Translate

maandag 28 januari 2019

Anti-Tours

Als ik op reis ben, houd ik nog steeds het wereldnieuws bij maar ik besteed er relatief weinig aandacht aan in mijn blogs. Alle energie en tijd gaat naar het Hier & Nu. Voor deze reis geldt zelfs dat ik nauwelijks lees. De roman waaraan ik enkele weken geleden begon, ‘Little Fires Everywhere’ van Celeste Ng (2017), komt bijna niet uit de rugzak. Ik weet dat het radicaal zal veranderen zodra we weer thuis zijn. Dan reis ik weer graag met mijn papieren vriendjes de wereld rond. In het hoofd, welteverstaan.

In The Guardian van deze ochtend stond een artikel getiteld ‘The Rise of the Anti-Tour’. Het gaat over de negatieve kanten van toerisme en hoe mensen daarop reageren. De inwoners van Venetië en Barcelona protesteerden luidruchtig tegen teveel toeristen in hun stad maar je kunt je protest ook op een andere wijze vormgeven. Zo worden er in Wenen stadsexcursies aangeboden met titels als The Ugly Vienna Tour en The Corruption Tour. Niet alleen lokalos hebben het er moeilijk mee, sommige toeristen zijn ook klaar met de traditionele toerist uithangen. Deze anti-tours worden door inwoners verzorgd en blijken geliefd bij toeristen.

Alhoewel wij graag de highlights van een land met eigen ogen zien, gaan mijn liefje en ik doorgaans ook met plezier langs ongebaande paden. In het verleden maakten wij twee van dergelijke excursies die ons altijd zullen bijblijven. Ze staan inmiddels zelfs symbool voor een bepaalde ervaring. Zo hebben we de ‘Kerststalletjes-ervaring’ met daar tegenover de ‘Wave Rock-ervaring’. Eerstgenoemde refereert aan een bezoek aan een verzameling van kerststallen in alle maten, vormen en materialen in Middelharnis; een symbool voor kneuterigheid. Ervaring nummer 2 deden we op in West-Australië toen we honderden kilometers omreden om een soort versteende oceaangolf, anders gezegd: een brok graniet van 15 meter hoog, te aanschouwen. Die ervaring staat symbool voor een soort teleurstelling. 

Geogliefen van Tiliviche (foto museum Antofagasta)
In de regio Atacama van Chili, waar we nu zijn, bevinden zich ongeveer 5.000 geogliefen, tekeningen in of op aarde. Ze zijn omgeven met mysterie en dat maakt ze zo boeiend. In een van de natuurhistorische musea van Antofagasta kwamen we een verwijzing tegen naar geogliefen van Tiliviche. Ik zag onder andere groepen diervormen en maakte een mentale notitie. Eenmaal thuis bleken ze zelfs op onze Michelin-landkaart te staan. Tiliviche lag ooit aan de route van de ‘caravana prehispánica’ en uit die tijd stammen de tekeningen. De Spaanse conquistadores kwamen in 1541 in Chili aan en werden in 1600 verslagen. Wat ik opmerkelijk vind, is dat ze 50 jaar bleven en het is inmiddels ruim 400 jaar geleden maar toch spreekt men hier Spaans! De kaart is inmiddels flink gescheurd en staat bol van de gearceerde plaatsen en gebieden. Die tour zou naar verluidt goed zijn te ondernemen vanuit kustplaats Iquique.

Eerst moesten we over de imposante Cerro Dragón weten te komen. Als je in het stadscentrum of op het strand met je rug naar de oceaan staat, doemt een heuvel voor je op waar je piepkleine auto’s (zelfs vrachtwagens lijken mieren) zigzaggend naar boven ziet rijden. Die weg moet je nemen als je via de korste route naar de snelweg wilt. Naar rechts kijkend, zie je vervolgens een ongelofelijk mooi duingebied dat boven de stad torent. Over die zandduin wordt ’s morgens en aan het begin van de avond gesurft door echte dare devils.

Deze weg, de 16, leidt naar Ruta 5, de Panamerican Highway die we al wekenlang volgen. Om Tiliviche te bereiken, moesten we langs die route een eind naar het noorden rijden, richting Arica. Mijn liefje maakte de (onderste) foto vanuit de auto toen we op de Draak konden neerkijken. De bovenste foto nam ik over van Wikipedia. Het geeft je hopelijk een beeld van de omgeving. 

Langs de 5 ligt ook ‘El Gigante de Atacama’ (de reus van Atacama) die ze hier liever de reus van Tarapacá noemen; dat verwijst namelijk naar hun regio. Die wereldberoemde geoglief zouden we op de terugreis aandoen. Zo gezegd, zo gedaan.

Op enig moment zag ik geometrische vormen op een heuvel aan mijn linkerkant opdoemen. Ik wilde stoppen om het van dichtbij te zien en deed mijn richtingaanwijzer naar links om daar, over de rijstrook een parkeerterrein op te rijden. De lokale bus die op dezelfde strook achter mij reed, had kennelijk andere plannen. Hij bleef hard doorrijden waardoor ik niet links durfde afslaan. Noodgedwongen bleef ik aan de rechterkant van de weg staan. Hij denderde langs, toeterde hard en sneed onze auto vervolgens. Wat een bruut, de eerste Chileense aso op de weg!

Het bleek te gaan om de ‘Geoglifos Ex Aura’. Die staan niet op de kaart, ter plaatse was geen verdere info beschikbaar. We reden door… tot we scheel zagen. De Tiliviche geogliefen vonden we niet. We vroegen het aan lokalo’s, reden op aanwijzingen verder. Tot we tot de conclusie kwamen dat we ze niet zouden gaan vinden die dag. Zelfs de eigenaar van een verlaten restaurant in de betreffende gemeente wist niets van tekeningen af. En daar was de Wave Rock-ervaring: we reden honderden kilometers voor weinig of niets... en dat was enigszins teleurstellend.  

We zagen die dag overigens genoeg geogliefen dus we zijn happy chappies. Reizen blijft verslavend. De reus aanschouwden we zelfs in al zijn glorie. In een plaatselijke krant las ik dat vorige week drie jonge Belgen op de luchthaven van Santiago werden opgepakt. Eerder waren zij met hun huurauto de heuvel van de reus opgereden en hadden daarmee zijn voeten en hoofd beschadigd. Het werd gefilmd. In samenwerking met een Chileense geoloog en de overheid (PDI) werden ze geïdentificeerd nadat ze hun ervaringen op sociale media deelden. Ze zijn het land uitgezet en wachten nu hun straf in België af. Dat is zo’n voorbeeld van antitoerisme. Ik moest denken aan een uitspraak van Jan Fleischhauer, columnist van Der Spiegel. Hij schreef ‘The disadvantage of being intelligent is that it hurts when you act stupid. Fools don’t feel this pain because they don’t have to pretend’. Tja.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten