Translate

zondag 28 september 2008

Ik vertrek

Morgen reizen we terug naar onze Spaanse 'casa'.
Toen wij maanden geleden aan de vooravond van het vertrek naar Nederland stonden, vroeg ik mij af wat ons allemaal te wachten zou staan. We gingen naar Nederland om vooral dicht(er) bij onze zieke vrienden en familie te zijn. We weten het nu. Het verblijf op de camping was gepland voor drie maanden maar het werden er zes. En daarvan heb ik geen dag spijt.
Inmiddels is ons vertrek dus aanstaande en de terugkeer naar ons huis onder de zon is een fijn vooruitzicht: op blote voeten onder de (eigen) douche, de vaatwasser die weer een aantal 'straftaken' van ons overneemt, koken op vier pitten, 's morgens opstaan met een zonnetje, de lekkerste 'paella de mariscos', zwemmen in een warme zee.

Maar ik zal het missen: het gekrijs van de uilen in de nacht, onze 'cozy' caravan, het ochtendkrantje, het buitenleven, fietsen door de duinen, vriend Ger die spontaan een espresso komt drinken, culturele uitstapjes, golfen met de vrienden van Ockenburgh, copieuze etentjes, bezoeken aan boekhandel Paagman, bruine boterhammen, biologische producten, shoppen met de handscanner bij Albert Heijn, boodschappen doen op de fiets, aardige campingburen, met de voetjes in het zand bij 'Zeerob', broodje half-om (favoriet van mijn liefje), zwemmen in koud water, wandelen over de boulevard, Hollandse nieuwe bij Robbie. Er was nog zoveel meer. En zoveel andere mensen die hier ongenoemd blijven. Bedankt voor jullie bijdrage aan een mooi verblijf!

Wat we NIET zullen missen: het sanitair van de camping, files op de Nederlandse wegen -op elk moment van de dag-, knappe staaltjes 'Hollandse hufterigheid', aso-campinggasten, auto's die door rood licht scheuren, herfstachtig weer in de zomer, vallende denneappels en eikels in de nacht.

Maar desondanks heb ik een dubbel gevoel.
Afscheid nemen hoort bij het leven en meestal volgt op een afscheid weer een weerzien maar zeker weten doe je dat nooit...
Ik realiseer mij terdege dat wij véél achterachterlaten: een zus die groot verdriet heeft om het verlies van haar man. We moesten toch nog onverwachts afscheid van hem nemen. Dood en leven, vreugde en verdriet: het ligt heel dicht bij elkaar. Hij zal nooit worden vergeten. In diezelfde periode verwelkomden wij Linde, het jongste kleinkind; wat is mijn zus verguld met haar twee kleinkinderen... “Viva la abuela”, lang leve oma!

En natuurlijk ga ik Nelly missen, mijn vriendinnetje sinds vele jaren. We maakten in de afgelopen maanden veel met elkaar mee: haar wonderbaarlijke herrijzenis uit een levensbedreigende operatie, de Nelly-dagen op de camping, haar 'opium kit', een middagje magie, haar gedicht voor mij, samen kijken naar de Eurodam en de SS Rotterdam, GDSD, de Bugaboo, kroketten eten bij Loos ('try before you die'), wandelen naar zee, een rondje in het park, de 20ste trouwdag van Nelly met Diederik, zelfgemaakte stamppotten en culinaire avondjes-uit, verjaardagen, de memorabele instuif in het Park.

Ik koester elke herinnering!
Wie haar verhaal wil volgen, verwijs ik met liefde naar haar weblog Trust the process maar je kunt ook klikken op de bovenste van Mijn Links.

Eigen woorden schieten vaak te kort dus ik neem hier een gedicht van Ted van Lieshout op. Hij is schrijver, illustrator en graficus en houdt zijn eigen weblog bij Ted van Lieshout. Hij heeft het leuke boekje 'Twee ons liefde' geschreven. Onderstaand gedicht is uit de bundel 'Van, Als & Och' (Leopold, 1995).

Afscheid

Maar ook zonder ons samen
draait de wereld wel door,
al weet ik niet waarom.

Voor vriendschap is verhuizen
als de dood. En ik blijf stom
omdat ik stoer en sterk moet zijn,

zoals wij waren. Maar stil
durf ik een onbeholpen woord:
enzovoort, enzovoort, enzovoort.


woensdag 24 september 2008

Hello, Goodbye

Het is inmiddels zes maanden geleden dat de nieuwe terminal van luchthaven Londen Heathrow in gebruik werd genomen. Hoe had de opening van dit prestigieuze gebouw zó kunnen misgaan?! De emails en sms'jes waren niet van de lucht: 'Jij was toch ook hierbij betrokken geweest? Waar was jij nog maar eens verantwoordelijk voor geweest?' Allemaal begrijpelijke vragen. Maar de belangrijkste vraag was natuurlijk: hoe kon het zo verlopen?

Het was ook gênant: British Airways-staf wist zich geen raad in de immens grote, nieuwe terminal en bovendien liet het allernieuwste, meest geavanceerde bagagesysteem van de wereld dat 12.000 stuks bagage per uur zou moeten kunnen verwerken, het op de openingsdag van de terminal afweten! Dat systeem was eigendom van BAA (British Airports Authority; niet te verwarren met BA), en gebouwd door het succesvolle Hollandse bedrijf 'Vanderlande'. De eerste passagiers moesten uuuuuuuuuuuuren op hun bagage wachten. Op de zaterdag na opening waren inmiddels 20.000 stuks bagage niet met hun rechtmatige eigenaar verenigd... 'The rest is history'.
En de 27ste maart begon zó goed: Captain Lynn Barton, de eerste vrouwelijke piloot van BA, zette het eerste vliegtuig vanuit Hong Kong vroeger dan gepland bij de nieuwe terminal aan de grond (hegeen vrij uitzonderlijk is voor deze vliegmaatschappij)!

Er was jarenlang zó hard gewerkt aan de bouw van de nieuwe terminal, door alle projectmedewerkers liefkozend 'T5' genoemd. Er waren in al die jaren circa 50.000 mensen betrokken geweest bij de constructie en er was £4.3 miljard aan de bouw gespendeerd door BAA, eigenaar van de luchthaven. Voor de opening waren door BAA uitgebreide trials verricht, er was daarbij proefgedraaid met grote aantallen nep- èn echte passagiers. Het mocht niet baten. Het goede nieuws voor BAA was wel dat de terminal op tijd en volgens budget was opgeleverd. Maar dat was een schrale troost voor de passagiers die op 27 maart in T5 aankwamen...

Zelf heb ik twee jaar aan het T5-project meegewerkt. Ik was voor die tijd internationaal consultant en was voor mijn werk al op vele luchthavens geweest. Een luchthaven heeft voor mij altijd grote aantrekkingskracht gehad vanwege de 'buzz' die met zo'n plek samenhangt. Mensen nemen er -vaak hartverscheurend- afscheid maar wachten elkaar daar ook weer met open armen op. Het verwondert mij niets dat het Nederlandse tv-programma 'Hello Goodbye' zo'n internationaal succes is gebleken. Die aantrekkingskracht is tot op de dag van vandaag gebleven.

Ik kwam in 2003 in dienst van BAA en werd verantwoordelijk voor veranderingsmanagement; eerst alleen voor T5 later ook voor de bestaande Heathrow-terminals. Ik leidde een leuk multicultureel team van ervaren change consultants uit Engeland, Amerika, Australië, Nieuw-Zeeland en Brazilië. Wij moesten met elkaar bedenken en uitwerken hoe de reiservaring voor toekomstige passagiers van Heathrow moest gaan worden. En T5 moest in alles het paradepaardje worden!
Zelf wist ik tenminste één ding zeker bij de acceptatie van de baan: geen vloerbedekking in de nieuwe terminal! Elke keer dat ik in Heathrow aankwam, walmde die bedompte vloerkleedlucht mij tegemoet. Het rook niet alleen vies maar het zag er ook zo uit: altijd vol vlekken. Als ik het land niet beter kende, zou ik denken dat het de lucht van Engeland was...
Dat is maar ten dele waar gebleken: tijdens onze 'house viewing' zagen wij vaak kleedjes rondom de toiletpot en vloerbedekking in de badkamer. Maar we zagen ook bloemetjesbehang aan de wanden, bijpassende gordijnen en kolossale meubels in kleine kamers. Ons uitverkoren huis was echter modern, licht en ruim; zeker voor Engelse begrippen. Ik heb heel veel 'sweet memories' aan werken en wonen in Londen en Engeland al jankte ik in mijn nieuwe thuis soms de bloemetjes van het behang na een fijn weekend met vrienden in Nederland!

Terminal 5 is ontworpen door Sir Norman Foster, de gelauwerde Britse architect. Hij is ook de ontwerper van de 'Gurkin' (de augurk), het kantoorgebouw van Swiss-Re. Het bijzondere is dat ik in 2007 het huwelijksfeest van mijn T5-baas in dat gebouw vierde. Het uitzicht over Londen vanaf de bovenste verdieping was spectaculair!
Mijn toenmalige baas Sharon Doherty schreef vóór maart 2008 een boek over het project, getiteld 'Heathrow's T5 - History in the Making'. Ik ken alle personen op de boekomslag persoonlijk.
In enkele boekrecensies werd kritiek geuit op het feit dat zij de opening van de terminal niet had afgewacht. Zelf ben ik van mening dat de dramatische dagen na opening niets afdoen aan het baanbrekende werk dat tijdens de constructie van de terminal werd verricht. Het werd dan ook een boek bomvol 'best practices'.

Er zijn nog veel meer noemenswaardige gebouwen in de Britse hoofdstad van de hand van Norman Foster: de Millenium Bridge, de City Hall, Canary Wharf Underground Station. Maar ook buiten het Verenigd Koninkrijk is Foster actief: de brug van Millau (Frankrijk), de luchthaven van Chek Lap Kok (Hong Kong), het congrescentrum van Valencia (Spanje) en nog veel, veel meer. Hij is een begenadigd architect en bovendien bijzonder productief. Een van mijn favorieten.
Een toekomstig webblog ga ik wijden aan Foster's spannende idee om te bouwen op zee. Dat is dan een combinatie van twee favoriete onderwerpen: de zee en de architectuur. Ik verheug mij erop.

vrijdag 19 september 2008

Is het Ronald of toch Martin?

Als ik in Nederland ben, lees ik met veel genoegen de Volkskrant. Ik heb het al eerder in mijn weblog geschreven: de online-versie is fijn voor in het buitenland maar er gaat niets boven de papieren versie als je ter plekke bent! Met de krant in de hand, in het ochtendzonnetje, met een (N)espresso-met-schuimtoef voor de neus.
Ik geniet van de scherpe en vaak hilarische columns van Wagendorp en Oudshoorn, van de dagelijkse puzzel van Jan Meulendijks en van de literaire columns van Martin Bril. Maar hem moeten we helaas al enige tijd missen. De 'moeder-van-alle-Nederlandse-columnisten' heeft hartspierproblemen en dat klinkt zorgelijk. Ik mis zijn geschrijf.

Ik houd statistieken bij over het bezoek aan mijn weblog. Ik kan zien hoeveel bezoekers ik heb en hoe mensen op mijn site terechtkomen: via welke zoekwoorden of referenties, van welke providers. Nee, het is zeker geen 'Big Sister', do not worry! Ik kan geen persoonlijke gegevens zien en dat wil ik ook helemaal niet. Het blijkt dat mensen op mijn weblog terechtkomen als ze googelen op Martin Bril. Ik heb namelijk op 24 mei 2008 over hem geschreven. Over hoezeer ik hem waardeer en waarom ik van zijn columns geniet. Maar dat kan dus al wekenlang niet.

Sinds Bril niet schrijft in de papieren Volkskrant wordt zijn plek op de 'Voorkant' ingenomen door Ronald Giphart. In het begin kon ik zijn column niet zo waarderen. Het was flink wennen, zijn stijl is immers zo anders dan die van Martin. Bril en Giphart zijn als columnisten wat mij betreft elkaars tegenpool: Bril is een meester is het beschrijven van het dagelijkse, zonder het gewone banaal te laten worden, met veel oog voor detail. Hij doet dat op een beschouwende wijze.
Giphart beschrijft met name bijzondere gebeurtenissen die hij ook nog eens uitvergroot; hij overdrijft graag, vaak met taalkundige creativiteit. Beide heren schrijven op een soepele, losse wijze al is het eindresultaat wat mij betreft dus heel verschillend.
Bril studeerde filosofie en Giphart Nederlands; die achtergrond zie ik gereflecteerd in hun schrijfstijl. Wat de heren absoluut met elkaar gemeen hebben is het gebruik van humor in hun teksten. Die humor wekt bij mij wel een verschillend type lach op: bij Bril is het vaak een intense glimlach, bij Giphart is het regelmatig een korte schaterlach.

Gaandeweg begon ik de columns van Giphart toch ook te waarderen, met als voorlopige apotheose de column van donderdag 18 september. De titel van zijn column was 'Aarhgrghehh' en het ging over de verfilming van boeken. Tommy Wieringa had namelijk kort daarvoor verhinderd dat de regisseur van zijn boek 'Joe Speedboat' (erg leuk, goed boek) de film zou afmaken, zo zeer was hij als auteur teleurgesteld geraakt in de aanpak. Een aantal boeken van Giphart is ook verfilmd en hij verhaalde van een situatie op de set van de verfilming van zijn -grotendeels autobiografische- boek 'Ik omhels je met duizend armen'. Het boek gaat over de dood van zijn moeder en de verfilming werd geregisseerd door Willem van de Sande Bakhuyzen die tijdens de opnamen al ernstig ziek was en kort erna aan kanker zou overlijden. Wijnie Jabaaij, PvdA-coryfee en Tweede Kamerlid in de jaren '80 is de moeder van Giphart die in 1995 overleed en in het leven koos voor euthanasie als levensbeëindiging. Dat kwam later in Gipharts boek terug.

De column 'Aarhgrghehh' lijkt mij een Giphart-ten-voeten-uit: de tekst vraagt vanwege het zware onderwerp en de opmerkelijke omstandigheden van de verfilming om serieuze aandacht van de lezer maar Giphart beschrijft die, voor hem ongetwijfeld gedenkwaardige situatie nogal humoristisch. Ik dacht in een split second: "is dit nu juist knap of knap lullig?" Ik kies hier toch echt voor knap.
Ik realiseer mij maar al te goed dat er veel 'schrijfwaardigs' gebeurt in een mensenleven... Het is knap omdat Gipharts columns alle kenmerken van een goede column in zich hebben: persoonlijk van aard, met een eigen invalshoek, verhalend maar wel met een mening, met kleurrijke taal en een verrassend slot.
Het schrijven van een column heeft ook mij, amateur, gegrepen; ik heb er in de afgelopen maanden een hobby bijgekregen. Ik hoef niet te kiezen; ik omhels beide heren!

dinsdag 16 september 2008

Duizend bommen en granaten

In tegenstelling tot wat de titel en de aanhef van dit weblog suggereren, gaat het niet over de scheldkannonnades van kapitein Haddock uit de stripverhalen van Kuifje, al ben ik een liefhebber van de strip. Het gaat wederom over campinglife, het leven dat wij inmiddels ruim vijf maanden leiden in Nederland.

Het gaat over de nieuwe Duitse buurman die naast ons is komen staan met zijn kampeerwagen. Hij lijkt te lijden aan het syndroom van Gilles de la Tourette. En dat is geen pretje; noch voor jezelf, noch voor de omgeving. Het syndroom van Gilles de la Tourette kenmerkt zich door het maken van veelvuldig herhaalde bewegingen of geluiden. Sommige personen vloeken en tieren er onbedoeld en ongewild op los. Kapitein Haddock van Kuifje bouwde in zijn carrière als stripfiguur een werkelijk é-nór-me lijst van scheldwoorden op. Ik denk dat hij voor elke letter van het alfabet wel een veelvoud aan scheldwoorden bezigde!
De buurman op de camping lijkt een lichte vorm te hebben van het syndroom. Hij openbaart geluidstics van het onschuldige type: hij schraapt om de paar minuten luidruchtig zijn keel en hij kucht en hij gromt daarbij. Ik realiseer mij dat ik klink als een amateurpsycholoog, in tegenstelling tot de bijzonder competente psychiater die George Albert Edouard Brutus Gilles de la Tourette was. Ik groette de buurman vriendelijk maar zijn vrouw leek in de eerste dagen elk oogcontact te vermijden. “Was dat schaamte? Hij kan er toch niets aan doen?!”

Het opmerkelijke is dat ik zelf nogal geïrriteerd kan raken door mensen die geluidsoverlast veroorzaken op de camping. Zo zaten wij recent in ons eigen campingstraatje heerlijk in de avondzon onze boeken te lezen. We genoten allen van de rust en de warmte van de dag. Glaasje ernaast, nootjes erbij, je kent het wel: het Grote Genieten.
Totdat iemand op enige afstand van ons de radio hard aanzette. Wat kunnen die stomme filemeldingen en de snerpende muziek dan storen! Zoiets irriteert mij mateloos. Ik keek om naar de herriemakers, onze overburen keken naar hen, de herrieschoppers keken terug en hadden pas na een paar minuten door dat zij het waren om wie het ging: zij waren immers de veroorzakers van geluidsoverlast. Pa stond uiteindelijk op en draaide de volumeknop dicht; een zucht van verlichting ging door het straatje. Ik realiseerde mij weer eens al te goed: de camping is een microcosmos, Nederland in postzegelformaat.

Maar iemand die lijdt aan deze vorm van het syndroom van Gilles de la Tourette zal mij dus niet snel irriteren. Ik vroeg min of meer retorisch aan mijn liefje: “je zou mij toch ook niet inruilen wanneer ik regelmatig !§&%/$§=)@(?!&%! zou roepen? In mijn geval zouden dat hoogstwaarschijnlijk geen oudhollandsche scheldwoorden als 'builenkop' of 'boerentrien' zijn maar oké.... Ieder mens heeft toch recht op zijn tics? Bovendien zou dat ontzettend naar voor mij zijn? Temeer daar je weet dat ik er zeer weinig tegen zou kunnen doen?!” Zij verklaarde bij die gelegenheid officieus dat zij niet met mij en mijn tic zou kunnen samenleven. Dat was een tegenvaller.
Mensen die aan een ernstige vorm van het syndroom lijden, komen uiteindelijk in een sociaal isolement terecht. Ze gaan niet meer naar concert, theater of bioscoop en vriendschappen komen ook vaak onder druk te staan.
De buurman is hier met vrouw en honden heerlijk aan het kamperen. Ze lijken het inmiddels echt naar hun zin te hebben. Dat is toch ontzettend fijn voor hen?!

Er komt er een bij en er gaat er een weg; het is het vaste ritueel in campingland. Onze overburen die vier weken in ons straatje stonden, verlieten onlangs de camping. Het waren twee aardige 60-plussers die al lang samen zijn, zonder kinderen. Dat merk je aan mensen. Ik vind die 'closeness' en op elkaar ingesteld zijn mooi om te zien.
Ik heb mij in de afgelopen dagen verbaasd over hun é-nór-me properheid.
Zij moesten -net als iedere vertrekkende campinggast- hun voortent met alle spullen opbreken, schoonmaken en opbergen. De zorgvuldigheid, de smetteloosheid, de onberispelijkheid die ze betrachtten. Ik zat ademloos te kijken naar hoe zij klopten, veegden en zogen... Daar kon geen Nilfisk tegen op! De haringen werden op het speciale werkkleed uitgespreid en stuk voor stuk afgesopt, elke scheerlijn werd gereinigd en om een klosje gewikkeld, alle kleden en doeken werd in afzonderlijke zakken gestopt en iedere zak werd hermetisch afgesloten met isolatietape.
Ik kreeg er bijna een complex van. In vertwijfeling vroeg ik aan mijn liefje: “zijn wij dan viespeuken, twee gemakszuchtige types?” Zij sprak mij geruststellend toe. “Bij de snorren van Plekszy-Gladz: dat is werk voor duo druiloren, rare kwistenbiebels, Appenijnse kropmensen!”
Toen wist ik het weer: er is niks mis met ons. En ik wist ook dat wij maatjes-door-dik-en-dun zijn. Voor dat bewijs zijn geen bommen of granaten nodig!


zaterdag 13 september 2008

Back to the Future

We hadden iets te vieren dus ik was op zoek naar een feestelijk restaurant. Na wat rondbellen, kon ik een tafeltje voor twee reserveren bij restaurant 't Raethuys in Wateringen. Dat was voor mij 'back to the roots' want daar woonde ik in mijn jonge jaren. Het voelde echter ook een beetje als 'terug naar af' want ik had mij nooit helemaal op mijn gemak gevoeld in het Westland. Een deel van mijn ouders was 'import', zoals dat daar in die tijd werd genoemd. Als ik als kind in een winkel kwam, was de eerste vraag geheid: “van wie ben jij er een?”. Dat en nog wat andere plaatselijke gewoonten beklemden mij dermate dat ik mijn vroegere woonomgeving graag wilde verlaten. Om er dan nu vrijwillig terug te keren? Het is echter nooit te laat je frustraties van je af te schudden, dus we togen goedgemutst naar het voormalige gemeentehuis van Wateringen.

Terug in de tijd. 'De Kabouters' was een speltak van Scouting Nederland, bedoeld voor meisjes van zeven tot elf jaar oud. Ik werd een 'brownie' bij 'De Merels', de naam van mijn Kaboutersgroep. Ik herinner mij dat ik een flink eind door de polder moest fietsen om het clubhuis te bereiken. De akela was een bijzonder aardige, heel stoere dame. (Tegenwoordig zouden we dat anders noemen...)
Ook herinner ik mij dat er gedurende een winterseizoen een potloodventer in de buurt rondreed waarvoor we als jong meisje werden gewaarschuwd. Ik heb hem eenmaal gezien. Dat wil zeggen: hem en zijn potlood maar daarvan heb ik geen blijvende schade opgelopen. Toen ik eenmaal in de wereld van de Kabouters was ingevoerd, moest ik examen doen. Dat hield onder andere in dat je moest zweren dat je je hield aan de Kabouterwet:


Een Kabouter speelt samen
met anderen in (nu:) Bambilië
Zij is eerlijk, vriendelijk
en houdt vol
en zorgt goed voor de natuur


De laatste zin geldt in ieder geval nog; over de rest moeten anderen maar oordelen...
Èn ik moest als merel-in-spé een culinaire test afleggen. Zingen kon ik al. Ik moest 'bewijzen' dat ik wat kon in de keuken en dat was niet tegen dovemansoren gezegd! Tijdens mijn examen bracht ik mee: een rol Mariakaakjes, een pakje echte roomboter en een pak Venz hagelslag puur. Je voelt 'm al aankomen: twee kaakjes werden besmeerd en besprengeld, ik klapte ze tegen elkaar dicht en mijn lekkernij moest als een hamburger worden genuttigd. De akela en de meisjes van De Merels vormden op dit onderdeel de examencommissie. Het hoeft weinig betoog: ik slaagde glansrijk voor mijn examen. Mijn zin in creatief en kwalitatief goed eten is tot op de dag van vandaag gebleven.

Restaurant 't Raethuys wordt gerund door een heel jonge ploeg, met Niven Kunz als de 24-jarige chef-kok. De jonge kok kreeg in 2007 een Michelinster toebedeeld en kookte voor ons werkelijk de sterren van de hemel! Zijn vriendin Valerie van 20 jaar is de sommelier en praatte met verstand over wijnen. Het bedienend personeel is kundig, toegewijd en vooral jong. Het feit dat ze op zo'n jonge leeftijd al zo toegewijd zijn, spreekt ons (oude dames) erg aan. Wat ook mooi is, is hun credo:


De natuur is wijs: je hoeft er alleen maar naar te luisteren.
De markt stelt voor en bepaalt wat wij kopen en creëren.

Het restaurant is namelijk gelegen in het hart van het Westland dus dat is een zinvol uitgangspunt. Alle groenten -en dat waren er lekker veel die avond- worden van de plaatselijke tuinders afgenomen. Valerie vertelde ons dat zij in de nabije toekomst hun eigen producten willen gaan (c.q. laten) verbouwen.
Ik kreeg een glimlach op mijn gezicht toen ik de eerste amuse op tafel zag komen: een met romige, blauwe kaas gevuld radijsje, op een bedje (nou ja, niet letterlijk) van donkere aarde. Een smakelijke hulde aan de Westlandse tuinbouw! Als gemankeerde Westlandse kon ik de knipoog wel waarderen.
Er zouden nog een aantal geslaagde amuses volgen. De driedubbelgetrokken bouillon van ceps en de gin&tonicsorbet met gekarameliseerde olijf mogen niet onvermeld blijven.
Wij kozen beiden à la carte al waren er ook meergangenmenu's: avocadocrème met Cavaillonmeloen, met pittige tartaar van rund & jonge worteltjes met tartaar van coquilles, gemarineerde slakjes en serranoham als voorgerechten. Licht gerookte perzik met krokant gebakken kalfszwezerik, zalf van witte bonen, peterselie en mosterdjus & geroosterde vijgen met Wiedenlam van de bbq, parmezaan en groene erwtjes met mint als hoofdgerechten. Het werd een feestelijk avond-uit. Ik laat de foto's graag voor zich spreken.











De jonge ploeg van 't Raethuys, die nu al zo succesvol is, gaat een nog mooiere toekomst tegemoet. Om met vriend Van Dinther af te sluiten: komen we terug? Jazeker... Wateringen wordt zo nog eens wat!

woensdag 10 september 2008

Meet the ancestor!

Momenteel ben ik een zeer interessant boek aan het lezen: 'De Zee - Een fascinerende ontdekkingsreis door verleden, heden en toekomst van onze planeet' van de Duitse schrijver Frank Schätzing. Het is een dikke pil die gaat over het ontstaan van het leven op aarde en de rol die de zeeën en zijn bewoners daarbij hebben gespeeld en nog spelen. Schätzing studeerde communicatiewetenschappen en richtte zijn eigen reclamebureau op.
En communiceren kan hij! Hij schrijft bijzonder beeldend en weet zo de lezer mee te voeren op zijn ontdekkingstocht: als hij de zeestromingen over de wereld uitlegt, nodigt hij ons uit een onderzeeboot binnen te stappen. Hij hijst ons in een duikerspak om af te dalen naar de diepzee. Hij introduceert 'Miss Evolutie', maakt complexe zaken inzichtelijk door wereldlijke, hedendaagse vergelijkingen te trekken, gebruikt muziek- en filmfragmenten, doorspekt zijn betoog met veel humor. Hij schetst boeiende 'what ifs', legt de betekenis van de maan voor de aarde uit en verklaart op aannemelijke wijze natuurrampen die zich vroeger maar ook in onze tijd hebben voorgedaan. Ik lees dagelijks -weliswaar geconcentreerd- met plezier een flink aantal bladzijden.

Nu hebben wereldzeeën en oceanen mij altijd gefascineerd dus ik behoor voor dit boek sowieso tot de doelgroep; ik heb die fascinatie al een aantal keren beschreven in eerdere blogs. Er valt elke dag wel weer iets te leren en dat maakt dit boek ook zo leuk: er staat veel in dat nieuw voor mij is, het boek bevat ontelbare interessante details en verschaft daarmee veel stof tot nadenken alsmede prikkelende gespreksstof.
Zo weet ik nu bijvoorbeeld de naam van de voorouder van ons, Homo sapiens sapiens: Haikouella. En ik kreeg er tevens een beeld bij: een onooglijk worstachtig diertje dat is gevonden in Chengjiang, China. Haikouella stamt uit het boven-Cambrium van circa 500 miljoen jaar geleden en is het oudste fossiel met segmenten die op spieren lijken, met de vroegste vorm van een wervelkolom, met een aorta en met hersenen die opmerkelijk groot zijn voor de omvang van de worm. Mijn eigen voorouder... en ik lijk er nog op ook! Ik pinkte een traantje weg.


Schätzing houdt tevens een vurig pleidooi voor een beter begrip van de oudste overleveraar in de wereldzeeën: de haai. Haaien verschenen ongeveer 360 miljoen jaar geleden (in het Devoon). In al die eeuwen schijnt de fysionomie van de haai nauwelijks te zijn veranderd. Miss Evolutie deed het kennelijk goed met deze competente jager als schepping!
De haai boezemt veel mensen angst in. Ook ik voel een mengeling van angst en diep respect voor het machtige dier. Zo was ik in februari 2008 in Australië aan het surfen met mijn maatje Julie die in Sydney woont. Elke Australiër heeft tenminste twee surfboards, zoals wij Hollanders doorgaans meer dan één fiets hebben. Dus zij ook en ik mocht als eerste kiezen. "Doe mij die grote gele maar." (Goed te zien vanaf het strand...) Wij waren op Wanda Beach, een van de vele, prachtige stranden rondom Sydney. Er was een klein stuk zee waar tussen de vlaggen vanaf het strand en op het water werd gepatrouilleerd maar daar was iedereen. Wij besloten dus als twee stoere meiden naast de vlaggen te gaan surfen; zo zouden we meer ruimte voor onszelf hebben en geen 'last' van zwemmers. Op een zeker moment zag ik vanuit mijn ooghoek een grote schaduw onder water. Een schaduw, meer was het niet. Ik leunde even op mijn surfplank, ondertussen spiedend naar Julie om te zien of zij bepaald gedrag vertoonde. Ik zei even niets. Ook zij dobberde, hangend aan een zijde van het surfboard, een beetje rond. Surfen is best inspannend dus dat is niet zo gek. Er gebeurde niets. Na een paar minuten pakte ik de draad van het surfen dan ook maar weer op maar heel ontspannen was ik daarna niet meer. Niet lang daarna besloten we gezamenlijk het water te verlaten. Eenmaal op het strand, vroeg ik Julie of zij de schaduw had gezien. “Yeah, a big one.” Ze had precies hetzelfde gedaan als ik: naar mij spieden en haar mond houden.

Maar hoe terecht is die angst? Voor de duidelijkheid: elk jaar sterven wereldwijd tien mensen door haaien maar 200 miljoen haaien door mensen... We eten -bewust of nietsvermoedend- ook vaker haai dan wij denken: in de haaienvinnensoep (Chinezen), vermomd als zeepaling in gelei (Fransen en Belgen), als Schillerlokken (Duitsers), als zwaardvissteak (Japanners). Voor deze recepten wordt 'doornhaai' gebruikt als vis. Dit type haai komt voor in de Grote en de Atlantische Oceaan maar zwemt ook in de Noordzee rond.
Zelf heb ik lang, lang geleden eens haaievinnensoep besteld bij de Chinees maar sinds ik weet -en dat is ook al heel lang- hoe de vinnen van de levende haai worden afgesneden, de haai wordt teruggeworpen in zee en daarmee wreed aan zijn einde komt (langzame verdrinking), doe ik dat NOOIT meer. Stop 'shark finning', het is barbaars! Free Smiley Face Courtesy of www.FreeSmileys.org
Ik heb nog 100 bladzijden te gaan in het boek; ik ga er lekker lang over doen.

zaterdag 6 september 2008

Amateurfotografie

Ik heb vele hobbies maar fotograferen is wel een van mijn meest favoriete. Mensen die mij goed kennen, weten dat ik bijna altijd met een camera op zak loop. Sinds begin 2001 fotografeer ik met digitale camera's. Voor die tijd deed ik het met een analoge spiegelreflexcamera van Canon die mij goed beviel. Mijn eerste digitale camera was dan ook weer van Canon; ik zag geen reden naar een ander merk over te stappen. Het werd de Powershot G1 van Canon (3.3 megapixel). Achteraf gesproken, was het een relatief zware camera maar de opnamen waren en zijn heel scherp. Ook op 'Flickr' kun je mooie resultaten vinden van foto's die met de G1 zijn gemaakt. Inmiddels 'least' mijn liefje deze digitale camera van mij.

In 2003 schafte ik tevens een digitale spiegelreflexcamera aan: de Canon EOS 300D (6.3 megapixel). Het was één van de eerste, betaalbare digitale spiegelreflexcamera's voor semi-professionele- en amateurfotografen. Nu val ik geenszins in de eerste categorie maar ik denk wel dat het predikaat 'amateurfotograaf' mij past. Het nadeel van 'early adapter' zijn is dat er doorgaans snel veel verbeteringen achteraan komen; dat was bij deze camera ook het geval. De 300D werd weldra opgevolgd door de 350D, naar verluid een verbeterde versie. Alhoewel de juiste belichting vinden nog weleens lastig is, gebruik ik de camera tot op de dag van vandaag met plezier. Met name de resultaten van de bijgekochte telelens van Canon (EF, 75-300mm) zijn vaak heel fraai, al zeg ik het zelf.

In 2005 plande ik de eerste wereldreis en schafte ik ook nog een digitale camera aan voor de 'snapshots': de IXUS 50, de kleinste 5 megapixel-camera van Canon. Ik kocht de camera in thuisland Spanje, waar de keuze in onderwaterkasten heel ruim was. In de wereldreis waren ook een bezoek aan het Great Barrier Reef in Australië en aan Fiji opgenomen; twee van de mooiste onderwaterplekken ter wereld! De IXUS heeft een speciale onderwaterknop maar door de handige kast kan ik alle functies van de digitale camera onder water gebruiken. Ik heb er fraaie foto's mee gemaakt van vele soorten en maten tropische vissen, van haaien, dolfijnen, schildpadden, roggen, koralen, poliepen, zeesterren en één zeemeermin.
Ook die camera gebruik ik nog wekelijks met veel plezier. Alhoewel Canon programmatuur meelevert voor het beheren van foto's (Zoombrowser EX) gebruik ik Picasa naar volle tevredenheid, het gratis programma van Google. Inmiddels ben ik bètaversie 3 aan het uitproberen; deze versie is momenteel alleen beschikbaar in de Engelse taal. Voor zover mijn 'technische verhaal'.

Ik discussieer vaak met mijn liefje over mijn houding ten opzichte van fotografie. Zij is van mening dat ik vaak mijn camera achterna loop en zo vergeet om mij heen te kijken. Hoe ironisch is dat voor een amateurfotograaf?! Zij ziet inderdaad regelmatig andere dingen dan ik... Ik moet bekennen dat er een soort 'hebberigheid' optreedt als ik met de camera op pad ga. Ik ben namelijk altijd op zoek naar de -in mijn ogen- fijnste compositie, mooiste kleuren, beste hoofden, gekste situaties. Die hebberigheid uit zich ook in 'mokken' als ik iets moois heb gemist omdat ik niet op tijd bij mijn camera kon of omdat ik geen camera had meegenomen, wat sporadisch voorkomt. (“Tja, wat is erger?”) Het worden dan foto's die ik in mijn hoofd neem en ook die koester ik. Maar toegegeven: liever heb ik ze in mijn fotobibliotheek op de computer. Daarop bevinden zich inmiddels tienduizenden digitale foto's! Mijn selectie 'Moeders Mooisten' is echter klein.

Onlangs werd de Photo Academy Award 2008 uitgereikt aan Saskia Dommisse. Zij mag zich een jaar lang de meest getalenteerde jonge fotograaf van Nederland en Vlaanderen noemen. Volgens de jury zocht zij met haar foto's de grenzen van de fotografie. Domisseniet: haar inzending bestond uit een onscherpe foto..?!
Hans Aarsman, recensent van de Volkskrant merkte in magazine Kunst van 4 september daarover op: “Maar opzettelijk onscherpte gebruiken om een ónwaarneembare wereld te verbeelden, zo lust ik er nog wel een paar.” Hij nam het de fotografe niet kwalijk, wel de organisatie die de winnaar koos.

Ook mij kan de winnende foto (hiernaast afgebeeld) niet bekoren. Fotografie is voor mij juist het weergeven van de werkelijkheid, weliswaar die van de betreffende fotograaf want voor ieder mens is de werkelijkheid anders. Suggestie is belangrijk bij een goede foto maar dat je werkelijk geen idee hebt waarnaar je kijkt als je de foto ziet, lijkt mij niet de bedoeling.



donderdag 4 september 2008

Huisvrouwenpraat

Het was zo'n dagje met huishoudelijke klussen in en rond de caravan.
Na het onstuimige weer van de laatste dagen moest het vloerkleed onder het zonneluifel (“inderdaad, waar heb ik dat nog voor nodig?”) hoognodig worden aangeveegd. Het aantal blaadjes-van-de-bomen was niet meer te tellen. Het leek of je op een bospad liep.
We verdelen de werkzaamheden eerlijk. Zo heeft mijn liefje al maanden als 'straftaak' dat zij moet afwassen. Al hebben we een luxe caravan, een vaatwasser is er niet in aanwezig. De afwasactiviteit wordt op zichzelf niet erg plezierig gevonden maar het feit dat de taak in een rustig hoekje, in stilte kan worden verricht, wordt als 'weldadig' omschreven. Zij noemt het dan ook haar meditatiemoment.
Tot mijn straftaken behoren o.a. afdrogen, de toilet reinigen (geen details) en vegen. Mijn geveeg heeft een vergelijkbare functie als het afwassen al is het niet de 'gedachtenloosheid' -die van meditatie voor mij zoiets moeilijks maakt- maar juist de routinebeweging waardoor ik mijn gedachten goed op een rijtje kan zetten. En dat er veel in mijn hoofd omgaat, is een gegeven. Dat is altijd zo geweest.

Vandaag had ik het plan opgevat om hachee te bereiden maar waar kun je tegenwoordig een sucadelapje vinden? Niet bij AH. Dus wij naar de plaatselijke slager om een mals stukje biologisch vlees aan te schaffen. Vervolgens door naar de lokale groenteman voor een Hollandse aardappel als ingrediënt voor romige puree, natuurlijk vergezeld van Hollandse rode kool met appeltjes. Qua maaltijdkeuze lijkt het wel najaar! Wel beste lezer, ik kan u verzekeren: dat is het hier al enkele dagen, na de driedaagse zomer van 2008.
Maar ik mopper niet; bovendien ruikt het heerlijk in de voortent. Om niet al te snel door de gasflesvoorraad heen te raken (“jawel, us bin zunig”), heb ik de pan enkele uren op een rechaud geplaatst om de hachee verder te laten pruttelen. Zo deed mijn opa het immers ook, weliswaar op een petroleumstel. Zo leer je, als bloglezer, nog eens wat over kamperen...

Deze huishoudelijke activiteit werd voorafgegaan door het reinigen van het caravantapijt. Enige weken geleden was mijn favoriete Nespresso-apparaat namelijk op hol geslagen terwijl ik er niet naast stond. Ik had op de capuccinoknop gedrukt, was weggelopen en hoorde tot mijn ontsteltenis dat er koffie-voor-twee uitkwam. Als je er dan maar één kopje onder hebt staan, heb je een probleem. En dat was het; soppend stapte ik de caravan weer in. Het tapijt was drastisch van kleur veranderd en leek niet goed meer te passen bij de rest van de entourage. Die schade heb ik vandaag middels een wonderreinigingsmiddel (deels) tenietgedaan. “Ik had slechts een druppel nodig en de vlekken verdwenen als sneeuw voor de zon”. Zoiets. Geluksgevoel zit soms in een klein flesje.

En dan hebben we natuurlijk ook nog 'The Mother of All Housewives': Sarah Palin, die mijn gedachten bezighoudt! Wiens gedachten niet? De stoere gouverneur van Alaska is -surprise, surprise- voorgesteld als running mate van McCain. Ze is wat je noemt een power woman. Maar tegelijkertijd is ze een vat vol tegenstrijdigheden. Deze voormalige beauty queen en moeder van vijf kinderen houdt van wapens en weet ze te gebruiken, houdt van vissen en op beren jagen.
Ze is conservatief, tegenstandster van seksuele voorlichting aan jongeren en van seks voor het huwelijk. Maar... haar oudste dochter Bristol is 17 jaar oud en inmiddels vijf maanden zwanger. En dat valt niet zomaar weg te poetsen!

Ik kan niet goed beoordelen of het een verstandige of juist een rampzalige zet voor McCain is. Niet dat ik wens dat deze 72-jarige republikein de volgende president van de Joe-Es-Of-Ee wordt... Ik vind het persoonlijk nog steeds jammer dat Hillary Clinton uit de race is. Het zou een historisch moment zijn geweest: de eerste vrouwelijke president. Capabel, gedreven, ervaren. Dat die positie nu wellicht over een tijdje door Sarah Palin zou kunnen worden ingenomen, lijkt mij op dit moment geen fijn vooruitzicht. Te bedenken dat deze vrouw die 'a heartbeat' is verwijderd van het presidentschap vorig jaar voor het eerst in haar leven een paspoort aanvroeg... En wier buitenlandervaring bestaat uit één vliegreis, inclusief tussenstop. Nou ja, we zullen zien. Eerst maar genieten van hachee met rode kool.

P.S. De foto is afkomstig van timesonline.co.uk

maandag 1 september 2008

Tweedehands kippenvel

Vanmorgen vroeg hoorde ik op de radio dat minister Verhagen van Buitenlandse Zaken pleit voor verhoging van de uitgaven van het ministerie van Defensie. Ik zat meteen rechtop in bed: “worden we door de Belgen bedreigd? Is onze Oosterbuur gek geworden? Is Rusland vannacht de grenzen te buiten gegaan?”
Gelukkig was het niets van dat alles: België heeft met de voortdurende regeringscrisis wel iets anders aan het hoofd, Duitsland is dit jaar geen Europees voetbalkampioen geworden en Medvedev en Poetin... tja, nog niet zal ik maar zeggen.

Verhagen gebruikte als argument voor de verhoging van het budget voor vredesmissies 'dat er dan meer naar Nederland zal worden geluisterd'... Daarmee was ik echt klaarwakker! Maanden geleden had ik Kees van Kooten in een uitzending van DWDD de term 'tweedehands kippenvel' horen gebruiken. Ik vond het een mooi gezegde voor wat hij wilde uitdrukken: een nèt-niet ervaring dus ik schreef het op voor later gebruik. Dat was er tot nu toe niet van gekomen maar vanmorgen vond ik er dan eindelijk een bestemming voor!

Maar volgens Verhagen moet het defensiebudget dus omhoog omdat er door de vredesmissies (pas echt) naar Nederland wordt geluisterd. Dat lijkt mij een brevet van onvermogen uit de mond van een minister van Buitenlandse Zaken. Hij is daarmee dus tevens van mening dat meer Nederlandse belastingcenten moeten worden aangewend voor de toepassing van geweld. Want hoe je het ook went of keert, elke vredesmissie gaat met geweld gepaard. Al is het vrede, het lijkt vaak wel oorlog. Nederland begon met zijn eerste vredesmissie op de Balkan in 1947 en de meest recente missie is in Uruzgan. We weten inmiddels allemaal dat het daar niet zo vredig aan toegaat: het geplande opbouwwerk verwerd snel tot schieten en beschoten worden. Als je je dan beseft dat Plato ooit heeft gezegd dat alleen de doden het einde van een oorlog meemaken...
En dat alles om maar, zoals Verhagen zegt, te worden gehoord.

Mag ik minister Verhagen, van het Christen-Democratisch Appèl, tevens erop wijzen dat er veel betere Nederlandse exportproducten zijn te bedenken waaraan we ons geld kunnen spenderen? Zaken waarmee we werkelijke wereldfaam hebben bereikt, waarop we daadwerkelijk trots kunnen zijn, zoals de Deltawerken, met Neeltje Jans als meest indrukwekkende voorbeeld van waterbeheersing of onze internationale handelsgeest (de ontdekkingen van Tasmanië en New York, bijvoorbeeld) in combinatie met onze talenkennis, of Nederlandse architectuur in wereldprojecten als die van Rem Koolhaas. En hoe goed doen we het als klein land niet op het internationale sportpodium?

“Ik heb liever dat onze belastingcenten op die terreinen worden besteed, meneer Verhagen. U kunt natuurlijk zelf met ander ideeën komen, bij voorkeur goede. Dat wil ook nog weleens helpen om aan een gehoor te komen. Dat zou ik pas echt mooi vinden. Mooi genoeg voor eerstehands kippenvel, om precies te zijn.”