Translate

zaterdag 16 mei 2020

En de winnaar is…

Het is alweer lang geleden dat ik over koken en eten blogde. Niet omdat er niets gebeurde aan het culinaire front; integendeel. Tijdens ons recente huisarrest kookten we de sterren van de hemel in Huize Barefoot. Nee, geen Michelin-sterren. De meeste gerechten lukten goed, waren uiterst smaakvol en vooral  troostrijk. Je kunt weliswaar niet eten tegen corona maar koken en genieten van maaltijden hield ons wel degelijk op de been. Ons budget voor boodschappen doen werd niet overschreden, prijzen in de lokale supermarkten werden niet verhoogd.

Ik las ergens dat Heura Foods in Spanje de consumptie van haar vleesvervangers met ruim 13% zag toenemen in deze periode. Het bedrijf is de rebel in de branche, met een missie die aanspreekt. Voor het maken van hun plantaardige proteïnen gebruiken ze 94% minder water dan voor dierlijke. Voor de productie van 1 kilo vlees wordt 20 kilo voeding gebruikt, voor 1 kilo Heura is slechts een halve kilo soja nodig. Een koe stoot gemiddeld 56 kilo CO2 uit, hun product slechts een halve kilo. Meten is weten en het is kennelijk nog lekker ook! Volgens onderzoek in opdracht van het Nederlands Voedingscentrum zei 10% van de ondervraagden dat ze gezonder gingen eten en meer biologische producten kochten tijdens hun intelligente lockdown. Goede trends, wat mij betreft. Hopelijk zetten die door.

Een van de andere voordelen bij alle nadelen van quarantaine door corona was het contact dat intensiveerde met onze overburen uit Madrid. Zij hebben al vele jaren een vakantiehuis in onze straat en kwamen nèt voor de landelijke maatregelen vanuit de hoofdstad hier naartoe. In voorgaande jaren ontstond een goede verstandhouding met hen. We nodigden hen uit voor verjaardagen, we kookten voor hen (Indonesische rijsttafel), zij leerden mij paëlla op hun wijze bereiden en we aten het resultaat op hun terras op. In de loop van de tijd leerden we hun kinderen en enkele van hun kleinkinderen persoonlijk kennen. Als we elkaar niet zagen, hielden we toch contact.

Ik begon hen in de afgelopen weken af en toe een foto te whatsappen van de maaltijden die mijn liefje en ik bereidden. Wij waren de eersten die een gerechtje met hen deelden: zelfgemaakte empanadas. Aanvankelijk wisten we niet of ze überhaupt eten van ons durfden aannemen maar we gokten het erop. We overhandigden een afgedekte schaaltje met een handschoen door de spijlen van hun poort. Met elkaar spreken we vaak en graag over koken en eten. Net als wij, houden zij van de bezigheid en het resultaat al eten zij anders, meer en uitgebreider dan wij. Dagelijks komen bij hen in de middag drie gangen op tafel, vooral uit de Spaanse keuken. Wij maken doorgaans één gang, uit de Wereldkeuken, en eten fruit na op een later tijdstip.

Het duurde niet lang voordat zij hun gerechten met ons begonnen te delen. Het leuke is dat zij beiden goed kunnen koken. Wel kun je zien wie wat maakte. Guillermo is een zelfverklaard carnivoor (met hoofdletter C) en houdt –mondjesmaat- van wijn bij de maaltijd. Hij drinkt echter niet tijdens het koken. María Victória eet bij voorkeur vis en drinkt geen druppel alcohol bij haar maaltijden - al mag het wel in gerechten zitten. Qua alcoholconsumptie kunnen wij een voorbeeld aan hen nemen.

Wij gingen tijdens deze lockdown meer wijn drinken, net als menig Spanjaard. Ik realiseer mij dat dit het immuunsysteem niet helpt. Tja. Sinds de hervonden vrijheid minderen we weer. Sindsdien mogen we alleen op zondag, door ons Zondaarsdag genoemd, bij de lunch een glaasje wijn drinken. Op de overige dagen van de week lunch ik met melk en water (mijn wederhelft soms ook met een biertje). Bij het diner geldt dagelijks een limiet waaraan we ons meestal  houden. In Nederland beweerde een op de vijf ondervraagden van het Voedingscentrumonderzoek minder te zijn gaan drinken tijdens de coronacrisis.

Het eerste voedseltransport dat onze kant uit kwam, bestond uit een grote empanada met ei, vis en tomaat. Onze initialen zaten op de bovenkant gebakken, daaronder stond een zonnebloem te glimmen op het deeg. Gevulde paprika’s met gehakt en zelfgemaakte bechamel uit de oven en arroz con leche completeerde de drie gangen. De volgende maaltijd bestond uit langzaam en lang (3 uur) in rode wijn gegaarde ossenstaart met ui, tomaat, wortel en prei en de Spaanse variant van Zeeuwse bolussen na. Dit nagerecht heet ‘torrijas’ en wordt met name tijdens de heilige week, rond Pasen, genuttigd.

We vroegen naar het recept en dat blijkt tamelijk gemakkelijk. Het proberen waard! Doe een liter melk in een pan met kaneelstokje, suiker (naar behoefte) en een citroenschil. Dat laat je aan de kook komen en nog kort staan, met de deksel erop. Daarna haal je de pan van het vuur en leg je de plakken brood ongeveer een uurtje in de melk, totdat al het vocht is opgezogen. Klopt vervolgens twee eieren los in een schaal, leg de boterhammen eerst in dit eiermengsel en breng ze daarna over naar een koekenpan om ze met olijfolie aan beide kanten goudgeel te bakken. Laat de bammen daarna uitlekken op keukenpapier. Nog wat kaneel erover en eten maar. Lekker zonder iets erbij of met verse bosvruchten, of een handje noten. Eveneens heerlijk bij een kopje Earl Grey thee. Je kunt bijna eindeloos variëren op dit recept.

Wij kregen geen twee torrijas maar een stapel. Deze buren zijn zeer ruimhartig. Er gingen dan weer foto’s retour van mijn liefje die aan een van hun dissen zat. Met opgestoken duim of een emoji met kussen. Ze moesten telkens gniffelen als we zeiden dat we nóg een dagje van hun nagerecht eten. Zolang ze niet al te zoet en te machtig zijn, vallen ze bij ons in de smaak.

Wij nodigen hen binnenkort thuis uit voor de lunch (alhoewel we niks overhaasten). We mogen hier inmiddels weer met maximaal tien mensen samenkomen. Vanzelfsprekend houden we rekening met hun etenstijd en eetlust. Ik heb een typisch Nederlands voorgerecht met Spaanse groenten en mooie ham in gedachten en verse vis als hoofdgerecht. Voor ieder wat wils. Zij aten in de afgelopen weken vis en vlees uit de diepvries. Ik ging wekelijks op pad voor typisch Spaanse verse vis; daar kan niets tegenop. Het dessert bedacht ik ook al: syllabub van Amsterdamse kok en kookboekenschrijfster Yvette van Boven. Ik ben fan van haar. Zij zit al weken met echtgenoot (fotograaf Oof Verschuren) en hond Hughie (opvolger van Marie) in een strenge lockdown in Ierland. Ze bracht net een nieuw kookboek uit, getiteld ‘Home Made Basics’ maar van toeren is thans geen sprake. Het betreffende recept trof ik aan in De Volkskrant. Het sprak mij dermate aan dat ik het nog dezelfde dag maakte. Alle benodigde ingrediënten waren op voorraad. Een dag later zag ik op de telefoon dat het artikel ‘trending’ was.

Syllabub is een van oorsprong Engels dessert dat stamt uit de 16de eeuw. Van Boven gaf er een moderne, zomerse draai aan met het fruit dat thans in de Nederlandse winkels ligt opgetast: zomerkoninkjes! Op een website over de Huelva, groente- en fruitschuur van Spanje, las ik dat de consumptie van aardbeien hier met ruim 21% afnam vanwege de coronacrisis. Een probleem tussen vraag en aanbod? De buitenlandse plukkers verdwenen uit Andalusië en de vraag liep misschien ook terug. Uit geldbesparing? Als Spanjaarden weten dat een recessie, wellicht zelfs een depressie, voor de deur staat, ziet men wellicht af van dit soort luxe-producten (al zijn ze momenteel niet duur)... Dat werd niet duidelijk uit het artikel.

Dit dessert bestaat uit luchtig geklopte slagroom met een zurig, licht-alcoholische vruchtenmix er doorheen geschept. Eenvoudig maar lekker fris. Voor de syllabubmix gebruik je in kwarten gesneden zomerkoninkjes, geraspte schil van een citroen, een glaasje rosé, fijne suiker naar eigen inzicht en een stukje foelie, gestampt in de vijzel. Bij gebrek aan foelie gebruikte ik vers geraspte nootmuskaat; dat mocht van de kok. De mix moet je vantevoren maken, tenminste één uur voor serveren maar nog liever een hele nacht in de koelkast laten staan. De vruchten -zonder het vocht- moeten voorzichtig door de opgeklopte slagroom worden geschept. Het gerecht maak je af met extra foelie/nootmuskaat en verse citroenrasp. Het extra leuke bij mijn bereiding was dat de citroen van eigen boom kwam. Er gaat niets boven biocitrus uit eigen tuin!

Down Under begon men vorige maand op televisie aan seizoen 12 van Masterchef Australia. Deze jaargang kreeg als ondertitel ‘Back to Win’. Je begrijpt: het is anders dan in voorgaande jaren. Niet alleen omdat er een geheel nieuwe jury is (het vertrouwde trio Calombaris-Preston-Mehigan stapte op), ook het concept veranderde. De kandidaten van deze jaargang zijn namelijk de bijna-winnaars uit de elf voorgaande jaargangen. Eerder gezegd, had ik niet verwacht dat men zou doorgaan met de opnames vanwege de coronacrisis.

Het aantal besmettingen en doden valt mee in Australië maar als men de episodes zou organiseren en filmen zoals voorheen, zou dat een  anderhalvemeterprobleem zijn geweest voor alle deelnemers. In dit overgangsjaar pakte men het kennelijk sowieso anders aan en dat is een verstandige zet. De kandidaten van dit jaar, inmiddels minstens zo beroemd als de winnaars (d.w.z. de overige finalisten), kregen ieder een eigen appartement en hoeven dus niet samen te leven onder één dak. De meeste van hen hebben zakelijke verplichtingen of zelfs een bedrijf en dat vraagt om meer privacy. Tijdens de opnames sloten sommige staten in Australië echter hun grenzen om uitbraken van besmetting te voorkomen waardoor pendelen tussen thuis en de opnamelocatie in Melbourne voor veel deelnemers onmogelijk werd.

Een van de dingen die ik hier kan verklappen, is dat mijn torenhoge favoriet Poh Ling Yeow weer meedoet. Deze goedlachse en creatieve kandidaat met Aziatische roots werd tweede in de allereerste jaargang van Masterchef (2009). Joehoe! Poh woont en werkt in Adelaide en kan vanwege de reisrestricties wekenlang niet bij haar echtgenoot en hondjes zijn. Ook kon ze haar winkel met merkproducten ‘Jamface’ niet openen in het weekend. Ze vond dat erg jammer maar had meer verdriet van de afstand tussen haar en haar geliefden.

Meer weet ik thans niet te melden. Zoals elk jaar vermijd ik de Australische media in deze periode als de pest (of vergelijkbaar), bang als ik ben dat ik iets hoor of zie dat ik als toekomstige kijker nog niet wil weten. In augustus zal dit onderhoudende programma naar alle waarschijnlijkheid weer op de Nederlandse televisie te zien zijn. Zoveel twijfels als ik eerst had over dit programma nieuwe stijl vanwege de weinig aansprekende nieuwe jury, nu kan ik niet wachten te weten wie dit jaar gaat winnen!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten