Translate

zondag 13 januari 2019

Blokhut met veranda en B&B

De regelmatige lezer en meereiziger weet dat de eerste poging om in Chili in een blokhut met veranda te gaan logeren, op niets uitliep. We deden een herkansing in een ander deel van het land. Reizend langs de ‘Via Panam’, de Panamerican Highway (Ruta 5), is een belevenis. Die weg voert van het diepe zuiden van Chili naar het hoge noorden van Alaska. Ik ben verheugd een klein stukje van die iconische weg, die hier in goede staat verkeert, te doen. Wat veel indruk maakt, zijn de honderden kleine en grote kapelletjes die we langs de route zagen en zien. Plekken om mensen te herdenken. Op delen van het traject zelfs om de 100 meter… Sommige van die herinneringsplekken hebben auto-onderdelen waarmee het ongeval gebeurde, grote en kleine foto’s van de slachtoffers en altijd een Chileense vlag er bovenop. Ik bedacht mij dat het interessant zou zijn een boek samen te stellen over de levensverhalen van al die verkeersslachtoffers. Het zou geen boek zijn voor op de koffietafel want die zou letterlijk en figuurlijk onder de dramatische verhalen bezwijken. Tja. Naarmate we verder naar het noorden rijden, zijn de medeweggebruikers vooral toerbussen en grote vrachtwagens. Tot nu toe zijn we welgeteld een Europese toerist op onze route tegengekomen.

We verbleven tijdens de afgelopen dagen in een kustplaats die Caleta Punta de Choros heet. Op de kronkelweg er naartoe zagen we wilde Patagonsiche vossen (zorro chilla). Ze leken tamelijk tam, kwamen heel dichtbij. 

We hadden een missie: de pinguïns van Humboldt met eigen ogen zien. De meeste toeristen maken er een excursie naartoe vanuit La Serena. Wij besloten er enkele nachten te gaan logeren. Dit traditionele vissersdorp is werkelijk ‘a hole in the ground’. Wij zouden er niet willen worden begraven alhoewel er genoeg zand ligt in de straten (geen stoeptegel of trottoir te bekennen)!

We kwamen terecht in een van de cabañas met veranda van señora Sylvia. Een alleraardigste vrouw van gepensioneerde leeftijd die zelf ook het een en ander van de wereld bleek te hebben gezien. Ze woont daar uit vrije wil met echtgenoot Juan. Samen beheren ze een klein park met blokhutten, op ongeveer 100 meter van de baai. Hij is, als het nodig is, tevens brandweerman. Zij is een spraakwaterval dus we moesten goed nadenken over onze vragen en onze tijd. Voor je het weet, moet je weer vertrekken zonder de regionale bijzonderheden te hebben gezien. Kon ze ons helpen met het boeken van een excursie naar de eilanden voor de kust, waar de pinguïns vertoeven? Jazeker. Ze was een en al behulpzaamheid en vriendelijkheid. Ze droeg een van de reistassen naar binnen, bracht twee schaaltjes sappige meloen toen de reistassen binnen stonden, deed onze was voor niets en bracht ons 's avonds een schaaltje noten toen we zaten te kaarten aan de eettafel.

 Ze zou lokalo Willy vragen of we de volgende dag meekonden met zijn boot. Het zou wel ietsje duurder worden, zijn boot is immers groter, comfortabeler en met een zonnedek (de UV-factor is hier 8). De man is goed in zijn werk en is te vertrouwen.  Het zou mij niets verbazen als Willy familie is. Sylvia is ook verwant aan het restaurant om de hoek want op haar verzoek ging het de volgende dag om 8 uur 's ochtends voor ons open zodat we vroeg konden ontbijten. Wat mij betreft is zij de onbetwiste onderburgemeesteres van het dorp! 's Nachts stond de auto achter slot en grendel geparkeerd op hun terrein.

Die eerste nacht, om half drie precies, vond daar een aardbeving plaats met een kracht van 2.6 die ik goed voelde. Ik was het mij bewust omdat mijn liefje net weer de slaapkamer in kwam en ik wakker lag. Ik voelde een lichte tremor door de vloer gaan. Niks om bang van te worden. 

De vele tsunami-evacuatieborden die in het dorp staan, waren ons al opgevallen. We hebben een Sismos-app op de telefoon die alle bevingen in Chili aangeeft. Elke dag is het meer keren raak, van zuid tot noord. Dat is niet verwonderlijk want heel Chili ligt aan de Ring van Vuur. Naarmate we noorderlijker komen, zullen ze frequenter en misschien ook steviger worden. Mijn liefje las mij recent voor dat Indonesië vorig jaar 11.500 aardbevingen te verduren kreeg. Sommigen haalden het wereldnieuws, helaas. Dat is andere koek!

De eilanden liggen in een nationaal park dat goed wordt beheerd door organisatie CONAF. Chili is trots op zijn vele wonderen der natuur en zorgt er goed voor. (Over afval en plastic heb ik het een andere keer.) We moesten Willy en de parkbeheerders 13.000 Chileense pesos en 6.000 pesos betalen; dat komt neer op ongeveer €25 per persoon voor een leuke dag op en rond het water.

Op weg naar Islas de Choros dook een groep residente bottlenose-dolfijnen voor onze neus op. Deze groep is volgens de gids ongeveer 50 dieren groot en zwemt al jarenlang rondom de eilanden. De Humboldt-stroming zorgt voor veel voedsel en zuurstof in de wateren dus dieren vertoeven hier graag. Ze leken zich weinig van ons aan te trekken, kwamen af en toe boven, gingen er weer vandoor en doken weer op. Het is een beeld om blij van te worden. Altijd. Er kwam die dag geen walvis voorbij toen wij rondvoeren. Het is de tijd voor humpback whales, grote vinvissen en blauwe walvissen. Hogerop ligt een marien park waar ze hoogstwaarschijnlijk gemakkelijker te spotten zijn. Dat is voor een later moment, op de terugreis naar Santiago. We zijn overigens op de helft van onze reis, hebben nog vijf weken te gaan. Het begin van onze reis voelt als vijf maanden geleden…

Ronddobberend met Willy aan het roer zagen we van alles. Grote groepen Humboldt-pinguïns, de kleinste soort van allen. Die kleine dieren stonden alleen of in een groep aan de watergrens en op de hoogste toppen van de rotsen. We zagen diverse soorten vogels, waaronder gieren, broedende meeuwen en hun piepjonge kuikens, een verliefd stel rode aalscholvers en meer. De vogelaar in mij kwam aan haar trekken. De zeeotters die we plotseling in het water zagen, waren volgens de gids het meest bijzonder (hij dook op zijn eigen telelens af).

En op weg naar onze volgende bestemming, op de rustige zondagochtend, zagen we grazende guanaco’s (wilde lama’s) langs de weg. Een fraaie beestenboel! 

Inmiddels zijn we in Bahia Inglesa, volgens menige reisgids een van de mooiste baaien van Chili. We moesten door mijnbouwgebied rijden om er te komen, de plek van de gele aarde (tierra amarilla) onderweg was prachtig om te zien. Dat kreeg ik niet goed op de foto. Met nog meer grafstenen en kapelletjes tot gevolg. Kasian. Als het landschap niet zo boeiend zou zijn, was ik er misschien licht gedeprimeerd door geraakt. 

We verblijven thans in een tamelijk niieuwe, fris ogende Bed&Breakfast. Onze kamer kijkt uit op de baai, er waait een frisse wind. De badgasten die ik vandaag naar de temperatuur van de zee (eigenlijk oceaan) vroeg, kwamen niet verder dan ‘muy frio’, ‘demasiado frio’ en ‘quince grados’. Heel koud en te koud voor hen. 15 graden Celsius? Ik ben het niet gewend maar ga wel een poging tot zwemmen wagen. We blijven hier een paar dagen plakken. Het webalbum van Norte Chico ga ik nu maken. Deze accommodatie is vooral op jongere mensen afgestemd dus internet werkt hier prima.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten