Translate

zaterdag 9 mei 2020

Rijk aan baby’s

Joehoe! Het is Global Big Day, georganiseerd door het fameuse Cornell Lab of Ornithology in New York. Het is hun bedoeling dat we vandaag overal ter wereld vogels gaan spotten in eigen tuin en woonplaats. Alles dat je daar ziet en hoort (geluid en beeld) dat veren heeft en kan vliegen, kun je via de gratis mobiele eBird app doorsturen. Je kunt die gegevens ook rechtstreeks via de website eBird.org ingeven. In de aanloop naar deze dag ontving ik een aantrekkelijke nieuwsbrief met veel illustraties in mijn postbus. Het begon met een onderhoudende introductievideo van de Amerikaan die al 25 jaar de beheerder van het lab is. Een bofkont met golvend zilver haar en grijze snor.

Hij vertelde daarin dat zijn organisatie recent de digitale rechten verkreeg van de compleetste en beste vogelgids ter wereld, het ‘Handbook of the Birds of the World’, uitgegeven door Lynx Edicions in Barcelona. In de beginjaren '80 van de vorige eeuw had de Catalaanse plattelandsarts Josep del Hoyo een idee dat hij deelde met zijn vriend Jordi Sargatal. Waarom konden ze geen vogelgids gaan samenstellen van alle gevederde vriendjes in de wereld? Sargatal vroeg zich in alle ernst af of er een steekje loszat aan zijn vriend Josep. Iemand uit Cloud-Cuckoo-Land?! Niets bleek minder waar.

Na vervolggesprekken liet Sargatal zich overhalen om aan dit project mee te doen. Voor inspiratie en budget zochten ze contact met Ramon Mascort, een lokale advocaat en ondernemer met een grote interesse in boeken en natuur. De laatste persoon die zich bij dit team aansloot, was de Schot Andy Elliott, ornitoloog en taalkundige. De vier mannen gingen aan de slag. De eerste vogelgids verscheen in 1992 op de markt.

In 2002 stelde het team de gratis Internet Bird Collection (IBC) open op het web,  voor het grote publiek. Daar vind je foto’s, geluiden, statistieken en vogelquizen. Zelf raadpleeg ik deze database af en toe als mijn eigen papieren gids geen uitsluitsel geeft over plaatselijk gespotte vogels. Bovendien geeft men onder andere tips over hoe je het best vogels in vlucht kunt fotograferen. In mijn  geval is het vaak niet de cameratechniek die de zwakste schakel is. Het is eerder mijn gebrek aan geduld... Ter info: de website van IBC zal binnenkort opgaan in de Macaulay Library, onderdeel van Cornell Lab. De vogelmigratie is onderweg ;-) Dit wordt op termijn de Moeder aller vogelwebsites!

Vorig jaar werd op deze vogelteldag een record bereikt met de wereldwijde inzending van 92.284 checklists over vogels die professionals en amateurs die dag spotten. Ook deze organisatie maakt veelvuldig gebruik van burgerwetenschappers (Citizen Scientists). Elke vogel telt! In de afgelopen weken troffen we tweemaal een kapot lichtblauw eitje met spikkels op het terras aan. Bovendien vond ik bij het snoeien van een van de bomen een verlaten nest. Hadden we dan toch baby’s (gehad)? We gaan vandaag zitten, wachten, rondlopen en vooral tellen en fotograferen. Ik ben benieuwd.

De link van deze dag stuurde ik door naar Ketut in Bali. Wellicht zou hij als pa de verveling van zijn schoolgaande-maar-nu-thuiszittende mannetjes voor een dagje kunnen verzachten? Coronatijd is evenmin gemakkelijk voor de jongsten onder ons. Niet naar school kunnen, je vriendjes niet zien, niet samen kunnen spelen of  voetballen. Dat maakt indruk. Niet onoverkomelijk maar wel erg wennen.

Dat weten we omdat mijn liefje en ik eerder deze week een dringend verzoek kregen van onze grote, kleine vriendjes in Bali. Eerst meldde Damai (nummer 2) zich met een gesproken bericht, gevolgd door een boodschap van oudste broer Yuda. Of we please-please weer een keertje met hen wilden videoappen. Ze misten ons, verveelden zich en wilden ons zien. Daaraan vooraf gingen foto’s van badminton-spelende jongens en mannetjes die de tuin besproeiden. Papa Ketut, tijdelijke huisman totdat hij weer kan gaan werken op een cruiseschip, probeert ze zo goed mogelijk bezig te houden. Ons tegenbericht leidde tot veel gejuich aan de andere kant van de lijn. We spraken voor twee uur later af. Wij kwamen terug van onze dagelijkse ochtendwandeling en fietsronde, sprongen onder de douche om op ons best voor de camera te verschijnen. Welriekend, met gewassen haren, gekleed in t-shirts waaraan iets was te zien.

Vijf minuten voor de afgesproken tijd rinkelde de telefoon. Atypisch. Ze konden niet wachten. We zagen onze lieve jongens weer in levende lijve. Iedereen blij, kita senang! Enkele van de rituelen zijn dan dat zij vragen of wij al koffie nuttigden? Of we daarbij een koekje aten? En daarna wordt er doorgaans door Damai gezegd dat hij tenminste één van onze t-shirts leuk vindt. Ze stelden ons niet teleur. Zelf droegen zij t-shirts die wij hen ooit kado deden: eentje met hond Laika in een astronautenpak voor Damai, voor Yuda een Tasmanian Devil-shirt met hoodie. Ik vroeg of ze wilden ruilen (tegen onze olifant en drie pinguïns aan het einde van de wereld). Nee, no, tidak!

Dagelijks mogen ze een uurtje gebruikmaken van de wifi-verbinding in de verhuurvilla van Elsa’s werkgever, zolang er daar geen gasten zijn (die zijn er momenteel niet). We zagen onze oude laptop op tafel staan, met muis. Daarmee loggen ze in op het online educatieplatform ‘Schoology’ van hun lagere school om de dagelijkse portie huiswerk te maken. Het is leerzaam en fun, volgens beide leerlingen. Ketut vertelde dat hij het lesmateriaal van zijn kinderen soms best uitdagend vindt. Maar hij helpt waar hij kan. Wat dat betreft, is het goed dat hij weer thuis is. Zo krijgen de kinderen voldoende ouderlijke aandacht. Elsa is doorgaans druk met werken en het verzorgen van de baby’s.

Varen was tijdens het gesprek afwezig; hij werd tijdelijk bij een grootouder gestald. We vroegen of nummer 3 jaloers is op zijn zusje Santi (nummer 4).Het zou zo maar kunnen dat de derde op rij in de knel komt. Dat blijkt gelukkig niet het geval. Als hij 's ochtends wakker wordt zijn de eerste kussen voor zijn zusje, naar verluidt. Zij werd in december 2019 geboren als enige meisje in het gezin. Tijdens dit gesprek lag de kleinste aanvankelijk aan de borst van mama en later in de armen van haar trotse papa. Ze zijn blij met elkaar, al is het voeden van zes monden geen vanzelfsprekendheid. Wij lijken echter de enigen die ons daarover zorgen maken. (Het toeristische Bali wordt economisch zeer hard geraakt door de coronacrisis.) Yuda is zorgzaam en werpt zich regelmatig op als hoeder en verzorger van de kleintjes, Damai doet zijn broederlijke plicht maar niet per se van harte. Wij vinden het boeiend om die karakterverschillen in werking te zien.

We denken niet dat we met Varen en Santi ooit dezelfde hechte band zullen opbouwen als we deden met hun oudere broers. Toen die baby/peuter/kleuter waren, woonden wij in Bali dus dat contact verliep als vanzelfsprekend. Ze waren (bijna) dagelijks bij ons en raakten snel gewend aan hun oma’s met de witte huid. Die relatie proberen we uit alle macht op peil te houden. Als het met de twee jonkies in de toekomst anders verloopt, is er geen mens overboord.  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten