Het was 30 jaar geleden dat Marjolijn, gezeten
aan haar keukentafel, het Adviesbureau Candidates (campus recruitment)
oprichtte. Na indiensttreding van de eerste consultant -Caroline- werd de naam
veranderd in Smeets & Partners. Het
werd een suksesverhaal. Het was grotendeels een vrouwenclub; wij, haar gevolg, waggelden
als pinguïns achter Moeder Overste aan. Zij werd voor velen een lichtend
voorbeeld in alles. In Marjolijns Meidenclub voerden plezier en traditie de
boventoon maar er werd tevens hard gewerkt.
Dit weekend ontmoette lichting 1 de tweede
lichting, op het voormalige kantoor in Wassenaar dat inmiddels een
architectenbureau huisvest. Marjolijn heette ons hartelijk welkom en leidde ons
door een uitgebreide fotosessie. We haalden herinneringen op, praatten bij,
dronken champagne en lachten. Vooral de verhalen van Caroline over de
beginperiode werkten op mijn lachspieren. Tanja lichtte nog eens toe waarom de
pinguïn het verkozen symbool werd. Bij deze diersoort zijn de vrouwtjes immers jagers-verzamelaars
en wij waren headhunters... Eigenlijk was er tijd tekort. Ik bracht een
toepasselijk kadootje voor de baas mee: namens haar adopteerde ik een jaar lang
een pinguïn via het Wereld Natuur Fonds.
Daarnaast bezocht ik deze dagen mijn hoogbejaarde
moeder in het revalidatiecentrum waarin zij thans verblijft. Mijn zussen bereidden
haar voor op mijn komst maar bij een dementerende ouder weet je nooit of dat beklijft.
Eenmaal op Schiphol kocht ik een grote bos rode pioenrozen (mijn vader had ze vroeger
in eigen tuin) en haalde ik mijn gloednieuwe huurautootje Hyundai i10 Blue op;
het bleek een klein scheurijzer. Aan mijn zussen gaf ik het verwachte tijdstip van
aankomst door. Zij zouden mij in het centrum opwachten. Ik kwam eerder aan en meende
de auto van mijn zus op het parkeerterrein te herkennen. Ik liep het centrum
binnen maar daar trof ik hen niet aan. Ik vroeg daarop aan de receptioniste het
kamernummer van mijn moeder en liep naar de betreffende etage.
Half in de gang naar de woonkamer ontwaarde ik een
grote rolstoel met daarin een klein vrouwtje. Het was mijn moeder. Ik ging voor
haar op mijn hurken zitten (ze ziet nog maar met één oog) boog mij over haar heen en zei opgewekt “Goeie middag!”. Ze keek op en vroeg “Wie bent u?”. Dat
verbaasde mij niets. Ik zei mijn naam en zakte verder door de knieën. Ik zag de
trillende kin en een seconde later biggelden grote tranen over haar nog steeds
heel zachte wangen. Ze was zó blij mij te zien, vroeg direct of mijn liefje ook
aanwezig was en hield mijn warme hand langdurig in haar knokige, koude handen.
De pioenrozen werden in een
vaas gezet terwijl wij naar het restaurant op de begane grond rolden. We kozen
een plaatsje aan het raam, dronken een drankje en praatten over van alles en
nog wat. Ze herhaalde dat ze er niets aan vond, de hele dag in een rolstoel. Ze
vertelde over het verpleegtehuis waar ze binnenkort naartoe gaat. Ze sprak
waarderend over mijn beide zussen en zei mij hoeveel ze van mij houdt. Ze
was helder, lief, spraakzaam en aangesloten.
Mijn zussen schitterden nog
steeds door afwezigheid. Op een bepaald moment wilde mijn moeder naar buiten. En
raad eens? De tweelingen zaten op een bankje in de zon. Al ruim één uur, naar
weldra bleek. Het toeval wil dat zij een toiletstop maakten op het moment dat ik
het centrum binnenwandelde! Dat moest zo zijn. Ik was blij met het privé-uurtje
met mam. We dronken daarna koffie, praatten bij en wandelden met onze moeder
over de dijk. Totdat ze moe, verward en kribbig werd. Ze vroeg hoe laat de
trein naar Enschede, haar geboortegrond, ging. Ze kon niet meer en dat was haar
aan te zien. We rolden haar terug naar de woonkamer voor de avondmaaltijd en ik
reed door naar Den Haag. Op maandagochtend bezocht ik haar weer, met een van
mijn zussen. Moeders was psychisch in minder goeden doen dan op zaterdag, de
trein moest wederom worden gehaald. Ik keek goed naar haar, ze zit zwaaiend op
mijn netvlies. Ontroerend en dierbaar.
Afgelopen weekend logeerde ik bij vriendin
Bernadette die mijn liefje en ik tien jaar geleden leerden kennen op Fraser
Island (oostkust van Australië). Ze werd in de afgelopen jaren een heel
dierbare vriendin. Ik durf zelfs te beweren dat ik, na het overlijden van mijn
beste vriendin Nelly in 2009, weer een hartsvriendin in mijn leven heb. Ook wij
praatten uitgebreid bij, lachten veel en blikten vooruit. De Drie Musketiers gaan
eind van dit jaar hun reünie Down Under beleven! We dineerden in een favoriet
Haags restaurant: Mandarin Palace, het Aziatische specialiteitenrestaurant van gastheer
Jason Jip & kokkin Mai Lye. We praatten bij. De stacaravan deden
ze weg, hun beide kinderen studeren inmiddels aan de TU Delft.
Het werd een oppeppend weekend, ik keerde opgetogen
op het Spaanse honk terug. En ja hoor, zij stond er. Mijn liefje wachtte mij op
luchthaven Alicante op. Ze had mij niet gemist maar was blij mij weer in de armen
te sluiten. We praatten tot diep in de nacht. Mijn liefje, Barefoot-kenner bij
uitstek, bestempelde mijn uitje als “therapeutisch”. Dankjulliewel voor de mooie ervaringen!
Ik ben er nog steeds vol van.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten