Translate

vrijdag 23 december 2016

Let the Journey Begin

Dat is de welluidende slogan van Myanmar die toeristen naar het land moet brengen. Wij kwamen gisteren het land binnen, de Fries Klaas H. werd op die dag uit de gevangenis ontslagen en stapte direct op het vliegtuig naar huis. Iedereen blij. Bij het inchecken op de luchthaven van Kuala Lumpur constateerde de medewerkster van AirAsia dat de naam op mijn toegekende visum niet overeenkomt met de naam op mijn paspoort. Oh-oh, dat had ik zelf niet gezien. Heb ik geen nullen meer die voor o’s kunnen worden aangezien, komt het probleem uit een andere hoek?! Ik herinner mij dat het een gedoe was om de visa-aanvraag online te doen; vriend Hugo moest er zelfs aan te pas komen. De baliemedewerkster maakte een foto van het document en nam contact op met haar baas. Na ongeveer tien minuten werd duidelijk dat de foute volgorde van mijn geboortenamen geen inreisprobleem zou worden.

Met de Thaise tak van AirAsia vlogen we met een korte overstaptijd door van Bangkok naar Mandalay. De eerste boodschap die het cabinepersoneel aan ons, reizigers, gaf, was hoezeer ze de dood van hun koning Bhumibol de Grote betreurden en dat hij altijd in hun harten zou blijven leven. Ieder personeelslid droeg een zwarte rouwband om de arm. Apart. Aan boord zaten tevens twee Birmese monniken in hun gewaden en op blote voeten; die hielden ons veilig. Het waren uitstekende vluchten met goed zicht op de Aziatische landen die onder ons door gleden.

En toen was het zover: we landden voor het eerst op Myanmarese bodem. Vanuit de lucht zagen we de eerste bladgouden koepel van een boeddhistische tempel. Velen zullen volgen; die gaan we van heel dichtbij bekijken. 

Luchthaven Mandalay International is het grootste vliegveld van het land, mij deed het denken aan een klein uitgevallen Rotterdam Airport. De reistassen verschenen weldra op de band, in vijf minuten tijd waren we voorbij de glimlachende douane. Geen seconde werd besteed aan de kwestie van mijn naam. 

Het hotel in een buitenwijk van Mandalay, waar we thans verblijven, zou een chauffeur met limo sturen om ons op te halen. Aung Ko stond er, met een bordje  in de hand waarop ‘Mr’ en de naam van mijn liefje stond. Met haar borsten pront vooruit liep ze op hem af. Ik zag een flits van verwarring in zijn ogen.

Het valt mij al jaren op dat Aziaten regelmatig moeite hebben met het juist toepassen van ‘hij’ en ‘zij’ en ‘meneer’ en ‘mevrouw’. Daarbij komt dat men in de regio niet erg is gewend aan vrouwen met kort haar (afgezien van Chinezen). In Kuala Lumpur werd ik minstens vijf keer aangesproken met ‘Sir’ terwijl ik mijn haar nu langer draag dan ooit!

Ook de limousine moest met een korreltje zout worden genomen. Het was een jaren '80-geval met een kleedje op het dashboard. We reden in een uur naar onze eerste bestemming. Over een weg met zes rijstroken, eetstalletjes aan beide kanten en af en toe een koe en wagen. Mandalay is een vrij grote stad. Voor het laatste telde men de bevolking officieel in 2005; toen kwam men uit op 900.000 inwoners. Men schat het aantal nu op ruim 2.000.000. Ooit was het de hoofdstad van het land. Het ligt op knooppunten van belangrijke wereldwegen en handel wordt er nog steeds volop bedreven.

Het hotelpersoneel is alleraardigst. Dat is een van de dingen waarover we voor ons vertrek lazen en dat we nu aan den lijve ondervinden. Men spreekt Engels maar ik moet moeite doen het te verstaan. Mijn liefje, die over iets minder taalgevoel beschikt dan ik, hoort heel andere dingen en dat leidde al tot enkele vermakelijke conversaties met het personeel. We hebben een ruime bungalow tegenover het hart van dit resort: het zwembad. Alles en iedereen is in kerststemming. Elke dag is hier happy hour, met gratis cocktails die tot 's avonds laat worden geserveerd aan de liefhebbers (en dat zijn er veel). Alcohol is hier geen probleem, Myanmar is een boeddhistisch land dat zelden een alcoholban uitspeekt. Overigens worden hotels daarvan verschoond. We dineren rondom de pool, waar de kerstverlichting het sprookjesachtig maakt.

Stap je naar buiten, dan tref je een heel andere wereld aan. Mensen zijn nog steeds ontzettend vriendelijk maar sommigen wonen in kartonnen dozen of in krotten van rieten matten. In de directe omgeving liggen twee boeddhistische kloosters maar we horen ze niet (!). 

Mijn liefje kocht in Kuala Lumpur een nieuwe Fitbit (Flex2) en volgt hier weer het regiem van 10.000 dagelijkse stappen. Op haar ochtendwandeling kwam ze de eerste bedelmonnik tegen. In de afgelopen dagen werd ik snipverkouden van alle diep gekoelde ruimtes die we recent betraden. Vannacht sliepen we zonder airco en dat was heerlijk. In tegenstelling tot Bali heerst hier het droge seizoen. Vanmorgen ontbeten we in de buitenlucht, met een truitje aan. Zo meteen gaan deze koffiesnobs met de taxi naar het stadscentrum om daar de beste koffie te drinken. Aan het eind van de middag haalt Aung Ko ons op om naar de wereldberoemde U Bein-brug te gaan. Dat is de oudste en langste teakhouten brug ter wereld (1.200 meter). Bij zonsondergang is dat een toeristische trekpleister van jewelste. Reizen is verslavend. 

De rondreis is begonnen, ik maakte een begin met het bijbehorende webalbum. We blijven 25 dagen in dit land, iets minder dan het visum toestaat.  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten