Translate

woensdag 7 januari 2015

Twee (on)wijzen uit het Zuiden

We kwamen maandag laat in de middag in Montevideo aan. De spiksplinternieuwe ferry ging als een speer; in twee uur en een kwartier uur legden we 215 kilometer af. Het was een rustige, comfortabele oversteek. Alle passagiers kregen plastic hoezen om de schoenen; dat was omwille van de hygiëne, zei de steward. Er bleek namelijk vloerbedekking op het gehele schip te liggen?!

Na in het hotel te hebben ingecheckt en gedoucht, liepen we de stad in op zoek naar een restaurant. Dat viel nog niet mee. We kwamen uiteindelijk in het casino met keuken van een internationaal hotel terecht. In het bijbehorende restaurant aten we een grote salade, een stukje biefstuk (samen delen) en Uruguyaanse wijn. Niet slecht. Toen we terug liepen naar het hotel, draaide een grote groep jonge mensen op de fiets rondjes om de Plaza de Independencia. Ik vroeg aan een van hen waarom. Een jonge vrouw legde uit dat zij zich ‘Masa Crítica’ noemen. De naam komt uit een film van George Bliss (maker van de film ‘The Scorcher’ over fietsers in China die niet over straat kunnen gaan vanwege de vele auto’s en het gebrek aan stoplichten). Het is geen organisatie maar een gelegenheidsgezelschap. Iedere tweede zondag van de maand en bij volle maan vragen ze aandacht voor fietsen in de stad.

In de directe omgeving van het hotel lag een plein waar allerlei vormen fel oplichtten: flamingo’s in helroze op de rand van een fontein, een opvlammend vliegtuig met piloot in de lucht, eeen raket met zwevende astronaut en drie wijzen uit het oosten, op hun kamelen. Er werd namelijk Driekoningen gevierd. Er waren veel mensen op straat en de sfeer was zeer gemoedelijk. Montevideo wordt wel het kleine zusje van Buenos Aires genoemd. Het is in zoverre waar dat het veel en veel kleiner is van omvang. De sfeer voelt echter kleinstedelijker aan, alhoewel we hier in één dag meer zwervers en bedelaars zagen dan in vijf weken Buenos Aires!

We zitten dan ook in hartje centrum. De stadsbussen zijn vanuit het hotel goed te horen. Ze zijn niet elektrisch en rijden niet op LPG; het zijn rammelbakken die stinken. Na een heftige regenbui met onweersklappen waarbij de lucht donkergrijs kleurde, gingen we gisteren voor het eerst op pad. Zoals te verwachten viel: met een eigen lijstje met bezienswaardigheden dat snel wordt afgevinkt.

Het zijn vooral gebouwen die de aandacht opeisen, met name de monumentale panden uit art deco-tijd (jaren ’30 van de vorige eeuw). Ze staan werkelijk overal en ze zijn prachtig, afgezien van het achterstallige onderhoud dat van toepassing is op de meeste gebouwen in het oude hart van Montevideo. Je bent een bofkont als je in zo’n prachtig pand mag wonen. Ik vind het wel vreemd dat de overheid toestaat dat airco’s aan de buitengevel van dergelijke fenomenale monumenten mogen worden gehangen.

Diezelfde overheid regelde bij wet dat restaurants hun zoutdosis in gerechten moeten beperken. Ja, daar gaan we weer! De maaltijden kunnen ons hier tot dusver evenmin bekoren. Op een plek in de stad wist men zelfs de Waldorfsalade die ik bestelde geheel te verpesten. Wat ik kreeg voorgezet leek meer op een mislukt Olvarithapje. De meest basale ingredienten van het gerecht ontbraken, het geheel was met room overgoten. Bah. Ik at de walnoten en een beetje appel eruit en was klaar. Dat viel de ober op die vroeg naar mijn oordeel; dat gaf ik hem netjes waarna hij besloot dat ik de salade niet hoefde te betalen. Terecht maar tegelijkertijd teleurstellend.

Wat veel verheffender is, is het feit dat ik de mooiste boekhandel van deze stad reeds heb gespot; je kunt er ook lunchen maar ik krijg steeds meer lood in de schoenen als we ergens aansluiten. In dit kleine zusje van Buenos Aires vind je eveneens politiek getinte muurschilderingen. en wat ook opvalt, zijn de ontelbare calebassen met stalen rietje en de thermosflessen waaruit men mate (kruidenthee) slurpt en schenkt. Men drinkt het warm en koud.

De internetverbinding in het hotel laat te wensen over. Ik realiseer mij dat we boften met de razendsnelle verbinding in ons huurappartement in Buenos Aires. Maar Google werpt een donkerder schaduw over mijn webactiviteiten. Sinds ik Google+ gebruik als back up-medium voor de foto’s die ik hier maak, kan ik mijn bestaande webalbums niet meer openen en dus ook niet meer aanvullen; die maakte ik namelijk met een ander mailadres aan. Zo dwingt men mij voortaan alles met het betreffende google-account te doen. Schande! Ik ben er tamelijk ontdaan over want ik vrees dat Tom Poes geen list kan verzinnen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten