Translate

zaterdag 18 augustus 2018

Netelige kwesties

Telkens als we Cabo de Palos naderen voor ons (bijna-)wekelijkse snorkeluitje, passeren we op de snelweg een muur met teksten die mijn liefje en mij al weken bezighouden. “Cartagena no es Murcia” en “¿Murciano yo? ¡Y un pijo!” Cartagena is inderdaad geen Murcia en ik ben zeker geen Murciaan (voor wie het wil weten: pijo betekent piemel…) maar wat was de juiste context van die teksten?

Afgelopen keer passeerden we ze weer en toen viel het kwartje. Voor dat Eureka-moment moest er een sportvliegtuigje aan te pas komen. Na de eerste snorkeltour zaten we aan de lunch bij de lokale favoriete strandtent Verano Azul toen we de motor van een oude kist hoorden aankomen. We keken tegelijkertijd op en vermoedden dat het om reclame ging. Boven ons eigen strand zien we ook regelmatig een reclamevliegtuig met een spandoek van ‘Los Melones del Abuelo’ overkomen, de Meloenen van Opa. Tja.

Op de kaap bleek het niet om een onschuldige reclame voor zomerse produkten te gaan. Integendeel. Op het spandoek stond de tekst ¡Cartagena provincia ya!” (Cartagena is al een provincie) met het teken 2es+ en twee vlaggen eronder. De ene vlag herkende ik als de Spaanse, de andere was een rood vlak met een wit kruis in het midden. Het blijkt te gaan om de maritieme vlag van havenstad Cartagena en 2es+ blijkt te verwijzen naar een sociaal, politiek en ideologisch platform dat voor een zelfstandige provincie strijdt. De bijbehorende beweging wordt aangeduid met Cartagenerismo.

Van het een kwam het ander. Er speelt zich een soort Catalonië-in-het-klein af in onze buurprovincie Murcia. Een aanzienlijk deel van de inwoners van Cartagena en enkele buurtgemeenten wil geen onderdeel zijn van de provincie Murcia. Zij voelen zich geen Murcianen (maar wel zeer Spaans dus willen niet afscheiden van Spanje). Zij willen zich afsplitsen en een eigen provincie gaan vormen, met Cartagena als hoofdstad. Mensen die dit cartagenerismo steunen, zijn voorstanders van een autonoom territorium, Campo de Cartagena, dat de gemeenten La Unión, Los Alcázares, San Javier, San Pedro del Pinatar, Torre Pacheco, Fuente Álamo en Mazarrón omvat.

Een duik in de geschiedenis van Spanje toont aan dat Cartagena door een koninklijk besluit in 1799 tot zelfstandige provincie werd verklaard die vervolgens in 1801 met zeven andere provincies werd uitgeroepen (Alicante, Cádiz, MálagaOviedo: nu Asturias en Santander: nu Cantabrië). Die provinciestatus zou Cartagena in 1805 hebben verloren. Inwoners van de campo de Cartagena voelen zich gediscrimineerd. Het stoort hen tot op de dag van vandaag dat Cartagena een haven heeft maar geen eigen douane; die zetelt in de stad Murcia. Dat is lang niet het enige op hun klachtenlijst. Cartagena ontvangt slechts 4 à 8% van de provinciale fondsen terwijl het qua inwonertal -circa 220.000 inwoners- recht heeft op 18%. Campo de Cartagena is bovendien goed voor 30% van de inkomsten van de provincie Murcia. Het nieuwe stadsziekenhuis dat ze kregen, heeft slechts 600 bedden, hun kathedraal is de enige in Spanje die niet werd gerestaureerd na de Spaanse burgeroorlog. Dit deed mij sterk denken aan de situatie van Orihuela-stad en Orihuela Costa. Ook daar is sprake van een oneerlijke verdeling van middelen dat tot achterstallig onderhoud en ander leed leidt. Ik ben blij dat mijn huidige woonplaats zich 32 jaar geleden afscheidde van Orihuela-stad en nu een zelfstandige koers kan varen. Het uitroepen van een nieuwe provincie is in Spanje overigens niet tegen de grondwet. Weer iets geleerd over mijn tweede Vaderland!

Een duik in een van de baaien van Cabo de Palos was afgelopen keer ook heel leerzaam. Ik was nog niet in het diepe gedeelte of mijn oog viel op een kleine rozerode kwal die driftig op en neer en heen en weer bewoog. Ik bekeek het dier van alle kanten maar bleef op gepaste afstand. Die opvallende kleur zou immers weleens op gif kunnen duiden. De kwal was zo groot als mijn hand. Ik zwom naar mijn liefje die verderop dobberde en zag dat zich ook in haar omgeving een kleine kwal ophield. Ik klikte onderwater voor het bewijsmateriaal. Voor haar was dat het signaal om met zwemmen te stoppen en dat was een verstandig besluit. Zelf was ik als snorkelaar beter ingepakt dan zij dus ik zwom door, al bleef ik op mijn hoede.

Het bleek te gaan om de Pelagia noctiluca’, een parelkwal. Pelagia betekent van de zee en noctiluca duidt op het feit dat deze kwal in het donker kan oplichten. Het dier komt het hele jaar door in de Middellandse Zee voor. Dat las ik pas thuis in mijn ‘Jellyfish Guide of Spain’, die veel informatie geeft. De aanraking van een parelkwal kan inderdaad ernstige pijn veroorzaken (de hoogste waarschuwingscode). Dat kan gepaard gaan met jeuk, rood worden en opzwellen van de huid, duizeligheid, misselijkheid en braken. In de loop van de dag zag ik er een aantal langskomen, in verschillende tinten roze. Hoe jonger ze zijn, hoe minder uitgesproken hun kleur. Bij sommige kwallen kon ik goed zien dat de vier tentakels waren bedekt met netelcellen. Ook de veel dunnere neteldraden -die meterslang kunnen worden- waren mooi te zien. De parelkwal slaat het poliepstadium over.

De vorige keer zag ik eveneens iets bijzonders in het water dat ik echter niet wist te determineren. Het leken  kleine witte kerstbomen, de takken wuifden met de stroming mee. Ook dit diertje raakte ik niet aan al was de verleiding groot. Afgelopen week trof ik ze wederom aan, op een andere plek. Daar ik als amateur-natuurvorser goede contacten heb bij Naturalis, zond ik Alice een vraag met foto toe. Zij antwoordde zoals altijd gezwind. Ze vroeg haar collega Bert Hoeksema, zeebioloog en verwoed duiker naar zijn oordeel. Die meende dat het gaat om hydroïdpoliepen, een klasse neteldieren die in vele vormen en maten voorkomt in de Middellandse Zee. De levenscyclus van een neteldier kent twee stadia: die van poliep en van kwal. Ik fotografeerde het dier in poliepstadium, nog vast aan een ondergrond met de ‘orale armen’(vangarmen) naar boven gericht. Een kwal zwemt met die tentakels naar beneden.

Doorgaans vind ik het leuk om nieuwe plaatsen te bezoeken, nieuwe dingen te ondernemen en nieuwe ervaringen op te doen. De baaien van Cabo de Palos blijf ik voorlopig echter met plezier bezoeken. De zee is nooit hetzelfde, elke snorkel- of zwemdag is anders. Deze keer was het hoog water waardoor ik voorzichtig over de rotsen kon snorkelen, een met de vissen, groot en klein. Ik liep mij op de stroming meevoeren, keek mijn ogen uit en luisterde naar mijn eigen ademhaling in mijn snorkel. Volledig Zen... De onderwaterwereld blijft mij verwonderen. Ook dicht bij huis.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten