Afgelopen weekend was het ontstuimig weer. Het was de eerste massieve onweersbui
die we hier meemaakten. De luiken voor de ramen en deuren schudden dat het een
aard had. Nooit eerder maakten we dit type weer zó intens mee. Ons vorige huis
was een appartement, we werden omringd door andere flats. Het leek alsof we nu
in ons eentje de klappen opvingen. Er stond een grote lamp op het huis gericht,
die continu aan en uit ging. De disco was er niets bij. De donder bleef lang
boven onze woonwijk hangen, rolde weg en kwam weer met volle kracht terug.
Halverwege de nacht greep iemand mijn hand. Mijn betere helft bleek een
beetje bang te zijn. Het was geen echte angst maar wel een ongemakkelijk
gevoel. Dat begreep ik; zelf ben ik evenmin fan van heftige donder &
bliksem. Ik herinner mij dat ik als kind in de kast van mijn kamertje ging
zitten als het boven mijn hoofd tekeerging. We hoorden de buien op het terras en
het dak neerdalen, buien die we alleen kenden van onze tijd in de tropen. De volgende
ochtend gaf de maatbeker van de nieuwe pluviometer aan dat er die nacht tenminste
18 liter regen per vierkante meter viel. Tja. Inmiddels is het droog en dat
blijft de komende tien dagen zo. We zwemmen weer dagelijks in zee, het water is
nog 28 graden Celsius.
Deze week begon heel goed. Mijn liefje ontving van postbode Carlos een
aangetekend stuk uit Bali. De envelop had er negen dagen over gedaan; precies
zoals Elsa had voorspeld. Zij betaalde Rpi 50.000 (ruim €3) voor de verzending,
zag ik op de sticker. Een lief gebaar. De post bestond uit een creatief zelfportret
van Yuda en twee ansichtkaarten met Engelse teksten, door hem en zijn broertje Damai
geschreven en opgeleukt met tekeningen. Het zelfportret lijstten we in en
hingen we in onze Bali-gallerij, de verjaardagskaarten leest ze af en toe aan
zichzelf en mij voor.
Het zijn lieve teksten als “you happy, Damai happy” maar ook een verrassende verwijzing naar een
specifieke herinnering. Toen Elsa net zwanger was van haar tweede was ze weken
achtereen ziek, zwak en misselijk. Ze werkte destijds bij ons in de villa in
Noord-Bali en wilde per se werken; eigenlijk ging dat niet. Mijn liefje maakte
in die periode vooral soep voor haar. Damai bedankte mijn liefje voor die zorg toen
hij nog in de “perut Ibu Elsa” zat, de buik van zijn moeder. Grappig. Hij was
er namelijk niet om zich dat te herinneren. Kennelijk spreken ze erover,
wellicht onder invloed van de derde zwangerschap die net zo moeizaam begon als de
tweede.
Maandagavond werden we hier herenigd met onze goede vrienden
Frans & Roland die weer naar hun eigen bungalow aan zee terugkeerden. Ze
kwamen bij ons eten en dat was ouderwets gezellig. We zaten tot laat buiten,
genietend van de plaatselijke stilte en elkaars gezelschap. De komende weken
gaan we weer gezamenlijke uitstapjes maken, onder andere naar Cabo de Palos om
te snorkelen en te lunchen bij Verano Azul (dat overigens het gehele jaar open
is).
De laatste keer dat mijn liefje en ik daar in het water ronddartelden,
zag ik wederom iets dat ik niet eerder spotte. Ik flipperde tussen de rotsen
door toen ik het zag: rond, groot en knalrood. Tegen een rotswand gedrukt als
een zilte zoen. Daar ik dit zelf in eerste instantie niet kon determineren, schreef
ik maar weer eens naar Naturalis, het onderzoeksinstituut en natuurhistorisch
museum in Leiden. Het antwoord dat ik kreeg (roodwier), kon niet kloppen... zoveel
was mij duidelijk. Nog eens mijn meegestuurde foto bestuderend, zag ik dat de deskundigen
waarschijnlijk het verkeerde onderwerp op het kiekje benoemden. Ik bewerkte de
foto met gekleurde pijlen en stuurde nogmaals een vriendelijk verzoek tot
determinatie, aangevuld met de zin “het gaat om het ding bij de groene pijl
(niet de gele)”. Dat werkte; men keek inderdaad verkeerd. Bij de gele pijl gaat
het om roodwier, het rode ding blijkt een rode zeeanemoon te zijn (Actinia
equina). In het Italiaans wordt het de ‘pomodoro di mare’ genoemd: zeetomaat. Goed
gekozen!
Een paar dagen
voor de verjaardag van mijn liefje begon de grootste yucca op ons terras, een
gevaarte van ruim tweeënhalve meter hoogte, te bloeien. (Vorig jaar gebeurde er
niets.) Enkele dagen ervoor zei ik in de auto nog tegen haar, op een rotonde af
rijdend met bloeiende yucca’s, dat het mooi zou zijn als die van ons ook zou
gaan bloeien. De yucca, ofwel palmlelie, komt oorspronkelijk uit Midden-Amerika
maar heeft het hier in Spanje eveneens erg naar de zin. Een dag of drie nadat
we deze roomwitte bloemstengel boven de puntige bladeren zagen uittorenen, werd
ik door haar gesommeerd naar buiten te komen. “En breng je camera mee!”.
Yucca nummer 2, een kleinere en anders gekleurde variant op het terras, bleek ook
te gaan bloeien. Ik maakte de foto’s vanaf het terras op de eerste verdieping
van onze casita.
Wij hebben daar ook een boom staan waar we erg van genieten. Het gaat om
een metershoge duranta erecta. In het
Nederlands wordt ‘stoute jongens’ genoemd. Net als de yucca
komt deze soort in de (sub)tropen voor. Doorgaans is het in deze contreien een
struik maar in ons geval is het een boom van flinke omvang die ik om de paar
maanden moet snoeien. Die groeit namelijk als een tierelier. Iedereen die
bij ons over de vloer komt, vindt het ding prachtig. Een van de stoutste jongens die wij kennen vroeg ons maandagavond om een stek; dat gaan we regelen. Paarse bloemen en
oranje bessen hangen aan ragfijne trosjes, de bladeren zijn lichtgroen. Die
bessen zijn zeer giftig en dat is de reden dat er geen vogels in de boom
zitten. De verfijnde bloemen ruiken vanilla-achtig maar en daar komen bijen, wespen
en andere vliegend volk wel op af.
Gisterochtend zat ik buiten te lezen toen ik vanuit mijn ooghoek iets
groots bij de boom opmerkte. Was het een vogel? Was het een drone? Een UFO? Ik
haalde mijn camera en begon enthousiast te knippen. ‘Het’ vloog voor- en
achteruit (!), was harig en had een rietje uit zijn bek hangen. Dat alles deed mij
denken aan een kolibri en dat bleek een terechte associatie. Het gaat namelijk om
de ‘hummingbird hawk moth’ (Macroglossum
stellatarum) en het rietje heet officieel een proboscis. Deze mot
moet dagelijks nectar uit honderden bloemen zuigen en kan tanken in de lucht. Wow.
Om geen tijd te verliezen, onthoudt het bovendien welke bloemen het reeds had. Nogmaals
wow. We hoeven niet ver weg te gaan voor verwondering in de natuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten