De baliemedewerkster in
Madrid bleek keihard te hebben gelogen door te bevestigen dat onze twee
reistassen aan boord van het Iberia-vliegtuig waren. Ondanks het feit dat alles
misging met onze terugkeer uit Ecuador, was de lange vlucht over het traject
Bogotá – Madrid de rustigste van al onze vluchten tot nu toe. Er was geen
sprankje turbulentie, we hadden staartwind dus we vorderden lekker. We vlogen
met een spiksplinternieuwe Airbus A330, in betrekkelijk smalle maar goede stoeltjes, in een rij van twee.
We verlieten Bogotá met een uur vertraging. Mijn liefje zei mij na een tijdje dat ze vreesde dat we nog een nachtje in de stad moesten rondhangen… Er was namelijk storing geconstateerd in de individuele verlichting en in de aandachtsknopjes voor stewards en stewardessen. Er liepen veel mannen van de technische dienst rond, de verwarming loeide, baby’s krijsten. Op enig moment ging al het personeel aan boord van het vliegtuig -dat waren er heel wat- zich met de knopjes boven onze hoofden bemoeien. Aan-uit, Aan-uit. Hoorden we het belletje? Dan was het goed. Het ging zo nog een tijdje door terwijl de tijd voort tikte.
We verlieten Bogotá met een uur vertraging. Mijn liefje zei mij na een tijdje dat ze vreesde dat we nog een nachtje in de stad moesten rondhangen… Er was namelijk storing geconstateerd in de individuele verlichting en in de aandachtsknopjes voor stewards en stewardessen. Er liepen veel mannen van de technische dienst rond, de verwarming loeide, baby’s krijsten. Op enig moment ging al het personeel aan boord van het vliegtuig -dat waren er heel wat- zich met de knopjes boven onze hoofden bemoeien. Aan-uit, Aan-uit. Hoorden we het belletje? Dan was het goed. Het ging zo nog een tijdje door terwijl de tijd voort tikte.
Eindelijk was het zover: de
kapitein maakte zijn excuses, zei dat alles nu werkte en we rolden achteruit,
weg van de terminal, de goede richting in. De vliegtijd was 9 uur en 8 minuten.
Mijn maag speelde nog steeds op, mijn geblaf hield het vliegtuig wakker,
volgens mij. Toch sloot ook ik mijn ogen, nadat ik de laatste bladzijde van het mooie boek ‘The Unlikely
Pelgrimage of Harold Fry’ had uitgelezen; het is de debuutroman van Rachel
Joyce.
Het gaat over een gepensioneerde man, ongelukkig in zijn huwelijk, die
het leven door zijn vingers ziet glippen en intuïtief tot een daad komt die hem
en zijn omgeving drastisch verandert.
Hij ontvangt een afscheidsbrief
van een aardige ex-collega die hem -met hulp- schrijft dat zij stervende is en
hem groet. In een vlaag van verstandsverbijstering zegt hij toe naar haar toe
te wandelen. Dat is het begin van zijn bijzondere pelgrimstocht
naar het andere eind van Engeland. Hij maakt van alles mee in de buitenwereld, wordt zelfs ongemerkt een cultfiguur maar het gaat om zijn innerlijke reis. Het is een ontroerend, fraai geschreven,
naar binnen gekeerd maar toch heel open boek. Zeer lezenswaardig.
Daarna probeerde ik mijn
ruststand in het vliegtuig te vinden. Bijna verticaal slapen is echter geen
hobby van mij dus het werden hazenslaapjes. Voor het eerst in een vliegtuig zag
ik geen film en luisterde ik niet naar muziek. Ik voelde mij te naar. Na een diner
van vijf erwten en twee hapjes aardappelpuree deed ik mijn ogen dicht. Wachtend
tot het dag werd. De zonsopgang was adembenemend mooi. Ik was blij het Spaanse
luchtruim binnen te vliegen. Bijna thuis! (Waarbij vooral het visioen van mijn
comfortabele bed mij voortstuwde.)
Mijn liefje ging op
vlieghaven Barajas in de rij staan voor een lunchhapje terwijl ik de tafel
bezet hield. Het werd een broodje met jamon íberico en een glaasje Spaanse rosé
voor haar, ze had het daar al uren over. Ik pikte af en toe een graantje mee. We
bleken naar gate 92 te moeten, helemaal aan het andere einde van de luchthaven.
Zul je net zien… Op de weg daarnaartoe vroeg mijn liefje aan een
Iberia-medewerkster van de afdeling Customer Services of zij kon controleren of onze
reistassen aan boord waren. Ze controleerde, ze bevestigde en gaf ons een nieuw
bagagenummer. Dat was goed nieuws!
Wij stapten in Madrid aan
boord van vliegmaatschappij AirNostrum, een dochter van Iberia met wie wij
eerder naar Alicante vlogen. Aan boord was de Italiaanse nationale
vrouwenvoetbalploeg (wat een leukjes!), Spaanse zakenmannen en Engelse
grillkippen. Je kent ze wel: huid helemaal kapot geschroeid door de Spaanse zon.
Nee, dan wij: drie maanden in Zuid-Amerika rondgereisd en zo wit als een
vaatdoek.
Het was een vlucht van 45 minuten die toch nog spannend werd. Bij het
inzetten van de landing bleek een enorme wolk tussen ons en landingsbaan Alicante te liggen
waar de piloot niet zomaar doorheen durfde. Hij steeg dus weer naar
grote hoogte en meldde ons daarna waarom. Hij was al tamelijk laag maar kon door de
wolk de grond niet zien. Nu zou je denken dat een vliegtuig allerlei meters
heeft om die afstand te bewaken maar dit was een ouder type toestel. We kropen
weer omhoog, cirkelden enkele malen en de piloot zei dat hij het nog eens ging
proberen. Wij keken belangstellend mee. De twee ronde was veel
overzichtelijker en de landing verliep zo 'smooth as a baby bottom'. De Italiaanse serie
A-dames kunnen hun carrière meer glans gaan geven. (Ze kwalificeerden zich namelijk niet
voor het wereldkampioenschap in Canada in 2015.) Bij het uitstappen zocht ik even oogcontact met de kapitein en stak mijn duim op, daarmee uitdrukkend: goede beslissing, verstandige aanpak. Ik kreeg een opgestoken duim retour. Het bleek overigens om een relatief zeldzame rolwolk te gaan. Het is een lage, horizontale, cilindervormige arcuswolk die kan worden geassocieerd met een onweersbui of soms met een koufront. Ik meen hagelstenen op het vliegtuig te hebben gehoord toen we de wolk invlogen.
Aangezien wij uit Zuid-Amerika
kwamen, moesten onze reistassen een speciale behandeling ondergaan, in een
speciale ruimte. Het wachten begon. Na ruim één uur vonden we het welletjes… ze
zitten in het vliegtuig maar wanneer komen ze eruit? We willen á la casa! Mijn
liefje liep regelmatig naar de reguliere bagage-carrousel om te zien of ze daar toch
niet stiekem neerploften terwijl ik de andere band in de gaten hield.
Nee, dus. En nergens was een Iberia-persoon te bekennen. De mede-gedupeerden kwamen
uit Cuba, Chili, Thailand en Noorwegen. Een oma uit Chili mopperde dat haar kleinkind lang op haar moest wachten. Uiterst sneu.
Ik kreeg gisteravond een enorme hekel aan Spaans personeel. Ze spreken geen woord over de grens, zijn
nauwelijks bereid mensen echt te helpen, er was geen enkele vorm van info. Dit land heeft op dat
vlak nog een heeeeeeeeeeeeeeeel lange weg te gaan; dat schreef ik al ettelijke keren.
Een zeer communicatieve medewerkster van de luchthaven (niet van de maatschappij) probeerde ons zo goed en zo kwaad als het kon, te helpen. Zij kreeg de vinger niet achter de reden van de vertraagde bagage. Na bijna twee uur vruchteloos wachten, rondhangen en mij ergeren aan het luidruchtige geneuzel van de emigratie-officieren, dienden wij onze claim in bij vliegmaatschappij Iberia.
De tassen kwamen niet boven water, onze telefoon was bijna leeggelopen terwijl we nog een belletje moesten doen voor onze geparkeerde auto. De Iberia-medewerkster aan de klachtenbalie bekende tenslotte: de tassen zaten niet aan boord van het vliegtuig. Het bleek te klein voor alle bagage… Ik weet beter: al die Italiaanse sporttassen snoepten de ruimte op! Wat ik zou doen? Kijken naar de labels aan elke reistas en besluiten dat passagiers die helemaal uit Bogotá komen, voorrang krijgen bij het laden. Zo gek is dat toch niet?!
Een zeer communicatieve medewerkster van de luchthaven (niet van de maatschappij) probeerde ons zo goed en zo kwaad als het kon, te helpen. Zij kreeg de vinger niet achter de reden van de vertraagde bagage. Na bijna twee uur vruchteloos wachten, rondhangen en mij ergeren aan het luidruchtige geneuzel van de emigratie-officieren, dienden wij onze claim in bij vliegmaatschappij Iberia.
De tassen kwamen niet boven water, onze telefoon was bijna leeggelopen terwijl we nog een belletje moesten doen voor onze geparkeerde auto. De Iberia-medewerkster aan de klachtenbalie bekende tenslotte: de tassen zaten niet aan boord van het vliegtuig. Het bleek te klein voor alle bagage… Ik weet beter: al die Italiaanse sporttassen snoepten de ruimte op! Wat ik zou doen? Kijken naar de labels aan elke reistas en besluiten dat passagiers die helemaal uit Bogotá komen, voorrang krijgen bij het laden. Zo gek is dat toch niet?!
Ik ben even
helemaal klaar met vliegreizen maar aanstaande vrijdag gaan we voor een
familiehereniging naar Nederland. Mijn hoogbejaarde moeder viert haar verjaardag. Met of zonder souvenirs uit Zuid-Amerika, dat is de grote vraag. De toezegging was dat de tassen vandaag aan huis zouden worden
afgeleverd. Het is nu bijna acht uur 's avonds en er arriveerde niets. Zelfs zo'n uitspraak kunnen ze niet nakomen. Ik bracht de dag
grotendeels in bed door, af en toe lurkend aan een grote fles Bisolvon. Tja.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten