Translate

donderdag 8 januari 2015

Groeten van het kleine zusje

Montevideo staat bekend als het kleine zusje van Buenos Aires. Vorige maand las ik het boek ‘Ripper’ van de Chileense auteur Isabel Allende. Daarin komt een Uruguyaan voor die de ganse dag kruidenthee drinkt. Dat bleek geen zinloos grapje: mannen en vrouwen lopen hier inderdaad met een calebas en een thermosfles onder de arm, zuigend op een stalen rietje waarmee mate wordt gedronken; het drankje wordt zowel koud als warm genuttigd. Ik zag het in Buenos Aires ook maar hier domineert matedrinken het straatbeeld. Je dient de calebas en de thermosfles wel onder één arm te houden. Dan kun je de andere hand gebruiken voor een sigaret of voor een mobieltje. Er wordt tamelijk veel gerookt, dunkt mij. Ook wordt er spontaan, door jong en oud, tango gedanst op straat.

Diezelfde personage in Allende’s boek zegt op een bepaald moment: ‘in mijn land gebeurt niets’. Dat is niet helemaal waar maar het is er vrediger, democratischer en minder corrupt dan in de buurlanden, volgens de boeken en artikelen die mijn liefje en ik over het land lazen. Maanden geleden las ik een Volkskrantartikel over Uruguay dat mij van A tot Z verbaasde. Het land erkent het homohuwelijk, het heeft geen leger, is voorloper in ecotoerisme, scholing is hier verplicht vanaf het vierde levensjaar en is voor iedereen gratis tot aan de universiteit.

Ik zag aardig wat meisjes en vrouwen hand-in-hand, opgemaakte mannen in bloemetjesjurken, een heel grote man in een vrouwenlichaam. Er is betrekkelijk veel ruimte voor seksuele diversiteit en een straatbord in de oude stad verwijst naar het plein van de diversiteit. Geen idee wat daar ’s avonds of overdag gebeurt alhoewel ik het wel opzocht. Toen wij daar stonden, lagen er alleen twee straatveegsters uit te rusten van gedane arbeid. Ook hier zijn mensen ont-zet-tend aardig. Men zoekt het contact met ons, wil praten over van alles en nog wat en dat maakt een wandeling door of een verblijf in de stad heel plezierig.

Uruguay is enigszins een vreemde eend in de Zuid-Amerikaanse vijver. Het verhaal gaat dat de (linkse) 79-jarige José Mujica, onlangs herkozen tot president van Uruguay, zijn oldtimer VW-kever voor 1 miljoen dollar kon verkopen aan een oliesjeik tijdens een Gxx-top. Hij deed het niet. 
De man leeft een eenvoudig leven, woont met zijn echtgenote in een boerderijtje buiten de hoofdstad, geeft zijn hele salaris aan de allerarmsten in zijn land. Hij is naar verluidt de armste president ter wereld. 
Saillant detail: enkele dagen na zijn herverkiezing kwam naar buiten dat Uruguay zes ex-gevangenen uit Guantanamo Bay opnam die door hun geboorteland werden geweigerd en nergens anders terecht konden. De betreffende mannen werden nooit veroordeeld maar zaten twaalf jaar in de cel. Zij en hun familie bleken welkom in Uruguay, kregen hier woonruimte en werk. Het is een opmerkelijk gebaar dat Mujica gepassioneerd blijft verdedigen. 


Ook hier hadden enkele nationale kranten de foto van een Franse demonstrant met de tekst ‘Je suis Charlie’ op de voorpagina. Het is een ontluisterende aanslag op de redactie van Charlie Hebdo die mijn liefje en mij in de afgelopen dagen bezighield. Waar gaat het naartoe met onze wereld?!

Vandaag gingen we met de bus naar het strand. Het weer was uitermate geschikt voor zo’n uitstapje. Een van de eigenaren van het hotel, de Hollander Keis (zijn moeder verspanjaardiseerde zijn voornaam, volgens hem) maakte ons attent op bus 104 die een aantal stranden van Montevideo aandoet. We gingen vroeg op pad, een broodje kaas mee voor onderweg. Het mooiste strand van Uruguay ligt op circa 4 uur rijden van de hoofdstad. Daar hadden we geen zin in. Montevideo kent Playa Buceo, Playa Brava, Playa Malvin, Playa Brava, Playa Honda, Playa Gorda, Playa Verde, Playa Gardel en Playa Carrasco. Laatstgenoemde strand ligt het meest naar het oosten, de kant van de Atlantische Oceaan. Dat werd onze eindbestemming. Na ongeveer een uurtje rijden door heel fraaie buitenwijken stapten we uit voor de Ambassade van Iran. Wat heeft zo’n land hier te zoeken?

We liepen over de Rambla, de kilometerslange boulevard, richting hotel Sofitel -voorheen hotel Carrasco- dat als een soort Kurhaus aan de einder gloort. We dronken een heerlijk kopje koffie aan de bar van het statige pand. Daarna waren we klaar voor een lange strandwandeling, de voetjes in het water. 

Het zand is als poedersuiker, de branding deed mij qua kleur denken aan de Nederlandse kust, de temperatuur was echter tropisch. Ik vond zelfs een veelkleurige kauri op het strand. Er waren volop mensen die een duik namen en alhoewel wij onze badpakken meebrachten, bleven we op het droge. Het blijft een deel van de rivier en ik weet niet wat daarop wordt geloosd. Na circa 5 kilometer te hebben gewandeld, ons soms vergapend aan de prachtige strandhuizen, was het tijd voor de lunch.

Morgen keren we voor even terug naar Buenos Aires alvorens aan onze trektocht over land richting Chili te beginnen.


P.S. de webalbumcrisis is geweken. Het had alles met de internetcapaciteit in het hotel te maken. Na contact met de mede-eigenaar van het hotel kan ik zelfs bloggen op de eigen kamer! Ik kan weer foto’s opladen dus het Uruguay-album is bijgewerkt.


1 opmerking:

  1. Dames hierbij nog een goed en vooral gezond 2015 gewenst! Heel veel plezier bij jullie tocht door het mooie Argentina!Wat betreft het uit eten gaan in BsAs, persoonlijk eet ik daar altijd heerlijk! Ben absoluut geen grote vleeseter moet ik er wel bij zeggen. Hierbij een link van een Amerikaanse vrouw die al jaren in BsAs woont en alle restaurants zelf test. Er staat veel goeds bij. Misschien iets voor de laatste dagen in de stad?
    http://pickupthefork.com/
    Saludos!
    Marlies

    BeantwoordenVerwijderen