Translate

zondag 22 maart 2020

Verlaten straten

Laat ik met de deur in huis vallen: in mijn woonplaats zijn twee personen positief getest op Covid-19. Het gemeentehuis deed daarover vrijdagavond een officiële mededeling. Men vraagt burgers niet in paniek te raken en de reisrestricties, hygiëneregels en verdere voorschriften van de overheid strict te blijven volgen. Doen we!

Vrijdagochtend ging ik er in mijn eentje op uit om boodschappen te doen. We mogen hier niet meer getweeën in de auto zitten. Het was aan een van ons om na een week huisarrest weer te gaan fourageren. Hoe besluit je dat? Wij deden geen iene-miene-mutte. In ons geval is er sprake van twee Mutte’s, geen van ons is Dé Baas. Daarom stak ik mijn vinger op als vrijwilliger. Het leek mij goed om als jongste-gezondste de deur uit te gaan. Niet dat mijn liefje ongezond is maar haar medicijnkastje is ietsje voller dan het mijne. (Ik ben waarschijnlijk haar grootste onderliggend lijden…) We spraken het te hanteren protocol samen door en daarna ging ik op pad.

Het eerste dat ik -extraprotocolair- deed, was de voorruit van de auto schoonvegen. Daarvoor moest ik een aantal keren op de sproeiknop drukken. Een dikke bruingele drab zakte naar de onderkant van de ruit. Het had hier in de afgelopen dagen flink gewaaid en een beetje geregend dus zand en zout vermengden zich. Dat sloeg op het, tot voor kort brandschone, vehikel neer als corona op de luchtweg.

Het was uitgestorven op straat. Postapocalyptische taferelen. Je voelt je bijna schuldig om buiten te zijn. Als ik een mondkapje zou hebben, had ik dat als chauffeur voor mijn ogen kunnen doen zonder ook maar enig gevaar te zijn voor eigen of andermans leven. Op weg naar de supermarkt zag ik links en rechts arbeiders op het land werken. Er werd gezaaid èn geoogst. Alsof er niets aan de hand is.

Mijn eerste stop was Supéco (een Franse Carrefour-winkel). Er stond een klein aantal auto’s op het parkeerterrein. Een van de Spaanse supermarktmedewerkers wachtte mij bij de ingang op, lichtte toe dat we de handgrepen van de winkelwagen zelf moesten schoonmaken met desinfecteringsmiddel en keukenrol. De winkel bleek goed  bevoorraad; vorig weekend was dat heel anders. Groene asperges, spinazie, witlof, tomaten, avocado’s, mango’s en ander vers fruit: het was in voldoende mate aanwezig. Wij willen zo lang mogelijk vers eten. Blikvoer kan altijd nog. Het schap met wc-papier stond voller dan ooit.

Een ander verschil met vorige week was dat iedere medewerker nu een mondkap en handschoenen draagt. Zelf droeg ik geen bescherming toen ik van huis ging. De grote vraag is sowieso wat mondkapjes uithalen. De meeste mensen gebruiken ze verkeerd of gebruiken ongeschikte exemplaren. Het is algemeen bekend dat standaardkapjes de dragers niet beschermen tegen het ontvangen van de virus. (Als je zelf klachten hebt op bent besmet, is het wel voorschrift.)
Je kunt die schaarse spullen beter laten voor personen die werkzaam zijn in de zorg. Eén klant droeg iets voor zijn mond dat zelf was vervaardigd: het gevaarte had veel weg van een dubbelgevouwen grote mannenonderbroek (schoon, dat wel). Het zat met klittenband om zijn hoofd en gezicht geknoopt. Geen selfie om op Instagram of Tinder te plaatsen!

Ik heb grotere moeite met types die met gebruikte handschoenen van de ene winkel naar de andere gaan. Het aantal mensen dat ik er die ochtend mee zag, was niet op de vingers van twee handschoenen te tellen. Een jongeman die ik ermee zag shoppen in Supéco, trof ik later aan in Consum. Met dezelfde (vuile) latex-handschoenen. Is dat egoïsme (als mijn eigen handen maar smetvrij blijven)? Domheid? Hoe het ook zij: geen goede zaak.

Zelf gebruikte ik de plastic handschoenen die de supermarkt aanbiedt bij binnenkomst, de explaren die normaliter beschikbaar zijn bij de groente- en fruitafdeling. Het geklungel begon nadat ik mijn twee boodschappenbriefjes uit mijn zak haalde. Ik moest het onderste papiertje eerst hebben maar kon ze met die handschoenen niet van elkaar loskrijgen. In tijden als deze steek je ook je vinger niet in de mond om die te bevochtigen. Blazen hielp, al duurde het even.

Vervolgens bleek het een hele opgave om die plastic dingen heel te houden. In Supéco moet je de producten afwegen en de sticker die uit de weegschaal rolt op het product plakken. Tot tweemaal toe bleef de sticker aan een plastic handschoen kleven. Tot tweemaal toe trok ik een handschoen kapot. Telkens moest ik mijn -intussen klamme- hand weer in een nieuw ding wurmen. Dat vraagt enige oefening maar ik heb geen enkele illusie dat ik die niet krijg de komende weken. We beperken het boodschappen doen tot éénmaal per week.

Deze toestand houdt hier wel even aan, vrees ik. De verwachting is dat het huidige huisarrest tenminste tot 12 april wordt verlengd. Dat zal de Spaanse overheid zeker doen om verdere verspreiding van het virus in de aanloop naar en in Semana Santa (de Paasweek die hier heilig is) te voorkomen. In Spanje gaan rond deze tijd jaarlijks gemiddeld 30 miljoen mensen op pad. Mijn liefje annuleerde de accommodatie in Málaga afgelopen week die we voor mijn verjaardag hadden geboekt. Ik treur niet, we kunnen er niets tegen doen. Ik houd zelfs rekening met huisarrest tot 30 april of langer. Het is goed dat ik mijn haar laat groeien. Kan ik er op een later moment meer uittrekken…

Iedere klant in de supermarkt hield zich aan de afstandregel. In bekende supermarkten kun je op de automatische piloot rondlopen; je weet immers precies wat waar staat. Dat komt nu extra goed uit. Zo kon ik alle aandacht schenken aan het vermijden van contact met anderen. Elluk nadeel hep se voordeel.

Mijn liefje complimenterde mij recent met de gerechten die ik haar de afgelopen week voorzette. Ja, het kookvirus heerst wèl in Huize Barefoot. Ik doe niets spectaculair maar kook weer met plezier en inspiratie: Griekse moussaka, Marokkaanse shakshuka met spinazie (die heb je in heel veel varianten), Siciliaanse bloemkool uit de oven, Thaise noedelsoep, Argentijnse vleespastei, Marokkaanse harira, Indonesische rendang. Nu we voorlopig niet mogen reizen, maken we een culinaire rondreis door de wereld, in eigen keuken. Veel knoflook eten helpt niet tegen besmetting maar zorgt er wel voor dat mensen op afstand blijven!
                                                        
Op de parkeerplaats van Supéco stond een auto geparkeerd van de Guardia Civil. Een jonge, zwangere vrouw die voor mijn winkelwagentje uitliep met alleen een literfles bleekwater in de hand, werd staande gehouden. Als ik mij niet vergis, wilde een van de agenten weten waarom ze naar buiten ging voor slechts één boodschap. Ik hoorde haar zich verontschuldigen en daarna mocht ze vertrekken. Ik gooide mijn handschoenen in de afvalbak, maakte mijn handen schoon met desinfecteergel en stapte in de auto.

Daarna was het tijd voor rondje 2: een bezoek aan Spaanse supermarkt Consum. Onlangs veranderde men de openingstijden (later open) dus er stond een rij wachtenden voor de ingang. Ik bleef zo lang mogelijk in de auto zitten. Daar zag ik een groot aantal boodschappers met handschoenen uitstappen. Waar hadden die handschoenen zoal gezeten voordat ze in deze winkel om zich heen gingen grijpen? Per ongeluk tóch in hun hand geniest en dan straks fruit, groente of andere producten aanraken die iemand anders (ik, bijvoorbeeld) vervolgens in het karretje legt? Contact gehad met iemand die al blijkt te zijn besmet maar het nog niet weet? Of de restricties (nog) niet zo nauw neemt? Er spookte van alles door mijn hoofd.

Het voorkomen van besmetting is niet alleen een kwestie van afstand houden tot elkaar (social distancing). Sommige Nederlanders zweren erbij maar het is zeker niet overal en altijd genoeg. Individualistische Hollanders vinden dat kennelijk heel moeilijk (menig Spanjaard ook, hoor). Als ik hoor of lees dat mensen nog steeds naar de markt gaan -hier sloten alle markten-, dan lopen de rillingen over mijn rug. Het virus kan namelijk neerstrijken op harde oppervlakken, zoals straten en leuningen, tafels en telefoons. Daarom worden alle metro’s van Madrid en de wijken van mijn woonplaats thans uiterst grondig gereinigd en blijven mijn skechers buiten staan als ik buiten de poort ben geweest. Ook verpakkingen en flessen kunnen ondergrond zijn voor het coronavirus. Waarom dan ook niet harde groenten als pompoenen, meloenen, aardappelen, e.d.? Ik ben niet paniekerig, wel alert en voorzichtig. 

Ook in Consum werden we opgewacht door een medewerker met mondkap en handschoenen. Hij deelde gel en plastic handschoenen uit; de gel is overigens nergens meer te krijgen. Blote handen werden besproeid, degenen die handschoenen droegen werden overgeslagen. Niet goed! Slechts één persoon zag ik de gel op zijn handschoenen uitsmeren.

Deze supermarkt nam ogenschijnlijk meer maatregelen om correct menselijk gedrag af te dwingen. Met tape bracht men blokken op de grond aan bij de visbank en de versvleesafdeling. Iedere klant wordt geacht op zo’n afgebakende plek te gaan staan, op ruime afstand van toonbank en elkaar. Voor de kassa’s werden met rood-witte banden eveneens strepen in een denkbeeldige rij getrokken, op gepaste afstand. Bij de ingang hield men de hand aan de hoeveelheid klanten die binnen mocht. Er bouwde zich telkens een nieuwe, korte wachtrij buiten op.

Er zijn verhalen van besmette mensen die herstelden en nu door hun omgeving met de nek worden aangekeken. Stigmatisering en discrimatie steken helaas ook de kop op bij deze covid-19-crisis. ‘Homo homini lupus est’... Kasian. De mens is wolf voor de medemens, in meer dan één opzicht!

Na ruim anderhalf uur stonden alle boodschappen in de auto. In een walm van hand sanitizer reed ik naar huis, blij dat bevoorrading was geslaagd. Er wordt hier ogenschijnlijk niet meer gehamsterd, van alles is vooraad aanwezig. In Madrid staan nog dagelijks rijen wachtenden van honderden meters voor de winkels. Het Spaanse woord ‘acaparar’ betekent hamsteren. Mijn liefje, Ms Droogstoppel, vroeg zich af of supermarktketen Albert Heijn dit jaar de Hamster-campagne nog gaat doen. De Nederlandse Irma Sluis maakte zich onsterfelijk als doventolk voor NPO Nieuws. Haar vertaling van hamsteren oogstte veel lof: twee harkende handen, onder een gezicht als een oorwurm. Daar was geen woord Spaans aan!

Vriendin Bernadette stuurde een aardig NRC-artikel door met de titel ‘Elk land krijgt de hamsteraars die het verdient’. Beelden van lange rijen voor de coffeeshops in Nederland gingen over de gehele wereld. Zelf buurman Guillermo sprak mij erop aan. In de VS staan burgers voor de wapenwinkel. Daar wordt niet per se gevreesd voor het coronavirus (dat kan bijna niet anders met een president als Trump) maar meer voor criminaliteit zodra de economie instort.

Volgens dat artikel worden in Spanje vooral wijn, eieren en aardappelen ingeslagen (basisingrediënten voor de tortilla). Vrienden Frans & Lenie in Bali zonden ons een meme over gehamster in Duitsland: het Wurst-Käse scenario. Zij stuurden hun personeel naar huis en gingen uit voorzorg vrijwillig in thuisafzondering.

Ketut liet weten dat alle personeelsleden aan boord van het Amerikaanse cruiseschip binnenkort van boord moeten. Passagiers stapten eerder af in Nieuw-Zeeland. Zijn schip koerst momenteel op Hawaii af, vaart nu ten oosten van Fiji. Volgende maand stapt hij daar van boord; baanloos. De grote vraag is, hoe hij vanuit de Verenigde Staten naar Bali vliegt met al die gesloten luchtruimen. Spanje staat sinds vandaag ook op de lijst van hoogrisicolanden van waaruit geen vliegtuigen meer mogen landen in Nederland. Bovendien loopt het aantal besmettingen in de VS gierend uit de hand. Stap je gezond van boord, word je op de transferplek besmet... Geen ondenkbaar scenario. De Indonesische Minister van Volksgezondheid sprak in een recent interview uit dat de archipel weleens zou kunnen uitkomen op 600.000 à 700.000 coronabesmettingen. Het duizelde mij toen ik die aantallen tot mij liet doordringen. Dat is meer dan het dubbele van alle gevallen in de hele wereld, tot nu toe?!

Humor is een gedegen wapen tegen stress, goed voor onze mentale gezondheid. De meeste grappen die in deze crisissituatie de kop opsteken, kan ik waarderen. Het houdt de moed erin. Momenteel is vriend Hugo de beste verspreider van absurditeit en fun. De leukste van afgelopen week vond ik de plattegrond van een huis met de tekst ‘kijken waar we dit weekend naartoe gaan’. Voor mij: voorraadkast!

Alle gekheid op een stokje. Op dit moment van publiceren heeft Spanje 25.496 besmettingen en 1.381 doden te betreuren. Het loopt hard op en het komt dichterbij. Het aantal personen dat herstelde loopt eveneens gestadig op (nu 2.125). Meer dan 31.000 personen kregen tot dusver een boete en 350 mensen werden gearresteerd omdat ze zich niet aan de lockdown-regels hielden. Tontos! De Spaanse zorgautoriteiten verkondigen dat de piek nog steeds niet is bereikt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten