieuw-Zeeland, met Bernadette keken we vooruit
naar de viering van het 10-jarig jubileum van onze vriendschap (naar datzelfde
continent), aan het einde van dit kalenderjaar. Het weerzien met hen was warm en
het samenzijn was reuzegezellig.
Met Bernadette bezochten we op
zaterdag het Amsterdamse Rijksmuseum om het late werk van Rembrandt van Rijn, ’s
lands grootste schilder, met eigen ogen te zien: onder andere de Staalmeesters,
zelfportret op 63-jarige leeftijd, zelfportret met twee cirkels, portret van
Catrina Hooghsaet, de anatomische les van dr. Joan Deyman, Titus – de zoon van
de kunstenaar, badende vrouw en Lucretia. Er hangen meer dan 100 werken.
We
hadden een tijdslot in het museum en gingen met vele andere kunstliefhebbers
tegelijk de expositieruimte in; dat was even wennen. Na ongeveer tien minuten
vond ik mijn draai: in de eerste zalen liep ik eenvoudigweg tegen de stroom in.
Daarna werd het rustiger en kon je voldoende aandacht schenken aan deze late werken.
De tentoonstelling bevat bijzondere zelfportretten, interpretaties van
mythologische en Bijbelse verhalen, en portretten die hij in opdracht van Hollandse
notabelen maakte. Toch vergaarde hij geen rijkdom als schilder. Rembrandts
latere leven werd getekend door tragische persoonlijke verliezen en financiële
tegenslagen. Toch produceerde hij toen zijn beste werk. Rembrandt was als
schilder zijn tijd ver vooruit, hij experimenteerde met verf en licht. Iets om
heel trots op te zijn. Deze tentoonstelling moet je zien!
In de dagen daarna werd mijn
hoofd vooral gevuld met beelden van mijn aftakelende moeder. Ik pinkte
regelmatig een traantje weg. We bezochten haar elke dag. Tijdens die bezoeken
maakte zij met regelmaat goed contact; ze was zelfs grappig. Die momenten sloeg
ik op mijn eigen harde schijf op. Op haar werkelijke verjaardag bezochten we
haar met taartjes die mijn vader vroeger ook haalde bij de beste bakker van Den
Haag: Maison Kelder. Ze was die dag afweziger dan de dagen ervoor maar we
hadden bij tijd en wijle goed oogcontact en praatten over vroeger. Ze verbaasde mij met haar kennis van toen. Toen ik haar
verliet, om naar het vliegveld te gaan, moest ik een brok in mijn keel
wegslikken. Was dit de laatste keer dat ik haar levend zag?
Mijn tranen vloeien niet vanwege
haar naderende einde of het aanstaande gemis van mijn moeder. (Eerder in mijn
leven raakte ik mijn moeder tijdelijk kwijt.) Bernadette, Hugo en Emmy moeten
het al jarenlang zonder beide ouders stellen dus ik bof dat ik een ouder nog zo
lang mag hebben. Mijn tranen vloeien uit compassie met haar. Met de vrouw die sinds
de dood van haar partner zó op zichzelf is... Ze wil niet in dit tehuis zijn, het
is een plaats waar ze niet past maar wel hoort. Haar laatste levensfase zo te
moeten doorbrengen, is extra zwaar voor haar en dat doet pijn.
Gisteren informeerden mijn zussen
mij dat de arts van het zorgcentrum vocht achter haar longen constateerde. Ik
dacht het al wel te horen. Ze krijgt medicijnen maar die slaan mogelijk niet
aan; een 90-plusser kan daaraan overlijden. Ze gaat hoogstwaarschijnlijk naar
een andere kamer omdat het toestel dat haar uit en in bed moet tillen, niet
past in haar huidige -tijdelijke- kamer. Zelfstandig lopen behoort waarschijnlijk
niet meer tot de mogelijkheid. Zo blijft er steeds minder over om voor te
leven.
We zijn weer terug op het honk
en moeten weer even wortelschieten in de Spaanse aarde. Gisteren was hier een
zonovergoten, warme dag. In Buenos Aires logeerden we in een appartement van
50m2. Ons appartement is daarbij vergeleken een vliegtuighangar. (Overdrijven is
een kunst.) De eerste nacht was ik te moe en er speelde te veel in mijn hoofd
om goed te slapen. Afgelopen nacht was beter. Langzaamaan komen we weer in het
Spaanse leefritme, vandaag ga ik voor het eerst weer zelf koken. Voorlopig
blijven we thuis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten