Een vriend die minstens zoveel leest als ik was afgelopen weekend jarig en
organiseerde een verjaardagsfeestje op het terras van zijn vakantieappartement.
Het was tijdens die gelegenheid dat hij mij complimenteerde met mijn blogs. Hij
vindt dat ik goed schrijf, een leuke stijl hanteer en boeiende onderwerpen kies.
Ik was blij met zijn mening.
Er staat een app op mijn blog die lezersstatistieken bijhoudt. Mijn liefje volgt die op de voet en plaagt mij regelmatig met mijn beperkte lezerspubliek. Ze lijkt er een duivels plezier in te hebben dat feit regelmatig onder mijn neus te wrijven. Eerlijk is eerlijk: zij is ook degene die een piek in lezersaantallen meldt. Met een vriendin als zij heb je geen andere criticaster nodig. Zelf volg ik de Google-statistieken achter het scherm. Ik ben op zich niet ontevreden over de spreiding maar meer lezers zou -inderdaad- mooi zijn.
Er staat een app op mijn blog die lezersstatistieken bijhoudt. Mijn liefje volgt die op de voet en plaagt mij regelmatig met mijn beperkte lezerspubliek. Ze lijkt er een duivels plezier in te hebben dat feit regelmatig onder mijn neus te wrijven. Eerlijk is eerlijk: zij is ook degene die een piek in lezersaantallen meldt. Met een vriendin als zij heb je geen andere criticaster nodig. Zelf volg ik de Google-statistieken achter het scherm. Ik ben op zich niet ontevreden over de spreiding maar meer lezers zou -inderdaad- mooi zijn.
Terwijl ik dit typ, bedenk ik dat er 500 miljoen bloggers op het web
actief zijn en dat er 152 miljoen blogs als de mijne bestaan*. Dat zet deze kwestie
in perspectief. Als je elke dag tien van die blogs zou lezen, zou je ruim
41.000 jaar moeten leven om ze allemaal tot je te nemen. Elke halve seconde
wordt een nieuwe blogpost gepubliceerd. Een kwart van alle sites op het web bestaat
uit blogs, 66% ervan wordt in het Engels geschreven. Daar zit je dan met een
Nederlandstalige blog, over het leven van een bijna 60-jarige Hollandse in het
buitenland... Tja.
Als alfavrouw(tje) was ik altijd bezig met taal. Lezen was in mijn prille
jeugd al mijn grootste hobby en is dat nog steeds. Ik ging letteren studeren en
mocht mij uiteindelijk literatuurwetenschapper noemen maar mijn beroep maakte
ik er niet van. Na een radicale omscholing belandde ik in de advieswereld. Meer
ICT-opleidingen volgden; ik vond een nieuwe
bestemming. Als consultant schreef ik in de jaren '80 en '90 van de vorige eeuw
met mijn toenmalige baas (ex-IBM’er) boeken over automatisering, computernetwerken,
databeheer en -beveiliging en aanverwante zaken. Die zijn al heel lang niet meer
bij boekhandel De Slegte te vinden. Een blauwe maandag was ik zelfs
mede-eigenaar van een kleine uitgeverij. Dat alles legde mij minstens één windei.
Al met al is het niet verwonderlijk dat bloggen een geliefde hobby werd nadat
ik stopte met werken. Het enige dat de pret soms drukt, is (dus) het aantal bloglezers.
Ik speel af en toe met de gedachte ermee te stoppen. Waarom zou je iets blijven
doen als bijna niemand erop zit te wachten? Bloggen functioneerde in eerste
instantie als creatieve uitlaatklep. Ik realiseerde mij weldra dat het een
goede manier is om vrienden en familie elders op de hoogte te houden van het reilen
en zeilen als je zelf buiten de landsgrenzen woont. Voorlopig ga ik met plezier
door.
Ik vertelde deze vriend dat mijn blogs dit jaar ongemerkt en onbedoeld langer
werden. (Merkte jij dat al op?) ‘Size matters’ alhoewel lengte niet garant staat
voor kwaliteit. Zo lastig als ik het vorig jaar bij tijd en wijle had qua
inspiratie, zo gemakkelijk lijken de blogs dit jaar uit mijn vingers te
vloeien. De gemiddelde lengte van een weblog ligt rond 1.200 woorden. Dat aantal
haal ik inmiddels ruimschoots, zonder noemenswaardige inspanning. (Deze blog is
van die lengte.)
In 2014 besteedde een blogger gemiddeld 2.5 uur aan een blogpost, vorig
jaar steeg die inzet naar 3.5 uur. We zijn met elkaar goed voor 1.750.000.000
uren noeste arbeid. Hoe is het mogelijk?! Laat dat nu net zoveel zijn als de
Schepper nodig had om de aarde in te richten?! Toeval bestaat. Echter, de
gemiddelde lezer besteedt slechts 37 seconden aan een blogpost. Reden voor enig
zelfmedelijden is dus terecht. De populairste leestijd ligt tussen 7 en 10 uur 's
ochtends. Dat is ook de tijd waarin ik doorgaans blog. Al blink ik niet uit in aantal
lezers, qua doorzettingsvermogen verdien ik een lintje. 34% van alle bloggers doet
het korter dan een jaar. 20% van alle bloggers zit in mijn leeftijdcategorie (50-59
jaar). Nog eens 20% is 60-plusser. Kennelijk is het zoals deze vriend stelt: we
maakten inmiddels het een en ander mee en hebben daarom veel te melden.
De Amerikaan Justin Hall (1974) is de oervader van ons, bloggers. Hij
begon in 1994 met zijn ‘Links from the Underground’; daarop schreef hij over het
studentenleven, met veel aandacht voor zijn seksuele escapades. In 1999 werd een
documentaire aan hem gewijd. Hall stopte met bloggen in 2005. Hij deed het elf
jaar, net zoveel als ik nu. Dit jaar kwam er een rerelease van die documentaire.
Hall had als blogger nooit het verlangen rijk te worden, hij kwam uit een
bemiddeld gezin. Wel claimde hij destijds met weinig geld een aantal
webadressen die nu een klein vermogen waard zijn. Vorig jaar lanceerde hij een van
die websites (bud.com) waarvan hij thans Chief Technology Officer is. Via die
site kunnen Californiërs nu cannabis voor recreatief thuisgebruik bestellen.
Zelf dacht ik niet dat ik ooit bloggend rijk zou worden. Ik verkoop niets,
heb geen specialisme; dat past niet bij mijn karakter en mijn brede interesse. Google
kwam in de begintijd nog weleens met de vraag of ik wilde adverteren. Ik heb
niets tegen geld verdienen maar ik wil graag zelf bepalen wat er valt te lezen en
te zien op mijn blog. Ga je principieel doen en dan staat er ineens iets tegenstrijdig
(of erger: verwerpelijk) op het scherm. Ik moet er niet aan denken. Overigens
verdient slechts 2% van alle bloggers meer dan USD$150.000 per jaar. Ik schaar
mij bij de 69% van hen die nul, nada, noppes verdienen met hun online bezigheid.
Maar ik ben de koningin te rijk met elke lezer, vooral de trouwe!
Diezelfde vriend vroeg of ik ooit nog een boek ga schrijven. Hij zou het direct
kopen! Ik meldde dat ik hem met liefde een
exemplaar zou schenken. Maar nee, dat ambieer ik niet. Niet meer. In een ver
verleden dacht ik er weleens aan een serieuze literaire poging te doen. De lat
lag destijds hoog. Ook vandaag de dag ben ik nog uiterst kritisch als het om literair
gehalte gaat. “Tegenwoordig zijn er zoveel mensen die boeken schrijven. Waarom jij dan
niet?” Deze vriend is van de aanhoudende soort… “Dáárom juist” was mijn repliek. Groots zijn is
moeilijk maar middelmatig zijn nóg moeilijker.
Ik vertelde hem dat ik als jonge schrijfster een erotisch verhaal
naar een vrouwenblad stuurde. Ik kreeg geen respons maar weken later publiceerde
het een verhaal dat verdacht veel op het mijne leek; exact dezelfde plot en dezelfde
situatie maar dan met andere namen. Die wereld kent kennelijk ook schurken. Een
reisboek publiceren, zou nog een optie zijn. Als ik mijn bestaande reisblogs
bundel, smeuïger maak en uitbreidt, met een voor- en nawoord en een zelf
ontworpen boekomslag kan het zó worden uitgegeven. Zelfs in eigen beheer! Meer
zit er echt niet in en daar heb ik vrede mee.
Op datzelfde feestje vertelde ik een andere vriend dat de
ideale baan van Barefoot Bookseller in een pop-up boekwinkel van een luxe
resort op de Maldives definitief aan mijn neus voorbijging. Een mens krijgt wat
teleurstellingen te verduren in het leven! Ik ontving weliswaar geen
afwijsbrief maar het organiserend bedrijf meldde dat ze zóveel sollicitaties
ontvingen dat ze geen tijd en zin hebben om alle geïnteresseerden een
dergelijke brief te sturen. Het is bijna 1 oktober, op die dag begint de droombaan.
Ik ben heel benieuwd wie de uitverkorene is.
Uit compassie stuurde deze vriend mij een artikel uit het
Financieel Dagblad door, getiteld ‘The Open Book’. In het Schotse boekenstadje Wigtown kun
je een vakantieappartement huren en daar krijg je de sleutel van de
tweedehandsboekwinkel op de begane grond bij. Het liep storm, het is tot eind
2022 volgeboekt. Journalist Stephanie Pander bedelde en slaagde er vorige maand in de laatste vier vrije dagen van dit jaar te reserveren. Jaloersmakend! Ze schreef een leuk artikel over de ervaring. Ze kreeg de sleutel van het geldkistje en het grote opschrijfboek waarin ze het aantal klanten en de verkopen moest noteren. Ze mocht als tijdelijke boekhandelaar zelf bepalen wanneer de winkel opent en sluit maar mocht niets aan de prijsstickers veranderen.
Pander ontmoette koekjesoma
Nanette, mysterieuze Margie Tolstoj en cynische boekverkoper Shaun Bythell in
levenden lijve. Bythell is eigenaar van een andere tweedehandsboekwinkel in dezelfde Nationale
Boekenstad van Schotland (‘The Bookshop’) en schreef daarover een dagboek waarvan het recht op verfilming onlangs werd gekocht. Allen zijn zij aanwezig op het Wigtown Book Festival dat van 26
september t/m 6 oktober zal worden gehouden. Het festival groeide in 20 jaar
uit tot een van de meest geliefde literaire festivals van Schotland. Pander is terug op vaderlandse bodem. Groot denken
maar klein doen is een mooi credo.
* Deze en andere statistieken zijn afkomstig van een blog getiteld ‘99 Need-to-Know Blogging Statistics in 2019’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten