We keken afgelopen week weer naar de uitzendingen van deze jaargang van Masterchef Australië, na een korte onderbreking. En het gekke is: op het eerste gezicht misten we geen enkele kandidaat. Ik kon niet bedenken wie in de tussentijd afviel. (Inmiddels weet ik het.) In deze jaargang is dan ook sprake van een andere beleving dan in voorgaande jaren. Voorheen zat ik aan de buis gekluisterd, nu kijk ik als het mij uitkomt. Het is een teken aan de wand dat ik nog steeds geen favoriet onder de participerende kookamateurs heb, dat ik soms vergeet naar een aflevering te kijken of de voorkeur gaf aan iets anders.
Dit eens zo favoriete kookprogramma lijkt zijn glans door corona te hebben verloren, wat mij betreft. Social distancing past niet bij het concept, buitenlandse gastkoks mogen het land niet binnen en waren virtueel aanwezig (via hologrammen). Dat pakt niet goed uit, vond ik. Alsof de verf afbladdert van het schilderij van een oude meester... Het zal niet uitsluitend aan het programma liggen, het zal ook met mij als kijker te maken hebben. Misschien is de liefde voorbij na 13 jaren van trouw? De nieuwe jury sloot ik vorig jaar al virtueel in mijn armen en er zijn echt nog wel nieuwe ideeën die worden uitgeprobeerd en die verrassen.
Zo zag ik afgelopen week dat oud-kandidaten (afvallers) terugkeerden naar de Masterchef-keuken. Deze keer konden niet een maar twee van die afvallers hun plek in de competitie terugverdienen. Zij die nog wel in de race zijn, moesten voor de afvallers één ingrediënt kopen dat hen typeerde en waarmee ze daarna een gerecht moesten maken. Dan, de 31-jarige gepromoveerde wetenschapper, met een moeder uit Guangzhou en getrouwd met een man, was de favoriete boodschapper voor velen. Dat pakte vooral goed uit voor Eric (21 jaar, Medicijnen-student) die speklapjes ontving. Deze sympathieke jongeman deed op 10-jarige leeftijd al mee aan de auditie van Junior Masterchef. Hij wist aanvankelijk niet wat hij met die pork belly aanmoest, gek genoeg. Aangever Dan wel: een wontongerecht naar een recept van zijn (Aziatische) familie. Daarmee won hij de eerste stap in de terugkomrace. Wat dit jaar überhaupt opvalt -en dat ik kan waarderen-, is het grote aantal leden van de LGBTIQ+ gemeenschap dat meedoet, naast Dan: Conor, Eric, Tom, Jess, Scott en Trent. Het geeft dit kookprogramma een roze randje.
Enkele maanden geleden ontstond ophef rondom Masterchef-jurylid Jock Zonfrillo. Tijdens een uitzending had hij een ketting in zijn hand. Men vroeg zich af wat dat ding was en waarom hij het droeg. Het blijkt te gaan om zogenaamde ‘worry beads’ die hij gebruikt als kalmeringsmiddel tegen stress. De ketting die de reuring veroorzaakte, heeft speciale betekenis voor hem omdat hij die ontving van de echtgenote van een dierbare vriend, journalist en culinair recensent A.A. Gill die op 62-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van kanker. Zonfrillo had het ding al vanaf de eerste uitzending op zak. Het productieteam van het programma vroeg hem waarom. Daarop besloot hij zijn talisman niet meer te verstoppen en uit de kast te komen als iemand met angsten die hij hiermee probeert te bedwingen. Hij noemde die ketting “a sancatuary for the mind”. Klinkt een beetje als teksten van de zusjes Van Lexmond maar ik bagatelliseer die gevoelens niet. Als je pijn in je voet hebt, neem je ook een aspirientje dus waarom geen bestrijding van zielepijn? En dan is dit nog een tamelijk onschuldig medicijn...
Hij maakt inmiddels zelf kettingen onder het label ‘Caim’ (Schots woord), met bijzondere en zeldzame edelstenen (nee, geen glas van de Blokker) en een doodskop als hanger. Dat legt hem geen windeieren; ze zijn te koop voor 495 Ozzie dollars per stuk. Een ideetje voor Halloween? Te laat! Alles op de website is uitverkocht. Van elke verkochte ketting gaat overigens $5 naar Beyond Blue, een Australische organisatie die hulp verleent aan mensen met geestelijke gezondheidsproblemen. Naar verluidt, zouden drie miljoen Ozzies daaronder lijden (dat komt neer op ongeveer 12% van de bevolking).
Gisteren las ik een interessant interview in de Volkskrant met Damiaan Denys, praktiserend psychiater gespecialiseerd in angst- en dwangstoornissen en hoogleraar aan de UvA. Hij stelt dat mensen het zijn verleerd om te gaan met alle tegenslag, pijn en verdriet die het leven nu eenmaal biedt. In Nederland is nu al 17% van de mensen depressief. Hoeveel willen we er nog bij hebben? “Hier worden gevoelens gepathologiseerd die inderdaad ongemakkelijk zijn maar die bij het normale leven horen. Maar dat weten we niet meer. Onze zelfreflectie is verstoord.”
Nul tegenslag is vragen om problemen. De betekenis van lijden is heel breed geworden: het verschil tussen wat je verlangt en wat je krijgt. Denys stelt dat het voor mentaal welbevinden juist nodig is om te maken te krijgen met problemen en tekortkomingen, een moeilijke jeugd, een werkelijkheid die niet altijd naar je zin is. “Daarvan groei je en word je een weerbaarder persoon.” De Nederlandse geestelijke gezondheidszorg barst dus uit zijn voegen, in de woorden van Denys. Psychische zorg is door de markwerking een product geworden en patiënten met ernstige psychische problemen (zoals schizofrenie en bipolaire stoornissen) zijn daarvan de dupe.
Over tekortkomingen gesproken, tijdens onze recente rondreis door Andalusië introduceerde vriendin Bernadette burrata in ons midden. Ik had er weleens van gehoord maar het nog nooit gegeten of gekocht. Het bleek een gemis want het gaat om het veel lekkerder zusje van mozzarella! Zij stelde een salade met burrata voor als gedeeld voorgerecht. Sindsdien ben ik verslingerd aan dat romige bolletje. Inmiddels vond ik het hier in een goede supermarkt en bereidde er een tomatensalade met pesto en pijnboompitten mee. Bernadette stuurde ook nog een variant met verse vijgen en ham toe. Eveneens om uit te proberen.
Van dezelfde gulle gever ontvingen we nog een ander kado: een kookboek van Yvette van Boven, getiteld ‘Van Bovens Leftovers’. Het is een loodzwaar exemplaar met meer dan 400 bladzijden recepten en kooktips. Joehoe! Een groot pluspunt is dat alle recepten naar seizoen zijn geordend. Spekkie naar mijn bekkie. De ondertitel luidt als volgt ‘Ruim 200 oermakkelijke recepten om verspillingsvrij het jaar door te koken’. Hiermee wil Van Boven niet vermanend klinken. Het is voor haar eerder een leefregel; ze kookt niet met kliekjes uit zuinigheid. Geen eten weggooien is voor haar al jarenlang vanzelfsprekend, voor ons geldt dat iets minder maar we leren elke dag. Een restje hoofdgerecht tovert zij om tot een soepje, een restje voorgerecht belandt in de lunch als soufflé en een restje dessert wordt smoothie de volgende ochtend. Zo kan een overblijfsel opnieuw een hele tafel voeden. Een mooie cyclus die navolging verdient. Van Boven beschrijft drie gerechten met burrata die ik allemaal ga uitproberen: met coeur de boeuf-tomaten, herfstpanzanella en warme kaki. Stuk voor stuk winterse kost.
Wij kookten afgelopen week al twee gerechten uit het nieuwe kookboek. Ik sloeg de oktober-sectie open en vond een aansprekend hoofdgerecht: eendenborst met verse pruimen-cidersaus. Er stond een tip bij over de manier waarop je de pit het gemakkelijkst uit de pruim krijg. Je moet niet via de bilnaad van de vrucht snijden maar haaks erop. Handig! Alle begeleidende tekeningen zijn van multitalent Yvette zelf. Het toetje haalde ik uit de november-sectie van het boek: Eton mess op Van Bovenstebeste wijze.
Vandaag is Halloween, de griezeligste dag van het jaar, ook in de keuken van Huize Barefoot. Hierbij het recept van mijn zelfgemaakte heksensoep. Hocus-pocus...
Er was
eens een heks in Mojón
Die
dacht dat ze toveren kon
Ze
roerde gespannen
In
potten en pannen
Wat
zat er toch in haar bouillon?
Afgehakte
vingerkootjes
Spinnenweb
en bokkenpootjes
Slangenvel
en hagedis
Hondendrol
en kattenpis
En tot
slot, je raad het al:
Tentakels
van een parelkwal.
Van gisteravond bleef een restje pruimensaus over. Dat giet ik vanavond over het nagerecht. Bloody delicous!