Translate

woensdag 16 oktober 2024

Ze maakten er een potje van

De hele maand oktober worden hier de patroonsfeesten gevierd. Dit zijn belangrijke katholieke feesten in een land dat echter langzaam maar zeker ontkerkelijkt. Wij wonen in een plaats die Pilar de la Horadada heet. De patroonheilige om wie het hier draait is Onze Lieve Vrouwe van Pilar, een van de oudste Maria-heiligen. Volgens de overlevering zag Jacobus de Meerdere, toen de moeder van Jezus nog in Jeruzalem woonde, haar in levenden lijve aankomen op de oever van de rivier de Ebro, vergezeld van een groep engelen die een zuil (pilar) meedroeg.

Jacobus (een apostel van Jezus) was een van de eerste heiligen die naar de westelijke grenzen van Europa reisde om het Evangelie te verkondigen. Zijn beenderen zouden begraven liggen in Santiago de la Compostella. Het Iberisch schiereiland, de finis terrae, maakte destijds deel uit van het Romeinse Rijk. De meegebrachte zuil schijnt tegenwoordig te worden bewaard in de Basiliek van Pilar in Zaragoza, in de autonome regio Aragón waar wij onlangs rondreisden. Religieuze Spanjaarden gaan er jaarlijks op bedevaart. 

Spaanse jongeren beleven deze patroonsfeesten op geheel eigen wijze. Met minder devotie, dat is zeker. Zij zien het vooral als een manier om samen te feesten. Er vloeit dan veel alcohol door de jonge keeltjes. Dat zagen we van heel dichtbij toen we naar Los Alcázares gingen om deelgenoot te zijn van de ‘Dia de la Hispanidad’. In de volksmond wordt 12 oktober Columbusdag genoemd. In dit land lijkt men (nog?) niet gebukt te gaan onder de eigen geschiedenis als voormalige kolonisator. In Nederland verwijderde men het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen uit het straatbeeld en werd de Gouden Koets naar een donkere schuur verbannen. Je zou het een hedendaagse Beeldenstorm kunnen noemen. 

De door mij gewaardeerde historicus en schrijver Martin Bossenbroek (71) schreef een nieuw boek over dit thema, getiteld ‘Kolonialisme! De vloek van de geschiedenis’. Zelf noemt hij het een pamflet en dat geeft de politieke lading aan. Hij stelt dat er een punt moet worden gezet achter het koloniale verleden; geen komma zoals premier Rutte eerder meende. Het einde raakt zoek als je al het leed uit het verleden wilt rechtzetten. Bossenbroek voelt niets voor het narratief van de borstkloppers (zoals Wilders, die zich menigmaal liet afbeelden als Michiel de Ruyter), noch van de boetedoeners. De ene groep is de verkondiger van ‘daar werd iets groots verricht’, de andere van ‘daar werd iets gruweljks verricht’. Het witte verhaal versus het gekleurde verhaal. Hij vindt het pijnlijk te constateren dat we door deze polisarisatie zelf bijdragen aan de afbraak van de democratie. En dat terwijl de klok voorttikt... Zijn opvattingen resoneerden bij mij. 

Hier wordt Columbus vereerd als de man die van Spanje een wereldmacht maakte nadat hij de Nieuwe Wereld ontdekte. (Per ongeluk, dat wel...) Mijn liefje las vorige week voor uit de Spaanse krant El País. 

Daarin was te lezen dat onderzoekers na 22 jaar speuren zeker menen te weten dat Cristóbal Colón (Christoffel Columbus) geen Italiaan uit Genua was. Het DNA in zijn beenderen uit cryptes in Italië en Spanje werd onderzocht. Er is ook een mausoleum in de Dominicaanse Republiek maar de autoriteiten weigerden medewerking aan dit project. Ze namen ook DNA-monsters uit de beenderen van Columbus' zoon Hernando, zijn broer Diego -die zijn broer niet (b)lijkt te zijn maar een verre neef- en zijn Spaanse moeder. Voor het DNA-onderzoek werd hulp ingeroepen van Amerikaanse en Australische experts. 

Spaanse wetenschappers van de Universiteit van Granada, onder aanvoering van geneticus Dr Lorente, denken nu zeker te weten dat deze ontdekkingsreiziger geen Italiaan maar waarschijnlijk een Spanjaard was. Ook denken ze dat de ontdekkingsreiziger, wiens expeditie over de Atlantische Oceaan in 1492 de loop van de wereldgeschiedenis veranderde, waarschijnlijk in West-Europa werd geboren; mogelijk in de stad Valencia. 

Cristóbal Colón zou een Sefardische Jood zijn. Ze vermoeden dat hij zijn Joodse identiteit verborgen hield of zich bekeerde tot het katholicisme om aan religieuze vervolging te ontkomen. Afgelopen zaterdag werd op de Spaanse tv (RTVE) een documentaire vertoond, getiteld ‘Columbus DNA: His True Origin’ die dit verhaal vertelt. Ik bekeek de docu onlangs op YouTube. Un gran puzle... Mooi gemaakt, spannend in beeld gebracht en fascinerend! Toen ik ’s middags thuiskwam om de laatste episode te bekijken, was de documentaire van het web verdwenen. Ik keek waarschijnlijk naar een illegale kopie. 

De kring van genetica-specialisten reageerde terughoudend op dit nieuws. Ze stelden vraagtekens bij de gehanteerde methoden en hekelden het gebrek aan wetenschappelijk bewijs. Er kwam immers geen publicatie in een wetenschappelijk tijdschrijft. Geschiedenisspecialisten vroegen zich vooral af waarom de grootste Columbus-kenners niet waren betrokken bij dit onderzoek. Anderen, zoals ik, zagen de ironie van het lot. Het Spaanse koningspaar (Ferdinand y Isabella) dat opdrachtgever en sponsor van Colombus was, maakte zich destijds schuldig aan vervolging, verdrijving en pogroms van Joden in het land. Hadden zij hun macht en rijkdom te danken aan de verrichtingen van de joodse Cristóbal... Tja.  

Ik weet niet hoeveel Spaanse jongeren interesse hebben in dit verhaal maar dat doet nu niet terzake. Deze nationale feestdag was voor menige jongeling een dag om te genieten van keiharde muziek, een flinke borrel en een lekker potje rijst met vrienden op het strand. En geef ze eens ongelijk! Er was die dag in Alcázares een groot aantal peñas aanwezig. Wij kennen deze aan Valenciaanse zijde ook. Dit zijn verenigingen van jong en oud, van groepen die op zo’n dag samenkomen om traditioneel te koken en met elkaar te eten. 

Zoals wij in Valencia onlangs ‘Dia de Valencia’ vierden met paëlla voor iedereen, door lokale peñas bereid, zo deden ze dat in Murcia met het feest van de Calderos. De Murciaanse caldero is een gietijzeren pot waarin diverse soorten vis uit de Mar Menor, talloze tenen knoflook, tomaten, rijst uit Calasparra, ñoras, saffraan en peper worden bereid tot een smaakvolle stoofpot. De maaltijd wordt geserveerd met aïoli. Er hingen die dag tientallen potten aan een driepoot boven open vuur op het strand. (De enige dag van het jaar dat dit is toegestaan.) De caldero is een van de oudste kookpotten die de mensheid kent. Heksen uit vervlogen tijden kookten erin. (Niet zelf, natuurlijk!) Als het gerecht aan tafel wordt geserveerd, wordt er een handgevlochten mand van aspertogras om de bloedhete pot gedaan.

Ook de peña van het lokale restaurant Ramon bereidde een caldero voor. Ik raakte in gesprek met twee van hun leden. Eentje stond knoflook en ñoras fijn te stampen in een vijzel. Zij meldden bij die gelegenheid op zoek te zijn naar een kokkin maar daarop reageerde ik niet. Ze nodigden mij uit te komen proeven als hun caldero klaar was. Ik bedankte hartelijk maar ook dat liet ik passeren. We reserveerden namelijk voor de lunch in ons favoriete lokale restaurant La Tropical. Bovendien ben ik niet erg happig op vissen uit de uiterst vervuilde Mar Menor. Lokale bestuurders en boeren langs de Mar Menor maakten er decennialang een potje van. Al tien jaar blog ik over het sneue lot van deze bijzondere lagune, de grootste binnenzee van Europa. 

Een van de opvallendste vrouwelijke chefs van dit moment in deze regio is de 37-jarige María Gómez. Zij heeft een restaurant dat in 2021 een Michelinster ontving, genaamd ‘Magoga’ in de stad Cartagena. ‘Where the Sea and the Countryside Embrace’, aldus de website. 

Gómez werd geboren in Fuente Alamo, een dorp in Campo de Cartagena (een van de grootste vervuilers van de Mar Menor). Haar culinaire opleiding kreeg ze in een catering centrum en een beroemde horecaschool in Baskenland. Ze deed ondere andere werkervaring op in het wereldberoemde Spaanse sterrenrestaurant El Bulli. Zij timmert aan de weg, gaf een kookworkshop tijdens de gastroweek in Los Alcázares waarin ze een typisch Murciaanse caldero bereidde. De kaarten waren razendsnel uitverkocht, we visten achter het net. Wij gaan dit restaurant zeker een keer bezoeken. 

Mijn lekkerste caldero at ik tot dusver bij El Mosquí, een visrestaurant in Cabo de Palos; de plek waar ik in de zomermaanden graag snorkel. Ik vertrouw erop dat ze daar gezonde vis gebruiken. Dit gerecht is al meer dan 50 jaar hun signature dish. Beetgare rijst, een mooi stukje vis (separaat geserveerd), huisgemaakte aïoli en heel veel smaken in de pot. Aanrader!  


vrijdag 11 oktober 2024

Pink

Jaarlijks sta ik stil bij oktober als wereldwijde borstkankermaand. Daar begon ik mee in 2009, het jaar waarin mijn liefje de diagnose borstkanker kreeg. De behandeling was intens maar verliep goed. Op de gespecialiseerde afdeling van het lokale ziekenhuis was zij in uitstekende handen. Het medische team daar was zeer capabel en toegewijd. Thuis ontpopte ik mij tot een heuse Zuster Clivia die haar met raad en daad bijstond. Ook dat overleefde zij. Sindsdien wordt ze jaarlijks gecontroleerd op de afdeling Oncología.

Zelf kom ik uit een zogenaamde ‘besmette familie’. In het gezin waarin ik werd geboren, bleek een gemodificeerde gen rond te waren die een verhoogd risico op borst- en/of eierstokkanker geeft. Mijn vader bleek deze foute gen onbedoeld te hebben doorgegeven aan zijn nageslacht. Maar toen dat werd aangetoond, was hij al overleden.

Ik raakte er in de loop van de jaren steeds meer van overtuigd dat ook mijn vader, net als zijn neef met wie deze familiekwestie begon, borstkanker had. Ik denk dat een tumor in een borst uitzaaide naar andere delen van zijn lichaam en dat hij daaraan overleed. Jarenlang klaagde hij over hevige pijn in een borst. Dat maakte ik bewust mee als puber. Iedereen, ook de cardioloog, dacht dat het een gevolg was van de openhartoperatie die hij in de beginjaren '70 van de vorige eeuw onderging. Men zocht en zocht naar een oorzaak van de pijn maar vond die nooit. Hij voelde zich nogal onbegrepen en was soms opstandig. In die tijd had men nog geen idee dat ook een man borstkanker kon krijgen. Mijn pa overleed begin jaren '80 aan iets dat niemand wist of kon verklaren. Ook medici niet. Op een dag was hij er niet meer. Borstkanker is dus niet uitsluitend een vrouwenziekte, al is het zeldzaam. Bij circa 10% van mannen die borstkanker ontwikkelen, komt de ziekte voort uit erfelijke aanleg. 

In het jaar van de ontdekking, liet eenieder in het gezin haar DNA onderzoeken. Zelf bleek ik geen draagster te zijn. Mijn zussen hadden minder geluk; zij waren alledrie draagster van dit rotgen. Alledrie kregen ze borst- en/of eierstokkanker in de daarop volgende jaren. Twee van hen overleden aan de gevolgen ervan. Gezien deze familiegeschiedenis raadde de Spaanse gynaecoloog mij jaarlijkse onderzoeken aan. Dat dat doe ik sindsdien braaf. 

Dus je begrijpt dat een maand als deze mij aan het hart gaat.

Groot was mijn verontwaardiging toen ik las en hoorde hoe in Nederland wordt omgegaan met vrouwen met veel klierweefsel in hun borsten. De 80.000 vrouwen in Nederland die dat betreft, hebben tweemaal meer kans om borstkanker te ontwikkelen dan vrouwen die dat niet hebben. Een vrouwenborst bestaat uit vet- en klierweefsel. Borstkanker is slecht zichtbaar op röntgenfoto’s van vrouwen met dicht borstweefsel. Vetweefsel is zwart op een röntgenfoto, klierweefsel is wit maar dat is een tumor ook. Hoewel deze groep dus een veel grotere kans heeft om kanker te ontwikkelen, worden er geen aanvullende MRI-­scans verricht. Deze vrouwen worden niet eens op de hoogte gesteld van het feit dat ze dicht borstweefsel hebben. Een gotspe! 

Het is aan één Nederlandse vrouw te danken dat deze bal ging rollen: Ineke van den Heuvel. Zij deed mee aan het Bevolkingsonderzoek en kreeg groen licht. Er bleek toch een tumor te groeien in een borst. De diagnose borstkanker werd later alsnog gesteld nadat ze naar de arts ging vanwege een knobbeltje. Helaas was er op dat moment al sprake van uitzaaiingen. Toen ze aan de radioloog vroeg hoe men die tumor had kunnen missen, was het antwoord dat het kwam door haar zeer dichte borstweefsel. Waarom kreeg ze dat na het onderzoek niet te horen? Die informatie mag de arts niet delen met de patiënte. 

Het opmerkelijke is dat ik al jaren een gedetailleerde uitslag van deze borstonderzoeken ontvang van de Spaanse radioloog die de beelden (van mammo en echo) beoordeelt. Daarin staat ook info over borstdichtheid. De radiologe die dat onderzoek de laatste keer beoordeelde, beval als eerste een MRI met contrastvloeistof aan om zeker te weten dat er niets kwalijks zit. Een doortastende vrouw die zich bekommert om de gezondheid van een andere vrouw. Tijdens het volgende consult met de gynaecoloog zal ik dit onderwerp ter sprake brengen. 

Vrouwen in Nederland stappen nu onwetend de mammobiel binnen. Circa acht van de 100 vrouwen die meedoen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker hebben zeer dicht borstweefsel. Het hebben van zeer dicht borstweefsel is deels erfelijk bepaald. Op mammogrammen worden veel tumoren opgespoord maar voor vrouwen met zeer dicht borstweefsel werkt die techniek minder goed. Tot voor kort werd bij deze groep vrouwen 60% van de tumoren ontdekt. Dat kan veel beter en bovendien is de oplossing voorhanden. 

Vijf jaar geleden ontdekten twee Nederlandse onderzoekers na acht jaar studie onder 40.000 vrouwen (DENSE-studie) dat borstkanker jaarlijks bij honderden vrouwen met dicht borstweefsel eerder kan worden ontdekt door een aanvullende MRI-scan. De contrastvloeistof die vóór de scan aan de patiënte wordt toegediend, maakt een tumor goed zichtbaar op de beelden. (Op de foto hiernaast licht de tumor roze op.) 

Vroege ontdekking van een kwaadaardige tumor verhoogt de overlevingskans van een patiënt(e) aanzienlijk. Mijn liefje is daarvan een goed voorbeeld. Als de agressief groeiende tumor in haar borst twee weken later was ontdekt, was het niet goed afgelopen met haar. 

Na acht jaar betrouwbaar onderzoek en overtuigende resultaten besloot de Nederlandse Gezondheidsraad het advies van deze twee specialisten naast zich neer te leggen. De artsen gingen met hun resultaten ook naar het ministerie van Volksgezondheid en het RIVM. Hun pleidooi voor een aanvullende scan met contrastvloeistof haalde niets uit.  

Drie kanttekeningen hierbij: 1) het blijkt een regeringsbesluit uit 2011 te zijn om vrouwen bij het Bevolkingsonderzoek niet in te lichten over hun borstdichtheid. Edith Schippers (VVD) was destijds de verantwoordelijke minister van Volksgezondheid. Een vrouw, en nog een liberale ook! 

2) De Gezondheidsraad is tot dusver van mening dat vrouwen maar onnodige stress ervaren als later zou blijken dat er niets mis is met hun borsten. Dat zou psychisch en fysiek té belastend zijn. Mannen die voor vrouwen denken: wat een paternalisme anno 2024! En dan te bedenken dat de missie van deze Raad is ‘gezondheid helpen bevorderen voor iedereen’.

Bij mij werd in 2019 een biopt (hapje weefsel) uit een borst genomen nadat de toenmalige radioloog op de echografie (niet op de mammografie) een verdachte plek meende te zien. Het bleek goedaardig te zijn dus het was loos alarm. Daar moet je mee leren omgaan. Het leven zit vol met dit soort verrassingen. Mijn opluchting was vele malen groter dan de stress. De behoefte om precies te weten hoe iets medisch zit, is bij mij altijd groter geweest dan de vrees voor ziekzijn. Kanker kan eenieder overkomen. Een op de zeven vrouwen krijgt borstkanker in Nederland. Een op de twee Nederlandse burgers krijgt bij leven een of andere vorm van kanker. 

3) Als je als vrouw van niets weet, kun je ook niet in actie komen. Je kunt beginnen met het opvragen van je eigen mammogrammen na een bevolkingsonderzoek. Met codes wordt in het rapport aangegeven welk type borstweefsel je hebt. A t/m D, waarbij D staat voor zeer dicht borstweefsel. 

De zieke Ineke kon zich evenmin bij de ontstane situatie neerleggen. Voor haarzelf kwam actie te laat maar haar dochter heeft eveneens zeer dicht borstweefsel. Ze schreef Tweede Kamerleden aan, vroeg om opheldering bij het Miisterie van Volksgezondheid (van PVV-minister Fleur Agema) en bij de Gezondheidsraad. Vorige maand schreef ze een kritische brief aan staatssecretaris Karremans (VVD) van Jeugd, Preventie en Sport. Die liet, na alle recente ophef, het volgende weten via zijn woordvoerder.

Hij betreurt het dat de uitslag van een mammografie voor sommige vrouwen onzekerder is maar hij acht het ‘niet verantwoord’ om vrouwen in te lichten over hun borstdichtheid. Hij wil ze ‘niet belasten met informatie waaraan zij geen vervolg kunnen geven’. Ik vind dit ongehoord. Laat vrouwen zelf beslissen waarvan ze stress krijgen! Weten of je een verhoogd gezondheidsrisico loopt als vrouw, is een recht. En vrouwenrechten zijn geen mannenzaak; dat is aan vrouwen zelf. 

Zolang er geen beleid is in Nederland over borstdichtheid wordt een aanvullende MRI niet vergoed door de zorgverzekeraar. Vrouwen krijgen -meestal- geen doorverwijzing alleen maar omdat ze zich zorgen maken. 

Ineke overweegt nu een procedure te starten bij het College voor de Rechten van de Mens; hét officiële mensenrechteninstituut van de Nederlandse staat. Wij steunen haar.


zondag 6 oktober 2024

Aethon

Dit is een blog met uitsluitend goed nieuws. Mijn favoriete radioprogramma ‘Vroege Vogels’ won onlangs de Irispenning. Deze prestigieuze prijs wordt uitgereikt aan organisaties, projecten of personen in Nederland die gedurende langere tijd –minimaal vijf jaar– op innovatieve en eigenzinnige wijze een breed publiek weten te bereiken en te informeren over onderwerpen op het terrein van wetenschap en techniek. Joehoe! Vroege Vogels, dat al 35 jaar bestaat, wordt wekelijks beluisterd door 500.000 luisteraars. Ik ben een trotse volgelinge. Terwijl ik zit te bloggen, hier en nu, staat het programma aan. Er is ook altijd prachtige klassieke muziek te horen tussen de boeiende reportages door. 

Mijn liefje en ik reden laatst naar natuurpark El Hondo toen we een kilometer voor de ingang van het park een stuk of zes Europese bijeneters op een electriciteitskabel zagen zitten. Ik reed langzamer om deze kleurrijke vogels goed te kunnen bekijken. Ze vlogen op en keerden terug. Ik was enthousiast. Wellicht zouden we ze ook kunnen zien in het park. Het was jaren geleden dat ik deze migranten in vogelland voor het laatst had gezien. Toen woonden we nog op de golfbaan van Lomas de Campoamor. We reden door naar de ingang van het park en zagen overal watervogels op- en overvliegen. Dat beloofde wat! 

We waren nog niet uitgestapt of het snerpende geluid van een maaimachine vulde de lucht. Het leek aanvankelijk één snoeier te zijn maar het bleken er drie. We ontwaardden ze in hoge rietkragen. Was dat nu nodig op de dag dat wij daar waren om rustig naar foeragerende vogels van heinde en verre te kunnen kijken?! Tja. Het mocht de pret maar een beetje drukken. Tussen de flamingo’s, grote en kleine reigers, juveniele en volwassen steltkluten, waterhoenen, eenden en een enkele plevier vertoefde er die dag een grote groep zwarte ibissen (eveneens trekvogels). En veel grote en kleine libellen; sommigen copulerend. Dat gaat er niet zachtzinnig aan toe. Het mannetje grijpt het vrouwtje achter haar kop beet met zijn achterlijfaanhangsels en sleept haar mee over het water. Foto's hiervan zijn te vinden in mijn España 2024-webalbum. 

Vandaag is het wereldwijd ‘Dag van de vogels’. Ik wilde ons inschrijven voor een begeleide excursie in een van de twee natuurparken in de omgeving maar ze waren allebei reeds volgeboekt. Niks om over te treuren, ik vind het vooral goed nieuws. Goed dat er zoveel anderen aandacht besteden aan deze dag en aan het lot van vogels. Wij gaan later vandaag een ronde doen in de eigen woonomgeving. Afgelopen week spotte ik al enkele migrerende vogelsoorten op het eigen strand en in de belendende duinen. Zo zag ik een grote groep drieteenstrandlopers en een klein aantal sternen die probeerden een visje mee te pikken. Altijd een feestje om ze hier te zien, wetend dat ze op een lange doorreis zijn. 

De regelmatige lezer herinnert zich waarschijnlijk dat we onlangs een rondreis door Aragón maakten en dat we de Laguna de Gallocanta bezochten om migrerende kraanvogels uit het hoge Noorden te zien. Op het hoogtepunt van de migratie kunnen het tienduizenden vogels zijn. Op dat moment stond er welgeteld nul kraanvogel in die lagune. We waren te vroeg. Vanmorgen las ik dat de eerste grullas’ daar zijn gearriveerd. Het zijn er 30 en ze komen uit Noord-Frankrijk. (Dat weet men door de ringen.) Ik zag nogal slechte foto's maar ze waren het echt.

Laatst las ik het wonderlijke boek ‘Wolkenstad’ van Anthony Doerr waarin onder andere wordt verwezen naar de Griekse herder Aethon. Hij verlangde ernaar in een vogel te veranderen om zo naar een utopisch eiland in de wolken te kunnen vliegen. De auteur noemt dat oord met een knipoog ‘Cloud Cukoo Land’ (dat is de oorspronkelijke Amerikaanse titel van dit boek). Doerr maakte van een 24 eeuwen oud verhaal van Antonius Diogenes een moderne variant met vijf verhaallijnen. Kunnen vliegen naar een magisch oord zou ik ook wel willen... Al droom ik er nooit over. Wie wil nu niet naar de perfecte plek in de clouds? Een professioneel wolkenstaarder toch zeker wel! 

Dit jaar wordt ook het 70-jarig bestaan van SEO Birdlife gevierd, de Spaanse Vereniging voor Ornithologie. Dit is een NGO met meer dan 25.000 leden en 180.000 anderssoortige enthousiastelingen; daar ben ik er eentje van. De organisatie begon in dit land maar inmiddels bestaat er ook een SEO International, met 13 miljoen supporters wereldwijd. In de afgelopen decennia verzamelde men 16 miljoen vogelgegevens via burgerwetenschappelijke programma’s. Ter ere van dit jubileum koos de organisatie de vogel van het jaar. Dat werd de roerdomp, een waadvogel die in het Rode Vogelboek van Spanje staat. Deze reigersoort heeft de status ‘ernstig bedreigd’ want de meeste wetlands in Spanje zijn in erg slechte staat. 

Een recent project van SEO Birdlife is onderdeel van de database MIGRA, die meer dan tien jaar geleden werd opgezet. Deze gegevensbank over migrerende vogels groeide enorm in de afgelopen jaren. Met het nieuwe project kun je nu van enkele soorten een interactieve kaart zien met hun bewegingen. Ik bekeek onder andere de kaart van zwarte gieren die momenteel van Spanje naar Senegal (West-Afrika) vliegen. 

National Geographic verkoos deze maand de makers van de beste vogelfoto’s van 2024. Er waren dit jaar 23.000 inzendingen van over de gehele wereld. De algemene winnaar -Photographer of the Year- is de Canadese fotografe Patricia Homonylo. Haar gouden foto in de categorie ‘Conservatie’ is getiteld ‘When worlds collide’. Je moet even goed kijken om te zien wat ze hiermee vertelt. Ze stak veel tijd en energie in de compositie van de winnende foto. Ze verzamelde 4.000 grote en kleine vogellijkjes die in de stad Toronto tegen een raam waren gevlogen en die crash niet overleefden. Elk jaar overkomt dit 1.3 miljard vogels in Noord-Amerika. De dode vogels worden nooit als oud vuil achtergelaten. Honderden vrijwilligers rapen ze op en geven ze een plek in de jaarlijkse ‘Bird Layout’. Het geeft aan wat de invloed is van de mens op het vogelleven. 

De prijs voor de grappigste vogelfoto ging naar de Amerikaanse fotografe Nadia Haq. Ze noemde haar foto ‘Een moderne danseres’. Ze nam de foto van deze Adélie-pinguïn op Antarctica. Ze zat met haar man en kind in een zodiac op weg naar een ijskap toen de vogels zich daar uit de voeten probeerden te maken. Deze uitglijer van jewelste zorgde ervoor dat ze in de prijzen viel.

De mooiste foto vond ik zelf de inzending van de Amerikaanse computeringenieur Jack Zhi die natuurfotografie als hobby heeft. Zhi won dit jaar in de categorie ‘Vogelgedrag’. De titel van zijn foto is ‘Jong & speels’. Hij legde een jonge valk vast die in de lucht stil lijkt te staan om een vliegende Monarch-vlinder eens goed te bekijken. Prachtig! Vorig jaar behoorde Zhi ook al tot de prijswinnaars met een spectaculaire foto van een valk die vliegend zijn nest verdedigt tegen een bruine pelikaan. Nog even en hij kan van zijn hobby zijn nieuwe beroep maken, vermoed ik. 

De foto in de kop van dit blog, getiteld ‘Gefluister van de dagenraad’ is van Hermis Haridad. Hij is geboren in India maar woont momenteel in Dubai (Verenigde Arabische Emiraten). Hij is dit jaar de winnaar in de categorie ‘Vogels in vlucht’ maar ook hij viel eerder in de prijzen bij een National Geographic-verkiezing. De foto is van een Euraziatische hop (ook een migrant) die we hier hopelijk binnenkort weer zullen horen. Mijn excuses voor de tekst die door het vogelkoppie loopt.


dinsdag 1 oktober 2024

Trriiiiingg!

Vorige week werd in Nederland de ‘Week tegen eenzaamheid’ afgetrapt; die duurt tot en met morgen. In het gehele land werden activiteiten ontplooid om eenzaamheid te verlichten. Een van de leukere initiatieven die ik tegenkwam op het web was een workshop ‘kletsboeketten binden’. Zo werd een vrolijk boeket gemaakt door eenieder die om een (klets)praatje verlegen zat. Je kon het doen in 114 winkels van de gele supermarktketen met olifantennaam. Nou weet ik niet of kletspraatjes helpen bij het bestrijden van eenzaamheid. Mij zou het niet aanspreken, het zou dat gevoel juist versterken. 

Er werden onderzoeksgegevens gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek over eenzaamheid in Nederland in 2023. Daaruit blijkt dat 11% van de Nederlanders van 15 jaar of ouder zich sterk eenzaam voelde vorig jaar. Dat percentage was even hoog als het jaar daarvoor. Het aandeel 15-plussers dat zich enigszins eenzaam (29%) of niet eenzaam voelde (61%), is eveneens vergelijkbaar met 2022. In 2019 gaf nog 66% van de ondervraagden aan zich niet eenzaam te voelen; dat percentage slinkt dus. Eenzaamheid blijkt het vaakst voor te komen onder mensen die buiten Nederland geboren zijn.

Eenzaamheid laat zich definiëren als het ervaren van leegte om iemand heen, het missen van mensen en het gevoel vaak in de steek te worden gelaten. Dat laatste noemen deskundigen ‘emotionele eenzaamheid’. Niet al te best gekozen, wat mij betreft, want eenzaamheid gaat altijd over emoties. Daarnaast werd aan de 7.000 deelnemers van deze jaarlijkse enquête gevraagd of zij mensen om zich heen hebben met wie zij zich verbonden voelen, mensen die ze vertrouwen en waarop ze kunnen terugvallen in geval van problemen; dat noemt men ‘sociale eenzaamheid’. 

En hoe zit het met de eenzaamheid van Nederlanders buiten de landsgrenzen? vroeg ik mij af. Daarop gaven deze CBS-statistieken geen antwoord. Eerder werd wel onderzoek gedaan naar eenzaamheid onder andere Europese bevolkingen. Daaruit bleek dat Noord-Europeanen minder eenzaam zijn dan Zuid-Europeanen; dat gold zowel voor jongeren als voor ouderen. Dat zou met de sociaal-economische situatie te maken hebben. De groep Nederlandse 15-jarigen bleek  zich minder eenzaam te voelen dan hun Europese leeftijdsgenoten. 

Het gevoel van eenzaamheid is mij niet vreemd. Dat steekt af en toe de kop op. Mijn liefje voelt gêne bij dit onderwerp, ik niet. Praten over eenzaamheid op individueel niveau is nog een taboe. Dat moet verdwijnen, vind ik. Regelmatig blog ik autobiografisch maar houd daarbij wel de uitspraken over eigen geestelijke gezondheid in de gaten. Een blog is immers geen klaagmuur. Hoe het ook zij, het is nog geen tijd voor de Sarco. 

Eenzaam maar niet alleen. Dat was in 1959 de titel van een boek van de Nederlandse koningin Wilhelmina. Het werd destijds ‘een heilsboodschap met autobiografische elementen’ genoemd. Zelf heb ik een liefje dat bijna altijd aan mijn zijde is. En een mooie vriendenkring. Toen ik haar iets over dat gevoel zei, vroeg ze mij of ik dan naar Nederland zou willen terugkeren? Daar wonen immers de meeste van onze vrienden. ¡Para nada! Nee, ik wil niet terug, ik pas niet meer in dat kleine, koude kikkerland. Het is daar te vol, te druk, te grijs, te nat en te koud. Vanmorgen stond er een monsterfile van 1.000km, de langste van het jaar. Bijna 20 jaar leven in een ruim land met een subtropisch klimaat heeft zo zijn voordelen. 

Het is apart dat ik de meeste van mijn huidige vrienden buiten Nederland leerde kennen. Er is nog een handjevol vrienden dat ik ken uit de tijd voordat wij emigreerden. Ik mis geen hechte band (emotionele eenzaamheid) want die bestaat al tussen mij en mijn vrienden. Wat ik wel mis, is een hogere frequentie in die contacten. We hebben hier veel kennissen maar die vervullen mijn sociale behoeften niet. Met hen ontbreekt de emotionele verbondenheid, deze relaties zijn te weinig betekenisvol. Evenmin heb ik behoefte aan een groter sociaal netwerk. Hoeveel vrienden heb je überhaupt nodig om gelukkig oud te worden? 

Op de lagere school had ik veel vriendjes en vriendinnetjes. Er was wel een harde kern van klasgenoten met wie ik het meest omging. Dat waren vooral meisjes. Een klein aantal van hen ging naar dezelfde middelbare school als ik maar kwam in een andere klas terecht. Zo verloren we elkaar uit het oog. Een van hen nam na ruim 50 jaar weer contact met mij op (via mijn zus die in dezelfde plaats woont). Ze vertelde over een klein clubje vriendinnen van toen dat elkaar door de jaren heen bleef zien. 

Alhoewel ik instemde met het contact voel ik geen grote trekkracht. We hebben nu af en toe whatsapp-contact. Er volgde sindsdien geen ontmoeting. Er gingen zoveel jaren voorbij zonder elkaar te hebben gezien of gesproken. Ik denk dat je je niet moet willen vastklampen aan mensen omdat je een (relatief korte) geschiedenis met hen deelt. Recent haalden we oude koeien uit de sloot omdat een van hen binnenkort 65 jaar wordt en er een surprise party voor haar wordt georganiseerd. Ik deed een kleine duit in het zakje. Het feestje in Nederland laat ik echter aan mij voorbijgaan.

Op de middelbare school had ik één hartsvriendin met wie ik dag en nacht optrok. Jaar in, jaar uit. We waren als Siamese tweelingen. En we waren heksen. De schoolleiding overwoog ons ooit apart te zetten maar gelukkig deed men dat niet. We behaalden onze diploma’s met vlag en wimpel. Ik ging daarna studeren, zij ging eerst werken en pas daarna studeren (ze werd advocate). We zagen elkaar nog wel maar dat verwaterde toen er aan beide zijden partners aan het firmament verschenen.   

Tijdens de studietijd waren er studiegenoten met wie ik bevriend raakte. We kwamen bij elkaar over de vloer maar dat beklijfde niet. (De meeste van hen woonden nog bij hun ouders.) Mijn vriendschap met Nelly, geen studiegenote  maar wel medebewoonster van mijn studentenhuis, was hecht. We werden dikke vriendinnen. Die vriendschap zou stand hebben gehouden. Wij hadden de pech dat zij veel te vroeg overleed aan de gevolgen van uitgezaaide longkanker. Nelly werd 48 jaar. De vriendschap met haar man bleef intact. 

Mijn liefje was nogal op zichzelf, al heeft ze nog vriendschappen die uit haar studietijd en haar eerste werkomgeving stammen. Samen maakten we meer nieuwe vrienden dan we meebrachten uit vorige levens. Zij heeft minder behoefte aan gezelschap dan ik maar de vrienden die we hebben, koestert zijn net zo. Met het voortschrijden der jaren werd zij kritischer ten aanzien van de betekenis van vriendschap. Die moet echt zijn, eerlijk vooral. Uit het hart. Ze wil zich in deze laatste levensfase (volgens het eerder genoemde CBS wordt zij 84) alleen nog omringen met personen die een positieve bijdrage aan haar (ons) leven leveren.   

‘You gain some, you lose some’… Dat geldt ook voor vriendschappen. Niet iedereen in je leven is voorbestemd om deel uit te maken van jouw toekomst. Sommigen zijn passanten van wie je (belangrijke) levenslessen leert. Anderen blijven. Hopelijk tot het einde. 

In 2013 schreef ik dat vriendschap voor mij hét medicijn is om gezond en gelukkig oud te worden. Daaraan is in die tien jaar niets veranderd. (Aan de gezondheid wel...) 

Er was destijds een survey uitgevoerd onder Nederlanders in opdracht van de vakgroep Gerontologie, met een hoogleraar die de onderzoeksgegevens in zijn oratie verwerkte. In elke levensfase komt vriendschap voor (dat weet ik uit eigen ervaring). In elke fase is reciprociteit, wederzijdsheid, het fundamenteelste kenmerk. In wezen is vriendschap gebaseerd op een uitwisseling van aandacht, op interesse in elkaar, gezelschap en ondersteuning. Aan ouderen in Nederland werd destijds gevraagd wat voor hen het belangrijkste was van vriendschap. Zij noemden: wederzijds begrip, vertrouwen en loyaliteit, solidair zijn en lief en leed delen. Dat zijn ook kernwaarden voor mij.

In een recent artikel in de Volkskrant was te lezen dat het belang van goede vrienden toeneemt: in de afgelopen 60 jaar verachtvoudigde het aantal eenpersoonshuishoudens in Nederland. Naar verwachting woont 50% van de Nederlanders alleen in 2050. ‘Zonder vaste partner of kerngezin om op terug te vallen, zullen we steeds vaker bij onze vrienden moeten aankloppen.’ 

Dat vond ik een nogal beperkt inzicht en bovendien lelijk verwoord. Moeten we aankloppen? Wie bepaalt dat? Hoe dan? Is een vaste partner of een kerngezin zaliger makend? Zijn vrienden er alleen om bij aan te kloppen als er niemand anders is om op terug te vallen? Terugvallen? Naar welke toestand dan? Ik vond dit vooral sneu klinken. En dan te bedenken dat het artikel werd geschreven door een filosofe en communicatiestrateeg (de 32-jarige Lena Bril). Kom op, Lena probeer het nog eens! Wellicht moet er iets meer levenservaring worden opgedaan. Familie krijg je, vrienden kies je. Vrienden zijn er om mee te lachen en te huilen. Vriendschap is een wederzijdse uitwisseling van ervaringen, meningen, gedachten en gevoelens. Vriendschap is een verrijking van het leven. En dergelijke. Tja.  

2024 is overigens het eerste jaar waarin niet een maar twee vrienden ons ontvielen. Misschien dat de onderwerpen eenzaamheid en vriendschap hierdoor meer in mijn gedachten speelden. 

‘Trriiiiiingg!’, daar klonk de deurbel. Vrienden Paco y Rolando stonden voor de deur. Ze blijven lekker lang deze keer.