Het ronden van Kaap Hoorn werd een memorabele ervaring. Niet in de
laatste plaats vanwege het uitzonderlijk goede weer ter plekke. Onze Engelse
kapitein, Christopher Norman, vertelde
tijdens een vragenuurtje dat hij het gebied in de 33 jaar van zijn carrière op
zee nog nooit zo rustig zag. We bevonden ons in de Drake-passage, gelegen op
breedtegraad 55 zuid. Dat deel van de oceaan is berucht om zijn onstuimige omstandigheden.
De wateren in deze contreien worden de ‘furious fifties’ genoemd en ietsje
zuidelijker, vanaf breedtegraad 60 zuid, heten ze zelfs de ‘screaming sixties’.
Het was hier dat een bemanningslid van de Volvo Ocean Race overboord sloeg om
nooit te worden teruggevonden. Ik moest aan hem denken toen we zelf onder veel
betere omstandigheden om de kaap heen voeren.
De volgende dag ontvingen we een officieel Kaap Hoorn-certificaat, op geschept
papier met een glimmende rand eromheen, op naam gesteld en ondertekend door de
kapitein. De tekst op de proclamatie luidt als volgt:
“Aan allen die
hetzelfde pad hebben bereisd, ontdekt door de twee zonen van de dappere
Nederlandse verkenner Isaac LaMaire en de gebroeders Schouten. Dit stoutmoedige
kwartet organiseerde een expeditie die uit twee schepen bestond naar een
vaarroute naar de Stille Zuidzee, ten zuiden van de straat van Magellan. In de
avond van 29 januari 1616, zag de groep land ‘in de vorm van een hurkende leeuw’ dat unaniem als Kaap Hoorn werd omgedoopt.”
Op de zuidelijkst gelegen rots van deze kaap staat een monument in de
vorm van een albatros voor allen die op deze plek op zee omkwamen. Aan de voet
van het monument staat een kapel. Een Chileense dichteres schreef er een mooie
tekst bij die begint met “Soy el albatros que le espera en el final del
mundo. Soy el alma olvidada de los marinos muertes que cruzaron el Cabo de
Hornos [..]” Ik ben de albatros die op je wacht aan het einde van de wereld. Ik
ben de vergeten ziel van de overleden zeelui die Kaap Hoorn (Kaap van de Ovens,
in letterlijk Spaans) bereisden.
We zijn blij met ons certificaat maar nóg blijer met de
ervaring. Mijn liefje en ik bereisden
Kaap de Goede Hoop (zuidpunt van Zuid-Afrika), Invergill (zuidelijkste punt
Zuidereiland Nieuw-Zeeland) en nu dus ook Kaap Hoorn, Zuid-Amerika.
Op de verdere vaarroute naar het noorden van Chili
passeerden we gletsjers en scheepswrakken. Een van de verhalen die mij zal
bijblijven is het vergaan van SS Leonor, een Amerikaans schip. Het deed dienst
na de aanval op Pearl Harbor en in de Koreaanse oorlog. Het was onderdeel van ‘Operatie
Flying Carpet’ om Amerikaanse gewonden uit oorlogsgebieden te halen en naar het
vaderland terug te brengen. En dan vaart het op de klippen door een stomme
misinterpretatie van het woord “right”. Geloof je dat nou?! Amerika is het
enige zeevarende volk dat geen bakboord en stuurboord gebruikt maar links en
rechts zegt. De persoon aan het roer begreep het woordje right (oké) als een
commando naar stuurboord en stuurde het schip zo op de klippen. Tja.
Vervolgens bevoeren we de Chileense fjorden. De
zuid-Patagonische ijsplaat was een grote verrassing: er dobberden kleine
ijsbergen rond en de Brujo-gletsjer was mooi. Zeker toen de zon over de blauwe
ijsmassa scheen. Daarna voeren we noordwaarts door het Chileense merengebied,
tot aan Puerto Montt, het gebied met veel Duitse invloed. Halverwege de 19de
eeuw werden duizenden Duitsers uitgenodigd naar dat gebied te emigreren. We
herkenden de vakwerkhuizen, de kleding, keurig aangelegde tuintjes en de ‘kuchen’ (koeken).
Langzamerhand werden het landschap minder dramatisch en werd
het minder koud. Ook werden de dagen korter. In het diepe zuiden ging de zon
rond 22:30 uur onder en gloorde het daglicht alweer om 04:00 uur. De laatste dagen op
de Stille Oceaan waren zonnig en rustig. Zeehonden dobberden op hun rug langs
het schip, tijdens een loop over het dek voor een goed doel (kankeronderzoek) dook
een walvis tweemaal langszij op. Passagiers zwommen toen alweer in het buitenbad op het
bovendek. Het
cruisen zit erop. We hadden grote mazzel met het weer. De goden waren met ons. Voor aanvang verwachtten we veel kouder en guurder weer. Tijdens alle uitstapjes aan de wal begon de zon voor ons te schijnen. De jasritsen gingen doorgaans open. Ik slikte slechts drie gemberpillen tegen zeeziekte, lag slechts driemaal in mijn bed te rollen. Het percentage marine wildlife viel dan iets tegen maar ik realiseer mij maar al te goed dat dit geen oceanografische cruise was. Het schip moest van A naar B en stopte niet voor een staart of geplons.
We hebben nog wel zeebenen maar we zullen in Santiago de
Chile snel weer in landrotten veranderen. Het appartement dat we in deze stad huren, is klein maar goed. De wifi is uitstekend, huismeester Sebastian is aardig en behulpzaam. De eerste boodschappen voor het ontbijt morgen zijn gedaan bij een supermarkt om de hoek. De korte broeken liggen op een stapeltje in de kast, de
teenslippers zitten weer aan onze voeten. Mijn liefje zit nu aan een mooi glas lokaal bier, zelf proef ik een glas wijn van de Carmenere-druif, de Chileense tegenhanger van de Malbec, afkomstig uit Tierra del Fuego. We hebben mooie herinneringen aan Vuurland. Onze glazen staan op mooie nieuwe coasters met zeedieren en vogels erop. Proost!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten