Translate

donderdag 31 oktober 2024

Buiten blaast de noorderwind, binnen bloeit de kolokwint

Oorspronkelijk had ik deze 1.745ste blog bedacht als een luchtige. Met een knipoog maar ook met een beetje kippenvel vanwege Halloween. De realiteit greep hard in. Veel kippenvel en nauwelijks luchtigheid... In de autonome regio Valencia, waarin mijn liefje en ik wonen, vond namelijk een grote natuurramp plaats. 

Er viel in zeer korte tijd zoveel regen als er normaliter nog niet in een heel jaar valt. Op een enkele plek werd ruim 400mm neerslag gemeten. Dat is ongeveer de helft van wat er in een heel jaar in Nederland valt. Er vielen hagelstenen uit de lucht ter grootte van een fors uitgevallen Hollandse gehaktbal. Personen in de vrienden- en kennissenkring die niet precies weten waar wij vertoeven in deze regio, vroegen of wij het droog hielden. Welnu, wij ontsprongen de dans. Meer dan harde wind, wat buien en een donkergrijze lucht kregen we niet. We zaten hier kennelijk aan de rand van de depressie. Dank voor jullie medeleven! 

Er waren dorpen en steden in het noorden van het land waar het hard toesloeg. Wij reden daar september jongstleden nog rond (onze rondreis door Aragón), zoals in Teruel, Utiel en Requena. Daar werden bewoners volledig overrompeld door het kolkende water. Er raasde een muur van regenwater door sommige bergdorpen. Meegesleurde auto’s stapelden zich op in de smalle straten, huizen liepen volledig onder of stortten in, bruggen bezweken, rivieren zwollen aan tot apocalyptische proporties. Nu is het onbegaanbaar gebied. Tot dusver overleefden 155 mensen* de ramp niet. 

In dit soort stadjes bestaat geen riolering en vaak liggen ze aan de oever van een rivier of aan de voet van een heuvel of berg. Je kunt je de ellende dus voorstellen. Mijn liefje, de weervrouw van de familie, was eergisteren al bezig met het naderende noodweer. Zij weet wat een DANA teweeg kan brengen. Zij merkte de code rood vroeg op sinds zij zich via Whatsapp abonneerde op het weeralert van AEMET, de Spaanse KNMI. Ze meldde mij vanaf gisterenmorgen heel vroeg elk uur waar de noodsituatie zich had ontwikkeld en toonde mij beelden. Beelden die schokten. Ze las elke Spaanse krant in de getroffen regio. Langzaam ontstond de ramp ook in mijn hoofd.    

Onze vrienden Simone en Han-Dick reizen momenteel met Nederlandse familieleden rond in Andalusië. Ook zij krijgen al dagen een stevige hoeveelheid regen op hun koppies. Kasian. De ondergrond is daar kurkdroog waardoor het water bijna niet wordt opgenomen.   

De Spaanse regering riep drie dagen van nationale rouw uit. Die periode gaat vandaag in en duurt tot en met aanstaande zaterdag. Tres dias de luto nacional. In onze woonplaats zijn alle geplande festiviteiten (in verband met Allerheiligen en Allerzielen) geannuleerd, uit respect voor de doden. 

Deze natuurramp kon gebeuren door een combinatie van een aanhoudend lagedrukgebied met een bel koude lucht erboven (de oude-vertrouwde DANA; in Nederland noemt men dit een 'koudeput'), een te warme Middellandse Zee (nog steeds boven 20 graden Celsius) en de gevolgen van klimaatverandering (opwarming). Hierdoor worden de buien extremer. Een zeer ongelukkig, zelfs dodelijk trio. Een die zich op enig moment weer kan voordoen in de nabije en verre toekomst. We moeten er hier mee leren leven. Wie de ogen hiervoor sluit, is naïef.

Wat daarop allemaal rijmt... asjeblief, massief, fictief, corned beaf, madelief, recidief, Tenerife, effectief, preventief, primitief, kiekendief, Tel Aviv, explosief, hartedief, digestief, impulsief, kalief, liefdesbrief, bloemmotief en zo voort.  

Hieronder vind je de oorspronkelijke blogtekst.


*Inmiddels steeg het dodental naar boven de 200 en er worden nog vele mensen vermist. De reddingsdiensten zoeken in ondergelopen tunnels, ravijnen en een ondergrondse parkeergarage

-------------------------------------------------------------------------------------------

De tijd van rijmelarij is weer aangebroken. Voor mij als blogger begint dat op een dag als vandaag (Halloween) en gaat door tot 6 december, als Sinterklaas weer op zijn stoomboot naar Spanje stapt. Mijn Nederlands Rijmwoordenboek maakt in deze periode overuren. Dat boek staat op een lage boekenplank -van de wereldwijde klassieker Billy van Ikea- met een stel andere papieren mastodonten: de woordenboeken NL-Spaans en Spaans-NL. Maar met dit ene bijzondere boek kan ik rijmen en dichten zonder mijn shirt op te lichten!   

Jaap Bakker (1955) is dé man achter dat Rijmwoordenboek. Mijn eigen uitgave stamt uit 1986, al is het geen eerste druk. In dat jaar braken de samensteller met zijn boek nationaal door. Er bestond destijds nog geen rijmwoordenboek in Nederland; in omringende landen al wel. Bakker was sinds begin jaren '80 achter de schermen bezig om er een samen te stellen. Toen hij vernam dat de taalvirtuosen Ivo de Wijs en Drs P. er ook aan waren begonnen, overwoog hij te stoppen. Zij kregen de financiering echter niet rond. De Wijs wenste Bakker veel sukses met zijn project. De rest is geschiedenis.

Laatst las ik een heel aardig krantenartikel (Vk) over hem en zijn nieuwste herziene uitgave. Wie is deze man, 'die met de volledigheid van een wiskundige, de precisie van een atoomklok en de onvermoeibaarheid van een verzamelaar zijn leven aan het rijm heeft gegeven'? 

Hij studeerde Geneeskunde in Groningen in een ver verleden. Zijn liefde voor het lichte vers en lied ontstond bij het lokale studentencabaret. Begin jaren '80 kreeg hij een opleidingsplek op de afdeling Neurologie in het AMC van Amsterdam; een opleiding die hij nooit afmaakte omdat het rijm aan hem trok. Hij werd part-time docent aan een opleiding voor paramedici. Zo hield hij vier dagen per week over voor zijn Grote Liefde. Zijn bed bevindt zich tussen twee kasten met liedbundels en rijmwoordenboeken.

Bakker deed vijf jaar over de eerste editie van zijn Rijmwoordenboek. Schrijven deed hij toen nog met de hand. Toen het boek af was, ontving hij een computer met daarbij een cursus Wordperfect. 

Wat is rijm precies? Twee woorden rijmen als er sprake is van een klankovereenkomst vanaf de laatste beklemtoonde klinker(combinatie) van de woorden. Rijm is het magnetisme van de taal. Twee woorden die rijmen trekken naar elkaar toe, je moet ze met kracht uit elkaar halen. Rijm geeft het gevoel dat het klopt wat er staat. Rijm is ook onverwacht omdat het twee woorden aan elkaar kan klinken die inhoudelijk niets met elkaar te maken hebben. (De journalist noemt hier Israël/kinderspel als voorbeeld... Tja.) 

Bakker haat schrikkelrijm, een term die hij zelf heeft gemunt. ‘Het heeft zelfs Van Dale gehaald’, zegt hij met kalme trots tijdens het interview. Van schrikkelrijm is sprake als een niet-beklemtoonde lettergreep rijmt op een beklemtoonde. Zoals bijvoorbeeld zing op schering, of dag op inslag. 

In de inleiding van deze 17de druk buigt de samensteller zich over de vraag of gelijke klanken met en zonder slot-n zuiver op elkaar rijmen. ‘Als Eden u te weinig biedt, zoek dan rustig uw heil in Ede.’ Het moet wel leuk blijven. Dat zegt veel maar niet alles over deze man. Het ambacht van het precieze rijm wordt nog maar weinig beoefend... Zelf pas ik ervoor te rijmen maar niet te dichten!  

Sinds de vorige herziene editie (2010) kwamen er in het nieuwe boek circa 5.000 woorden bij. Dat brengt het totaal op 95.000! Hij ontvangt al jarenlang suggesties van enthousiaste types zoals ik, op Post-its en in mails. Voor mij geen Van Dale, ik ga uitsluitend voor de Bakker-versie. Je zou zijn Rijmwoordenboek bijna een burgerinitiatief kunnen noemen... Maar ere wie ere toekomt. 


Griezels

De pompoenen zijn reeds uitgehold

De spinnenpoten rondgetold

Lust jij een bloedwijntje erbij?

Dat is gegarandeerd niet giffenvrij!

 

Halloween is het favoriete feest

Daarom zie ik eruit als griezelbeest

Die heksenhoed past iedereen

Maar 't is ongeschikt voor een brekebeen

 

Want zweven op een bezemsteel

Is het allerbelangrijkste onderdeel

van de Halloweense taken

Daarin mag geen heks verzaken

 

Dit is wat heksen ook graag doen:  

Knutselen aan een noodrantsoen  

Van Dick Schoof maken ze worst

En Faber dient als crispy korst

 

Wat doen we met de blonde Geert?

Die vermalen we tot koffie verkeerd

En voor Yeşilgöz, op een kattenrug,

Een ritje naar de hel en trug!

 

Door Jaap kwam het allemaal goed

De rijmwoorden vlogen uit de hoed

Als dank voor al zijn toewijding

Is'ie welkom in mijn heksenkring


dinsdag 29 oktober 2024

Niet seniel

Binnenkort ga ik onder het mes. Niet voor een levensbedreigends ziekte maar vanwege een haperend oog. Met een flinke dosis overdrijving zou je dat  levensbedreigend kunnen noemen. Zeker voor iemand met hobby’s als bloggen, lezen, fotograferen en vogels kijken. Je hebt twee goede ogen nodig voor het beste resultaat! Met mijn gezichtsveld is niets mis, het is de gezichtsscherpte. 

Staar is een oogziekte die vooral wordt geassocieerd met ouderdom. Naarmate we ouder worden, gaan de eiwitten in de lenzen van onze ogen klonteren en die vertroebelen een lens. Rond de leeftijd van 75 jaar heeft 70% van de ouderen staar ontwikkeld. Bij mij is geen sprake van ouderdomsstaar. Dit type wordt ook seniele staar genoemd; daarmee wil ik niet worden geassocieerd! 

Bij mij ontstond dit euvel als gevolg van de oogoperatie die ik begin 2023 onderging. Er bleek destijds een maculagat achter een van mijn ogen te zijn ontstaan. Niemand kon (kan) mij uitleggen hoe dat ontstond. Het was dikke pech. Dat gat moest direct microchirurgisch worden gedicht en dat werd gedaan in een expertisecentrum in Murcia. De chirurg zou na de vitrectomie tijdens dezelfde  operatie tevens een kunstlens plaatsen. De ervaring wijst namelijk uit dat patiënten die deze operatie ondergaan, binnen een jaar staar ontwikkelen. Ik tekende een formulier voor het plaatsen van die lens en de oogarts had het type kunstlens bepaald. Twee vliegen in een klap. 

Ken je de grap van de lens die zou worden geplaatst? Dat gebeurde niet. 

Dat ontdekte ik pas toen het zicht in mijn geopereerde oog in de loop van de afgelopen maanden achteruitging. Eerst langzaam en toen snel. Hoe kon dat nou?! Het verbijsterde mij... Tijdens een later consult onderzocht de arts mijn oog en constateerde dat er helemaal geen kunstlens was geplaatst door zijn collega. ‘No hay lente’. Het is nooit lente in de kijker van een sneue oogpatiënte Daarom ontwikkelde ik staar.

Het toeval wil dat ik in diezelfde periode mijn Spaanse rijbewijs moest vernieuwen. Daar kwam ik een dag of twee te laat achter. Dus ik snelde naar het lokale kantoor van DGT (Dirección General de Tráfico) om mijn excuses te maken en een nieuw bewijs aan te vragen. De assistente aan de balie keek mij geamuseerd aan. Zij vertelde mij dat er talloze Spanjaarden zijn die hun ‘permiso’ jaren laten verlopen en dan zonder schroom een nieuw rijbewijs komen halen.

Twee dagen later kon ik de tests komen doen. Eerst had ik een afspraak met een keuringsarts. Het bleek een nogal flirterige, oudere Spanjaard te zijn die erg onder de indruk was van de taalbeheersing van deze polyglot. We kletsten wat terwijl hij mijn medische gegevens noteerde. Daarna begeleidde hij mij naar een andere ruimte. Ik moest op circa zes meter afstand, met mijn rug tegen de muur, kleine letters en symbolen op een kaart benoemen. Net als bij de oogarts maar dan zonder phoroptormachine. Met één oog per keer, afgedekt met mijn hand. 

Inwendig zakte ik door de grond. Mijn goede oog is scherp onder alle omstandigheden, mijn sneue oog worstelt momenteel met scherp zien op afstand. Als chauffeur kijk je altijd met twee ogen tegelijk dus waarom test men je hier dan met een óóg per keer? Hoe kwam ik door deze test heen? ¡Caramba! Mijn rijbewijs! 

De arts gebood mij eerst de test te doen met mijn sterke oog. Dat was mazzel. Ik vloog door de letters heen. Hij kon mijn tempo van benoemen nauwelijks volgen. Toen waren de symbolen aan de beurt. Zit de opening boven, onder, op links of op rechts? Van de weeromstuit noemde ik boven soms onder en andersom. ‘Arriba, abajo’ wat scheelt het? Waar was die talenknobbel gebleven? Bij links en rechts ben ik nooit in de war. ‘Links’ weet ik al in alle talen te zeggen sinds ik een politiek bewuste puber ben. 

Daarna was het mindere oog aan de beurt. De eerste letterreeks wist ik mij te herinneren. Dat deed ik zonder hapering, uit mijn hoofd. (Niet seniel!) Omdat de arts op het bord moest meekijken om te zien of ik de letters en symbolen wel correct benoemde, had ik tijd om tussen de vingers van mijn afdekhand door te kijken. Zo vloog ik door de kaart heen. Vroeger noemden we dat spieken nu heet dat ‘slim zijn’. Uiteindelijk behaalde ik 10/10; tweemaal de maximale score. De arts complimenteerde mij met dat resultaat. 

Ik was een fraudeur maar kon daar op dat moment niet mee zitten. Daarna moest ik ook nog een inschattingsoefening doen aan een machine met hendels; daar behaalde ik eveneens de maximale score. Met twee ogen open. De derde 10 was binnen.   

De kunstlens (Intra-Oculaire Lens) gaat er dus binnenkort in. Verdovingsinjectie in het oog (brrrr), sneetje in het hoornvlies, openen van het lenskapsel, verwijderen van de troebele lens, kunstlens erin. Klaar! En dat in circa 30 minuten tijd. Weer een stap op weg naar mijn bionische ik... En dan weer zo scherp zien als een adelaar? Als Arendsoog?

De oogarts vroeg of ik wilde worden geopereerd door de Murciaanse chirurg die de vitrectomie uitvoerde of door hem. Liever door hem, zei ik vol overtuiging. Vooropgesteld dat hij mij 100% garantie kon geven dat de operatie goed zal verlopen, zei ik er achteraan. Hij keek mij enigszins vertwijfeld aan en zei in de lucht ‘intento, intento’. Ik snap heus wel dat er geen garanties zijn te geven op een goede afloop van een medische ingreep. Ik zei hem dan ook dat ik niet al te serieus was op dit punt. Daarna brak een grote lach op het gezicht van dokter Joaquin door. Deze aardige man lijkt niet gewend aan een grapjurk tegenover zich. De gemiddelde leeftijd van zijn patiënten is waarschijnlijk 75 jaar. Dan wordt er kennelijk niet meer gedold! 

Zelfs een routineuze ingreep als een staaroperatie kan foutlopen. Ik ben inmiddels op de hoogte van de complicaties die zich kunnen voordoen. (Zo’n type patiënte ben ik nu eenmaal.) Naast zwermen gevederde vriendjes zie ik nu overal zwermen vliegende oogballen...  

Onze vrienden Piet & Agnes waren onlangs bij ons op bezoek voor koffie en een lichte lunch. Agnes vertelde nietsvermoedend aan mijn liefje dat een vriend van hen een bacteriële infectie opliep tijdens of na een staaroperatie en nu chronisch last heeft. Hij rijdt daarom liever geen auto meer. Mijn liefje, aan de andere kant van de tafel, zei daarop zoiets als ‘shhhhht, B. krijgt die ingreep binnenkort’. Zelf luisterde ik op dat moment naar Piet maar ik hoorde haar ‘shhht’ zeggen en ving het woord ‘staar’ op. We zijn dan wel gedeeltelijk en tijdelijk slechtziend maar nog steeds niet seniel!

Wish me luck. De foto van mij als piraat houd je tegoed.


vrijdag 25 oktober 2024

Heart surgery on a pea

We tellen snel af in deze jaargang van Masterchef Australia. Van de 22 kandidaten met wie we dit seizoen begonnen, zijn er nog maar vijf over; drie vrouwen en twee mannen. Wie het zijn? 

  • Harry Butterfield: een 29-jarige die werkzaam is in commercieel vastgoed, uit Queensland. Met Italiaanse root. Bijnaam ‘The Fish Guy’. Leuke kerel.
  • Josh Perry (Pezza): een 43-jarige slager uit Tasmanië. Over hem blogde ik eerder. Ik vind deze vleesman boven verwachting presteren.
  • Mimi Wong: een 25-jarige lerares uit New South Wales, geboren in Hong Kong. Ze leerde daar koken van haar grootmoeder. Ze was diep teleurgesteld dat het haar niet lukte immuniteit te vergaren op vaderlandse bodem, met inheemse kookkunst.
  • Nat Thaipun: een 28-jarige barista uit Victoria, met Thaise roots. Ook over haar blogde ik al. Een potje zonder deksel, iemand met grenzenloze kwaliteiten...
  • Savindri Perera: een 30-jarige bankemployee uit South-Australia, met Sri Lankaanse roots. Zij is de come back kid. Ze viel af, kreeg een kans om terug te keren in de competitie en won die kookbeurt. 

Het is aardig dat eenieder van hen uit een andere staat afkomstig is. Goed voor de kijkcijfers. Het is ook aardig dat wij die staten allemaal bezochten tijdens onze  rondreizen door dat immense land Down Under. De kandidaten met Aziatische roots zijn in de meerderheid en dat verrast niemand. Nou ja, misschien Marjolein Faber en Geert Wilders... Dat soort types prefereert waarschijnlijk een gehaktbal of boerenkool boven een kruidige curry. 

Wat mij überhaupt opvalt, is dat er dit jaar relatief weinig vegetarisch of vegan wordt gekookt. In de vorige twee edities was dat een duidelijke trend maar die zette niet door in 2024. Er wordt af en toe wel vlees- en visloos gekookt dit jaar maar doorgaans liggen er dierlijke proteïnen op het bord. 

Inmiddels heb ik twee favorieten in deze competitie: Harry en Nat; met een lichte voorkeur voor Nat vanwege haar enorme creativiteit en veelzijdigheid. Zij is goed in zowel zoete als hartige gerechten en niet alleen uit de Aziatische keuken. Harry is de Koning van de Vis. Wat die man met vis en schaal- en schelpdieren kan doen, is ongekend. Hij weet uit het kleinste graatje nog smaak te persen. 

Het kookniveau van deze amateurkoks ligt sowieso hoog dit seizoen, veel hoger dan in de voorgaande twee jaren. Over Nat zei menig jurylid reeds dat ze op chef-niveau kookt. Kom er eens om. Wie-o-wie gaat dit jaar winnen? Het wordt ongetwijfeld een interessante, spannende finale. 

Mijn liefje, vriendin Bernadette in Nederland en ik zijn weer geheel in de ban van dit onderhoudende kookprogramma. Sinds het tijdstip van uitzenden is vervroegd van 19:30 uur naar 18:30 uur vind ik het lastiger om het diner goed te plannen maar ik doe dagelijks mijn best. Soms dien ik iets op voordat het programma begint, soms erna. Wat de mate van trek dicteert. Mijn liefje heeft (als persoon met diabetes 2) behoefte aan regelmaat dus dat gevoel bepaalt vaak mijn kookschema. 

Er was in de afgelopen weken veel te beleven voor de enthousiaste kijker: een wedstrijdproeverette, een productveiling met kooktijd als inzet, grote teamopdrachten, een masterclass van een Aziatische Michelin-sterrenkok, namaakgerechten met recepten van 10 bladzijden en 4 uur kooktijd, hartchirurgie op 90 doperwten, grote en venijnig kleine Mystery Boxes, witte schorten (koken voor immuniteit) en zwarte schorten (afvalrace), een bezoek met het gehele team aan Hong Kong. Het waren vaak uiterst spannende afleveringen. Alles boeide mij!

Het Franse jurylid Jean-Christophe Novelli viel nogal uit de toon tijdens het bezoek aan de ‘Geurige Haven’ (de Chinese vertaling van Hong Kong). Hij was een soort vijfde wiel aan de wagen in mijn ogen, wist zich geen raad met die anderssoortige smaakexplosies. Hij had dan ook zelden iets substantieels te melden over de bereide en geproefde gerechten. Collega-jurylid Poh Ling Yeow was daar juist als een vis in het water. Ze was vooral in haar nopjes met de verrichtingen van de straatverkopers (dai pai dong) van die stad. Kantonees voedsel voert er de boventoon. Jammie! 

Vroeger hadden we persoonlijk mailcontact met Poh, vóór de tijd dat ze internationaal bekend werd. We zochten haar in maart 2014 op tijdens een culinair evenement (oesterfestival) met kookdemonstraties in West-Australië. Bij toeval lazen we erover in een streekkrant en zagen haar naam. We reden naar Albany, kregen het laatste plekje op de lokale camping, kochten twee van de laatste kaarten en gingen op haar zitten wachten. Ze signeerde daar destijds haar eerste kookboek, getiteld ‘Same same but different’. Dat gesigneerde boek deden we kado aan onze MC-collega Bernadette. 

Inmiddels zijn er tussenpersonen die haar honneurs waarnemen en dat begrijpen we. Dat heeft niks met kapsones te maken, ze is inmiddels een BO'er, Bekende Ozzie. Op social media heeft ze ruim een half miljoen volgers en er is zelfs een onofficële Poh Fanclub. Ze blijft even benaderbaar, aan de commentaren te lezen. Maar ze is tegelijkertijd ook een 'private person'. We stuurden haar onlangs wederom een persoonlijke mail, tien jaar na onze ontmoeting. Met foto’s van die leuke dag. (Via Matt, haar agent.) 

Pohs recentste kookboek (2022) is getiteld ‘What I Cook When Nobody Is Watching’. Daarin hanteert ze het motto ‘hoe simpeler je eet, hoe gelukkiger je bent’. Rijkbelegde broodjes, hartverwarmende soepen en ander comfort food, eenvoudige versies van complexe gerechten, handige tips. Binnenkort wordt het in Huize Barefoot tijd voor haar Sweet Soy Pork. Je vindt er echter ook glutenvrije, lactosevrije, vegetarische en vegan gerechten. 

Het is bovendien een zeer kleurrijk boek. Ze stopte er veel Poh in, illustreerde het zelf. Naast haar culinaire carrière is ze namelijk ook kunstenares; bij voorkeur van figuratieve kunst. Op veel van haar recente doeken figureren Aziatische jonge vrouwen met vogels. (Dat schept een extra band!) De foto’s die dit kookboek opsieren, zijn genomen in haar fraaie huis met zwembad en volle tuin in Adelaide. Ze omringt zich met veel kunst en artistieke spullen. Haar twee hondjes Rhino & Tim -die ze haar zoontjes noemt- spelen een hoofdrol in het boek. Als schetsfiguren in zwart-wit kondigen ze elk nieuw hoofdstuk aan. Haar zwarte Schotse terriër Rhino overleed een jaar later, tot haar grote verdriet. De achtergebleven blonde Tim (foto) maakt het goed. 

Onlangs las ik een interview met haar in een online Australisch tijdschrift. Daarin vertelde ze dat zij haar jongste jaren doorbracht als mormoon in Maleisië. ‘De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen’ is de officiële naam van deze geloofsgemeenschap, die wereldwijd 16 miljoen leden telt. Poh emigreerde als 9-jarige met het gezin naar Zuid-Australië. Ze ontmoette haar eerste echtgenoot Matt in de mormoonse kerk in Adelaide en ze trouwden in 1989. De bruid was destijds piepjong (16 jaar). Negen jaar later scheidden ze. 

In datzelfde jaar verliet ze de geloofsgemeenschap, na een verblijf in Canada. Daar kwam ze in een andere, vrijere wereld terecht, raakte bevriend met een leuke en lieve transgender. Dat opende haar ogen voor andere normen en waarden in het leven. Haar familie is nog steeds mormoons. Poh trouwde  nogmaals, met Jono. Ook van hem scheidde ze, na zes jaar (begin 2021). Ze bleef goed bevriend met haar beide exen. 

Ze beschouwt de kring mensen rond haar Central Farmers Market-eetstal Jamface Café in Adelaide (open op zondag) nu als haar familie. And she’s a happy single again. Mooi mens. 


zondag 20 oktober 2024

Af en aan

Vandaag vindt in Indonesië de wisseling van de presidentiële wacht plaats. De 63-jarige Pak Jokowi, meneer Jokowi voor de intimi (officieel heet hij Joko Widodo), treedt af en oud-generaal Prabowo Subianto treedt aan als de nieuwe baas van dit grote land. Subianto was minister van Justitie en Veiligheid in het laatste kabinet Widodo. Sinds 2004 geldt daar dat een president maximaal tien jaar kan regeren. 

Ik las recent een informatief artikel in de Volkskrant dat als kop had ‘Bijna iedereen in Indonesië ging erop vooruit onder Widodo – behalve de democratie’. De aftredend president werd daarin vooral neergezet als een man met een bouwhelm. Er ging geen dag voorbij of Jokowi opende wel ergens in deze immense archipel een nieuwe tolweg, luchthaven of waterkrachtcentrale. Voordat hij werd verkozen, was hij de gewiekste meubelmaker uit Jakarta die president werd en de gewone man nimmer uit het oog verloor; aldus het artikel. 

De correspondent vergat te schrijven dat hij, voordat hij president van Indonesië werd, zeven jaar lang burgemeester was van Surakarta, een stad van meer dan een half miljoen inwoners, en drie jaar gouverneur van Jakarta, een stad met een bruto binnenlands product van meer dan 200 miljard USD. Dus hij was al veel meer dan een eenvoudige meubelmaker. Als presidentskandidaat vond ik Jokowi een revelatie vanwege zijn uitstraling en zijn schone handen. 

Toen won hij van Prabowo. Destijds blogde ik dit over de tegenkandidaat: ‘Hij (Prabowo) is een exponent van het verderfelijke old boys network. Hij is ex-generaal, ex van de dochter van ex-president Soeharto. De familie steunt hem dan ook in zijn campagne. Hij staat een democratische dictatuur voor. Hij maakte zeer vuile handen tijdens een studentenopstand in Timor. Tijdens een van de televisiedebatten met zijn politieke tegenstander liet hij zijn ware aard zien toen hij verkondigde dat hij wederom tot zoiets in staat zou zijn. Zijn verkiezingscampagne begon met hem, in militaire outfit, op een wit paard. Hij blijkt bovendien 148 miljoen dollar op zijn bankrekening te hebben. Vraag: hoe kom je als militair aan zo’n spaarrekening? Antwoord: corruptie. Als je naar hem kijkt, zie je het. Alle alarmbellen moeten gaan rinkelen. Deze man is niet goed voor het land.’ Voor de misdaad als militair werd hij oneervol uit het leger ontslagen en ging vrijwillig in ballingschap in Jordanië. 

Maar het Indonesische volk, bijna 190 miljoen kiezers, koos tijdens de afgelopen verkiezing alsnog voor deze 73-jarige man. De geschiedenis van hem interesseert zijn aanhangers kennelijk niet. Driemaal werd  scheepsrecht voor deze man. 

Hij is een telg uit een van de rijkste en machtigste families van het land. Hij was tijdens de campagne zeer actief op TikTok; daar was hij te zien als dansende pandabeer, deed zich voor als vriendelijke opa. Ik hoop dat schijn niet bedriegt! Tijdens de campagne zag ik een AI-bewerking langskomen van deze kandidaat met een regenboogstropdas om. Geen initiatief van de eigen partij, dat wist ik zeker. Ze kijken wel uit! Saillant detail is ook dat zijn vice-president, Gibran Rakabuming Raka (1987), de oudste zoon is van Jokowi. (Ook hij werkt kennelijk aan een politieke dynastie... toch corrupt?)   

Ik heb geen idee wat de stemgerechtigde leden van onze kleine Balinese familie kozen. Daarover praten we nooit. In het verleden hoorden we regelmatig dat er geld werd uitgereikt aan kiezers als ze toezegden voor kandidaat van partij A of B te kiezen in het stemhokje. Ik weet ook dat ze weleens het geld van beide partijen opstreken, zonder scrupules. 

Ketut en Elsa behoorden tot de slimme maar relatief arme Balinezen toen we ze in 2008 leerden kennen. We namen hen en hun gezin, destijds bestaande uit 1 kind: Yuda, onder onze vleugels. Nu behoren ze min of meer tot de middenklasse. Met een eigen grondstuk waarop een eigen huis staat, met kinderen op goede scholen en de mogelijkheid om af en toe samen uit eten te gaan of een familieuitje te ondernemen. We zagen Elsa & Ketut onlangs samen naar Jakarta vliegen (voor zijn visum). Het was voor Elsa de eerste keer dat ze in een vliegtuig stapte. In de glanzende, glimmende hal met verlokkingen op vliegveld Ngura Rai voelde Elsa zit als een vis in het water, aldus Ketut. Inmiddels zijn ze weer veilig thuis. Gisteren vierden ze de verjaardag van Varen, nummer 3 in het gezin. Hij werd 6 jaar. 

Ketut is druk bezig met het verkrijgen van een nieuw reisvisum om aan boord te gaan van zijn Amerikaanse werkgever. Deze keer stapt hij op in een Spaanse haven. Hij werkt aan boord van een cruisebedrijf dus hij ziet de hele wereld aan zich voorbij glijden. Afgelopen maand legde het schip aan in de haven van Amsterdam. Vriendin Bernadette zocht hem daar op; vandaar de foto met typisch Hollandse klompen. Ze kreeg een rondleiding aan boord. 

Dit werk voert hem ver van huis maar dat legt hem geen windeieren. Met zijn welverdiende centen liet hij deze keer na terugkeer zijn voorpatio overkappen om daar voortaan met de familie buiten te kunnen zitten. Op het eiland van de Goden regent het steeds vaker in het droge seizoen dus dat lijkt een verstandige investering. Tijdens een Whatsapp-videosessie nam hij ons mee op een excursie in zijn ooit lege straat. Die is nu bijna geheel bebouwd met huizen, ook tiny houses. De meeste van zijn buren zijn ex-pats uit alle windstreken; ook uit Belanda (Nederland).

Mijn (jarige) liefje ontving vorige maand een fraai boeket bloemen van overzee. Dat bleek helemaal uit Bali te komen. Leperd Yuda had die middag tussen neus en lippen gevraagd of we in de buurt van plein X woonden. We antwoorden nietsvermoedend dat het op ongeveer tien minuten fietsen was. Hij vond het een mooie plek, deze gewiekste puber. Ze waren kennelijk op zoek naar een partnerbedrijf in de buurt. De oudste zus van Elsa heeft een bloemenwinkel in Noord-Bali. Dit was de eerste keer dat ze een buitenlandse zending organiseerde. Het werkte! 

Na een nogal chaotisch en onduidelijk Spaans telefoontje liep ik terug naar huis om te zien wie er voor de poort stond. We waren op dat moment bij vrienden op het terras voor een tapa en een drankje. Er stond een man met een brommer te wachten. Hij vond zelf dat hij van ver weg kwam: Torrevieja. Er hing een bos bloemen uit zijn bak achterop. Er hing een Spaanstalig kaartje aan ‘de Ketut, Elsa y los niños’. Ik was hogelijk verbaasd, voelde een brok in mijn keel. Eenmaal bijgekomen van de opwinding, vertelde ik de brommerrijder dat de afzender van de bloemen in Azië woont. Hij rolde met zijn ogen, net zoals ik enkele minuten eerder deed. Dat is pas ver weg! 

Wat je noemt een ‘blusukan’ (verrassingsbezoek). Mijn liefje was zeer in haar nopjes met het gebaar. De bloemen hebben ruim een week in een vaas op de eettafel gestaan.  

Een man op een brommer die iets uit Bali kwam brengen, vond ik wel heel toepasselijk. De economische opgang voor velen in Indonesië steunde onder andere op de komst van het Indonesische bedrijf GO-jek, een alternatieve vervoerdienst voor mensen zonder eigen vervoersmiddel. (‘Ojek’ is het Bahasa Indonesia-woord voor brommertaxi.)  Het bedrijf breidde zijn services uit, onder andere met betaaldiensten door het hele land. Koningin Máxima was in 2010 betrokken bij het verlenen van microkredieten aan menige appelgroene brommerrijder. 

Een beter leven voor alle Indonesiërs, dat beloofde Jokowi bij zijn aantreden. Hij stak honderden miljarden euros, voornamelijk geleend van China, in grote infrastructurele werken, zoals tolwegen, havens, vliegvelden, spoorlijnen en energiecentrales. Hij verbond eilanden met elkaar, tot in de verste uithoeken van de archipel. Als voormalig ondernemer verwijderde hij bureaucratische obstakels en hij lokte buitenlandse investeerders. Dat leverde het land een jaarlijkse economische groei op van 5%, iets waar menig ander land van droomt. Met een 15de plek op de wereldranglijst van grootste economieën heeft Indonesië Nederland gepasseerd. Het BBP van de archipel is sinds kort groter dan dat van Nederland. De laagste inkomensgroepen in het land kregen toegang tot (gratis) onderwijs en een ziektekostenverzekering. Het aantal Indonesiërs onder de armoedegrens (€2,15 per dag) daalde tot ongeveer 9% van de populatie. 

Wat hij als ambitieuze man ook deed, was het plan doordrukken om een nieuwe hoofdstad te bouwen op Oost-Kalimantan (Indonesisch Borneo); ver verwijderd van het economisch en cultureel dominante Java. Over dat omstreden plan werd al vele jaren gepraat. Jakarta, waar ruim tien miljoen mensen wonen, verzakt jaarlijks vele centimeters door overmatige grondwateronttrekking en snelle stedelijke ontwikkeling. Bovendien komt extreem weer vaker voor en stijgt de zeespiegel (klimaatverandering). Men voorspelt dat het noordelijk deel van de huidige hoofdstad in 2030 onder water zal staan. Volgens een onderzoek van het National Research and Innovation Agency van de overheid zou tegen 2050 circa 25% van de hoofdstad onder water kunnen staan ​​als er geen effectieve maatregelen worden genomen. Dus dat is een onhoudbare siutatie.

De nieuwe administratieve hoofdstad heet Nusantara; een oud-Javaans woord voor het andere eiland. (‘Nusa’ betekent eiland, ‘antara’ het andere; d.w.z. anders dan Java.) In 2045 zullen ongeveer 1.9 miljoen ambtenaren met hun families naar hun nieuwe woon- en werkplek moeten zijn verhuist. Het budget voor dit project is geraamd op USD 32 miljard. Het is tot nu toe geen aantrekkelijk project voor grote binnenlandse en buitenlandse investeerders, die zijn huiverig en dat begrijp ik. Ik vraag mij in alle ernst af hoe succesvol deze ‘grootse’ erfenis van Jokowi zal blijken te zijn. Wordt dit uiteindelijk een spookstad? Net zoals Forest City in Maleisië of Naypyidaw in Myanmar?

Tegenover al dit economische succes staat een geleidelijke uitholling van democratische waarden en burgerrechten, alsmede een verslechtering van natuur en milieu. Onafhankelijke instituties die de overheid moeten toetsen, verloren onder Jokowi aan macht. Religieuze minderheden kwamen verder onder druk te staan.

In dit krantenartikel wordt gesteld dat de verwachtingen wellicht te hoog waren gespannen toen de partijloze Jokowo aantrad. Dat gold waarschijnlijk ook voor mij. De vraag is gerechtvaardigd of Jokowi veel keuze had. Als relatieve buitenstaander moest hij concessie doen om zijn ideeën tot uitvoering te brengen. De heersende elite in Indonesië had geen boodschap aan zijn hervormingsagenda. 

De eerste plannen van aantredend president Prabowo zijn bekend. Hij gaat een ‘fat’ kabinet aanstellen en overheidsinstanties worden uitgebreid. Hij is van plan om tien nieuwe ministeries en agentschappen toe te voegen. Dat belooft niet veel goeds... Een belangrijke vraag is of hij de huidige (gewaardeerde) minister van Financiën Sri Mulyani Indrawati zal handhaven. Zij is de voormalige directeur van de Wereldbank die veel aanzien geniet op de financiële markt. Prabowo wil de economische groei verhogen van 5% naar 8% en tegelijkertijd een einde maken aan armoede en ondervoeding in het land. 

We gaan het zien.


woensdag 16 oktober 2024

Ze maakten er een potje van

De hele maand oktober worden hier de patroonsfeesten gevierd. Dit zijn belangrijke katholieke feesten in een land dat echter langzaam maar zeker ontkerkelijkt. Wij wonen in een plaats die Pilar de la Horadada heet. De patroonheilige om wie het hier draait is Onze Lieve Vrouwe van Pilar, een van de oudste Maria-heiligen. Volgens de overlevering zag Jacobus de Meerdere, toen de moeder van Jezus nog in Jeruzalem woonde, haar in levenden lijve aankomen op de oever van de rivier de Ebro, vergezeld van een groep engelen die een zuil (pilar) meedroeg.

Jacobus (een apostel van Jezus) was een van de eerste heiligen die naar de westelijke grenzen van Europa reisde om het Evangelie te verkondigen. Zijn beenderen zouden begraven liggen in Santiago de la Compostella. Het Iberisch schiereiland, de finis terrae, maakte destijds deel uit van het Romeinse Rijk. De meegebrachte zuil schijnt tegenwoordig te worden bewaard in de Basiliek van Pilar in Zaragoza, in de autonome regio Aragón waar wij onlangs rondreisden. Religieuze Spanjaarden gaan er jaarlijks op bedevaart. 

Spaanse jongeren beleven deze patroonsfeesten op geheel eigen wijze. Met minder devotie, dat is zeker. Zij zien het vooral als een manier om samen te feesten. Er vloeit dan veel alcohol door de jonge keeltjes. Dat zagen we van heel dichtbij toen we naar Los Alcázares gingen om deelgenoot te zijn van de ‘Dia de la Hispanidad’. In de volksmond wordt 12 oktober Columbusdag genoemd. In dit land lijkt men (nog?) niet gebukt te gaan onder de eigen geschiedenis als voormalige kolonisator. In Nederland verwijderde men het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen uit het straatbeeld en werd de Gouden Koets naar een donkere schuur verbannen. Je zou het een hedendaagse Beeldenstorm kunnen noemen. 

De door mij gewaardeerde historicus en schrijver Martin Bossenbroek (71) schreef een nieuw boek over dit thema, getiteld ‘Kolonialisme! De vloek van de geschiedenis’. Zelf noemt hij het een pamflet en dat geeft de politieke lading aan. Hij stelt dat er een punt moet worden gezet achter het koloniale verleden; geen komma zoals premier Rutte eerder meende. Het einde raakt zoek als je al het leed uit het verleden wilt rechtzetten. Bossenbroek voelt niets voor het narratief van de borstkloppers (zoals Wilders, die zich menigmaal liet afbeelden als Michiel de Ruyter), noch van de boetedoeners. De ene groep is de verkondiger van ‘daar werd iets groots verricht’, de andere van ‘daar werd iets gruweljks verricht’. Het witte verhaal versus het gekleurde verhaal. Hij vindt het pijnlijk te constateren dat we door deze polisarisatie zelf bijdragen aan de afbraak van de democratie. En dat terwijl de klok voorttikt... Zijn opvattingen resoneerden bij mij. 

Hier wordt Columbus vereerd als de man die van Spanje een wereldmacht maakte nadat hij de Nieuwe Wereld ontdekte. (Per ongeluk, dat wel...) Mijn liefje las vorige week voor uit de Spaanse krant El País. 

Daarin was te lezen dat onderzoekers na 22 jaar speuren zeker menen te weten dat Cristóbal Colón (Christoffel Columbus) geen Italiaan uit Genua was. Het DNA in zijn beenderen uit cryptes in Italië en Spanje werd onderzocht. Er is ook een mausoleum in de Dominicaanse Republiek maar de autoriteiten weigerden medewerking aan dit project. Ze namen ook DNA-monsters uit de beenderen van Columbus' zoon Hernando, zijn broer Diego -die zijn broer niet (b)lijkt te zijn maar een verre neef- en zijn Spaanse moeder. Voor het DNA-onderzoek werd hulp ingeroepen van Amerikaanse en Australische experts. 

Spaanse wetenschappers van de Universiteit van Granada, onder aanvoering van geneticus Dr Lorente, denken nu zeker te weten dat deze ontdekkingsreiziger geen Italiaan maar waarschijnlijk een Spanjaard was. Ook denken ze dat de ontdekkingsreiziger, wiens expeditie over de Atlantische Oceaan in 1492 de loop van de wereldgeschiedenis veranderde, waarschijnlijk in West-Europa werd geboren; mogelijk in de stad Valencia. 

Cristóbal Colón zou een Sefardische Jood zijn. Ze vermoeden dat hij zijn Joodse identiteit verborgen hield of zich bekeerde tot het katholicisme om aan religieuze vervolging te ontkomen. Afgelopen zaterdag werd op de Spaanse tv (RTVE) een documentaire vertoond, getiteld ‘Columbus DNA: His True Origin’ die dit verhaal vertelt. Ik bekeek de docu onlangs op YouTube. Un gran puzle... Mooi gemaakt, spannend in beeld gebracht en fascinerend! Toen ik ’s middags thuiskwam om de laatste episode te bekijken, was de documentaire van het web verdwenen. Ik keek waarschijnlijk naar een illegale kopie. 

De kring van genetica-specialisten reageerde terughoudend op dit nieuws. Ze stelden vraagtekens bij de gehanteerde methoden en hekelden het gebrek aan wetenschappelijk bewijs. Er kwam immers geen publicatie in een wetenschappelijk tijdschrijft. Geschiedenisspecialisten vroegen zich vooral af waarom de grootste Columbus-kenners niet waren betrokken bij dit onderzoek. Anderen, zoals ik, zagen de ironie van het lot. Het Spaanse koningspaar (Ferdinand y Isabella) dat opdrachtgever en sponsor van Colombus was, maakte zich destijds schuldig aan vervolging, verdrijving en pogroms van Joden in het land. Hadden zij hun macht en rijkdom te danken aan de verrichtingen van de joodse Cristóbal... Tja.  

Ik weet niet hoeveel Spaanse jongeren interesse hebben in dit verhaal maar dat doet nu niet terzake. Deze nationale feestdag was voor menige jongeling een dag om te genieten van keiharde muziek, een flinke borrel en een lekker potje rijst met vrienden op het strand. En geef ze eens ongelijk! Er was die dag in Alcázares een groot aantal peñas aanwezig. Wij kennen deze aan Valenciaanse zijde ook. Dit zijn verenigingen van jong en oud, van groepen die op zo’n dag samenkomen om traditioneel te koken en met elkaar te eten. 

Zoals wij in Valencia onlangs ‘Dia de Valencia’ vierden met paëlla voor iedereen, door lokale peñas bereid, zo deden ze dat in Murcia met het feest van de Calderos. De Murciaanse caldero is een gietijzeren pot waarin diverse soorten vis uit de Mar Menor, talloze tenen knoflook, tomaten, rijst uit Calasparra, ñoras, saffraan en peper worden bereid tot een smaakvolle stoofpot. De maaltijd wordt geserveerd met aïoli. Er hingen die dag tientallen potten aan een driepoot boven open vuur op het strand. (De enige dag van het jaar dat dit is toegestaan.) De caldero is een van de oudste kookpotten die de mensheid kent. Heksen uit vervlogen tijden kookten erin. (Niet zelf, natuurlijk!) Als het gerecht aan tafel wordt geserveerd, wordt er een handgevlochten mand van aspertogras om de bloedhete pot gedaan.

Ook de peña van het lokale restaurant Ramon bereidde een caldero voor. Ik raakte in gesprek met twee van hun leden. Eentje stond knoflook en ñoras fijn te stampen in een vijzel. Zij meldden bij die gelegenheid op zoek te zijn naar een kokkin maar daarop reageerde ik niet. Ze nodigden mij uit te komen proeven als hun caldero klaar was. Ik bedankte hartelijk maar ook dat liet ik passeren. We reserveerden namelijk voor de lunch in ons favoriete lokale restaurant La Tropical. Bovendien ben ik niet erg happig op vissen uit de uiterst vervuilde Mar Menor. Lokale bestuurders en boeren langs de Mar Menor maakten er decennialang een potje van. Al tien jaar blog ik over het sneue lot van deze bijzondere lagune, de grootste binnenzee van Europa. 

Een van de opvallendste vrouwelijke chefs van dit moment in deze regio is de 37-jarige María Gómez. Zij heeft een restaurant dat in 2021 een Michelinster ontving, genaamd ‘Magoga’ in de stad Cartagena. ‘Where the Sea and the Countryside Embrace’, aldus de website. 

Gómez werd geboren in Fuente Alamo, een dorp in Campo de Cartagena (een van de grootste vervuilers van de Mar Menor). Haar culinaire opleiding kreeg ze in een catering centrum en een beroemde horecaschool in Baskenland. Ze deed ondere andere werkervaring op in het wereldberoemde Spaanse sterrenrestaurant El Bulli. Zij timmert aan de weg, gaf een kookworkshop tijdens de gastroweek in Los Alcázares waarin ze een typisch Murciaanse caldero bereidde. De kaarten waren razendsnel uitverkocht, we visten achter het net. Wij gaan dit restaurant zeker een keer bezoeken. 

Mijn lekkerste caldero at ik tot dusver bij El Mosquí, een visrestaurant in Cabo de Palos; de plek waar ik in de zomermaanden graag snorkel. Ik vertrouw erop dat ze daar gezonde vis gebruiken. Dit gerecht is al meer dan 50 jaar hun signature dish. Beetgare rijst, een mooi stukje vis (separaat geserveerd), huisgemaakte aïoli en heel veel smaken in de pot. Aanrader!  


vrijdag 11 oktober 2024

Pink

Jaarlijks sta ik stil bij oktober als wereldwijde borstkankermaand. Daar begon ik mee in 2009, het jaar waarin mijn liefje de diagnose borstkanker kreeg. De behandeling was intens maar verliep goed. Op de gespecialiseerde afdeling van het lokale ziekenhuis was zij in uitstekende handen. Het medische team daar was zeer capabel en toegewijd. Thuis ontpopte ik mij tot een heuse Zuster Clivia die haar met raad en daad bijstond. Ook dat overleefde zij. Sindsdien wordt ze jaarlijks gecontroleerd op de afdeling Oncología.

Zelf kom ik uit een zogenaamde ‘besmette familie’. In het gezin waarin ik werd geboren, bleek een gemodificeerde gen rond te waren die een verhoogd risico op borst- en/of eierstokkanker geeft. Mijn vader bleek deze foute gen onbedoeld te hebben doorgegeven aan zijn nageslacht. Maar toen dat werd aangetoond, was hij al overleden.

Ik raakte er in de loop van de jaren steeds meer van overtuigd dat ook mijn vader, net als zijn neef met wie deze familiekwestie begon, borstkanker had. Ik denk dat een tumor in een borst uitzaaide naar andere delen van zijn lichaam en dat hij daaraan overleed. Jarenlang klaagde hij over hevige pijn in een borst. Dat maakte ik bewust mee als puber. Iedereen, ook de cardioloog, dacht dat het een gevolg was van de openhartoperatie die hij in de beginjaren '70 van de vorige eeuw onderging. Men zocht en zocht naar een oorzaak van de pijn maar vond die nooit. Hij voelde zich nogal onbegrepen en was soms opstandig. In die tijd had men nog geen idee dat ook een man borstkanker kon krijgen. Mijn pa overleed begin jaren '80 aan iets dat niemand wist of kon verklaren. Ook medici niet. Op een dag was hij er niet meer. Borstkanker is dus niet uitsluitend een vrouwenziekte, al is het zeldzaam. Bij circa 10% van mannen die borstkanker ontwikkelen, komt de ziekte voort uit erfelijke aanleg. 

In het jaar van de ontdekking, liet eenieder in het gezin haar DNA onderzoeken. Zelf bleek ik geen draagster te zijn. Mijn zussen hadden minder geluk; zij waren alledrie draagster van dit rotgen. Alledrie kregen ze borst- en/of eierstokkanker in de daarop volgende jaren. Twee van hen overleden aan de gevolgen ervan. Gezien deze familiegeschiedenis raadde de Spaanse gynaecoloog mij jaarlijkse onderzoeken aan. Dat dat doe ik sindsdien braaf. 

Dus je begrijpt dat een maand als deze mij aan het hart gaat.

Groot was mijn verontwaardiging toen ik las en hoorde hoe in Nederland wordt omgegaan met vrouwen met veel klierweefsel in hun borsten. De 80.000 vrouwen in Nederland die dat betreft, hebben tweemaal meer kans om borstkanker te ontwikkelen dan vrouwen die dat niet hebben. Een vrouwenborst bestaat uit vet- en klierweefsel. Borstkanker is slecht zichtbaar op röntgenfoto’s van vrouwen met dicht borstweefsel. Vetweefsel is zwart op een röntgenfoto, klierweefsel is wit maar dat is een tumor ook. Hoewel deze groep dus een veel grotere kans heeft om kanker te ontwikkelen, worden er geen aanvullende MRI-­scans verricht. Deze vrouwen worden niet eens op de hoogte gesteld van het feit dat ze dicht borstweefsel hebben. Een gotspe! 

Het is aan één Nederlandse vrouw te danken dat deze bal ging rollen: Ineke van den Heuvel. Zij deed mee aan het Bevolkingsonderzoek en kreeg groen licht. Er bleek toch een tumor te groeien in een borst. De diagnose borstkanker werd later alsnog gesteld nadat ze naar de arts ging vanwege een knobbeltje. Helaas was er op dat moment al sprake van uitzaaiingen. Toen ze aan de radioloog vroeg hoe men die tumor had kunnen missen, was het antwoord dat het kwam door haar zeer dichte borstweefsel. Waarom kreeg ze dat na het onderzoek niet te horen? Die informatie mag de arts niet delen met de patiënte. 

Het opmerkelijke is dat ik al jaren een gedetailleerde uitslag van deze borstonderzoeken ontvang van de Spaanse radioloog die de beelden (van mammo en echo) beoordeelt. Daarin staat ook info over borstdichtheid. De radiologe die dat onderzoek de laatste keer beoordeelde, beval als eerste een MRI met contrastvloeistof aan om zeker te weten dat er niets kwalijks zit. Een doortastende vrouw die zich bekommert om de gezondheid van een andere vrouw. Tijdens het volgende consult met de gynaecoloog zal ik dit onderwerp ter sprake brengen. 

Vrouwen in Nederland stappen nu onwetend de mammobiel binnen. Circa acht van de 100 vrouwen die meedoen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker hebben zeer dicht borstweefsel. Het hebben van zeer dicht borstweefsel is deels erfelijk bepaald. Op mammogrammen worden veel tumoren opgespoord maar voor vrouwen met zeer dicht borstweefsel werkt die techniek minder goed. Tot voor kort werd bij deze groep vrouwen 60% van de tumoren ontdekt. Dat kan veel beter en bovendien is de oplossing voorhanden. 

Vijf jaar geleden ontdekten twee Nederlandse onderzoekers na acht jaar studie onder 40.000 vrouwen (DENSE-studie) dat borstkanker jaarlijks bij honderden vrouwen met dicht borstweefsel eerder kan worden ontdekt door een aanvullende MRI-scan. De contrastvloeistof die vóór de scan aan de patiënte wordt toegediend, maakt een tumor goed zichtbaar op de beelden. (Op de foto hiernaast licht de tumor roze op.) 

Vroege ontdekking van een kwaadaardige tumor verhoogt de overlevingskans van een patiënt(e) aanzienlijk. Mijn liefje is daarvan een goed voorbeeld. Als de agressief groeiende tumor in haar borst twee weken later was ontdekt, was het niet goed afgelopen met haar. 

Na acht jaar betrouwbaar onderzoek en overtuigende resultaten besloot de Nederlandse Gezondheidsraad het advies van deze twee specialisten naast zich neer te leggen. De artsen gingen met hun resultaten ook naar het ministerie van Volksgezondheid en het RIVM. Hun pleidooi voor een aanvullende scan met contrastvloeistof haalde niets uit.  

Drie kanttekeningen hierbij: 1) het blijkt een regeringsbesluit uit 2011 te zijn om vrouwen bij het Bevolkingsonderzoek niet in te lichten over hun borstdichtheid. Edith Schippers (VVD) was destijds de verantwoordelijke minister van Volksgezondheid. Een vrouw, en nog een liberale ook! 

2) De Gezondheidsraad is tot dusver van mening dat vrouwen maar onnodige stress ervaren als later zou blijken dat er niets mis is met hun borsten. Dat zou psychisch en fysiek té belastend zijn. Mannen die voor vrouwen denken: wat een paternalisme anno 2024! En dan te bedenken dat de missie van deze Raad is ‘gezondheid helpen bevorderen voor iedereen’.

Bij mij werd in 2019 een biopt (hapje weefsel) uit een borst genomen nadat de toenmalige radioloog op de echografie (niet op de mammografie) een verdachte plek meende te zien. Het bleek goedaardig te zijn dus het was loos alarm. Daar moet je mee leren omgaan. Het leven zit vol met dit soort verrassingen. Mijn opluchting was vele malen groter dan de stress. De behoefte om precies te weten hoe iets medisch zit, is bij mij altijd groter geweest dan de vrees voor ziekzijn. Kanker kan eenieder overkomen. Een op de zeven vrouwen krijgt borstkanker in Nederland. Een op de twee Nederlandse burgers krijgt bij leven een of andere vorm van kanker. 

3) Als je als vrouw van niets weet, kun je ook niet in actie komen. Je kunt beginnen met het opvragen van je eigen mammogrammen na een bevolkingsonderzoek. Met codes wordt in het rapport aangegeven welk type borstweefsel je hebt. A t/m D, waarbij D staat voor zeer dicht borstweefsel. 

De zieke Ineke kon zich evenmin bij de ontstane situatie neerleggen. Voor haarzelf kwam actie te laat maar haar dochter heeft eveneens zeer dicht borstweefsel. Ze schreef Tweede Kamerleden aan, vroeg om opheldering bij het Miisterie van Volksgezondheid (van PVV-minister Fleur Agema) en bij de Gezondheidsraad. Vorige maand schreef ze een kritische brief aan staatssecretaris Karremans (VVD) van Jeugd, Preventie en Sport. Die liet, na alle recente ophef, het volgende weten via zijn woordvoerder.

Hij betreurt het dat de uitslag van een mammografie voor sommige vrouwen onzekerder is maar hij acht het ‘niet verantwoord’ om vrouwen in te lichten over hun borstdichtheid. Hij wil ze ‘niet belasten met informatie waaraan zij geen vervolg kunnen geven’. Ik vind dit ongehoord. Laat vrouwen zelf beslissen waarvan ze stress krijgen! Weten of je een verhoogd gezondheidsrisico loopt als vrouw, is een recht. En vrouwenrechten zijn geen mannenzaak; dat is aan vrouwen zelf. 

Zolang er geen beleid is in Nederland over borstdichtheid wordt een aanvullende MRI niet vergoed door de zorgverzekeraar. Vrouwen krijgen -meestal- geen doorverwijzing alleen maar omdat ze zich zorgen maken. 

Ineke overweegt nu een procedure te starten bij het College voor de Rechten van de Mens; hét officiële mensenrechteninstituut van de Nederlandse staat. Wij steunen haar.


zondag 6 oktober 2024

Aethon

Dit is een blog met uitsluitend goed nieuws. Mijn favoriete radioprogramma ‘Vroege Vogels’ won onlangs de Irispenning. Deze prestigieuze prijs wordt uitgereikt aan organisaties, projecten of personen in Nederland die gedurende langere tijd –minimaal vijf jaar– op innovatieve en eigenzinnige wijze een breed publiek weten te bereiken en te informeren over onderwerpen op het terrein van wetenschap en techniek. Joehoe! Vroege Vogels, dat al 35 jaar bestaat, wordt wekelijks beluisterd door 500.000 luisteraars. Ik ben een trotse volgelinge. Terwijl ik zit te bloggen, hier en nu, staat het programma aan. Er is ook altijd prachtige klassieke muziek te horen tussen de boeiende reportages door. 

Mijn liefje en ik reden laatst naar natuurpark El Hondo toen we een kilometer voor de ingang van het park een stuk of zes Europese bijeneters op een electriciteitskabel zagen zitten. Ik reed langzamer om deze kleurrijke vogels goed te kunnen bekijken. Ze vlogen op en keerden terug. Ik was enthousiast. Wellicht zouden we ze ook kunnen zien in het park. Het was jaren geleden dat ik deze migranten in vogelland voor het laatst had gezien. Toen woonden we nog op de golfbaan van Lomas de Campoamor. We reden door naar de ingang van het park en zagen overal watervogels op- en overvliegen. Dat beloofde wat! 

We waren nog niet uitgestapt of het snerpende geluid van een maaimachine vulde de lucht. Het leek aanvankelijk één snoeier te zijn maar het bleken er drie. We ontwaardden ze in hoge rietkragen. Was dat nu nodig op de dag dat wij daar waren om rustig naar foeragerende vogels van heinde en verre te kunnen kijken?! Tja. Het mocht de pret maar een beetje drukken. Tussen de flamingo’s, grote en kleine reigers, juveniele en volwassen steltkluten, waterhoenen, eenden en een enkele plevier vertoefde er die dag een grote groep zwarte ibissen (eveneens trekvogels). En veel grote en kleine libellen; sommigen copulerend. Dat gaat er niet zachtzinnig aan toe. Het mannetje grijpt het vrouwtje achter haar kop beet met zijn achterlijfaanhangsels en sleept haar mee over het water. Foto's hiervan zijn te vinden in mijn España 2024-webalbum. 

Vandaag is het wereldwijd ‘Dag van de vogels’. Ik wilde ons inschrijven voor een begeleide excursie in een van de twee natuurparken in de omgeving maar ze waren allebei reeds volgeboekt. Niks om over te treuren, ik vind het vooral goed nieuws. Goed dat er zoveel anderen aandacht besteden aan deze dag en aan het lot van vogels. Wij gaan later vandaag een ronde doen in de eigen woonomgeving. Afgelopen week spotte ik al enkele migrerende vogelsoorten op het eigen strand en in de belendende duinen. Zo zag ik een grote groep drieteenstrandlopers en een klein aantal sternen die probeerden een visje mee te pikken. Altijd een feestje om ze hier te zien, wetend dat ze op een lange doorreis zijn. 

De regelmatige lezer herinnert zich waarschijnlijk dat we onlangs een rondreis door Aragón maakten en dat we de Laguna de Gallocanta bezochten om migrerende kraanvogels uit het hoge Noorden te zien. Op het hoogtepunt van de migratie kunnen het tienduizenden vogels zijn. Op dat moment stond er welgeteld nul kraanvogel in die lagune. We waren te vroeg. Vanmorgen las ik dat de eerste grullas’ daar zijn gearriveerd. Het zijn er 30 en ze komen uit Noord-Frankrijk. (Dat weet men door de ringen.) Ik zag nogal slechte foto's maar ze waren het echt.

Laatst las ik het wonderlijke boek ‘Wolkenstad’ van Anthony Doerr waarin onder andere wordt verwezen naar de Griekse herder Aethon. Hij verlangde ernaar in een vogel te veranderen om zo naar een utopisch eiland in de wolken te kunnen vliegen. De auteur noemt dat oord met een knipoog ‘Cloud Cukoo Land’ (dat is de oorspronkelijke Amerikaanse titel van dit boek). Doerr maakte van een 24 eeuwen oud verhaal van Antonius Diogenes een moderne variant met vijf verhaallijnen. Kunnen vliegen naar een magisch oord zou ik ook wel willen... Al droom ik er nooit over. Wie wil nu niet naar de perfecte plek in de clouds? Een professioneel wolkenstaarder toch zeker wel! 

Dit jaar wordt ook het 70-jarig bestaan van SEO Birdlife gevierd, de Spaanse Vereniging voor Ornithologie. Dit is een NGO met meer dan 25.000 leden en 180.000 anderssoortige enthousiastelingen; daar ben ik er eentje van. De organisatie begon in dit land maar inmiddels bestaat er ook een SEO International, met 13 miljoen supporters wereldwijd. In de afgelopen decennia verzamelde men 16 miljoen vogelgegevens via burgerwetenschappelijke programma’s. Ter ere van dit jubileum koos de organisatie de vogel van het jaar. Dat werd de roerdomp, een waadvogel die in het Rode Vogelboek van Spanje staat. Deze reigersoort heeft de status ‘ernstig bedreigd’ want de meeste wetlands in Spanje zijn in erg slechte staat. 

Een recent project van SEO Birdlife is onderdeel van de database MIGRA, die meer dan tien jaar geleden werd opgezet. Deze gegevensbank over migrerende vogels groeide enorm in de afgelopen jaren. Met het nieuwe project kun je nu van enkele soorten een interactieve kaart zien met hun bewegingen. Ik bekeek onder andere de kaart van zwarte gieren die momenteel van Spanje naar Senegal (West-Afrika) vliegen. 

National Geographic verkoos deze maand de makers van de beste vogelfoto’s van 2024. Er waren dit jaar 23.000 inzendingen van over de gehele wereld. De algemene winnaar -Photographer of the Year- is de Canadese fotografe Patricia Homonylo. Haar gouden foto in de categorie ‘Conservatie’ is getiteld ‘When worlds collide’. Je moet even goed kijken om te zien wat ze hiermee vertelt. Ze stak veel tijd en energie in de compositie van de winnende foto. Ze verzamelde 4.000 grote en kleine vogellijkjes die in de stad Toronto tegen een raam waren gevlogen en die crash niet overleefden. Elk jaar overkomt dit 1.3 miljard vogels in Noord-Amerika. De dode vogels worden nooit als oud vuil achtergelaten. Honderden vrijwilligers rapen ze op en geven ze een plek in de jaarlijkse ‘Bird Layout’. Het geeft aan wat de invloed is van de mens op het vogelleven. 

De prijs voor de grappigste vogelfoto ging naar de Amerikaanse fotografe Nadia Haq. Ze noemde haar foto ‘Een moderne danseres’. Ze nam de foto van deze Adélie-pinguïn op Antarctica. Ze zat met haar man en kind in een zodiac op weg naar een ijskap toen de vogels zich daar uit de voeten probeerden te maken. Deze uitglijer van jewelste zorgde ervoor dat ze in de prijzen viel.

De mooiste foto vond ik zelf de inzending van de Amerikaanse computeringenieur Jack Zhi die natuurfotografie als hobby heeft. Zhi won dit jaar in de categorie ‘Vogelgedrag’. De titel van zijn foto is ‘Jong & speels’. Hij legde een jonge valk vast die in de lucht stil lijkt te staan om een vliegende Monarch-vlinder eens goed te bekijken. Prachtig! Vorig jaar behoorde Zhi ook al tot de prijswinnaars met een spectaculaire foto van een valk die vliegend zijn nest verdedigt tegen een bruine pelikaan. Nog even en hij kan van zijn hobby zijn nieuwe beroep maken, vermoed ik. 

De foto in de kop van dit blog, getiteld ‘Gefluister van de dagenraad’ is van Hermis Haridad. Hij is geboren in India maar woont momenteel in Dubai (Verenigde Arabische Emiraten). Hij is dit jaar de winnaar in de categorie ‘Vogels in vlucht’ maar ook hij viel eerder in de prijzen bij een National Geographic-verkiezing. De foto is van een Euraziatische hop (ook een migrant) die we hier hopelijk binnenkort weer zullen horen. Mijn excuses voor de tekst die door het vogelkoppie loopt.