Translate

dinsdag 19 mei 2020

Wat te vieren

Het was afgelopen weekend voor het eerst in acht weken dat het dagelijks aantal coronadoden in Spanje onder het magische getal 100 zakte; zondag waren het er 87. Mijn liefje en ik vonden dat een reden om te vieren! Ik blogde eerder dat een mens in deze tijd de bizarste dingen, die je onder normale omstandigheden steil achterover doen slaan, thans positief vindt… Het gaat ook hier dus de goede kant op, al moet worden afgewacht welk effect de eerste stappen van de verlichting van het huisarrest, van de exit-strategie hebben. Twee weken geleden snakten wij hier naar een beetje vrijheid, nu mogen we minstens een uur per dag in ons tijdslot in onze woonwijk naar buiten om te bewegen en te sporten, mogen we met de auto binnen de provincie op pad voor niet-essentiële dingen. Als het zo doorgaat, staan ons in no time meer vrijheden te wachten!

Ondertussen zijn we drukdoende om het huis verder ‘huisarrestproef’ en zomerklaar te maken. Vorig jaar schaften we een groot rechthoekig zeildoek aan (vela de sombra, 3x4 meter) voor schaduw boven een deel van de patio achter ons huis. Ik herinner mij de eerste keer dat ik zo’n vorm van bescherming tegen zon zag goed: in 2005 in het rode hart van Australië in een resort dat Sails in the Desert heet. Een goed gekozen naam want de vele zeilen waren als bootjes op het droge van grote afstand te herkennen. Het vakantieoord ligt op steenworp afstand van Uluru (Ayers Rock), de magische rots in het land van de Pitjantjatjara, een Aboriginele bevolkingsgroep. We gingen destijds met enkelen van hen op excursie. Sweet Memories.

Het idee vergat ik nooit. Inmiddels is deze schaduwbrenger in Spanje en andere delen van de wereld volledig ingeburgerd. We kochten een grijze lap van goede kwaliteit, ecovriendelijk, lichtgewicht, waterafstotend, ademend, met 95% UV-bescherming en roestvrijstalen bevestigingspunten. Nu moesten we nog iemand vinden die het kon ophangen. Dat klonk gemakkelijker dan het was. Eerder vroegen we twee lokale ondernemers om dat te doen maar er gebeurde bar weinig sinds die verzoeken.

In onze straat woont een jong Spaans stel waarvan hij werkzaam is bij een firma die verhuurvilla’s beheert en onderhoudt. Hij was tot dusver altijd weg en kwam laat thuis maar sinds corona veranderde zijn patroon radicaal. Hij zat nogal sip thuis te zitten. Met haar, verpleegster, spreken we af en toe als we elkaar buiten tegenkomen. Hij blijkt Dani te heten en wilde wel iets bijverdienen. Hij zou zijn broer meebrengen met wie hij doorgaans samenwerkt. Op zaterdagochtend zouden ze de klus komen klaren. Het werd zaterdagmiddag en zijn auto stond nog steeds niet in de straat. Als je niet kunt komen, laat je dat toch even weten?! Niet hier.

Toen ik zijn bestelbusje bij toeval zag langsrijden vond ik dat een goed moment om polshoogte te nemen. Hij verblikte of verbloosde niet toen ik voor hem stond. Alsof we geen afspraak hadden waaraan hij zich niet had gehouden. Wanneer kon hij dan wel komen? Om vijf uur/half zes. We schoven de afspraak gewoon door, we zijn toch thuis. Het werd 18:00 uur en er was nog geen Spaanse klusser te bekennen.

Dat was niet de eerste keer die week. We wachten namelijk ook op een offerte voor het isoleren van de tussenwand met de buren. De aannemer zou vorige week dinsdag langskomen om een en ander toe te lichten. Het werd woensdag en we hadden nog niemand gezien. Ik nam maar weer eens contact op met Angèl, de aardige Spanjaard die ook goed Duits spreekt. Hij zou donderdagmiddag langskomen. Esta bien. Donderdagavond keken we elkaar aan: wederom niet. Er kon geen ‘lo siento’ (het spijt mij) vanaf… Wij kunnen niet omgaan met deze vormen van complete radiostilte. Vrijdagmiddag vroeg hij of we de offerte electronisch wilden ontvangen? Ik hapte direct toe. Síiiiiiii! We gaan met elkaar in zee, nemen ook de wand van mijn werkkamer mee. De kosten van het onderhanden werk liggen lager dan die van vijf jaar geleden toen we een vergelijkbaar project deden in onze vorige woning. We kregen deze keer nog extra korting. Het wachten is nu op de datum waarop de klus kan beginnen. Ik ben benieuwd of ik zelf weer achter hem aan moet voor dat antwoord.

Niemand zal mij voor gek verklaren als ik zeg dat de Spaanse economie te wensen overlaat. Foute voorbeelden in de overheden, een fragiele bancaire situatie, corruptie, schokkend hoge werkloosheid, enorme vergrijzing… het helpt allemaal niet. Dit gedrag zal nooit wennen, niet voor mij en niet voor mijn liefje. Wij zijn beiden goede organisatoren; een van ons noemt zich zelfs een control freak. Zij is de ervaringsdeskundigste van ons tweeën. In de laatste fase van haar werkzame leven beheerde zij een intensief outsourcing-project in Madrid, in opdracht van een Britse telecomprovider. Ze kwam wekelijks met interessante verhalen thuis. Een arbeidsgerelateerde beschouwing van de koude grond van haar zijde was afgelopen week dan ook geen verrassing.

Het niet zo nauw nemen met zakelijke afspraken en lage salarissen zijn volgens haar verklaringen voor de haperende arbeidsproductiviteit in dit land. Dat kun je afdoen als een vooroordeel maar dat is onterecht. In de krant El País las ik recent dat de productiviteit in Spanje in de afgelopen vier jaar, jaar op jaar, met 0% steeg. Een van de topeconomen van het land noemt het zelfs 'De ziekte van Spanje'. Wijzelf, vrienden en kennissen die hier in het verleden een huis of appartement verbouwden, kregen stuk voor stuk te maken met de mañana-cultuur: als het vandaag niet lukt, komt het morgen wel. (Vaak is dat ook zo, moet ik bekennen...)

Even later ging de bel. Het was Dani met een boormachine, in zijn eentje. Zijn broer was niet beschikbaar, wellicht konden wij hem een handje helpen. Tuurlijk, no pasa nada. We rolden het doek uit, bekeken het materiaal en de bevestigingsmechanieken. Ik stelde het ene voor, hij het andere. Samen kwamen we tot een goede aanpak. De boor bleek echter niet krachtig genoeg om gaten te boren en schroeven te draaien. Daar wist hij wel wat op, spiermassa genoeg. Een van de bevestigingspunt moest bij nader inzien worden verzet. Ik stelde voor dat hij stopte en het werk de volgende week zou afmaken; het was immers zaterdagavond. Moest hij niet met zijn novia op de bank zitten, hand in hand? Hij gniffelde en zei te willen doorgaan. Dat doorzetten moet ik hem nageven. Na bijna drie uur hing het doek naar ieders zin zin.

Ik houd van het schaduwspel dat de zon speelt in en om ons huis! Het scherm hangt zodanig dat er hier en daar nog strepen zonlicht op het terras vallen maar in essentie doet het waarvoor we het aanschaften: schaduw brengen en de temperatuur beheersen. Het is bovendien niet strak gespannen waardoor de wind er gemakkelijk onderdoor kan. Het is inmiddels zoveel koeler op de achterplaats (en in de achterkamer) dat je er voor je plezier gaat zitten! De nieuwe constructie biedt meer voordelen: t-shirts op het kledingrek kunnen drogen in de schaduw, de voorraadkast blijft koeler, het houdt vogelpoep tegen dus mijn liefje hoeft daar niet zo vaak te dweilen. Het gevaarte is bovendien gemakkelijk los te maken (o.a. banjonetsluitingen) zodra de grootste zomerhitte voorbij is. Schoonmaken is dan ook een fluitje van een cent.

Afgelopen weekend vierden we al die positieve ontwikkelingen met een afhaalmaaltijd bij een van onze favoriete lokale restaurants: ‘The Fishbowl’. Dat mag en kan hier nu ook. Sinds een week biedt het restaurant van Peter & Jenna Fisher een bescheiden menu aan afhaalgerechten. Toen mijn liefje las dat er op zondagmiddag Sunday Roast kon worden besteld, kon ze nergens anders meer aan denken. Zij vond het heerlijk toen we in Engeland woonden: gebraden rosbief uit de oven, aardappelpuree, groenten en Yorkshire pudding. Dat laatste is een soort bakje van pannenkoekbeslag dat in de oven wordt bereid. Daarin stop je  vlees, groenten en aardappel in en zo nuttig je deze dis. Not per se my cup of tea maar dat plezier doe ik haar graag.

Ik haalde de maaltijd op. Dat was de eerste keer in vele weken dat ik mij in de auto buiten mijn woonplaats begaf. Tick in the box. Parkeren deed ik bij de zeilclub. Even keek ik uit over de kleine haven die vol lag met boten en over de baai met fraaie kleuren. Daar zouden de stranden weer opengaan maar ik zag nog geen sterveling.

Het restaurant staat middenop een rotonde en heeft geen buitenterras. Meer dan afhaalkoken mag men dan ook niet. Bovendien vertoeft het grootste deel van de clientèle tijdelijk in het thuisland. Ik kon de zaak slechts twee meter betreden, de rest was afgeschermd. Eigenaar en kok Peter, met mondkap voor en handschoenen aan, stond mij op te wachten. Hij is momenteel de enige die kookt in de piepkleine keuken. Zijn echtgenote (tevens gastvrouw) was thuis. Ik vroeg naar haar welzijn en dat van de baby, die ik voorlopig ‘Little Nemo’ noem. De zwangerschap verloopt naar wens. De aanstaande vader glom door zijn mondkapje heen! Mijn liefje genoot van de roast. Een fles MiP-rosé van vriend Ger maakte de feestelijke lunch compleet. Zondag Zondaarsdag. We laten geen gelegenheid voorbij gaan om iets te vieren.

In Nederland gaat het later deze week uit de hand lopen in de horeca, vrees ik. Daar mogen de strandtenten niet vóór 1 juni open maar met een recordmooi Hemelvaart voor de deur (en nog enig herstel van economische schade), hebben de chiringuito’s van Scheveningen aangekondigd desalniettemin de deuren open te gooien. Die kans laten ze zich niet ontnemen, al is het tegen het besluit van de overheid in.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten