Mijn vader, op 21-jarige leeftijd |
Ik erfde mijn vaders bouw, zijn kleur haar en ogen, stevige kin, grote
oren, neus- en mondvorm en hoge cholesterolgehalte. Ik heb zijn muzikale aanleg,
creativiteit, humor en sportiviteit. Net als hij houd ik van lekker eten en van
een glaasje, al was het in zijn geval geen wijn maar bier en jenever op zijn tijd. Roken deed ik net als hij, al duurde mijn verslaving heel veel
korter dan de zijne. Hij overleed vrij plotseling. Hij verbleef voor een routine-onderzoek in een Delfts ziekenhuis,
de stad waar ik destijds woonde. Ik zou hem de volgende dag weer bezoeken maar
dat mocht niet zo zijn.
Ik raakte in de ban van genealogie na het zien van uitzendingen uit de
serie ‘Verborgen Verleden’. De zoektocht naar voorouders van Maurice de Hondt
en Richard Langendijk voerde langs armenhuizen en het cachot naar het
buitenland, van platteland naar brandstapel en adel. Boeiend. Dat zou ik ook
wel willen weten over mijn eigen voorouders! Net als bij de zoektocht aan mijn
moeders kant, had ik voorlopg alleen interesse in directe familieleden: mensen
in de stamboom met dezelfde achternaam als mijn vader. In zijn lijn kwam ik
verwijzingen tegen naar familienamen als Thoen, Van Tol, Van der Sman, Van Es
en Van der Valk maar die liet ik bewust links liggen.
Eigenlijk wist ik tot voor kort weinig over mijn voorouders. Mijn
grootvader aan vaders kant heette Gerardus (*); hem maakte ik nog mee. De
doopnamen van mijn vader zijn Gerardus Cornelis maar mijn moeder noemde hem ‘George’. Zelfs denk ik dat ‘Sjors’ hem beter paste. Als kind ging ik op de meeste zondagochtenden
met mijn vader naar mijn grootvader. Hij was een eenvoudige man maar niet
onaardig. Hij woonde in een klein, donker huis achter een statig pand in
hetzelfde dorp als waarin mijn vader en ik werden geboren. Naar verluidt, was
dat huisje de personeelswoning van een bemiddelde familie die eigenaar was van de
lap grond en het patriciërshuis dat erop stond. Voor de toilet moest je naar
buiten. Ik herinner mij vooral de geur van een petroleumstel dat altijd stond
te pruttelen. Mijn opa hield konijnen in hokken achter zijn huis; die fokte,
verkocht èn at hij. Af en toe ging ik met mijn vader ook op bezoek bij zijn broers
en zussen; ze woonden allen in de omgeving.
Ik zocht via websites als Genealogie Online en Stichting Voorouder.
Tevens nam ik contact op met levende personen die een stamboom opstelden waarin
een deel van mijn familie voorkwam. Zij waren zelf geen directe familie maar
mensen met een verre verbintenis. Degenen die ik aanschreef, reageerden snel en
positief. Van die contacten werd ik wijzer.
Daar gaan we.
Mijn grootouders
aan vaders kant trouwden in 1910. Opa Gerardus zou in 1884 zijn geboren. Mijn
oma Maria Wilhelmina was uit hetzelfde jaar en hetzelfde dorp als mijn opa. Hun
eerste kind heette Cornelis Adrianus en werd
geboren in 1908-1909 (dus voor het huwelijk). Dat is volgens mij oom Cor die ik
nog heb gekend. Het volgende kind heette Theodorus Johannes en is van 1912; dat
moet mijn oom Dorus zijn die ik eveneens heb gekend. Wat verder naar voren
kwam, is dat de oma die ik niet leerde kennen, heel veel kinderen baarde. Niet
alleen de ooms en tantes die ik leerde kennen, ook velen waarvan ik het bestaan
niet wist. Het volgende kind in het dossier
werd doodgeboren (1913), Theodorus Antonius (1914) werd slechts twee maanden
oud, Theodora Wilhelmina (1915) werd eveneens twee maanden oud, Johannes
Josephus (1916) idem dito en Petrus Anthonius (1917) overleed na vier maanden.
Dit relaas liet ik op mij
inwerken. Het betekent namelijk dat oma tenminste twaalf keer een kind baarde
en vanaf 1912 zelfs elk daaropvolgende jaar. Guttegut! Zij overleed
in 1936, ze was 51 jaar oud. Mijn vader was nog geen 18 jaar oud toen zijn moeder overleed. Kasian. Gelukkig hoefde ze de Tweede Wereldoorlog niet mee te maken. De precieze overlijdensdatum van mijn opa is onbekend. Ik zat nog op de lagere school en herinner mij dat mijn ouders het geen
goed idee vonden dat ik meeging naar zijn begrafenis. Hij leefde ongeveer net
zo lang alleen verder als mijn moeder deed zonder haar echtgenoot.
Mijn vader en zijn jongere broers en zussen
komen niet in de openbare archieven voor want die informatie is nog niet
vrijgegeven. Voor publicatie geldt een termijn van 100 jaar na geboorte, 75
jaar na huwelijk en 50 jaar na overlijden. Daarbij komt dat gemeenten niet
alles direct scannen en vrijgeven dus die gegevens laten vaak op zich wachten, zo
meldde een aangeschreven genealoog mij
in een mail. Tot mijn opluchting was het niet al te ingewikkeld om meer
gegevens over de voorouders aan vaders kant te vinden.
Zo heetten mijn overgrootouders
Cornelis en Catharina Maria; beiden zijn ze uit geboortejaar 1852 en afkomstig
uit het Westland. Mijn overgrootvader huwde tweemaal, voor de eerste keer in
1880. Mijn eerste overgrootmoeder overleed een jaar later, met haar kreeg mijn
overgrootvader geen kinderen. Hij trouwde voor de tweede keer in 1882, in
Monster. Zijn tweede echtgenote, mijn overgrootmoeder Adriana (1856), baarde
het niet onaanzienlijke aantal van negen kinderen: Machiel Nicholaas (1883),
Gerardus (1884), Nicholaas (1885), Cornelis (1888), Catharina Maria (1890),
Cornelis Martinus (1892), Anna Johanna Petronella (1894), Adriaan (1896), David
Theodorus (1898). Van David is bekend dat hij op 1-jarige leeftijd overleed.
Mijn overgrootmoeder Adriana overleed in 1929, mijn overgrootvader in 1931.
Mijn betovergrootouders heetten
Machiel (1822) en Maria (1819); beiden werden geboren in hetzelfde dorp als
mijn vader en ik. Hij overleed in 1887, zij overleefde hem ruimschoots. Ze
schreed zelfs nog de drempel van de nieuwe eeuw over en overleed in 1901. Zij
trouwden in 1845 in hun geboorteplaats en kregen eveneens negen kinderen:
Cornelia (1845), Theodorus (1847), Nicholaas Jacobus (1849), Cornelia II
(1850), Bertus (1851), Cornelis (1852), Elizabeth (1854), Deodorus (1858) en
Wilhelmina (1861). De beide Cornelia’s overleden in het jaar van hun geboorte
en dat lot overkwam ook Wilhelmina en Bertus.
Mijn oudouders heetten Nicolaas
(1784) en Cornelia Jansdochter (1792); ook zij waren beiden afkomstig uit het
Westland. Zijn voornaam wordt hier en daar ook wel met een k geschreven. Ze
trouwden in 1813 en kregen tien kinderen: Wijnanda (1814) die in haar
geboortejaar overleed, Johannes (1815), Maria (1816) die eveneens in haar
geboortejaar overleed, Huijbrecht (1817), Wilhelmina (1819) werd evenmin een
jaar oud, Machiel (1822), Nicolaas I (1824) overleed in datzelfde jaar, Maria
II (1826), Nicolaas II (1827) en Nicolaas III overleed in hetzelfde
geboortejaar 1831. De helft van het gezin overleed in de wieg. Tja. Oudvader
Nicolaas overleed in 1849, oudmoeder Cornelia in 1872.
Mijn oudgrootouders heetten
Maghiel Claesz (1755) en Martijtie (1757). Als voornaam trof ik ook Mighiel en
Michaël aan, zij komt ook voor als Winanda of Wijntje Pietersdochter. Zij
trouwden in 1783 en uit die verbintenis kwamen negen kinderen voort: Maria
(1784), Nicolaas (ook 1784), Joanna (1786), Pieter (1787), Anna (1789), Michiel
(1791), Huybert (1794), Cornelius (1796) en Cornelia (1797). (Ook het aantal van tien kinderen werd ergens
genoemd.) Mijn oudgrootvader overleed in 1816, mijn oudgrootmoeder in 1821.
Mijn oudovergrootouders heetten
Nicolaas en Jannetje Emmertsdochter. Hij werd geboren rond 1720-1724, mijn
oudovergrootmoeder rond 1728. Ze trouwden omstreeks 1749 en kregen slechts
twee kinderen: Maria (1749) en Maghiel (1755). Mijn oudovergrootvader zou in
1781 zijn overleden, als overlijdensdatum van mijn oudovergrootmoeder staat
1804 vermeld.
Daarna worden de gegevens vager of ontbreken geheel. De ouders van mijn oudovergrootvader Nicolaas zijn onbekend in
openbare bestanden. Er zijn talloze stambomen op het web te vinden waarin de
schakel voor hem ontbreekt. Wat opvalt, is dat mijn familienaam vanaf dat
moment anders wordt gespeld. Eigenlijk wordt het een geheel andere naam. Dat
kan er de oorzaak van zijn dat het spoor na Nicolaas opdroogt.
Opa Gerardus en mijn vader |
Het aantal mannelijke nazaten in deze stamboom overheerst, het vrouwelijke nageslacht is in de minderheid. Mijn vader kreeg met mijn moeder minder kinderen dan de voorouders; dat gold voor de meeste van zijn broers en zussen. Sommige van hen bleven zelfs kinderloos. Mijn ouders waren de eersten in deze familielijn die uitsluitend dochters kregen. Elk van de getrouwde mannen in de stamboom aan vaders kant, overleed eerder dan hun echtgenotes. De mannelijke voorouders werden allemaal ongeveer net zo oud als mijn vader: begin 60. Over de sterkte van het geslacht waaruit ik voortkom, had ik zo mijn twijfels. Die worden in dit verhaal bevestigd. In de 17de en 18de eeuw was de kindersterfte in Nederland in zijn algemeenheid zeer hoog. Pas in de tweede helft van de 19de eeuw werd daarin aanzienlijke vooruitgang geboekt.
Ik traceerde bijna 300 jaar familiegeschiedenis aan vaders kant; dat betreft alleen de vroegere dragers van mijn achternaam (zonder vertakkingen). Ik ben niet ontevreden met het resultaat van deze eerste inspanningen. Met de generaties van de kinderen en kleinkinderen van mijn zussen meegeteld, komen wij in de familie van mijn vader op tien generaties uit. De achternaam die ik draag, komt tevens voor in België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Zwitserland en de Verenigde Staten. De bloedlijn van mijn vader stopt bij mij en mijn zussen. Ik heb er vrede mee. Dat was het, folks. No more genealogie...
(*) Om privacy-redenen blijven familienamen onvermeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten