We zijn alweer aan de laatste week van onze cruise begonnen. Onlangs
bezochten we Punta Arenas, een stad in
Chileens Patagonië. Dit is de winderigste stad ter wereld. Wij maakten dat niet
mee omdat het hier eind voorjaar/begin zomer is maar in de winter worden touwen
in de stad gespannen waarlangs je dan van de ene kant naar de andere kant van de straat kunt lopen. De
kapitein koos er om veiligheidsredenen voor om, onder toezicht van een lokale
pilot, de straat van Magellan pas om 9 uur 's avonds in te varen om zo de
gevaarlijkste stromingen en ondiepten te vermijden. (De Portugees Fernando de Magallanes
was de ontdekkingsreiziger die de archipel in 1520 ontdekte in opdracht van de
Spaanse kroon.)
De eerste nacht op de Atlantische oceaan vond ik afschuwelijk. Al sinds
mijn kindertijd heb ik last van wagenziekte. Langzamerhand kwam ik erachter dat
het een algehele bewegingsziekte is: ook op een boot, in een vliegtuig, een bus
en een trein heb ik er langs van. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ik af
en toe niet slaap op een cruiseschip dat duizenden kilometers over oceanen
vaart. We hadden die nacht namelijk windkracht 7 (Beaufort) schuin op de boeg en
golven van drie meter hoogte. Nu vertelde een boeiende Amerikaanse wetenschapper
en spreker die met ons meereist, Al Trujillo, dat de hoogste golf ooit gemeten
er eentje is van 32 meter hoogte. Dat is net zo hoog als dek 8 van dit schip
dus we mochten niet mopperen. Dat nam niet weg dat ik de hele volgende dag misselijk en slap als een
vaatdoek was. De daaropvolgende nacht was echter rustig. De wind nam af en
draaide dus ik sliep als een roosje. Mijn liefje beleeft op dit moment de beste
slaap van haar leven.
Het eerste zeeleven dat ik zag vanuit mijn kamerraam, bestond uit tientallen
vliegende vissen die op de boeggolven meezeilden. Later die dag zagen mijn
liefje en ik vanaf het achterdek drie kleine dolfijnen pijlsnel door het water schieten.
Te snel voor de camera. Anderen zagen diezelfde dag in de verte het spuiten van
een grote groep walvissen. Gedurende twee dagen vlogen twee à drie albatrossen (wandering
albatros) met het schip mee. Varend langs de kust van de Falklands-eilanden (Islas
Malvinas in het Spaans) zag ik twee pinguins net onder het wateroppervlak
zwemmen. Gisteren zagen we tweemaal orka's spuiten. Tot nu toe bleef het bij die ene rollende nacht en een eenmalig wankelen
door de gangen.
Voor ons bezoek aan de Falklands moesten we met tender-bootjes aan wal;
de eilanden hebben geen haven voor schepen van deze omvang. De Zaandam meerde
af in een van de vele baaien die deze afgelegen eilandengroep rijk is. Dit
onderdeel van het Britse Rijk heeft 3.000 permanente bewoners, waarvan 1.500
militairen die het land verdedigen. Argentinië zou dit territorium namelijk
graag aan het eigen land toevoegen, al is er thans geen sprake van enige dreiging.
Dat was anders in 1982. Toen vond daar een bloedige oorlog plaats waarbij aan
beide kanten veel slachtoffers vielen. De Britten van Thatcher wonnen die slag.
99.8% van de huidige bewoners wil Brits blijven. De 0.2% die dat niet wil,
heeft waarschijnlijk de vraag niet begrepen. Aldus de Argentijn die een
boeiende, met ironie beklede lezing gaf over de aanhoudende strijd tussen beide
landen.
De dag begon met een lichte en kortstondige bui die ons niet uit het veld
sloeg. Het weer verbeterde met het uur. Dezelfde Argentijn van de eerdere
lezing feliciteerde ons de dag erna met het feit dat we de Falklandse zomer
meemaakten van 15:00 tot 16:30 toen de zon eindelijk doorbrak. Joehoe! Vanuit
hoofdstad Port Stanley maakten we een excursie naar fraaie baaien met pinguïns
in het wild. Het gaat om de Magellan-pinguïn, een soort die alleen daar en in
South Georgia (Antarctica) voorkomt. In de jaren '90 van de vorige eeuw maakte
mijn toenmalige baas Marjolijn mij lid van haar pinguïnclub, een groep van
overwegend trouwe meiden die enthousiast achter hun Grote Roerganger aan
waggelden. Je begrijpt de associatie. Dat lidmaatschap ging gepaard met de
ontvangst van een grote pluchen koningspinguïn die ik jarenlang van het ene
naar het andere oord meeverhuisde. Totdat Yuda verliefd werd op deze zachte
vriend. De pinguïn verblijft sindsdien permanent in tropisch Bali. Nu loopt Damai
met het dier onder zijn arm. Als Komang -Nummer 3- groot genoeg is, zal hij
zich liefdevol over deze oude, nieuwe vriend gaan ontfermen, verwacht ik.
Tja, pinguïns. Ik vind het dieren om van te houden. Ze zijn grappig en
ontroerend. De Falklandse pinguïns (Magellan) waren niet per se schuw maar ze worden goed beschermd
en afgeschermd. Net als de toeristen. Op de eilanden liggen nog landmijnen die
daar in de aanloop naar de Falklands-oorlog door de Argentijnen werden
geplaatst om de invasie van de Britten te stoppen. Een groep Zimbabwaanse
experts is daar al twaalf jaar bezig mijnen te verwijderen. Onze Britse
chauffeur, detective in het Engelse leger, verwachtte dat men nog twee jaar
nodig heeft om alle stranden van mijnen te ontdoen. Kennelijk zijn deze pinguïns
niet zwaar genoeg om die monsters spontaan te doen ontsteken. Gelukkig, maar. Het eerste wat
mij opviel en zeer beviel, waren de prachtige baaien, de witte duintoppen, de
bijzondere begroeiing. Dat verwacht je niet aan het bijna-einde van de wereld!
En toen zagen we ze, op gepaste afstand. Met mijn telelens kwamen ze veel dichter bij. Ze wandelden
over het brede strand en in de duinen. Koddig. Samen en alleen. Ze gingen te water of
kwamen eruit. Poetsten zichzelf, badderden wat, zegen neer voor een dutje. Deze
mars van de pinguïns was een onvergetelijk schouwspel. Meer soorten zouden volgen op deze reis (koningsping uïns en gentoo-pinguïns). Foto's zijn te vinden in het webalbum.
Inmiddels lieten we ook de ‘laan van de Gletsjers’ en het Beagle-kanaal achter
ons. We stonden extra vroeg op om in het kraaiennest (bovenste dek) de beste
uitkijkposten te hebben. Er waren zes gletsjers te zien. Het regende en er was
laaghangende bewolking. Een formele wolkenstaarder als mij deert dat niet. Het was imposant. Het was er circa 6 graden Celsius. Op sommige plekken was
de passage minder dan 500 meter breed, met aan beide kanten watervallen. Bijna
alle gletsjers hebben een landennaam, vernoemd naar de ontdekkingsreizigers die
het gebied in kaart brachten. Het zal niemand verbazen dat er onder andere een
Spanje- en een Holland-gletsjer is. Voor de Nederlanders in de stuurhut was de
laatste -en laatstgenoemde- de mooiste. Met puntige, blauwe pieken. De
Duitsland-gletsjer stortte onlangs deels in en ook dat was interessant om te
aanschouwen. De regenboog over een van de vele bergketens was de kers op de
taart.
Vandaag zijn we in de zuidelijkste stad ter wereld: Ushuaia, Argentijns
Patagonië. Het ligt in Vuurland. We kwamen op tijd in de haven aan maar konden niet
afmeren. Onze plek werd ingenomen door een schip dat belangrijke vracht had
verloren. Wij moesten daarom met tender-bootjes van boord en nam uuuuuuren in
beslagn. Balen! Vanavond gaan we vroeg naar bed want morgenochtend om 5 uur krijgen we het volgende spektakel: dan gaan we Kaap Hoorn ronden via een scenische route. De volgende dagen zullen bol staan van de wonderen der natuur. Dat maakt veel goed voor het gemis van een fatsoenlijke internetverbinding. Het webalbum Cruisin' Zuid-Amerika 2018, inclusief beelden van pinguïns, kun je hier (blijvend) zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten