Translate

maandag 21 januari 2019

Beland in Norte Grande

Afgelopen weekend, rond half elf 's avonds, voelden we een aardbeving. Onze Quakefeed-app meldde vijf seconden later dat er eentje met een kracht van 6.7 op de schaal van Richter plaatsvond in Coquimbo. Mijn liefje sliep daarna met horten en stoten in, zelf ging ik diep onder zeil. 

De volgende dag lazen we het Whatsapp-bericht van onze vriendin Luz Maria in Santiago die ons berichtte dat zij de beving sterk had gevoeld. Hoe zat dat bij ons? En hoe ging het? We stelden haar gerust. De Telegraaf meldde die ochtend dat er twee mensen in Chili omkwamen bij de aardbeving. Enkele meereizende lezers in Nederland lieten wij weten dat wij dat niet waren. In de plaatselijke krant ‘El Mercurio de Antofagasta’ vond ik op maandagochtend een veel uitgebreider verslag. De twee personen die omkwamen, waren een man van 64 en een vrouw van 74 die beiden overleden aan  een hartaanval. Vanwege tsunamigevaar kwam er aanvankelijk een grootschalige evacuatie op gang. Later werd die waarschuwing ingetrokken.

De historische binnenstad van buurgemeente La Serena (in de regio Coquimbo) liep veel schade op. Daar waren we nog niet zo lang geleden. De eeuwenoude kathedraal liep behoorlijke schade op; van de toren vielen brokstukken. Tenminste 30 huizen werden eveneens beschadigd. Het electriciteitsnet van de stad viel uit, 76% van de huishoudens kwam zonder stroom te zitten. De burgemeester riep de noodtoestand uit. Als verantwoording voor die extreme maatregel gaf hij op dat mensen na die status sneller worden geholpen. Er volgden 62 naschokken. Het epicentrum lag op 16 kilometer ten noordoosten van Tongoy, de stad die wij passeerden op onze route naar het noorden. De beving werd gevoeld in de regio’s Coquimbo, Valparaíso, Metropolitano, O’Higgings en in Atacama.

Wij gingen zondagochtend in alle rust op weg naar Antofagasta (regio Atacama). De route R-5 is daar ongelofelijk fraai. Een aantal keren reden we over hoogvlakten van de Andes, waar we net zo hoog waren als de pieken om ons heen. Het is jammer dat nergens staat hoe hoog je op enig moment bent maar het moet op zo’n 2.5 kilometer hoogte zijn geweest, volgens onze landkaart. Die weg is overigens in heel goede staat. Vanaf dat punt en verder op onze route naar het noorden omringt de woestijn ons continu. De airco stond aan, ik voelde het zand op mijn huid en ogen neerslaan. Douchen doen je hier niet alleen voor de verfrissing. Op deze route vind je overal mijnen met de mooiste, meest romatische namen. Maar als ik zo’n mijningang zag en keek naar de krotten waarin de mijnwerkers wonen, werd het mij (ons) zwaar om het hart. Wat een leven…

Vervolgens daalden we af naar zeeniveau waar we langs verbluffend blauwe baaien reden, tussen Taltal en Paposo. In Chili mag je (bijna) overal wildkamperen en in deze zomervakantie zien we mensen dat overal op grote schaal doen. Ze doen het wel anders dan wij: ze spannen zwarte doeken als overkapping en daaronder zetten ze hun tentjes op. Ook vaste strandparasollen worden voor dat doel gebruikt. Je ziet ze overal langs de kust, op stranden en belendende rotsen. In verband met tsunami’s is dat geen verstandige keuze maar Chilenen, wonend aan de Ring van Vuur, nemen dat risico voor lief. Bovendien hebben ze een werkend waarschuwingssysteem. Dat auto’s die onlangs uit Coquimbo evacueerden en in een fikse file terechtkwamen, hadden echter pech. Gelukkig liep het goed af.

Route 5 die we tot aan Antofagasta wilden volgen, bleek niet begaanbaar vanwege recente reparaties aan de telecommunicatie-apparatuur. Door de aardbeving ontstond in de regio Atacama schade aan het bovengrondse netwerk. Aan het einde van onze route van zondag troffen we het aller-aller-lelijkste stukje Chili aan, tot nu toe. Voordat je mijnstad Antofagasta binnenrijdt, kom je langs een industrieterrein dat ‘La Negra’ heet. Lelijk, oerlelijk. Waarom ze dat een vrouwelijke aanduiding geven, is mij een raadsel (maar een vermoeden heb ik wel). Fabrieken stootten rookpluimen uit, wit poeder daalde neer op auto’s, gebouwen en wegen. We keken met verbijstering toe en reden snel verder.

Ons hotel heeft zicht op de oceaan. De bedden zijn heerlijk, de gordijnen blinderen en we kunnen met de schuifpui open slapen. Toen we 's middags vanuit onze slaapkamer over de oceaan uitkeken, zagen we een cruiseschip in de verte. Het bleek om een Holland-America-schip te gaan dat van Buenos Aires naar Lima (Peru) vaart. Toeval bestaat niet. Sweet memories. Het is nog maar vijf weken geleden dat we afstapten maar dat voelt als vijf maanden. 

Aan boord van MS Zaandam kwamen we een groep Chilenen tegen uit Antofagasta. Een van hen, Antonio, deed mij qua fysiek en gedrag sterk aan vriend en vroegere buurman Fred denken. Hij rukte flessen champagne aan voor zijn vrienden toen we na het ronden van Kaap Hoorn weer in Chileense wateren waren. Een van zijn vrienden liet zich op enig moment tegenover ons ontvallen dat Antonio eigenaar was van bijna heel Antofagasta… Hij zou ons zijn telefoonnummer geven maar het kwam er niet van.We fantaseerden dat hij misschien eigenaar is van een van de grootste mijnen alhier, of bouwer van alle torenflats die langs de kust staan, of eigenaar van een keten van casino’s. Met zijn nieuwe geliefde reed hij na de cruise in twee dagen van Santiago naar zijn woonplaats. (Mijn liefje en ik doen er al  weken over.)  Ik verwacht hem deze dagen alsnog tegen het lijf te lopen. 

In het hotel kwamen we op de avond van aankomst motorrijders tegen uit Brazilië. Zij rijden in 21 dagen een rondje door Peru, Bolivia, Chili en Argentinië. Zo kun je ook reizen! In de nacht van de wolf bloedmaan bulderde de oceaan dat het een aard had. Mijn liefje en ik sliepen onrustig. Geheel tegen mijn natuur in, zette ik de wekker niet om dit bijzondere natuurverschijnsel te aanschouwen. Ik was te moe van de honderden kilometers rijden door de woestijn.

Deze stad, die zich de Parel van het Noorden noemt, ligt net onder de steenbokskeerkring. Een gedenkteken herinnert ons eraan. Hier is Chili op zijn breedst: 355 km. Antofagasta lag ooit op Boliviaans grondgebied maar nadat Chili aan het einde van de 19de eeuw de Salpeteroorlog won, maakt het deel uit van Noord-Chili. Het is de derde stad van het land en veel en veel groter dan gedacht. Wij gingen met de bus naar het stadscentrum (Plaza de Armas) maar na een kwartier vroegen wij ons af of we er voorbij waren. Eigenzinnig als we zijn, stapten we uit. Fout! Een Chileen die we daarna vroegen naar de afstand tot het stadshart, meldde dat we een bus naar de bovenstad moesten nemen. Het was gewoonweg te ver om te lopen. Nu lopen wij wat af tijdens deze reis maar de man had gelijk. Het bleek een mijl op zeven.

Wat we tevens leerden, is dat taxi’s in deze stad een vaste route bedienen. Instappen en zeggen waarheen je wilt, werkt niet. Zo’n taxi neemt bovendien maximaal vier passagiers mee dus je hebt 'm niet voor jezelf. De tweede taxichauffeur van die dag vertelde ons dat deze uitgestrekte stad 25 kilometer lang is. Mooi is 'ie niet, wat ons betreft, al heeft het veel historische gebouwen, monumenten en beelden. De schamele huisjes van mijnwerkers liggen tegen de heuvels in een minder deel van de stad. Aan de zuidkant van de stad staan de historische ruïnes (1888) van een oude raffinaderij waar vooral zilver uit Bolivia werd omgesmeden met een groot modern casino pal ertegenover. Ter huidige vermaak van de mannen uit de omringende mijnen. Tja. 

We lunchten vandaag bij restaurant ‘Amares’. Onverwacht zegen we neer in misschien wel het beste restaurant dat we tot nu toe tijdens onze Chili-rondreis tegenkwamen. Heerlijke pisco sour (de Peruaanse variant), vers brood met een verrassende Huascaran-saus, fantastische wijn en een kaart waaruit ik met gemak elke dag iets anders zou kunnen kiezen. De jonge chefs Giselle Cristino en Pablo Godoy zwaaien er de scepter. We proefden aan elk hapje dat daar met hart & ziel wordt gekookt. De bediening was aandachtig en voortreffelijk. Na de lunch werd er Nespresso-koffie geschonken, ook een naald in een Chileense hooiberg. 

Vanavond gaan we video-appen met Luz Maria. Zij begon inmiddels aan haar radiotherapie en dat valt haar zwaar. Kasian. Morgen gaan mijn liefje en ik weer een uitstapje maken in de omgeving. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten