In de afgelopen dagen stormde het hier. De zee had een ongekend diepblauwe kleur. De alang-alang van de nieuwe buurvilla’s stond hier en daar recht overeind. Onze rieten kappen hebben bamboe rasters waardoor de alang-alang niet gemakkelijk kan opwaaien. Slechts sommige blonde lokken moesten worden herschikt.
Gasten uit de verhuurvilla’s naast de onze zagen we in die dagen ziek, zwak en misselijk uit traditionele jukungs stappen die hen over de woelige baren naar de dolfijnen hadden gebracht. Op enkele ochtenden zaten wij met lange mouwen op het terras. De harde wind kwam 's morgens pal uit het zuiden, draaide in de loop van de middag 180 graden en blies 's avonds weer vanuit het zuiden. Als ik een windvaan zou zijn, zou ik er duizelig van worden!
Het is hier al vier maanden droog. De heuvels in het achterland beginnen bruin te kleuren. In Nederland wordt dagelijks over het weer gepraat. Nederlanders doen dat hier ook maar ook voor Balinezen is het weer een geliefd onderwerp van gesprek. Met stelligheid beweerde iemand onlangs te weten dat het regenseizoen in Bali over drie weken gaat beginnen. Wie het weet, mag het zeggen. Degenen die het in dit land behoren te weten, zeggen het niet of anders.
Het Indonesische 'Aeronautics and Space Agency' werkt momenteel aan een Moesson Index, afkomstig van een radarsysteem in West-Sumatra. Daarmee houdt men de ontwikkeling van giga-wolken in de gaten die hevige winden en regenbuien kunnen voortbrengen. Daaraan meent men te kunnen aflezen wanneer het regenseizoen begint. Een medewerker van het bureau verklaarde in de Jakarta Post echter dat de radar echter niet opperbest is. De gegevens van die EAR (Equatorial Atmosphere Radar) kunnen daarom niet eenzijdig worden geïnterpreteerd... Als weerdeskundigen en hun apparatuur het al niet kunnen voorspellen, neem ik uitspraken van leken zeker met een pak zout!
We zien wel wanneer de omslag komt. We zijn er klaar voor al ben je in de tropen nooit klaar voor extreme buien. Maar we leren elk jaar. Dit jaar zijn we beter voorbereid dan vorig jaar. De laatste klus die we lieten uitvoeren voordat we op vakantie gaan, was het laten aanbrengen van een houten afdak boven de lamellen in de voorgevel. De functionele perspex-afdekplaten die er tot dan toe zaten, werden verwijderd. Die nieuwe klep moet het huis in de komende periode nóg beter beschermen tegen horizontale regenbuien.
We brachten ook veranderingen in huis aan: de grote teakhouten leestafel die tot nu toe op de vide stond, werd naar de begane grond gebracht. Grote Ketut, de tuinman, nam de loeizware tafel op zijn nek terwijl kleine Ketut de rest van het gewicht de trap af droeg. De teakhouten computertafel werd vervolgens naar boven gebracht. Een goed plan; hadden we maanden eerder moeten doen! Zo kan ook binnen comfortabel worden gewerkt en gedineerd als terrasleven vanwege het weer niet mogelijk is.
Van Jan en Huwiene kregen we recent twee soorten orchideeën kado. Ze zijn al tamelijk groot, staan in bloei, met bloemen in donkerrode en geelblauwe kleur. Daar ik geen verstand heb van orchideeën zocht ik het een en ander uit. Ik las over het verschil tussen kelk- en kroonbladeren en over naar boven wijzende lippen. De soorten die van nature in Zuid-Oost Azië voorkomen, zijn van de onderfamilie Apostasia. Orchideeën houden niet van felle zon (wel van licht) en niet van veel water. We kozen dus een relatief schaduwrijke en droge plek uit. Ze staan nu in nieuwe potten als elegante wachters bij de voordeur. Weer eens wat anders dan boeddha- of andere godenbeelden.
Ketut millimeterde zijn haar. Ik schrok toen hij 's ochtends binnenwandelde. Hij leek wel een gast uit Hotel Kerobokan, Bali’s beruchte gevangenis!? “Waarom zo kort?” vroeg ik hem enigszins verbijsterd. Hij antwoordde dat hij zo min mogelijk gedoe aan zijn hoofd wil. Hij gaat met een licht hoofd op reis. Ik begreep wat hij bedoelde. “Maaf, Ketut.” Ik verexcuseerde mij bij hem voor mijn onbegrip. Hij toonde mij in de afgelopen jaren de waarde van secundair reageren... Hij en ik staan qua cultuur diametraal tegenover elkaar. Hij gelooft in zijn goden, ik geloof in mensen. Hij conformeert, ik ben niet bang om af te wijken. Hij is een honkvaste Balinees, ik ben een reislustige Hollandse. Desalniettemin was er volop gelegenheid tot vriendschap.
Er is namelijk ook veel dat ons bindt: beiden zijn we idealistisch, nieuwsgierig en leergierig. Beiden hebben we een diepgewortelde hekel aan bureaucratie, corruptie en nepotisme. En niet te vergeten: beide vinden we Elsa de leukste Balinese! Ik ben Ketut dankbaar voor zijn vriendschap. Hij is de enige Balinese man die mijn hart raakt.
Ook Ketut rondde zijn onderhoudsklussen af. Het huis is klaar voor het regenseizoen, wij zijn klaar voor zijn vertrek. Alleen hijzelf niet. ♪ “Like a dog without a bone, an actor out alone. Riders on the storm.” Hij en ik zijn watjes, wij plengden de eerste tranen. Zo ging het de vorige keer ook. Afscheid nemen vind ik allerbelabberdst. Elsa biechtte deze keer op dat zij elke avond huilt. “Girl, ya gotta love your man. Take him by the hand and make him understand: the world on you depends.” Toepasselijke tekst van Jim Morrison.
Hij gaat weer voor acht maanden aan boord van het cruiseschip, wij vertrekken binnenkort voor drie maanden naar Australië. Zo rijdt ieder van ons de storm uit...
Translate
vrijdag 30 september 2011
maandag 26 september 2011
Tijd voor Nelly
Als ik over mijn vriendin Nelly schrijf, is dat al enige tijd in retrospectief. Een toekomst samen is ons niet meer gegeven helaas. Zij overleed op 2 januari 2009. Véél te vroeg. Vandaag zouden wij haar 51ste verjaardag vieren.
Vanaf de diagnose was het een oneerlijke strijd: inoperabele longkanker versus Nelly... Maar ze deed wat ze kon: mediteren, positief denken, in beweging blijven, een speciaal dieet volgen, vertrouwen in het proces en het behandelend team, alternatieve behandelingen onderzoeken en ondergaan, relevante boeken lezen, vrijwilligerswerk doen in een centrum dat ondersteuning geeft aan mensen met kanker, in contact treden met lotgenoten.
En ze kon zoveel meer. Nelly was niet alleen een mooi mens en een leuke vriendin, ze was ook indrukwekkend als patiënte, al wilde ze zo niet worden gezien. Zij hield sinds november 2005 een weblog bij over haar proces. Ze schreef ontroerende, goede, lieve en soms obstinate teksten op haar site, genaamd Trust the process! die door velen werden gelezen.
Op 20 november 2008 was zij te gast in een uitzending van het programma 'Tijd voor Max', in het kader van het project Longstories waaraan Nelly dat jaar deelnam. Haar persoonlijke verhaal werd verbeeld door de Nederlandse kunstenares Astrid Bussink. Het resultaat van hun samenwerking heet 'Perpetuum Mobile' en is nog steeds op de site van Longstories te vinden. Nelly had in die film graag zichzelf gespeeld maar dat was niet meer mogelijk, gezien haar fysieke gesteldheid.
Voor Bussink was Nelly een hedendaagse Sisyfus die zich steeds opnieuw moest hervinden: de ene dag moest zij vrezen voor haar leven, de volgende dag was het acute levensgevaar geweken. Ondergaan en weer bovenkomen, in duisternis terechtkomen en weer naar het licht gaan, het aardse leren loslaten en toch niet onthecht raken...
Het waren constanten in haar leven als ongeneeslijk zieke longkankerpatiënte. Bussink’s associatie met Sisyfus vond en vind ik treffend gekozen. Het verhaal van de Griekse Sisyfus die als straf van de goden een rotsblok tegen de berghelling op moet rollen en er telkens net niet in slaagt de top de bereiken, is een mythe.
Voor Nelly was het harde werkelijkheid.
In dit verband herinner ik mij één situatie in het bijzonder: in 2007 ontving Nelly maanden achtereen positieve uitslagen van medische controles. Er waren geen afwijkingen te zien op haar -resterende- long. Het leek alsof de tumorgroei tot stilstand was gekomen. Een van de medici merkte op een zeker moment voorzichtig op dat het “misschien, heel misschien wel ...” Wij, hoopvolle stervelingen, durfden het niet uit te spreken maar begonnen daarna voorzichtig in een wonder te geloven. Tot de daarop volgende controle: slecht nieuws. De rots donderde, met Nelly, naar de voet van de berg. Ook ik voelde mij verpletterd.
Onlangs bekeek ik de uitzending van MAX weer. Daar zat zij: in een prachtige jurk, verzorgd en goed gekapt. Met haar grote blauwe ogen. Gespannen maar geconcentreerd. Ze vertelde haar persoonlijke verhaal zonder hapering, was strijdbaar over de noodzaak van meer onderzoek naar de behandeling van longkanker en kankerpatiënten.
Ik complimenteerde haar nadat ik het interview zelf had gezien via Uitzending Gemist. Ook toen verbleef ik in Bali. Zij was tevreden maar uitgeput na haar eerste TV-optreden. Wat gunde ik haar een ander podium en een andere tekst!
Kijkend naar die beelden, vind ik het nog steeds moeilijk voorstelbaar dat zij kort daarop overleed... Nelly -met Diederik altijd aan haar zijde- verrichtte in het laatste jaar van haar leven ware Sisyfusarbeid. De helling bleek tè steil maar dat lag niet aan haar. Aan de God van de Dood was niet te ontsnappen.
Nelly was mijn beste vriendin die ik nog elke dag mis.
Wie haar optreden bij MAX wil zien, kan met deze link naar de aflevering kijken. Het interview met haar begint rond de 16de minuut van de uitzending.
Vanaf de diagnose was het een oneerlijke strijd: inoperabele longkanker versus Nelly... Maar ze deed wat ze kon: mediteren, positief denken, in beweging blijven, een speciaal dieet volgen, vertrouwen in het proces en het behandelend team, alternatieve behandelingen onderzoeken en ondergaan, relevante boeken lezen, vrijwilligerswerk doen in een centrum dat ondersteuning geeft aan mensen met kanker, in contact treden met lotgenoten.
En ze kon zoveel meer. Nelly was niet alleen een mooi mens en een leuke vriendin, ze was ook indrukwekkend als patiënte, al wilde ze zo niet worden gezien. Zij hield sinds november 2005 een weblog bij over haar proces. Ze schreef ontroerende, goede, lieve en soms obstinate teksten op haar site, genaamd Trust the process! die door velen werden gelezen.
Op 20 november 2008 was zij te gast in een uitzending van het programma 'Tijd voor Max', in het kader van het project Longstories waaraan Nelly dat jaar deelnam. Haar persoonlijke verhaal werd verbeeld door de Nederlandse kunstenares Astrid Bussink. Het resultaat van hun samenwerking heet 'Perpetuum Mobile' en is nog steeds op de site van Longstories te vinden. Nelly had in die film graag zichzelf gespeeld maar dat was niet meer mogelijk, gezien haar fysieke gesteldheid.
Voor Bussink was Nelly een hedendaagse Sisyfus die zich steeds opnieuw moest hervinden: de ene dag moest zij vrezen voor haar leven, de volgende dag was het acute levensgevaar geweken. Ondergaan en weer bovenkomen, in duisternis terechtkomen en weer naar het licht gaan, het aardse leren loslaten en toch niet onthecht raken...
Het waren constanten in haar leven als ongeneeslijk zieke longkankerpatiënte. Bussink’s associatie met Sisyfus vond en vind ik treffend gekozen. Het verhaal van de Griekse Sisyfus die als straf van de goden een rotsblok tegen de berghelling op moet rollen en er telkens net niet in slaagt de top de bereiken, is een mythe.
Voor Nelly was het harde werkelijkheid.
In dit verband herinner ik mij één situatie in het bijzonder: in 2007 ontving Nelly maanden achtereen positieve uitslagen van medische controles. Er waren geen afwijkingen te zien op haar -resterende- long. Het leek alsof de tumorgroei tot stilstand was gekomen. Een van de medici merkte op een zeker moment voorzichtig op dat het “misschien, heel misschien wel ...” Wij, hoopvolle stervelingen, durfden het niet uit te spreken maar begonnen daarna voorzichtig in een wonder te geloven. Tot de daarop volgende controle: slecht nieuws. De rots donderde, met Nelly, naar de voet van de berg. Ook ik voelde mij verpletterd.
Onlangs bekeek ik de uitzending van MAX weer. Daar zat zij: in een prachtige jurk, verzorgd en goed gekapt. Met haar grote blauwe ogen. Gespannen maar geconcentreerd. Ze vertelde haar persoonlijke verhaal zonder hapering, was strijdbaar over de noodzaak van meer onderzoek naar de behandeling van longkanker en kankerpatiënten.
Ik complimenteerde haar nadat ik het interview zelf had gezien via Uitzending Gemist. Ook toen verbleef ik in Bali. Zij was tevreden maar uitgeput na haar eerste TV-optreden. Wat gunde ik haar een ander podium en een andere tekst!
Kijkend naar die beelden, vind ik het nog steeds moeilijk voorstelbaar dat zij kort daarop overleed... Nelly -met Diederik altijd aan haar zijde- verrichtte in het laatste jaar van haar leven ware Sisyfusarbeid. De helling bleek tè steil maar dat lag niet aan haar. Aan de God van de Dood was niet te ontsnappen.
Nelly was mijn beste vriendin die ik nog elke dag mis.
Wie haar optreden bij MAX wil zien, kan met deze link naar de aflevering kijken. Het interview met haar begint rond de 16de minuut van de uitzending.
Labels:
Nelly,
Nelly Sweere,
project 'Long Stories',
Tijd voor Max
zaterdag 24 september 2011
Kasian!
Het was hier 'stormy' in de afgelopen dagen. Er blies weliswaar een harde wind maar ik had vooral last van de storm die van binnen woedde. Ketut gaat weer varen. Op 2 october stapt hij op het vliegtuig naar New York om weer aan boord van cruiseschip Regent Seven Seas Navigator te gaan. Een boot die hem zeeziek maakte, een job die hem dagelijks deed terugverlangen naar zijn gezin en zijn geliefde eiland.
Ketut vertelde het ons op woensdagavond jongstleden. Nou ja, hij niet. Het was zijn echtgenote Elsa die ermee voor de dag kwam. Zo handig en slim als hij is als projectmanager, zo onhandig en bang is hij als er slecht nieuws moet worden gebracht. Mijn eerste reactie was er een van ongeloof. Mijn tweede reactie was boosheid. Vooral toen ik hoorde dat de familie weer de aanleiding tot dit desastreuze plan is. Zijn oudste broer kocht in Ketut’s afwezigheid een te duur huis voor zijn ouders en kan nu de maandelijkse afbetalingen niet doen. Dat huis staat op naam van de broer. Hij en zijn ouders leven al jaren op veel te grote voet. Ooit bezat de familie gronden en een eigen woning in de heuvels; totdat vader alle bezittingen vergokte… Ketut heeft slappe knieën en is al lange tijd de haan met de gouden eieren.
Elsa vertelde ons dat Ketut sinds zijn terugkeer van de eerste bootreis niet gelukkig is. Hij heeft last van zijn familie. Hij proefde echter ook van de wereld en van het ‘vrije’ rondreizen. Ik weet hoe verslavend reizen kan zijn… Als ik op pad ga, neem ik het belangrijkste met mij mee: mijn liefje. Hij vertrekt en laat vrouw en twee kinderen achter. Geen sinecure.
We spraken Ketut aan op zijn verantwoordelijkheid jegens zijn eigen gezin maar veroordelen doe ik hem niet. Hij zit gevangen in het keurslijf van zijn cultuur en van zijn familie. Daarbij speelt zijn conformistische karakter een beslissende rol.
Dit is een nare situatie voor iedere betrokkene maar vooral voor hemzelf. Hij wil niet maar gaat toch, hopend daarmee de problemen in zijn familie te ontlopen en tegelijkertijd te kunnen oplossen. Ik vrees dat nieuwe problemen hem zullen opwachten bij zijn volgende terugkeer als hij zich niet weert. Met Elsa heb ik thans het meest te doen. Ik hoop niet dat zij weer maanden naar de (be)nauwe(nde) pijpen van Ketut’s familie moeten dansen, wellicht zelfs weer bij hen moeten inwonen. Als ik aan Yudha-zonder-zijn-vader denk, bloedt mijn hart…
Voor dat mannetje was woensdag sowieso geen happy day. We waren met elkaar aan het zwemmen toen hij moest plassen. Zijn moeder nam hem mee naar het toilet. Hij kwam enthousiast teruggerend, klaar om weer het bad in te springen, toen hij op het natte terras uitgleed. Het pakte ongelukkig uit: hij klapte met zijn mondje op de rand van een van de ligbedden. Ik zag het en voelde de klap in mijn lichaam. Er zit een deuk in het rattan (kun je nagaan). Even was het stil, daarna brulde hij het uit. Bloed overal. Mijn liefje en ik snelden toe en constateerden een fikse snee net onder de onderlip, een diepe afdruk van zijn melkondergebit stond aan de binnenkant van zijn lip. Mijn liefje haalde een antisceptische pleister die ik, als de boevrouw, op zijn onderlip drukte. Someone has got to do it! Hij brulde het uit.
We adviseerden Elsa en Ketut om naar de EHBO-post verderop in de straat te gaan ter controle. Ze waren snel terug: jodium op de snee, rotzooimedicijnen mee voor thuis. Weg daarmee! Yudha was gekalmeerd al had hij een gezwollen onderlip. We gaven hem een ijsje voor de schrik maar ook om te zien of hij kon eten. Zijn tanden bleken in orde. Ik stelde voor een vloeibare pleister op zijn kin aan te brengen. Adu, dat zou wederom pijn gaan doen! Hij ging bij mijn liefje op schoot terwijl ik de spuitbus richtte. Ik spoot, het was even stil en daarna brulde hij het nóg harder uit. Zijn mond stond wagenwijd, tranen stroomden over zijn lieve wangen. Even voelde ik mij een rotzak. Hij is inmiddels weer een blije jongen, zij het een met een geschonden gelaat.
Alsof dat nog niet genoeg was, klopte donderdagochtend een ander personeelslid met problemen aan. Hij moest zijn echtgenote naar de dukun, de traditionele Balinese genezer, brengen. ‘She is confused.’ Doorvragen leerde dat man en vrouw al een maand lang elke dag ruzie maken. De stress kwam uit zijn oren. De dukun moet nu gaan onderzoeken of er iets fout zit in haar hoofd of dat er kwade geesten actief zijn. Sinds enkele weken werkt zijn echtgenote als pembantu bij familie en wellicht dat een jaloers iemand uit het dorp zwarte magie op haar uitoefent. Zo denkt hij. Ik hoorde het met compassie aan. Soms zijn hun problemen ook onze problemen.
Ketut vertelde het ons op woensdagavond jongstleden. Nou ja, hij niet. Het was zijn echtgenote Elsa die ermee voor de dag kwam. Zo handig en slim als hij is als projectmanager, zo onhandig en bang is hij als er slecht nieuws moet worden gebracht. Mijn eerste reactie was er een van ongeloof. Mijn tweede reactie was boosheid. Vooral toen ik hoorde dat de familie weer de aanleiding tot dit desastreuze plan is. Zijn oudste broer kocht in Ketut’s afwezigheid een te duur huis voor zijn ouders en kan nu de maandelijkse afbetalingen niet doen. Dat huis staat op naam van de broer. Hij en zijn ouders leven al jaren op veel te grote voet. Ooit bezat de familie gronden en een eigen woning in de heuvels; totdat vader alle bezittingen vergokte… Ketut heeft slappe knieën en is al lange tijd de haan met de gouden eieren.
Elsa vertelde ons dat Ketut sinds zijn terugkeer van de eerste bootreis niet gelukkig is. Hij heeft last van zijn familie. Hij proefde echter ook van de wereld en van het ‘vrije’ rondreizen. Ik weet hoe verslavend reizen kan zijn… Als ik op pad ga, neem ik het belangrijkste met mij mee: mijn liefje. Hij vertrekt en laat vrouw en twee kinderen achter. Geen sinecure.
We spraken Ketut aan op zijn verantwoordelijkheid jegens zijn eigen gezin maar veroordelen doe ik hem niet. Hij zit gevangen in het keurslijf van zijn cultuur en van zijn familie. Daarbij speelt zijn conformistische karakter een beslissende rol.
Dit is een nare situatie voor iedere betrokkene maar vooral voor hemzelf. Hij wil niet maar gaat toch, hopend daarmee de problemen in zijn familie te ontlopen en tegelijkertijd te kunnen oplossen. Ik vrees dat nieuwe problemen hem zullen opwachten bij zijn volgende terugkeer als hij zich niet weert. Met Elsa heb ik thans het meest te doen. Ik hoop niet dat zij weer maanden naar de (be)nauwe(nde) pijpen van Ketut’s familie moeten dansen, wellicht zelfs weer bij hen moeten inwonen. Als ik aan Yudha-zonder-zijn-vader denk, bloedt mijn hart…
Voor dat mannetje was woensdag sowieso geen happy day. We waren met elkaar aan het zwemmen toen hij moest plassen. Zijn moeder nam hem mee naar het toilet. Hij kwam enthousiast teruggerend, klaar om weer het bad in te springen, toen hij op het natte terras uitgleed. Het pakte ongelukkig uit: hij klapte met zijn mondje op de rand van een van de ligbedden. Ik zag het en voelde de klap in mijn lichaam. Er zit een deuk in het rattan (kun je nagaan). Even was het stil, daarna brulde hij het uit. Bloed overal. Mijn liefje en ik snelden toe en constateerden een fikse snee net onder de onderlip, een diepe afdruk van zijn melkondergebit stond aan de binnenkant van zijn lip. Mijn liefje haalde een antisceptische pleister die ik, als de boevrouw, op zijn onderlip drukte. Someone has got to do it! Hij brulde het uit.
We adviseerden Elsa en Ketut om naar de EHBO-post verderop in de straat te gaan ter controle. Ze waren snel terug: jodium op de snee, rotzooimedicijnen mee voor thuis. Weg daarmee! Yudha was gekalmeerd al had hij een gezwollen onderlip. We gaven hem een ijsje voor de schrik maar ook om te zien of hij kon eten. Zijn tanden bleken in orde. Ik stelde voor een vloeibare pleister op zijn kin aan te brengen. Adu, dat zou wederom pijn gaan doen! Hij ging bij mijn liefje op schoot terwijl ik de spuitbus richtte. Ik spoot, het was even stil en daarna brulde hij het nóg harder uit. Zijn mond stond wagenwijd, tranen stroomden over zijn lieve wangen. Even voelde ik mij een rotzak. Hij is inmiddels weer een blije jongen, zij het een met een geschonden gelaat.
Alsof dat nog niet genoeg was, klopte donderdagochtend een ander personeelslid met problemen aan. Hij moest zijn echtgenote naar de dukun, de traditionele Balinese genezer, brengen. ‘She is confused.’ Doorvragen leerde dat man en vrouw al een maand lang elke dag ruzie maken. De stress kwam uit zijn oren. De dukun moet nu gaan onderzoeken of er iets fout zit in haar hoofd of dat er kwade geesten actief zijn. Sinds enkele weken werkt zijn echtgenote als pembantu bij familie en wellicht dat een jaloers iemand uit het dorp zwarte magie op haar uitoefent. Zo denkt hij. Ik hoorde het met compassie aan. Soms zijn hun problemen ook onze problemen.
woensdag 21 september 2011
Eend voor eend
Vriendinnen Pauline en Wenda keerden inmiddels terug naar Nederland. Na hun rondreis door Maleisië logeerden ze enkele dagen bij ons in Noord-Bali. Beiden hadden weinig zin om naar huis te gaan; niet alleen vanwege de regen en 15 graden Celsius die hen bij landing te wachten stond. Elsa is de enige die blij is dat ze weg zijn... Een grote zak met kekke kleding bleef voor haar achter.
Never a dull moment met Pauline! Zij is professioneel fotograaf en beeldend kunstenaar en ik ken haar al vele jaren. Ze maakte hier weer heel mooie foto’s van honden. Anneke, de naam die ze vorig jaar gaf aan de Balinese straathond die als waakhond fungeert op het terrein van buurman François, was weer favoriet. Elke ochtend maakten de dames een lange strandwandeling met elkaar. Ze stond er weer gekleurd op.
Ze toonde mij tevens foto’s van straathonden die een soort tango met elkaar leken te dansen, honden die zó werden gefotografeerd dat ze cijfers met elkaar leken te vormen, foto’s van honden die vroegen om compassie en hondenfoto’s die lef uitstraalden. Maar ze maakte ook heel mooie foto’s van een Noord-Balinese rijstoogst en opnamen van een museumbezoek in het Zuiden van Bali. Met hond Sloeber slapend onder een echte Matisse... Uniek!
Op zondagochtend jongstleden gebeurde wederom iets bijzonders. Al weken zagen mijn liefje en ik de lokale eendenhoeder met zijn eenden voor ons huis langslopen. In Balinees heet hij 'pengangon bebek' en in bahasa Indonesia wordt hij 'pengembala bebek' genoemd. De eendenhoeder en zijn eenden lopen over het strand naar sawa’s waar de dieren de laatste restjes van reeds geoogste rijstvelden opeten. Als de eenden klaar zijn met snoepen, kan de lokale boer weer nieuwe of andere gewassen planten. Het zijn nu drukke tijden voor hen. De hoeder en zijn eenden kwamen elke dag op andere tijdstippen voorbij: soms liepen ze langs voordat mijn liefje opstond, regelmatig kwamen ze voorbij als ik onder de douche stond, heel vaak zag ik ze bij het kopje koffie maar was ik te laat om ze goed op de gevoelige plaat te zetten. Totdat Pauline kwam.
Iedere gast op Ons Domein laten wij bewust aan die kant van de terrastafel plaatsnemen die optimaal zicht geeft op het strand en de Balizee. Wij kunnen immers elke dag van dat uitzicht genieten. Pauline is een wakkere kijker. Op enig moment sprong zij als door een wesp gestoken op, roepend: “de eenden!”. Haar EOS lag ‘s ochtends onder handbereik na een vroege, lange strandwandeling. Ze griste de camera van de tafel en holde op blote voeten richting strand. Gelukkig kan dat hier tegenwoordig: we ontdeden het strand immers van gevaarlijke en lelijke (plastic) voorwerpen en onderhouden dat inmiddels dagelijks.
Tegelijkertijd liep ik in de richting van de zeewal, roepend: “bapak, ingin portrèt!” Ik liet hem daarmee weten dat we graag een foto wilden maken. Daarop stopte hij en leidde zijn eenden in de richting van Pauline die reeds met de camera in de aanslag op haar knieën op het strand zat. De vlaggestok die de eendenhoeder draagt, fungeert als 'moeder' voor de eenden. Zij lopen daar intuïtief achteraan. Dat leerde ik jaren geleden uit het zeer vermakelijke kinderboek van Guus Kuijer met dezelfde titel als deze blogtitel. Volgens Kuijer gaat alles bij eenden om eten en vrijen. Sindsdien boeien eenden mij. Het hoofdstuk 'Moederlaarzen' legt de ontdekking van Konrad Lorenz uit. Deze Zwitserse gedragswetenschapper kwam tot de ontdekking dat ganzen die pas uit het ei zijn, alles wat beweegt als moeder kunnen accepteren. Zelfs een laars. Het gaat ook op voor eenden en een plastic vlaggetje aan een bamboestok.
Ook ik rende met mijn nieuwe Sony Cybershot richting strand terwijl mijn liefje, financieel directeur van de familie, een extraatje voor de hoeder uit de knip haalde. Het werd een leuke fotosessie. Pauline maakte prachtige compositiefoto’s en heel leuke close-ups van de waggelende diertjes. De foto’s die bij dit blog staan, zijn van mijn hand. Het zijn foto’s van meer dagen, van verschillende eendenhoeders.
De jonge hoeder die hier elke ochtend langskomt, vind ik echter de leukste. De dagen na het vertrek van Pauline en Wenda stopte hij elke ochtend, keek richting ons terras en zwaaide. Een aardige traditie is geboren.
Never a dull moment met Pauline! Zij is professioneel fotograaf en beeldend kunstenaar en ik ken haar al vele jaren. Ze maakte hier weer heel mooie foto’s van honden. Anneke, de naam die ze vorig jaar gaf aan de Balinese straathond die als waakhond fungeert op het terrein van buurman François, was weer favoriet. Elke ochtend maakten de dames een lange strandwandeling met elkaar. Ze stond er weer gekleurd op.
Ze toonde mij tevens foto’s van straathonden die een soort tango met elkaar leken te dansen, honden die zó werden gefotografeerd dat ze cijfers met elkaar leken te vormen, foto’s van honden die vroegen om compassie en hondenfoto’s die lef uitstraalden. Maar ze maakte ook heel mooie foto’s van een Noord-Balinese rijstoogst en opnamen van een museumbezoek in het Zuiden van Bali. Met hond Sloeber slapend onder een echte Matisse... Uniek!
Op zondagochtend jongstleden gebeurde wederom iets bijzonders. Al weken zagen mijn liefje en ik de lokale eendenhoeder met zijn eenden voor ons huis langslopen. In Balinees heet hij 'pengangon bebek' en in bahasa Indonesia wordt hij 'pengembala bebek' genoemd. De eendenhoeder en zijn eenden lopen over het strand naar sawa’s waar de dieren de laatste restjes van reeds geoogste rijstvelden opeten. Als de eenden klaar zijn met snoepen, kan de lokale boer weer nieuwe of andere gewassen planten. Het zijn nu drukke tijden voor hen. De hoeder en zijn eenden kwamen elke dag op andere tijdstippen voorbij: soms liepen ze langs voordat mijn liefje opstond, regelmatig kwamen ze voorbij als ik onder de douche stond, heel vaak zag ik ze bij het kopje koffie maar was ik te laat om ze goed op de gevoelige plaat te zetten. Totdat Pauline kwam.
Iedere gast op Ons Domein laten wij bewust aan die kant van de terrastafel plaatsnemen die optimaal zicht geeft op het strand en de Balizee. Wij kunnen immers elke dag van dat uitzicht genieten. Pauline is een wakkere kijker. Op enig moment sprong zij als door een wesp gestoken op, roepend: “de eenden!”. Haar EOS lag ‘s ochtends onder handbereik na een vroege, lange strandwandeling. Ze griste de camera van de tafel en holde op blote voeten richting strand. Gelukkig kan dat hier tegenwoordig: we ontdeden het strand immers van gevaarlijke en lelijke (plastic) voorwerpen en onderhouden dat inmiddels dagelijks.
Tegelijkertijd liep ik in de richting van de zeewal, roepend: “bapak, ingin portrèt!” Ik liet hem daarmee weten dat we graag een foto wilden maken. Daarop stopte hij en leidde zijn eenden in de richting van Pauline die reeds met de camera in de aanslag op haar knieën op het strand zat. De vlaggestok die de eendenhoeder draagt, fungeert als 'moeder' voor de eenden. Zij lopen daar intuïtief achteraan. Dat leerde ik jaren geleden uit het zeer vermakelijke kinderboek van Guus Kuijer met dezelfde titel als deze blogtitel. Volgens Kuijer gaat alles bij eenden om eten en vrijen. Sindsdien boeien eenden mij. Het hoofdstuk 'Moederlaarzen' legt de ontdekking van Konrad Lorenz uit. Deze Zwitserse gedragswetenschapper kwam tot de ontdekking dat ganzen die pas uit het ei zijn, alles wat beweegt als moeder kunnen accepteren. Zelfs een laars. Het gaat ook op voor eenden en een plastic vlaggetje aan een bamboestok.
Ook ik rende met mijn nieuwe Sony Cybershot richting strand terwijl mijn liefje, financieel directeur van de familie, een extraatje voor de hoeder uit de knip haalde. Het werd een leuke fotosessie. Pauline maakte prachtige compositiefoto’s en heel leuke close-ups van de waggelende diertjes. De foto’s die bij dit blog staan, zijn van mijn hand. Het zijn foto’s van meer dagen, van verschillende eendenhoeders.
De jonge hoeder die hier elke ochtend langskomt, vind ik echter de leukste. De dagen na het vertrek van Pauline en Wenda stopte hij elke ochtend, keek richting ons terras en zwaaide. Een aardige traditie is geboren.
Labels:
boek 'Eend voor eend' - Guus Kuijer,
boeken,
de eendenhoeders van Bali,
gevederde vriendjes,
wonen op Bali
vrijdag 16 september 2011
Als de pot kookt, blijft de vriendschap warm
Er zijn mensen die eten om te overleven. Ik ken een enkeling die zo denkt. Zo’n enkeling zal nooit een intieme vriend van mij worden al respecteer ik iemands anderszijn. Als ik in gedachten mijn vriendenkring naloop, bedenk ik mij dat ze allemaal 'foodies' zijn. Allen houden van lekker eten, sommigen zijn buitengewoon begenadigde koks. Dat wekt geen verbazing: vriendschap bloeit door gemeenschappelijkheden en die op het culinaire vlak zijn kennelijk extra vruchtbaar.
Ik zal niet beweren dat ik leef om te eten maar eten is voor mij veel meer dan het bevredigen van een (eerste) levensbehoefte. De maaltijd gebruiken is een feestelijk sociaal gebeuren. Weten dat er iets lekker of bijzonders op tafel komt, brengt grote voorpret. Het daadwerkelijke proeven is een ontdekkingsreis. Sinds ik de proeftest bij Masterchef Australië voor het eerst zag, doen mijn liefje en ik het ook: wat proef jij dat erin zit? Vooral de gerechten uit de Aziatische keuken zijn in dat opzicht uitdagend. Tijdens het natafelen wordt dat alles nog eens dunnetjes overgedaan.
Momenteel zijn Pauline en partner bij ons te gast dus Elsa maakt er thans ook een vegetarisch potje van. Op de dag van hun aankomst kregen ze tempeh kering kacang, ofwel krokante tempeh met geroosterde pinda's en gado-gado voorgezet. Beide tamelijk eenvoudige Indonesische gerechten staan niet in de Top50 van wereldgerechten die onlangs werd gepubliceerd maar zijn wèl errug lekker.
In juli jongstleden publiceerde CNNGo een erelijst met de 50 lekkerste gerechten wereldwijd. Daarop kwam slechts één gerecht uit de Indonesische keuken voor: rendang (plaats 11). Spaanse paëlla van zeevruchten eindigde als 47ste. Kennelijk stoorde die lijst een groot aantal mensen. Ik kon mij daar iets bij voorstellen. Saté, een van mijn favorieten, eindigde slechts op de 14de plaats terwijl beboterde popcorn op plaats 50 stond, Franse frietjes niet eens in de lijst voorkwamen en Mexicaanse chocolade op plaats 3 eindigde?! Thaise curry eindigde overigens op de eerste plaats; daarin kon ik mij wèl weer vinden.
Over smaak valt weliswaar niet te twisten maar iedereen deed het?! Er kwam dus een oproep voor het samenstellen van een nieuwe erelijst. 35.000 personen stemden in de afgelopen twee maanden via een Facebook poll. De nieuwe lijst werd recent gepubliceerd en ziet er heel anders uit: op plaats 1 en 2 staan nu gerechten uit de Indonesische keuken. Hulde aan rendang en nasi goreng! (Chocolade eindigde nu overigens op de 30ste plaats en de Thaise curry die eerder op 1 stond werd nu 10de.) Voor de goede orde: Indonesië heeft 40.144.320 Facebook-gebruikers..!
Rendang is een stoofschotel, afkomstig van West-Sumatra. Het gerecht bestaat uit blokjes rundvlees die worden gegaard in een mengsel van kokosmelk, knoflook, gember, laos (galanga), lange chilipeper (tabia bun), komijnzaad, koriander en citroengras. Het potje moet lang sudderen zodat de smaak van de specerijen goed in het vlees kan trekken. Er moet een goede kwaliteit sucadelap worden gebruikt want anders wordt het een taai gerecht. Maar ook weer niet tè goed! Het verhaal gaat namelijk dat enkele 5-sterrenhotels in Bali dit traditionele gerecht gingen maken van geïmporteerde runderhaas. Het resultaat was niet om over naar huis te schrijven: rendang werd een soort goulash doordat de duurdere vleessoort door de lange kooktijd grotendeels werd gedecimeerd!
Begin deze week maakte Elsa een alternatieve versie van rendang voor ons tweeën: met mals varkensvlees. Door deze vleessoort was het gerecht reeds in een uur goed op smaak. Het is niet altijd gemakkelijk in Bali een goede kwaliteit rundvlees te vinden. Rund is immers volgens de Hindoereligie een heilig dier en mag daarom door de meerderheid van de bevolking niet worden gegeten. Tenminste, niet openlijk...
George Bernard Shaw, de Ierse toneelschrijver en vrijdenker ontving in 1925 de Nobelprijs voor de Literatuur. Hij accepteerde de eer maar weigerde de geldprijs. Een van zijn uitspraken was “no love sincerer than the love of food”. Een man met principes èn met hersens. Geen oprechtere liefde dan de liefde voor (lekker) eten. Mee eens? Ik wel!
Ik zal niet beweren dat ik leef om te eten maar eten is voor mij veel meer dan het bevredigen van een (eerste) levensbehoefte. De maaltijd gebruiken is een feestelijk sociaal gebeuren. Weten dat er iets lekker of bijzonders op tafel komt, brengt grote voorpret. Het daadwerkelijke proeven is een ontdekkingsreis. Sinds ik de proeftest bij Masterchef Australië voor het eerst zag, doen mijn liefje en ik het ook: wat proef jij dat erin zit? Vooral de gerechten uit de Aziatische keuken zijn in dat opzicht uitdagend. Tijdens het natafelen wordt dat alles nog eens dunnetjes overgedaan.
Momenteel zijn Pauline en partner bij ons te gast dus Elsa maakt er thans ook een vegetarisch potje van. Op de dag van hun aankomst kregen ze tempeh kering kacang, ofwel krokante tempeh met geroosterde pinda's en gado-gado voorgezet. Beide tamelijk eenvoudige Indonesische gerechten staan niet in de Top50 van wereldgerechten die onlangs werd gepubliceerd maar zijn wèl errug lekker.
In juli jongstleden publiceerde CNNGo een erelijst met de 50 lekkerste gerechten wereldwijd. Daarop kwam slechts één gerecht uit de Indonesische keuken voor: rendang (plaats 11). Spaanse paëlla van zeevruchten eindigde als 47ste. Kennelijk stoorde die lijst een groot aantal mensen. Ik kon mij daar iets bij voorstellen. Saté, een van mijn favorieten, eindigde slechts op de 14de plaats terwijl beboterde popcorn op plaats 50 stond, Franse frietjes niet eens in de lijst voorkwamen en Mexicaanse chocolade op plaats 3 eindigde?! Thaise curry eindigde overigens op de eerste plaats; daarin kon ik mij wèl weer vinden.
Over smaak valt weliswaar niet te twisten maar iedereen deed het?! Er kwam dus een oproep voor het samenstellen van een nieuwe erelijst. 35.000 personen stemden in de afgelopen twee maanden via een Facebook poll. De nieuwe lijst werd recent gepubliceerd en ziet er heel anders uit: op plaats 1 en 2 staan nu gerechten uit de Indonesische keuken. Hulde aan rendang en nasi goreng! (Chocolade eindigde nu overigens op de 30ste plaats en de Thaise curry die eerder op 1 stond werd nu 10de.) Voor de goede orde: Indonesië heeft 40.144.320 Facebook-gebruikers..!
Rendang is een stoofschotel, afkomstig van West-Sumatra. Het gerecht bestaat uit blokjes rundvlees die worden gegaard in een mengsel van kokosmelk, knoflook, gember, laos (galanga), lange chilipeper (tabia bun), komijnzaad, koriander en citroengras. Het potje moet lang sudderen zodat de smaak van de specerijen goed in het vlees kan trekken. Er moet een goede kwaliteit sucadelap worden gebruikt want anders wordt het een taai gerecht. Maar ook weer niet tè goed! Het verhaal gaat namelijk dat enkele 5-sterrenhotels in Bali dit traditionele gerecht gingen maken van geïmporteerde runderhaas. Het resultaat was niet om over naar huis te schrijven: rendang werd een soort goulash doordat de duurdere vleessoort door de lange kooktijd grotendeels werd gedecimeerd!
Begin deze week maakte Elsa een alternatieve versie van rendang voor ons tweeën: met mals varkensvlees. Door deze vleessoort was het gerecht reeds in een uur goed op smaak. Het is niet altijd gemakkelijk in Bali een goede kwaliteit rundvlees te vinden. Rund is immers volgens de Hindoereligie een heilig dier en mag daarom door de meerderheid van de bevolking niet worden gegeten. Tenminste, niet openlijk...
George Bernard Shaw, de Ierse toneelschrijver en vrijdenker ontving in 1925 de Nobelprijs voor de Literatuur. Hij accepteerde de eer maar weigerde de geldprijs. Een van zijn uitspraken was “no love sincerer than the love of food”. Een man met principes èn met hersens. Geen oprechtere liefde dan de liefde voor (lekker) eten. Mee eens? Ik wel!
dinsdag 13 september 2011
Dol fijn?
De recente verjaardag van mijn liefje begon met een pontificale banner in de tuin, op goede afstand om -zelfs voor een prille 60-jarige- zonder bril te kunnen worden aanschouwd. 'Happy Birthday, sweet six(0)teen', inclusief foto van het feestvarken en haar grote kleine vriend Yudha. De banner was om 4 uur 's nachts door Ketut neergezet, in samenwerking met nachtwaker Made.
Zelf publiceerde ik aan het begin van de dag een jaardagdicht op Blogger. Ook dat viel in goede aarde, op de zin van de zakkende onderkin na... In een uiterste poging mijzelf te verontschuldigen, zei ik nog “alles zakt toch met de jaren?!” Alles, behalve het tandvlees welteverstaan maar ik wilde het niet erger maken dan het al was. De opmerking over de onderkin bleef de gehele dag onderwerp van gesprek.
Het andere kado voor mijn liefje bestond uit een boottocht op de Balizee. Elsa vond een degelijke boot met schipper Agus in Lovina die ons wilde meenemen op een plaatselijke dolfijnen- en snorkeltrip. Niet massaal zoals dat bijna dagelijks in alle vroegte plaatsvindt maar individueel en op een later tijdstip. Die aanpak past meer bij ons, lijkt minder op een jachtpartij. Yudha ging mee als extra verrassing met zijn vader, was mijn idee. Al snel bleek dat Elsa ook wel zin had in het uitstapje en zo kwam het dat we op maandagochtend om 8 uur met 5 personen aan boord stapten. De boot was met een tweede banner versierd. De zee was spiegelglad, de zon scheen dus wat wilden wij nog meer?!
Eenmaal varend, werd Yudha in zijn Plouff-pak gehesen waarmee hij blijft drijven. Het gezicht van het mannetje betrok direct... Hij zei dat hij bang was en niet wilde zwemmen. “Natuurlijk hoef je niet te zwemmen. We gaan lumba-lumba zoeken!” spraken wij in koor. Leg een kind van 4 die zijn eerste bootreis maakt op een eindeloze zee maar eens uit wat een voorzorgsmaatregel is. Hij deed het pak aan maar wilde persé in de veilige armen van zijn vader blijven. Langzaam maar zeker nam de angst af en wilde hij ook bij anderen op schoot.
Het water was heel helder en lange golven rolden rustig onder de boot door. De spiegel was zo glad niet maar de hoeveelheid boegwater was beperkt. Die golving was overigens niet te zien vanaf het strand. Het was niet alleen Yudha’s eerste boottocht, ook Elsa had nog nooit voet aan boord gezet. Zij zat er tamelijk ontspannen bij. Nog wel.
Na een half uur varen in de richting van de eigen villa, begon de schipper om zich heen te kijken. In de verte zagen we twee andere boten met een handjevol toeristen. In de directe omgeving bevond zich ook een locale visser die vanaf zijn prahu een vlieger in de lucht hield. Even dacht ik dat hij de dolfijnenspotter van Lovina was…
Enkele dagen ervoor had ik namelijk gelezen over de eerste stappen op het terrein van commercieel walvissen kijken op de Malediven. Het echtpaar dat het bedrijfje vele jaren geleden opzette, maakte toentertijd gebruik van een eenpersoonsvliegtuig van waaruit de piloot toiletrollen liet vallen op de plekken waar de dieren vanuit de lucht waren te zien.
Ineens zaten we middenin een grote groep wilde dolfijnen. Ik wist niet waar ik kijken moest: links, rechts, voor, achter. Grote en kleine. Overal doken ze op en onder. En ze bleven! Ik kon ze horen uitademen, soms zelfs bijna aanraken. Verderop werden enkele salto’s en dubbele Rietbergers in de lucht gemaakt. En... mijn nieuwe Sony camcorder weigerde dienst. Niet fijn! Gelukkig had mijn liefje de ouwe-trouwe Olympus µ Tough in haar zak gestoken. Een aantal van die foto’s staat bij dit blog; andere zijn te zien in de lopende diashow. Veel, heel veel van die ochtendcapriolen kwamen echter op mijn netvlies terecht.
Iedereen aan boord genoot met volle teugen van het spektakel. Zelfs Yudha. Hij wees enthousiast naar alle dieren terwijl ik op de voorplecht lag om de 'bow riders' goed te zien. Het waren er zóveel. En in het heldere water waren ze heel goed te zien. Ik ben zelfs van mening dat er communicatie was tussen hen en ons. Nou ja, in ieder geval tussen hen en mij. Sowieso oogcontact maar ik voel tevens verwantschap. Ze zijn mijn vrienden, mijn familie…
Na enige tijd begon het kleine mannetje stil en pips te worden. Conclusie van de schipper: zeeziek. Kasian Yudha! Het zit in de genen: vader Ketut had op de Regent Seven Sea last van zeeziekte en ook moeder Elsa wordt snel misselijk. Een ding is duidelijk: hij zal later geen kapitein op een cruiseschip worden.
De snorkeltrip naar het plaatselijke rif lieten we om die reden schieten. Eenmaal thuisgekomen, ging Yudha liggen waarna hij langzaam bijkwam. 's Middags aten we taart (met flatteus aantal kaarsjes) met het personeel en hun familie en de dag sloten we samen af met de voetjes in het zand bij restaurant StarLight.
P.S. Vanaf volgende week maandag zal Sail Lovina 2011 toch plaatsvinden. Een aantal grote zeiljachten en catamarans uit Canada, Australië en Frankrijk ligt reeds afgemeerd voor het strand van Lovina. Eerdere berichten meldden dat het goedbezochte evenement dit jaar geen doorgang kon vinden vanwege geldgebrek. Gelukkig onterecht, naar nu blijkt.
Zelf publiceerde ik aan het begin van de dag een jaardagdicht op Blogger. Ook dat viel in goede aarde, op de zin van de zakkende onderkin na... In een uiterste poging mijzelf te verontschuldigen, zei ik nog “alles zakt toch met de jaren?!” Alles, behalve het tandvlees welteverstaan maar ik wilde het niet erger maken dan het al was. De opmerking over de onderkin bleef de gehele dag onderwerp van gesprek.
Het andere kado voor mijn liefje bestond uit een boottocht op de Balizee. Elsa vond een degelijke boot met schipper Agus in Lovina die ons wilde meenemen op een plaatselijke dolfijnen- en snorkeltrip. Niet massaal zoals dat bijna dagelijks in alle vroegte plaatsvindt maar individueel en op een later tijdstip. Die aanpak past meer bij ons, lijkt minder op een jachtpartij. Yudha ging mee als extra verrassing met zijn vader, was mijn idee. Al snel bleek dat Elsa ook wel zin had in het uitstapje en zo kwam het dat we op maandagochtend om 8 uur met 5 personen aan boord stapten. De boot was met een tweede banner versierd. De zee was spiegelglad, de zon scheen dus wat wilden wij nog meer?!
Eenmaal varend, werd Yudha in zijn Plouff-pak gehesen waarmee hij blijft drijven. Het gezicht van het mannetje betrok direct... Hij zei dat hij bang was en niet wilde zwemmen. “Natuurlijk hoef je niet te zwemmen. We gaan lumba-lumba zoeken!” spraken wij in koor. Leg een kind van 4 die zijn eerste bootreis maakt op een eindeloze zee maar eens uit wat een voorzorgsmaatregel is. Hij deed het pak aan maar wilde persé in de veilige armen van zijn vader blijven. Langzaam maar zeker nam de angst af en wilde hij ook bij anderen op schoot.
Het water was heel helder en lange golven rolden rustig onder de boot door. De spiegel was zo glad niet maar de hoeveelheid boegwater was beperkt. Die golving was overigens niet te zien vanaf het strand. Het was niet alleen Yudha’s eerste boottocht, ook Elsa had nog nooit voet aan boord gezet. Zij zat er tamelijk ontspannen bij. Nog wel.
Na een half uur varen in de richting van de eigen villa, begon de schipper om zich heen te kijken. In de verte zagen we twee andere boten met een handjevol toeristen. In de directe omgeving bevond zich ook een locale visser die vanaf zijn prahu een vlieger in de lucht hield. Even dacht ik dat hij de dolfijnenspotter van Lovina was…
Enkele dagen ervoor had ik namelijk gelezen over de eerste stappen op het terrein van commercieel walvissen kijken op de Malediven. Het echtpaar dat het bedrijfje vele jaren geleden opzette, maakte toentertijd gebruik van een eenpersoonsvliegtuig van waaruit de piloot toiletrollen liet vallen op de plekken waar de dieren vanuit de lucht waren te zien.
Ineens zaten we middenin een grote groep wilde dolfijnen. Ik wist niet waar ik kijken moest: links, rechts, voor, achter. Grote en kleine. Overal doken ze op en onder. En ze bleven! Ik kon ze horen uitademen, soms zelfs bijna aanraken. Verderop werden enkele salto’s en dubbele Rietbergers in de lucht gemaakt. En... mijn nieuwe Sony camcorder weigerde dienst. Niet fijn! Gelukkig had mijn liefje de ouwe-trouwe Olympus µ Tough in haar zak gestoken. Een aantal van die foto’s staat bij dit blog; andere zijn te zien in de lopende diashow. Veel, heel veel van die ochtendcapriolen kwamen echter op mijn netvlies terecht.
Iedereen aan boord genoot met volle teugen van het spektakel. Zelfs Yudha. Hij wees enthousiast naar alle dieren terwijl ik op de voorplecht lag om de 'bow riders' goed te zien. Het waren er zóveel. En in het heldere water waren ze heel goed te zien. Ik ben zelfs van mening dat er communicatie was tussen hen en ons. Nou ja, in ieder geval tussen hen en mij. Sowieso oogcontact maar ik voel tevens verwantschap. Ze zijn mijn vrienden, mijn familie…
Na enige tijd begon het kleine mannetje stil en pips te worden. Conclusie van de schipper: zeeziek. Kasian Yudha! Het zit in de genen: vader Ketut had op de Regent Seven Sea last van zeeziekte en ook moeder Elsa wordt snel misselijk. Een ding is duidelijk: hij zal later geen kapitein op een cruiseschip worden.
De snorkeltrip naar het plaatselijke rif lieten we om die reden schieten. Eenmaal thuisgekomen, ging Yudha liggen waarna hij langzaam bijkwam. 's Middags aten we taart (met flatteus aantal kaarsjes) met het personeel en hun familie en de dag sloten we samen af met de voetjes in het zand bij restaurant StarLight.
P.S. Vanaf volgende week maandag zal Sail Lovina 2011 toch plaatsvinden. Een aantal grote zeiljachten en catamarans uit Canada, Australië en Frankrijk ligt reeds afgemeerd voor het strand van Lovina. Eerdere berichten meldden dat het goedbezochte evenement dit jaar geen doorgang kon vinden vanwege geldgebrek. Gelukkig onterecht, naar nu blijkt.
maandag 12 september 2011
Nog ècht niet oud!
nog ècht niet oud,
die rimpels staan jou goed,
de big Six-O staat aan de poort,
proeft dat als bitterzoet?
60 jaar,
nog ècht niet oud,
nog immer rad van tong,
van buiten ben je soms wat stram,
van binnen blijf je jong!
60 jaar,
nog ècht niet oud,
je droogde aardig op,
het leven maakte jou vroegwijs,
maar nooit een kattekop.
60 jaar,
nog ècht niet oud,
maar ook niet meer zo piep,
jouw gang naar 't seniorenweb,
hoeft niet meer in 't geniep.
60 jaar,
nog ècht niet oud,
je hebt nog veel te doen,
de reislijst is nog jarenlang,
je bent reeds met pensioen!
60 jaar,
nog ècht niet oud,
al zakt jouw onderkin,
jij blijft mijn allerleukste lief
en ook mijn zeemeermin.
60 jaar,
toch ècht niet oud,
vol vreugd en soms verdriet,
maar wat de toekomst jou ook brengt:
leef 't leven en geniet!
donderdag 8 september 2011
De kont van het paard
Zul je net zien: heb ik onze reis naar Maleisië geannuleerd, staat er deze week een gloedvol artikel over Kuala Lumpur in de Jakarta Post, onder de titel ‘Vintage and Modern Malaysia’. Ik had KL en Melaka, UNESCO-werelderfgoed op circa 2 uur rijden van de hoofdstad, graag bezocht. En heerlijk Maleis willen eten… Mijn liefje zette mij weer direct met de voetjes op de grond: ze had recent een foto gezien van een hangbrug in het centrum van de stad in dikke mist. De annulering is en blijft een goede beslissing maar jammer vind ik het wel.
Deze week verliep dus saaier dan gepland maar toch werd het bepaald geen saaie week. Er liepen mannen met (gas)maskers over ons terrein, mijn hotmail werd gespooft, Yudha kwam spelen, we waren voor het eerst gast op een Balinese huwelijksreceptie, ik las het boek ‘Jihad met sambal’ uit (van Step Vaessen), experimenteerde met mijn nieuwe Sony camcorder en legde de bloei van de eerste pauwenbloem uit eigen kweek (caesalpinia pulcherrima) vast.
De X-terminators kwamen langs om ongedierte te bestrijden. De 22 pilaren die alle rieten kappen op het terrein ondersteunen werden op termieten gecontroleerd. De deskundige, een Balinees die 9 jaar werkte aan boord van een Holland-Amerika-cruiseboot en daarna aan wal een eigen servicebedrijf opzette, onderzocht alle exemplaren en sprak verlossende woorden: “u heeft geen probleem”. Daarna werden ze preventief geïnjecteerd met insecticide. We kregen tien jaar garantie! Diezelfde mannen bewerkten ook de alang-alang op het dak tegen nestvorming terwijl wij een ommetje maakten. Na een uur zeilde alsnog een dode tjik-tjak naar beneden; een gekko zag ik amechtig in het anti-vleermuizennet boven het terras hangen. Kasian!
Al Jazeera English journaliste Vaessen had mij reeds gewaarschuwd voor een Indonesische huwelijksreceptie: ‘zo saai dat ik ze als het even kan probeer te vermijden. [ ] Bij de receptie moet je soms een uur of langer in de rij staan om het bruidspaar en de beide ouderparen de hand te schudden. Bij het buffet moet je ook opschieten want de volgende dringt alweer en na het eten word je geacht te vertrekken.’
De receptie van grote Ketut’s broer Mungku (die sterk op hem lijkt en net zo lacht) en echtgenote Murni was echter kleinschalig en gemoedelijk. Ik had de gebruikelijke gelukwens in Bahasa Indonesia uit mijn hoofd geleerd. Het was zoiets als 'het allerbeste bij het ondergaan van het nieuwe leven.' Het bruidspaar was gekleed en opgemaakt naar de laatste bruiloftmode; ‘modif’ volgens Elsa. Mijn liefje plengde enkele tranen bij deze gelegenheid… Niet om de ceremonie maar vanwege het hete gerecht dat ze van het buffet koos. Ik at voor het eerst jukut ares, kippensoep bereid met bananenboomscheuten. Het smaakt beter dan het nu klinkt maar 't was wel spijzig. We gingen inderdaad direct na het eten weg. In mijn ogen onbehoorlijk, in de ogen van Balinese Hindoes precies zoals het hoort!
Met de komst van de Sony Cyber-shot DSC TX 10 kregen wij een lichtgewicht alleskunner in huis! De foto's bij dit blog komen van de Sony. In vergelijking met mijn stoere Olympus µ Tough -die niet langer waterdicht is- komt de Sony uiterst minimalistisch en elegant over: dun, zonder stootranden, stalen behuizing en zware schroeven. Ik ben al dagen bezig om de honderden functies van het handzame apparaatje te leren kennen. Er zit een boel intelligentie in: automatische gezichtsherkenning, automatisch meer keren afdrukken als het object met de ogen knippert, automatisch afdrukken als het object glimlacht en ga zo maar door. Teveel om op te noemen. Het apparaatje heeft echter ook een functie voor dummies. Er zit een Panorama-functie op die ook onderwater kan worden gebruikt. Je kunt boven- en onderwater full HD-video’s maken en zelfs in 3D filmen. Toen ik een testfilmpje maakte van mijn liefje aan de Bintang, kon ik bij het terugzien de inhoud van haar bierflesje op het scherm laten klotsen. De bloemenborder die ik daarna filmde zwaaide heen en weer, alsof de wind grip had op het beeld. Amazing!
Fotograferen is meer mijn ding dan filmen dus ik moet nog leren op rustige wijze opnamen te maken. Het filmen werd tot nu toe door mijn liefje gedaan, totdat haar Sony uit de dichte tas werd ontvreemd ten tijde van een bezoek aan een Birmees vluchtelingenkamp...
Dat brengt mij bij het laatste onderwerp van dit blog. Er is deze week tevens sprake van grote bedrijvigheid achter de schermen, ter voorbereiding van Haar Verjaardag. In de loop van de week informeerde ik naar de ideeën en plannen van het personeel. Goed dat ik dat deed! Mijn liefje is een ritje met paard en wagen naar de ochtendmarkt van Banjar en een aubade van dorpskinderen bespaard gebleven. Paard en wagen zijn een serieuze vorm van transport in het dorp. En maar schommelen en maar kijken naar de kont van het paard. Zo kalm en bedaard. Tè bedaard, zelfs voor een 60-jarige-in-spé! Wat we wel gaan doen, lees je wellicht volgende week. Ook dat zou zomaar kunnen worden geannuleeerd…
Deze week verliep dus saaier dan gepland maar toch werd het bepaald geen saaie week. Er liepen mannen met (gas)maskers over ons terrein, mijn hotmail werd gespooft, Yudha kwam spelen, we waren voor het eerst gast op een Balinese huwelijksreceptie, ik las het boek ‘Jihad met sambal’ uit (van Step Vaessen), experimenteerde met mijn nieuwe Sony camcorder en legde de bloei van de eerste pauwenbloem uit eigen kweek (caesalpinia pulcherrima) vast.
De X-terminators kwamen langs om ongedierte te bestrijden. De 22 pilaren die alle rieten kappen op het terrein ondersteunen werden op termieten gecontroleerd. De deskundige, een Balinees die 9 jaar werkte aan boord van een Holland-Amerika-cruiseboot en daarna aan wal een eigen servicebedrijf opzette, onderzocht alle exemplaren en sprak verlossende woorden: “u heeft geen probleem”. Daarna werden ze preventief geïnjecteerd met insecticide. We kregen tien jaar garantie! Diezelfde mannen bewerkten ook de alang-alang op het dak tegen nestvorming terwijl wij een ommetje maakten. Na een uur zeilde alsnog een dode tjik-tjak naar beneden; een gekko zag ik amechtig in het anti-vleermuizennet boven het terras hangen. Kasian!
Al Jazeera English journaliste Vaessen had mij reeds gewaarschuwd voor een Indonesische huwelijksreceptie: ‘zo saai dat ik ze als het even kan probeer te vermijden. [ ] Bij de receptie moet je soms een uur of langer in de rij staan om het bruidspaar en de beide ouderparen de hand te schudden. Bij het buffet moet je ook opschieten want de volgende dringt alweer en na het eten word je geacht te vertrekken.’
De receptie van grote Ketut’s broer Mungku (die sterk op hem lijkt en net zo lacht) en echtgenote Murni was echter kleinschalig en gemoedelijk. Ik had de gebruikelijke gelukwens in Bahasa Indonesia uit mijn hoofd geleerd. Het was zoiets als 'het allerbeste bij het ondergaan van het nieuwe leven.' Het bruidspaar was gekleed en opgemaakt naar de laatste bruiloftmode; ‘modif’ volgens Elsa. Mijn liefje plengde enkele tranen bij deze gelegenheid… Niet om de ceremonie maar vanwege het hete gerecht dat ze van het buffet koos. Ik at voor het eerst jukut ares, kippensoep bereid met bananenboomscheuten. Het smaakt beter dan het nu klinkt maar 't was wel spijzig. We gingen inderdaad direct na het eten weg. In mijn ogen onbehoorlijk, in de ogen van Balinese Hindoes precies zoals het hoort!
Met de komst van de Sony Cyber-shot DSC TX 10 kregen wij een lichtgewicht alleskunner in huis! De foto's bij dit blog komen van de Sony. In vergelijking met mijn stoere Olympus µ Tough -die niet langer waterdicht is- komt de Sony uiterst minimalistisch en elegant over: dun, zonder stootranden, stalen behuizing en zware schroeven. Ik ben al dagen bezig om de honderden functies van het handzame apparaatje te leren kennen. Er zit een boel intelligentie in: automatische gezichtsherkenning, automatisch meer keren afdrukken als het object met de ogen knippert, automatisch afdrukken als het object glimlacht en ga zo maar door. Teveel om op te noemen. Het apparaatje heeft echter ook een functie voor dummies. Er zit een Panorama-functie op die ook onderwater kan worden gebruikt. Je kunt boven- en onderwater full HD-video’s maken en zelfs in 3D filmen. Toen ik een testfilmpje maakte van mijn liefje aan de Bintang, kon ik bij het terugzien de inhoud van haar bierflesje op het scherm laten klotsen. De bloemenborder die ik daarna filmde zwaaide heen en weer, alsof de wind grip had op het beeld. Amazing!
Fotograferen is meer mijn ding dan filmen dus ik moet nog leren op rustige wijze opnamen te maken. Het filmen werd tot nu toe door mijn liefje gedaan, totdat haar Sony uit de dichte tas werd ontvreemd ten tijde van een bezoek aan een Birmees vluchtelingenkamp...
Dat brengt mij bij het laatste onderwerp van dit blog. Er is deze week tevens sprake van grote bedrijvigheid achter de schermen, ter voorbereiding van Haar Verjaardag. In de loop van de week informeerde ik naar de ideeën en plannen van het personeel. Goed dat ik dat deed! Mijn liefje is een ritje met paard en wagen naar de ochtendmarkt van Banjar en een aubade van dorpskinderen bespaard gebleven. Paard en wagen zijn een serieuze vorm van transport in het dorp. En maar schommelen en maar kijken naar de kont van het paard. Zo kalm en bedaard. Tè bedaard, zelfs voor een 60-jarige-in-spé! Wat we wel gaan doen, lees je wellicht volgende week. Ook dat zou zomaar kunnen worden geannuleeerd…
Labels:
boek 'Jihad met sambal' - Step Vaessan,
boeken,
het bijwonen van een Balinese huwelijksreceptie,
wonen op Bali
maandag 5 september 2011
Geen (ge)zicht
Vandaag zouden we afreizen. De regelmatige lezer weet dat ik een verrassing in petto had voor mijn liefje die volgende week een kroonjaar gaat vieren: ze gaat Rebekka zien. Wat ze echter niet gaat zien maar wat ik wel had georganiseerd, is Kuala Lumpur en omgeving...
Vorige week vertelde ik haar, in aanwezigheid van Elsa en Ketut, dat we vakantie zouden gaan houden in Maleisië ter ere van haar aanstaande 60ste verjaardag. Bij elke vakantie hoort voorpret dus ik wilde de reisbestemming ruim voor de dag van vertrek onthullen. Na die mededeling zag ik tenminste twee gezichten betrekken. Elsa en Ketut hebben het liefst dat wij onze feestdagen in hun aanwezigheid vieren. Elsa kookt bij zo’n gelegenheid de sterren van de hemel en Ketut zorgt voor andere vormen van vermaak.
Zelf was ik in de loop van de vorige week ook minder enthousiast geworden over de gekozen reisbestemming. Dat kwam zo. Tijdens onze logeerpartij bij Marja, Theo en Zoë informeerde ik langs neus en lippen naar hun reiservaringen. Zij hadden in juli namelijk drie weken vakantie in Maleisië gehouden. Ze vertelden ons dat ze in die weken geen blauwe lucht hadden gezien... De moed zakte mij in de schoenen. “Waardoor kwam dat?” vroeg ik zo rustig mogelijk. Er schijnt sprake te zijn van nevel die op smog lijkt (‘the haze’) en die grote delen van het land in een grauwsluier hult. Niet leuk om te zien en onprettig om in te ademen. Om over mooie vakantiefoto’s maar te zwijgen! Zij schreven die toestand toe aan de slash & burn-aanpak die op Sumatraanse palmolieplantages en op Borneo wordt gehanteerd.
Dat was geen goed vooruitzicht, zeker niet als je je bedenkt dat het land van vertrek momenteel uitsluitend een blauw firmament en frisse lucht kent! Marja vertelde dat zij zich bovendien had gestoord aan het grote aantal vrouwen, ingepakt in zwarte boerka’s. Vooral het contrast met hun schaars geklede echtgenoten wekte ergernis. Maleisië is weliswaar een gematigd moslimland maar trekt kennelijk vele toeristen uit Arabische landen die een strictere vorm van de islam hanteren. Geen van ons kan zich voorstellen dat een vrouw zich vrijwillig in een burka opsluit. Dat gewaad maakt je immers tot een ‘nobody’. De foto bij dit blog is van een sticker die ik in Canggu aantrof op een eetstalletje. In vertaling luidt het: ‘Let op. Geen echtgenote van een terrorist’. Dat zal in de meeste gevallen waar zijn maar als je je vrouw in een boerka door het leven laat gaan, vind ik dat desalniettemin misdadig...
Vriendin Pauline reist momenteel in Maleisië rond dus ik besloot haar te vragen naar haar ervaringen. Ik schreef wat ik had vernomen en vertelde eerlijk dat ik serieus overwoog de reis te annuleren als die sombere verhalen kloppen. Ze schreef mij weldra terug: ‘het regent hier en is grijs. Je kunt beter in een andere tijd gaan’. Zij schreef die omstandigheden niet toe aan branden maar aan de heersende moesson. Kasian Pauline. Na onderzoek op het web bleek de situatie in juli nóg dramatischer te zijn geweest. Momenteel geeft de ‘Air Pollutant Index’ (API) voor Maleisië echter gematigde waarden aan. Maar grijs is grijs dus ik wist genoeg.
De avond na mijn onthulling stelde ik voor de reis te annuleren; vanzelfsprekend met instemming van haar, het aanstaande feestvarken. Voor dat teken van barmhartigheid ontving ik eeuwige dankbaarheid retour. Ze had mij, reislustige Hollandse, niet voor het hoofd willen stoten. Ze vond de verrassing weliswaar een leuk idee maar ook zij was geschrokken van andermans reiservaringen. De dag erna annuleerde ik de vliegreis, het trendy hotel in Kuala Lumpur en het luxe resort aan de kust. Tidak apa-apa. We zijn even dikke maatjes als daarvoor. Toen ik Elsa & Ketut de volgende dag vertelde dat we niet vertrekken, gingen er twee paar armen de lucht in. Ook dat was duidelijke, zij het non-verbale taal.
Maar elluk nadeel hep se voordeel: van Ketut de tuinman ontvingen we onlangs een uitnodiging voor het bijwonen van het huwelijk van zijn broer Mangku die gaat trouwen met Murni. Dat vindt deze week plaats en vanwege het herziene reisschema kunnen we dat feest bijwonen. Het zal onze eerste Balinees-Hindoeïstische huwelijksplechtigheid worden, nog wel in eigen dorp. We hijsen ons voor die gelegenheid in ons ceremoniële pak, al is de sarong geen toppunt van comfort voor een bermudamens als ik. Maar zeg nu zelf: het is zóveel beter dan een boerka.
Vorige week vertelde ik haar, in aanwezigheid van Elsa en Ketut, dat we vakantie zouden gaan houden in Maleisië ter ere van haar aanstaande 60ste verjaardag. Bij elke vakantie hoort voorpret dus ik wilde de reisbestemming ruim voor de dag van vertrek onthullen. Na die mededeling zag ik tenminste twee gezichten betrekken. Elsa en Ketut hebben het liefst dat wij onze feestdagen in hun aanwezigheid vieren. Elsa kookt bij zo’n gelegenheid de sterren van de hemel en Ketut zorgt voor andere vormen van vermaak.
Zelf was ik in de loop van de vorige week ook minder enthousiast geworden over de gekozen reisbestemming. Dat kwam zo. Tijdens onze logeerpartij bij Marja, Theo en Zoë informeerde ik langs neus en lippen naar hun reiservaringen. Zij hadden in juli namelijk drie weken vakantie in Maleisië gehouden. Ze vertelden ons dat ze in die weken geen blauwe lucht hadden gezien... De moed zakte mij in de schoenen. “Waardoor kwam dat?” vroeg ik zo rustig mogelijk. Er schijnt sprake te zijn van nevel die op smog lijkt (‘the haze’) en die grote delen van het land in een grauwsluier hult. Niet leuk om te zien en onprettig om in te ademen. Om over mooie vakantiefoto’s maar te zwijgen! Zij schreven die toestand toe aan de slash & burn-aanpak die op Sumatraanse palmolieplantages en op Borneo wordt gehanteerd.
Dat was geen goed vooruitzicht, zeker niet als je je bedenkt dat het land van vertrek momenteel uitsluitend een blauw firmament en frisse lucht kent! Marja vertelde dat zij zich bovendien had gestoord aan het grote aantal vrouwen, ingepakt in zwarte boerka’s. Vooral het contrast met hun schaars geklede echtgenoten wekte ergernis. Maleisië is weliswaar een gematigd moslimland maar trekt kennelijk vele toeristen uit Arabische landen die een strictere vorm van de islam hanteren. Geen van ons kan zich voorstellen dat een vrouw zich vrijwillig in een burka opsluit. Dat gewaad maakt je immers tot een ‘nobody’. De foto bij dit blog is van een sticker die ik in Canggu aantrof op een eetstalletje. In vertaling luidt het: ‘Let op. Geen echtgenote van een terrorist’. Dat zal in de meeste gevallen waar zijn maar als je je vrouw in een boerka door het leven laat gaan, vind ik dat desalniettemin misdadig...
Vriendin Pauline reist momenteel in Maleisië rond dus ik besloot haar te vragen naar haar ervaringen. Ik schreef wat ik had vernomen en vertelde eerlijk dat ik serieus overwoog de reis te annuleren als die sombere verhalen kloppen. Ze schreef mij weldra terug: ‘het regent hier en is grijs. Je kunt beter in een andere tijd gaan’. Zij schreef die omstandigheden niet toe aan branden maar aan de heersende moesson. Kasian Pauline. Na onderzoek op het web bleek de situatie in juli nóg dramatischer te zijn geweest. Momenteel geeft de ‘Air Pollutant Index’ (API) voor Maleisië echter gematigde waarden aan. Maar grijs is grijs dus ik wist genoeg.
De avond na mijn onthulling stelde ik voor de reis te annuleren; vanzelfsprekend met instemming van haar, het aanstaande feestvarken. Voor dat teken van barmhartigheid ontving ik eeuwige dankbaarheid retour. Ze had mij, reislustige Hollandse, niet voor het hoofd willen stoten. Ze vond de verrassing weliswaar een leuk idee maar ook zij was geschrokken van andermans reiservaringen. De dag erna annuleerde ik de vliegreis, het trendy hotel in Kuala Lumpur en het luxe resort aan de kust. Tidak apa-apa. We zijn even dikke maatjes als daarvoor. Toen ik Elsa & Ketut de volgende dag vertelde dat we niet vertrekken, gingen er twee paar armen de lucht in. Ook dat was duidelijke, zij het non-verbale taal.
Maar elluk nadeel hep se voordeel: van Ketut de tuinman ontvingen we onlangs een uitnodiging voor het bijwonen van het huwelijk van zijn broer Mangku die gaat trouwen met Murni. Dat vindt deze week plaats en vanwege het herziene reisschema kunnen we dat feest bijwonen. Het zal onze eerste Balinees-Hindoeïstische huwelijksplechtigheid worden, nog wel in eigen dorp. We hijsen ons voor die gelegenheid in ons ceremoniële pak, al is de sarong geen toppunt van comfort voor een bermudamens als ik. Maar zeg nu zelf: het is zóveel beter dan een boerka.
donderdag 1 september 2011
Di rumah
We zijn terug op het eigen Balinese honk en dat voelt goed. We hadden kleine Ketut gevraagd ons maandag jongstleden om 11 uur uit Canggu op te halen. Om 6:30 uur kwam er een SMS binnen. Mijn liefje zei (en ik dacht het): “dat is Ketut die ons meldt dat hij uit Lovina wegrijdt.” We hadden bewust voor maandag als ophaaldag gekozen, één dag voor het geplande einde van de Ramadan, om chaos op de weg te vermijden.
Het bleek inderdaad Ketut te zijn… maar hij was al op het parkeerterrein van de Canggu Club aangekomen! Time management en Balinezen is niet persé een goede combinatie; ik schreef dat al eerder. Ik sprong dus uit bed en nam een vroege douche. We waren blij hem weer te zien. Het leidde er wel toe dat we reeds om 11 uur ‘s ochtends in Lovina aankwamen. Het was extreem rustig op de weg naar het Noorden.
De volgende dag werd ons verteld dat de Indonesische overheid onverwachts een officiële mededeling had gedaan: de Ramadan zou niet aflopen op 30 augustus (zoals eerder was meegedeeld) maar op 31 augustus. “De maan staat verkeerd.” Dat was een grote tegenvaller voor allen die nog een dag extra moesten vasten, zoals de familieleden van Elsa. En het suikerfeest, waarvoor men alle voorbereidingen reeds had getroffen, werd een dag uitgesteld. Dat leidde tot chaos en irritatie bij velen. Uit de krant vernamen we dat enkele geestelijke leiders ruzie hebben over de datum… Ik vind het een blamage voor de leiders van het land met de meeste moslims ter wereld!
De tuin staat er prachtig bij, de droge omstandigheden in ogenschouw nemend. Grote Ketut-de-tuinman had enkele verrassingen voor ons in petto: we zijn inmiddels in het bezit van dieproze frangipani’s! Een grote stam staat fier naast de huistempel, enkele kleinere stammen zijn over de tuin verspreid, sommigen innig verstrengeld met Cambodjabomen in andere kleuren. Toen ik hem vroeg waar die prachtige stekken vandaan komen, zei hij: “van afval op het strand.” Kun je je voorstellen dat mensen zoiets moois dat goed groeit en bloeit weggooien?!
Hoe het ook zij, wij zijn er verguld mee. De schors van enkele grote frangipani’s die reeds in de tuin stonden, werd versierd met een bepaald soort hertshoornvaren (platycerium bifurcatum). Een aardig gezicht. Het wordt steeds meer een Balinese tuin!
Het strand voor de deur wordt echter steeds minder Balinees... Grote en kleine Ketut ruimden het strand (met hulp van derden) radicaal op, over de volle breedte van het grondstuk. Er is geen plastic tas of slipper meer te zien en daarover zijn wij zeer verheugd. Een strandjutter heeft hier niets meer te zoeken al moet het wekelijks worden bijgehouden.
De groene laag strandvegetatie is echter ook verdwenen. Ahum. Die kale vlakte is even wennen maar we zijn blij met de intentie en de aanpak. Dat alles in het kader van ‘Bali Clean’, volgens grote Ketut. Kleine Ketut had eigenhandig gereedschap vervaardigd van bamboe en staal: een smalle hark van gebogen traliehek voor het verwijderen van de bovenste laag begroeiing en een heel brede hark met stalen pinnen voor het verzamelen van afval. De slimmerik. Hij is zijn gewicht in goud waard.
Ook Yudha en Damai zagen we terug. De baby is flink gegroeid en helemaal kaal. Dat is het gebruik bij de 6-maandenceremonie die in onze afwezigheid plaatsvond. Ook Yudah was naar de kapper geweest. Nondeju, wat was hij gekortwiekt… Ik kan merken dat zijn (strenge) vader weer back in town is! De kleine vriend stortte zich vol overgave in de armen van mijn liefje. Het beeld van zijn slanke vingers die haar rug aaien en bekloppen, staat op mijn netvlies gegrifd.
Ook mij viel een hartelijk welkom te beurt. De dike kus die ik hem op zijn zachte wang drukte, werd in blijdschap aanvaard. Aanstaande zaterdag gaan we zijn verjaardag alsnog vieren, hier op het terras. De kadootjes heb ik inmiddels ingepakt, de pakjes die hij en zijn familie ontvingen van tante Bernadette, zijn reeds uitgedeeld. Haar kado voor Yudha was een schot in de roos: een mondharmonica. Ik haalde mijn eigen Hero-mondharmonica tevoorschijn die ik ooit van mijn vader kreeg en samen hijgden we er lustig op los. Het is mooi thuiskomen. Het nieuwe webalbum getiteld ‘Bali sekarang’ is als lopende diashow in de linkerkolom te zien.
Het bleek inderdaad Ketut te zijn… maar hij was al op het parkeerterrein van de Canggu Club aangekomen! Time management en Balinezen is niet persé een goede combinatie; ik schreef dat al eerder. Ik sprong dus uit bed en nam een vroege douche. We waren blij hem weer te zien. Het leidde er wel toe dat we reeds om 11 uur ‘s ochtends in Lovina aankwamen. Het was extreem rustig op de weg naar het Noorden.
De volgende dag werd ons verteld dat de Indonesische overheid onverwachts een officiële mededeling had gedaan: de Ramadan zou niet aflopen op 30 augustus (zoals eerder was meegedeeld) maar op 31 augustus. “De maan staat verkeerd.” Dat was een grote tegenvaller voor allen die nog een dag extra moesten vasten, zoals de familieleden van Elsa. En het suikerfeest, waarvoor men alle voorbereidingen reeds had getroffen, werd een dag uitgesteld. Dat leidde tot chaos en irritatie bij velen. Uit de krant vernamen we dat enkele geestelijke leiders ruzie hebben over de datum… Ik vind het een blamage voor de leiders van het land met de meeste moslims ter wereld!
De tuin staat er prachtig bij, de droge omstandigheden in ogenschouw nemend. Grote Ketut-de-tuinman had enkele verrassingen voor ons in petto: we zijn inmiddels in het bezit van dieproze frangipani’s! Een grote stam staat fier naast de huistempel, enkele kleinere stammen zijn over de tuin verspreid, sommigen innig verstrengeld met Cambodjabomen in andere kleuren. Toen ik hem vroeg waar die prachtige stekken vandaan komen, zei hij: “van afval op het strand.” Kun je je voorstellen dat mensen zoiets moois dat goed groeit en bloeit weggooien?!
Hoe het ook zij, wij zijn er verguld mee. De schors van enkele grote frangipani’s die reeds in de tuin stonden, werd versierd met een bepaald soort hertshoornvaren (platycerium bifurcatum). Een aardig gezicht. Het wordt steeds meer een Balinese tuin!
Het strand voor de deur wordt echter steeds minder Balinees... Grote en kleine Ketut ruimden het strand (met hulp van derden) radicaal op, over de volle breedte van het grondstuk. Er is geen plastic tas of slipper meer te zien en daarover zijn wij zeer verheugd. Een strandjutter heeft hier niets meer te zoeken al moet het wekelijks worden bijgehouden.
De groene laag strandvegetatie is echter ook verdwenen. Ahum. Die kale vlakte is even wennen maar we zijn blij met de intentie en de aanpak. Dat alles in het kader van ‘Bali Clean’, volgens grote Ketut. Kleine Ketut had eigenhandig gereedschap vervaardigd van bamboe en staal: een smalle hark van gebogen traliehek voor het verwijderen van de bovenste laag begroeiing en een heel brede hark met stalen pinnen voor het verzamelen van afval. De slimmerik. Hij is zijn gewicht in goud waard.
Ook Yudha en Damai zagen we terug. De baby is flink gegroeid en helemaal kaal. Dat is het gebruik bij de 6-maandenceremonie die in onze afwezigheid plaatsvond. Ook Yudah was naar de kapper geweest. Nondeju, wat was hij gekortwiekt… Ik kan merken dat zijn (strenge) vader weer back in town is! De kleine vriend stortte zich vol overgave in de armen van mijn liefje. Het beeld van zijn slanke vingers die haar rug aaien en bekloppen, staat op mijn netvlies gegrifd.
Ook mij viel een hartelijk welkom te beurt. De dike kus die ik hem op zijn zachte wang drukte, werd in blijdschap aanvaard. Aanstaande zaterdag gaan we zijn verjaardag alsnog vieren, hier op het terras. De kadootjes heb ik inmiddels ingepakt, de pakjes die hij en zijn familie ontvingen van tante Bernadette, zijn reeds uitgedeeld. Haar kado voor Yudha was een schot in de roos: een mondharmonica. Ik haalde mijn eigen Hero-mondharmonica tevoorschijn die ik ooit van mijn vader kreeg en samen hijgden we er lustig op los. Het is mooi thuiskomen. Het nieuwe webalbum getiteld ‘Bali sekarang’ is als lopende diashow in de linkerkolom te zien.
Abonneren op:
Posts (Atom)