14 maart is de geboortedag van Albert Einstein (1879-1955), de man van de wereldberoemde vergelijking E=mc2. Energie is massa maal het kwadraat van de snelheid van het licht. Deze theoretisch natuurkundige maakte zich onsterfelijk door zijn relativiteitstheorie. Hiervoor ontving hij in 1921 de Nobelprijs voor Natuurkunde. Er zijn weinig tot geen ontdekkingen in de fysica in de afgelopen 100 jaar waarbij deze theorie geen belangrijke rol speelde. Einstein wordt geassocieerd met nieuwsgierigheid en leergierigheid, met fascinatie en vragen stellen. Onderzoek was zijn grootste passie. Daarom werd een dag als vandaag ingesteld als ‘International Ask A Question Day’.
Grote levensvragen? Ik heb er wel een paar. Down to earth en van filosofische aard. Nee, niet waarom bananen krom zijn; dat weet ik inmiddels. Nee, vragen als wie Donald Trump kann verslaan? (Misschien moet ik vragen wat? Dit virus zou weleens zijn Achilleshiel kunnen worden.) Wanneer krijgt Nederland de eerste vrouwelijke premier? Wat is het beste politieke systeem en het beste economische stelsel voor nu? Hoe ontstond het universum? Is er buitenaards leven? Komt er ooit een einde aan leven op aarde? Is wereldvrede mogelijk? Wat is geweten? Wat is liefde? Wat is vrijheid? Hebben we een ziel? Wat is de zin van het leven? En specifieker: wat is de zin van míjn leven? Het schijnt dat ik al op zeer jonge leeftijd het woordje ‘wrom?’ bezigde. Als je niets vraagt, kom je niets te weten.
Een spirituele vraag die velen zich stellen maar voor mij geen rol van betekenis speelt, is of er leven bestaat na de dood. Zo overtuigd als cabaretier Freek de Jonge erover zingt, zoveel twijfels heb ik zelf. Ik leg mij zonder morren neer bij het gegeven dat de dood het einde van mij betekent. Je blaast je laatste adem uit en that’s it. Bovendien vind ik één leven genoeg. Het kromme is dat ik anders denk over het voortbestaan van mijn overleden dierbaren. Voor hen zou ik willen dat ze voortleven, al is het in een andere dimensie. De prettige bijkomstigheid is dan dat we elkaar ooit zullen terugzien. Dat vind ik wel een aangename gedachte.
Mijn nuchtere vader had een bijnadoodervaring toen hij in de beginjaren '70 van de vorige eeuw na zijn eerste hartaanval een openhartoperatie onderging in een academisch ziekenhuis. Ik herinner mij die dag goed. Ik kreeg vrij van school en ging met mijn bloednerveuze moeder naar het ziekenhuis. Het wachten duurde lang en was zenuwslopend. Tijdens die medische ingreep werd hij klinisch dood verklaard (al waren wij op dat moment onwetend). Hij wist het echter na te vertellen. Het klinkt clichématig maar hij zei later dat hij zich in een donkere tunnel bevond met helder licht aan het einde. Tien jaar later, na zijn overlijden meende ik hem in een menigte op straat te zien lopen; op dat moment prikte zijn aftershave-luchtje in mijn neus… De agnost Einstein zou ons vierkant hebben uitgelachen en ons uitmaken voor naïevelingen. So be it.
Vorig weekend keek en luisterde ik naar het klassieke muziekprogramma ‘Podium Witteman’. Daarin vertelde tekstschrijver en pianist Mike Boddé dat hij in een spirituele bui aan zijn moeder vroeg of ze hem een teken kon geven als ze na haar overlijden zou ontdekken dat er leven bestaat na de dood. Dat zegde ze toe. Haar teken aan hem zou een viooltje (haar lievelingsbloem) zijn of iets anders. Ze is inmiddels een jaar dood en het smachtend wachten van zoonlief duurt voort.

Ik dacht dat jij het was
Er zong een vogel in de tuin,
ik dacht dat jij het was.
Er was een tinteling bij mijn kruin
en ik dacht dat jij het was.
Er was een pijnscheut in mijn nek,
ik dacht dat jij het was.
Een viooltje bij het hek,
ik dacht dat jij het was.
Er was een zonnestraal op mij
en ik dacht dat hij het was.
Er was een steekje in mijn zij,
ik dacht dat jij dat was.
Er was een wolkje in de lucht,
ik dacht dat jij het was.
Er sloegen ganzen op de vlucht
en ik dacht dat jij het was. Dat jij het was!
Alles klinkt als een boodschap van jou.
Alles vraagt of ik nog van je hou.
Alles zegt dat je ergens nog op mij wacht…
Er is een eenzame figuur,
'k denk dat ik dat ben.
Er zit een wrak achter het stuur,
'k ben bang dat ik dat ben.
Er loopt een schaduw over straat
en ik denk dat ik het ben.
Een man die voor een winkel staat,
ben bang dat ik dat ben.
Daar loopt een dronken idioot
en ik denk dat ik dat ben.
Er ligt een vogeltje morsdood,
'k denk dat ik dat ben.
Een standbeeld staat in mist gevangen.
Het lijkt of ik dat ben.
Er laat een wilg zijn takken hangen,
het lijkt of ik dat ben. Of ik dat ben!
Alles spreekt er van jou en van mij.
Alles gaat onontkoombaar voorbij.
En ik blijf achter, samen met dit lied.
Meer is er niet.
Nu de wijde wereld (weer) in de fik lijkt te staan, hebben we extra behoefte aan dit soort mooie dingen. Dit lied behoort absoluut op het hoofdpodium van Gedeelde Smart. Het Youtube-filmpje van Boddé’s optreden vind je hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten