Het is alweer een week geleden dat we Santiago verlieten en op weg gingen
naar de Zona Central van Chili. Op dit moment zijn we in Pisco Elqui, een vallei
met druiventeelt die wordt omringd door de Andes. Het is er schitterend, zowel
overdag als 's avonds. Mi ‘polola’ (mijn liefje), genius bij Booking.com,
reserveerde een plek met een zeer hoog waarderingscijfer. De accommodatie en
locatie staan zelfs vermeld in onze Nederlandstalige reisgids. Op de route er
naartoe sloegen we spontaan links- en rechtsaf waar het ons interessant of mooi
leek. Dat vinden wij beiden de leukste manier van reizen. We leggen niet alles
vantevoren vast maar zien waar de wind en onze nieuwsgierigheid ons brengen.
De gezochte plaats heet Cochiguaz en is, naar verluidt, omringd door
mysterie. De rivier die door het gebied loopt, wordt ‘rio magico’ genoemd. Er staat
zelfs een tibetaanse stoepa dus dan weet je wat ik bedoel. De hele vallei zou zen
zijn... Nu zijn wij niet per se van de reiki, chakra's, tarot, aromatherapie en vegan-maaltijden. We hebben er helemaal niets op tegen maar zijn zelf geen zweverige
types. Wel reisden we jarenlang door Azië en het aantal stoepa’s dat wij zagen, is niet meer op de vingers van 20 handen te tellen.
De laatste 19 kilometers van de route naar onze blokhut met veranda waren
niet eenvoudig voor iemand met hoogtevrees. Als chauffeur ga ik altijd enthousiast
op pad maar gaandeweg begonnen mijn kaken te verstrakken. De wegen werden
smaller en steiler, op delen van de route ontbraken vangrails of brokkelden kanten
af. De lokale overheid is aan een grote onderhoudsklus begonnen maar die was
nog niet af. Mijn grootste angst op dit soort trajecten is dat ik een stevige
tegenligger tref waardoor we moeten uitwijken of zelfs achteruit rijden. Ik kan
weinig doen aan dat gevoel, het zit diep in mij en kan ineens de kop opsteken.
Zo ook toen. We reden en reden maar konden het resort niet vinden. We passeerden
eucalyptusbomen en snoven de heerlijke geur op. Op enig moment doemde een smal,
steil zandpad voor mij op. Toen was de maat vol. Ik trapte op de rem, weigerde
verder te rijden. Twee aardige dames die resultaten van huisvlijt verkochten
aan het Einde van de Wereld -ik dacht dat ik dat tijdens de cruise had bereisd
maar nee hoor!- vertelden dat we circa twee kilometer te ver waren gereden. Ik
draaide om waar het kon en reed tamelijk opgelucht naar beneden. Totdat we weer
op een karrespoor terechtkwamen. Tja.
Het naambord hing hoog in een bocht daarom misten we die op de heenreis. We
moesten zelf een ijzeren hek openschuiven, er was geen blokhut te bekennen.
Voor ons lag een houten bruggetje waarvan ik niet zeker wist of de auto er
overheen kon. Dus ik parkeerde in de volle zon, met uitzicht op een wal van
Andes-uitlopers. Prachtig. Mijn liefje ging te voet op zoek naar de receptie.
Een kwartier later kwam ze terug met de boodschap dat we konden annuleren. We
hadden voor zes nachten geboekt maar ook zij twijfelde of dit een plek voor ons
was. Zo afgelegen en voor zolang… Wilde ik het met eigen ogen te zien?
Tuurlijk.
De blokhut was geen blokhut, de veranda geen veranda. De cabaña was erg eenvoudig,
er was geen comfortabele stoel te bekennen en we zouden in separate slaapkamers
moeten liggen. Dat voelde niet goed, in goed overleg besloten we te vertrekken.
De receptionist was aardig en heel schappelijk: we hoefden slechts één nacht te
betalen, de rest zou hij kostenloos annuleren.
We stapten in en reden naar de eerste de beste plaats, waar geen
accommodatie beschikbaar bleek te zijn. We togen vervolgens naar de vallei waar
we tevergeefs bij het enige hotel in Pisco Elqui aanklopten. We konden het bij
de buren proberen die cabañas verhuren? Dat is in deze regio, wellicht zelfs in
heel Chili, de meestgebruikte accommodatie. Señora Jessica had inderdaad nog
een hut vrij, met een gat in het dak. Vanuit ons bed konden we naar de
sterrenhemel kijken (en dat zouden we ook doen). Onze privé-badkamer bevond zich
echter buiten de blokhut. Geen probleem, dat kennen we van onze reizen door
Australië. Het was er ruim en schoon en het lag op loopafstand van het centrum
en van restaurants. Een prima plek waar we zelfs twee nachten wilden blijven
maar dat lukte weer niet. We keerden daarop terug naar het enige hotel; het is
modern, stemmig, centraal gelegen met 13 kamers. Daar konden we de volgende twee
nachten vertoeven. Probleem opgelost. We kunnen nu alle bezienswaardigheden in
de vallei vanuit dit punt bezoeken. Niet alles vantevoren vastleggen heeft dus ook
nadelen.
De eerste avond keken we in onze ligstoelen met een glaasje wijn vanuit
de tuin naar een onbeschrijflijk mooie sterrenhemel die zich aan ons openbaarde.
Elke minuut zagen we het aantal toenemen. Er is hier geen lichtvervuiling. Een ster die veel weg heeft van het oude-vertrouwde steelpannetje (hier ‘Las Marias’ genoemd) was de eerste
constellatie die we onderscheidden, Sirius fonkelde helder, de Pleïaden kwamen
tevoorschijn, de grote en de kleine Magellan-sterrennevel waren goed te zien,
het Zuiderkruis liet langer op zich wachten.
Dat heb ik niet allemaal van muzelluf. De volgende avond deden we een excursie met Jorge die een plaatselijk observatorium met een enorme telescoop bestiert. Door hem zagen we miljoenen sterren. Prachtig. De veranderende kleuren van de Andes op verschillende momenten van de dag zijn ook een feest voor het oog.
Dat heb ik niet allemaal van muzelluf. De volgende avond deden we een excursie met Jorge die een plaatselijk observatorium met een enorme telescoop bestiert. Door hem zagen we miljoenen sterren. Prachtig. De veranderende kleuren van de Andes op verschillende momenten van de dag zijn ook een feest voor het oog.
We volgen hier naast de sterren ook de route van Gabriela Mistral, de Chileense dichteres
die als eerste vrouw de Nobelprijs voor de Literatuur ontving. Ze werd geboren in
de plaats Vicuña, bracht haar prille jeugd door in een dorp dat Monte Grande heet
en waar ik haar museum en mausoleum bezocht. Het museum ligt in haar voormalige
schooltje, ze is begraven op een heuvel die uitkijkt over de vallei. Mistral was
zonder meer een interessante vrouw. Haar karakter is van haar gezicht af te
lezen. Ze was intelligent, excemtriek, niet bepaald het zonnetje in huis. Op de
meeste foto’s zie je Gabriela met haar oudere zus. Ze reisden samen veel, Gabriela
bleef ongehuwd, had een opmerkelijke carrière. Ze overleed als consul van Chili
in New York. De vlag waarmee haar kist was gedrapeerd toen ze werd gerepatrieerd,
is ook in het museum te bezichtigen. Net als de prijs die ze ontving van de
Zweedse Academie.
Vanochtend begon met laaghangende bewolking, er is geen top te bekennen.
Het is 19 graden Celsius dus de warme sweater brengt uitkomst. Later vandaag zal de zon weer doorbreken. Wifi van het hotel is sterk maar alleen beschikbaar in de
gemeenschappelijke ruimten. Daaraan raak ik inmiddels gewend. Het webalbum van deze regio kun je elders op mijn blog vinden. De eerste vliegende kolibri zagen we hier, de laatste Pisco Mistral zal niet zijn gedronken. Morgen rijden we op ons gemak terug naar de kust. We gaan dan overnachten in Vicuña dat we op de heenreis aandeden en dat ons beviel. Er
zijn daar twee musea die we nog willen bezoeken en vonden een tentje waar ze
lekkere koffie bereiden (bonen uit Colombia). Goede redenen voor een
tussenstop. We reserveerden vantevoren een goed aangeschreven studio in een
rustige straat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten