We kwamen de kerstdagen goed door. In Chili wordt alleen eerste Kerstdag
gevierd. Alle winkels, restaurants en bars -op Starbucks en hotels na- waren die
dag dicht. Ik kon, zonder gevaar voor eigen leven, op de breedste weg in het
centrum van de stad gaan liggen. (Ik deed het niet want ik droeg lichte shorts...)
's Avonds waren we bij vriendin Luz Maria thuis uitgenodigd. Overdag was zij
druk met familiebezoeken. Ze heeft een dochter, kleinkinderen, een oude moeder
en familie van haar overleden ex. 's Middags nuttigden wij gegratineerde
oesters en een glaasje bubbels in een hotelrestaurant.
Zij woont in een rustige wijk, in een appartement met zicht op bomen en de
ondergaande zon. Ook wij kijken elke avond op de prachtige zonsondergang maar doen
dat vanuit het drukste deel van de stad. We namen een taxi en ik noemde de naam
van het internationale hotel dat bij haar op de hoek van de straat staat. Het laatste
stuk zouden we lopen. De chauffeur bleek een enorme zwamneus te zijn. Hij hield
maar niet op met praten en vragen stellen. Normaliter doe ik daar met plezier
aan mee maar zijn vragen waren zo typisch dat ik stilviel. Kon ik hem helpen
een baan te vinden in Nederland? Hij had het nog niet gezegd of meldde dat hij
graag in Peru aan de slag zou willen. En zo ging het door. Van de hak op de
tak. Onzinnig en ongemeend. Ik kreeg
niet eens gelegenheid iets tegen mijn liefje te zeggen want hij eiste alle
aandacht op. Ondertussen sloeg hij een route in die mij verbaasde.
Zijn vragen en opmerkingen bleven nergens op slaan. Op een bepaald moment
zei ik dat ik genoeg had aangehoord, we waren immers op vakantie? Hij was een
en al verbazing… een beetje converseren kon toch geen kwaad? Daarna stak hij ongehinderd
van wal over een open mind, over open staan voor een andere wereld. De maat was
voor mij toen echt vol. Alsof ik als wereldreiziger niet opensta voor de wereld?!
Tja.
En toen stopte de taxi. Ik keek uit het raam en zag het verkeerde
internationale hotel. In een ander deel van de stad. We hadden zó genoeg van deze
man en zijn verhalen dat we uitstapten. Mijn liefje betaalde mopperend en zelf kon
ik het evenmin laten te zeggen dat open oren en ogen in zijn geval toch echt belangrijker zijn dan
een open mind. Dat maakte de macho in hem pas echt los want hij slingerde ons een
forse belediging naar het hoofd. Wat een vent.
Het mocht de pret van het samenzijn met Luz Maria niet drukken. We
wisselden kerstkadootjes uit. Zij gaf ons handgemaakte houten schalen voor
aperitivos, door ene Egon Muñoz vervaardigd, van een speciale Chileense boomsoort.
Ook namen we met plezier een zakje zout uit Cahuil (ten zuidwesten van
Santiago) in ontvangst. Mooie en toepasselijke geschenken. We borrelden op de bank en
gingen laat aan tafel.
We spraken over machismo in Zuid-Amerika, over politiek,
de voormalige en huidige president, de borstkankerbehandeling die ze thans ondergaat
en de behandeling die mijn liefje tien jaar geleden onderging. We converseerden
over reizen, de stad, het land en Eugenio, de partner die haar verliet vanwege haar ziekte.
Een goed gesprek, in prettig gezelschap. Om kwart voor één 's nachts stapten we in een
taxi met een vriendelijke en efficiënte chauffeur. De zwamneus was de uitzondering op de regel. Hij en zijn vervelende gedrag veranderen niets aan mijn mening over Chilenen: zijn zijn uiterst vriendelijk en gastvrij.
We zijn lang in deze stad. Misschien zelfs ietsje te lang... Niet omdat er niets meer te beleven valt. Elke dag bezoeken we een andere wijk, we
stapten al vele musea binnen; vaak gratis. We maakten een tour in de
toeristische stadsbus, beklommen de heuvel van Santa Lucía, fotografeerden
straatkunst in Bellavista en Barrio Brasil en probeerden menig restaurant uit. We
proefden pisco sour, de verslavend lekkere nationale cocktail (van tenminste 35%
alcohol). Zo zetten we dagelijks met gemak 10.000 stappen.
Enkele dagen na kerst ontdekte ik in een design-museum houten schalen van
Egon Muñoz. Deze kunstenaar uit Pucón (ten noordwesten van Santiago) blijkt een
beroemdheid te zijn. In 2016 ontving hij de ‘Sello de Excelencia a la Artesanía’
en in 2017 vertegenwoordigde hij Chili tijdens de Biënnale van Parijs. Gisteren
kwamen we bij toeval in het museum van de Chileense Violeta Parra terecht. Zij
blijkt de componiste te zijn van een van mijn favoriete Spaanstalige liederen ‘Gracias a la Vida’. Dank voor het leven dat mij zoveel heeft gegeven. Je kent het wellicht. Het nummer staat in mijn lijstje van muziek. De uitvoering van de Argentijnse Mercedes
Sosa geeft mij kippenvel. De veelzijdige Violeta (1917-1967) zingt het
ingetogener. Hier vind je haar YouTube-filmpje. Zo leer je nog eens wat! Reizen is verslavend.
We voelen ons op ons gemak in deze Europees aandoende metropool met zijn vele
parken. Als ‘pensionistas’ hebben we tijd om dingen langzaamaan te doen en bovendien
is dit geen vakantie; we overwinteren. De temperatuur is heel prettig. Ook al
is het overdag circa 30 graden Celsius, de luchtvochtigheid is slechts 27%. Door deze omstandigheden zijn we hier zo actief. De UV-factor is weliswaar 11 (extreem) maar er is veel
schaduw in de stad en we smeren ons extra goed in. De wind waait regelmatig, de
nachten koelen af tot 13 graden Celsius.
Van de stadse geluiden en de drukte beginnen we wel een beetje genoeg te
krijgen. Mijn liefje heeft bovendien last van de harde zittingen in het
appartement. Haar kadetjes kunnen de barkrukken en andere zetels niet meer
verdragen. Kasian. Het valt ons op dat je hier in menige horecagelegenheid harde
stoelen vindt. Net als in Spanje en Duitsland. (Twee landen die ieder op hun manier
een stempel op Chili drukken.)
We hebben erg veel zin om weer te gaan reizen. Samen op avontuur, onderweg
zijn en nieuwe dingen zien. De huurauto staat
eveneens te popelen. Het is een SUV met automaat en lekkere stoelen dus (mee)rijden
moet een fluitje van een cent worden. Elke dag groeten we het standbeeld van
Christoffel, de patroonheilige van alle reizigers, die op een van de heuvels
van Santiago staat en die we vanuit het appartement kunnen zien. We rekenen op
zijn bescherming.
De eerste dag reizen we naar kustplaats La Serena waar we kortstondig verblijven,
de volgende stop is Pisco Elqui, de centrale vallei waar wijngaarden en
fruitbomen gedijen in het gematigde klimaat. De druiven voor de pisco sour (quebrante) worden daar verbouwd. Daar gaan we logeren in een blokhut met veranda aan de
voet van de Andes en uitstapjes maken. Daarna begint een nóg groter avontuur.
Norte Chico, het kleine noorden, is een droge, vlakke regio met verlaten
mijnbouwstadjes, brede stranden en een spectaculaire sterrenhemel. We gaan elke avond stargazen! Vervolgens trekken
we verder, richting Norte Grande, het grote noorden. Dit moet een
spectaculair gebied zijn met woestijnen, vulkanen, meren van zout en water, geisers, bijzondere flora en fauna (onder andere fossielen) en resten
van oude beschavingen.
Maar eerst gaan we nog Oud- en Nieuwjaar vieren in de stad. En afscheid nemen van Luz Maria.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten