Illustratie: cartoonist Stephff |
Ik kan mij daarbij wel iets voorstellen, er zijn Balinezen die ècht weinig
tot niets hebben te besteden… Om dan als burger uit een rijk Westers land je
hand op te houden in een land met veel ‘have nots’ is de omgekeerde wereld. We
kennen het verschijnsel uit eigen ervaring. Kinderen in Noord-Bali die uit de
bergen komen en door hun straatarme ouders op pad worden gestuurd. We kennen zelfs
hun gezichten. Ik las dat de Balinese immigratiedienst de Westerse bedelaars gaat
aanhouden en ze bij hun ambassade afgeeft zodat die een hartig woordje met hen kan
spreken.
Tja.
Het werkwoord ‘pikir’ in Bahasa Indonesia betekent denken aan/peinzen
over. Iemand die de Nederlandse taal machtig is, begrijpt wat hier hoogstwaarschijnlijk
gebeurde… Of wij introduceerde het woord daar als afgeleide van piekeren of wij
leenden het van hen en brachten het mee naar huis. Om niet van neokoloniaal
gedrag te worden beticht, zocht ik de herkomst van het woord op. Het blijkt een
leenwoord uit de Indonesische taal, dat in 1887 voor het eerst in de
Nederlandse taal opdook.
Ons koloniale
verleden stond de afgelopen week weer relatief veel in de belangstelling. Dat
kwam door de herdenking van de afschaffing van de slavernij op 1 juli. Nederland
verdiende veel geld met de slavenhandel. Die handel werd in mijn land pas in 1863
afgeschaft, laat als je het vergelijkt met andere kolonisatoren als het
Verenigd Koninkrijk, België, Frankrijk en Spanje.
In de Volkskrant las ik enkele interessante artikelen over het onderwerp.
Een interview met hoogleraar Gert van Oostindie (die naam!), historicus koloniale
en postkoloniale geschiedenis, en directeur van het Koninklijk Instituut voor
Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) in Leiden bleef mij vooral bij. Van Oostindie is zelf regelmatig mikpunt van activisten die hem het recht
ontzeggen om zich als witte man met hun geschiedenis bezig te houden. Geschiedenis
is wat mij betreft echter van ons allemaal. Dat moet juist. Wel ben ik het eens
met de kritiek dat mijn Vaderland laat en met veel tegenzin de zwarte bladzijden
in de nationale geschiedenis erkende. “Iedere natie heeft de neiging om een verhaal over
zichzelf te fabriceren dat vooral fijn en inspirerend is. Wie het over die
zogenoemde schaduwkanten wil hebben, wordt al snel van spelbederf beticht en dan
worden de hakken in het zand gezet.” Aldus Van Oostindie.
In dat artikel las ik dat 12.5 miljoen Afrikanen als slaaf werden
verhandeld. Ik wist niet dat het er zóveel waren... Ik kan mij niet herinneren
dat het onderwerp slavernij en onze rol daarin, uitgebreid in geschiedenislessen
aan de orde kwam. Van Oostindie zegt dat onderzoekers de plicht hebben het
verleden, inclusief de geschiedenis van kolonialisme en slavernij, “rigoureus en
volgens gangbare wetenschappelijke methoden te onderzoeken. Dat Nederland niet
los is te zien van zijn koloniale geschiedenis is daarbij geen morele, maar een
wetenschappelijke vaststelling.”
Die methode leidde tot de conclusie dat slavernij in 1770
goed was voor 5% van het bruto binnenlands product. Dat kwam toen neer op 440
miljoen gulden, bepaald geen marginaal inkomen. Dat was één van de resultaten
van een vijf jaar durend onderzoeksproject dat onlangs verscheen. De stad
Amsterdam gaat historisch onderzoek doen naar de rol van de eigen gemeente in de
slavernijhandel. De bedoeling is dat er op 1 juli 2020 (op herdenkingsdag Keti
Koti) door het stadsbestuur excuses worden aangeboden. Iets dat de Nederlandse regering voorlopig nog niet lijkt te overwegen...
Van Oostindie zegt in het interview dat het knap lastig is een
verhaal te vertellen waarin de trots op Rembrandt de schaamte over de slavernij
niet in de weg staat. Met een coherent verhaal over die perioden in onze
geschiedenis lukt het nog niet erg. Op de vraag hoe het komt dat deze thema’s nu pas
in de belangstelling staan, antwoordt hij “Mede door de
postkoloniale migraties naar Nederland. Er leven hier nu veel mensen die kunnen
zeggen: wij zijn hier, omdat jullie daar waren. Zij brachten de koloniale
geschiedenis letterlijk thuis, bij ons. En die groepen zijn allang voldoende
geïntegreerd om een politieke lobby te kunnen voeren [..].”
“Voor mensen uit de Caraïben, vaak nazaten van Afrikanen, is
weinig goeds te zeggen over kolonialisme. De Indische gemeenschap, die in
omvang veel groter is, was juist door en door verbonden met de koloniale samenleving.
Indische Nederlanders en ook Molukkers, raakten met de dekolonisatie vooral iets
kwijt: een cultuur en een vaderland. Hun trauma’s hangen daarnaast samen met de
Japanse bezetting en met de Bersiap, moordpartijen tijdens de vroegste fase van
de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Toen zij zich noodgedwongen in
Nederland vestigden, merkten ze dat men hier niets meer met die koloniale
toestanden te maken wilde hebben.”
De gevoelens over kolonisatie lopen dus erg uiteen, er zijn
veel verschillende perspectieven. Het is aan de wetenschap om de feiten te
leveren. Het is aan historici het verleden zo te beschrijven dat heersende verschillen
begrijpelijk worden en recht doen aan de gebeurtenissen.
‘Di pikiranku’ in Bahasa Indonesia betekent letterlijk: in
mijn gedachten. In de afgelopen dagen was iemand veelvuldig in onze gedachten.
Het ging om Varen, de kleinste van onze familie in Bali. We ontvingen bericht
dat het mannetje in het ziekenhuis lag. De tekst ging vergezeld van een
duistere foto van een klein wezen in een groot bed. Mijn liefje bekeek de foto en
riep “uitdroging!” Ze kreeg een acute Biafra-associatie.
Voor wie het niet (meer) weet: Nigeria werd onafhankelijk in
1960. Na het vertrek van de Britten ging de politieke macht naar het
conservatieve islamitische Noorden. Begin 1966 vond een militaire coupe
plaats die door een meerderheid van Igbo’s, de grootste volksstam van Oost-Nigeria,
werd gepleegd. In 1967 riep de streek Biafra, geboortegrond van de Igbo’s, zich
uit tot de onafhankelijke Republiek van Biafra waarna Nigeria een bloedige burgeroorlog
begon die drie jaar duurde. De beelden op tv van aan hongersnood stervende kinderen
kan ik mij goed herinneren. Er werd een algehele blokkade van het gebied ingesteld,
honger was hét wapen. Men schat dat daar destijds tussen 1 en 3 miljoen mensen
stierven. De intellectueel en Igbo Chinua Achebe (1930-2013) was de bekendste
Nigeriaanse auteur van boeken als Things
fall apart en There was a country.
Prachtige, boeiende verhalen.
We zagen Varen met diep in de kassen liggende ogen, zijn gezichtje
bijna onherkenbaar. Het was dermate naar om te zien dat die foto ons enkele nachten
uit de slaap hield… (De bijgevoegde foto van een zeer actief ventje ontvingen we
kort hiervoor.)
Hij bleek last te hebben van aanhoudende diarree waarna zijn ouders hem naar het ziekenhuis brachten. De beide broers gingen bij opa logeren, Elsa en Ketut brachten dag en nacht in het ziekenhuis door. Varen werd direct aan een infuus gelegd dat de verpleegster aan een van zijn voetjes verbond. Kasian.
Hij bleek last te hebben van aanhoudende diarree waarna zijn ouders hem naar het ziekenhuis brachten. De beide broers gingen bij opa logeren, Elsa en Ketut brachten dag en nacht in het ziekenhuis door. Varen werd direct aan een infuus gelegd dat de verpleegster aan een van zijn voetjes verbond. Kasian.
De arts nam bloed en ontlasting af en daaruit bleek dat hij een virus opliep. Een dag later zag hij er al beter uit tot ieders grote opluchting. Varen bleef twee nachten in het ziekenhuis maar had het niet naar zijn zin, volgens moeders. Te druk aan zijn kleine koppie. Daar hij nog niet is verzekerd, moesten de ouders een bedrag neertellen ter grootte van tweemaal haar maandsalaris. Ik vind het van de gekke dat het zo moet gaan. Indonesië is een van de meest onderverzekerde landen ter wereld. Nederland daarentegen, is volgens een EHCI-studie uit 2019 het een na best verzekerde land in Europa is als het om gezondheidszorg gaat. Het ventje en zijn ouders zijn weer thuis. Hij heeft geen diarree meer, heeft nog wel lichte koorts. Opgelucht! We gaan hem later vandaag zien, tijdens onze maandelijkse videosessie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten