Translate

zaterdag 28 december 2019

Gangsta Grannies

We zijn alweer ruim een week in het noorden van Bali. We organiseerden hier geen kerstviering met de hele familie -zoals het oorspronkelijke plan was- nu er een baby van slechts enkele dagen oud in de kribbe lag. De dagen na de geboorte van kleine Ketut waren Yuda & Damai voortdurend bij ons. Elsa had immers haar handen vol aan voeden, zorgen en herstellen. In ons resort werd op eerste kerstdag een feestelijke lunch georganiseerd met spelletjes voor jong en oud. Wij nodigden de jongens uit om dat te komen vieren. We vroegen hen een kerstboom te tekenen die we ophingen in een hoek van ons vakantiehuisje. De kerstman zou ons dan zeker vinden en kadootjes voor iedereen achterlaten. Zo gezegd, zo gedaan.  

In IJsland kennen ze een traditie waarbij mensen elkaar op kerstavond een boek kado doen. Dat noemt men ‘Jolabokaflod’... een IJslandse vloed aan nieuwe boektitels! Ik vind het een prachtig woord. Het is de bedoeling dat je die avond als ontvanger van een boek lezend doorbrengt. Mijn liefje en ik waren op kerstavond bewust samen. Die avond heeft geen speciale betekenis voor ons. We aten een hapje bij een lokaal restaurant waarna we de avond inderdaad met de neus in de boeken afsloten.

In Spanje toverde ik de oude e-reader van vriend Ben om tot kindvriendelijke leesmachine. Het apparaat begon te haperen bij grote leesbeurten dus mijn veellezende boekenvriend schafte een nieuwe reader aan. Het ouwetje bleek echter met dunne boeken nog goed te functioneren. Na overleg met Ben & Joan, vulde ik het apparaat met Engelstalige boeken van schrijvers als Roald Dahl, Dr. Seuss, J.K. Rowling (de complete Harry Potter-serie), Beatrix Potter (Peter Rabbit), Rudyard Kipling (Jungle Book), David Walliams, E.B. White, Eoin Coifer (Artemis Fowl-serie), Mark Twain en C.S. Lewis (Alice in Wonderland). Oude en hedendaagse verhalenschrijvers voor kinderen. Veel klassieke, soms rijk geïllustreerde, kinderboeken kun je gratis downloaden van de website van Project Gutenberg. ‘Alleen op de wereld’ en ‘Pinokkio’ ontbraken niet. Ik was aan mijn stand verplicht ook nog werk toe te voegen dat ontdekken en reizen als thema heeft.

Elke dag dat de jongens bij ons zijn, wordt er gelezen. Het e-boek ‘James and the Giant Peach’ (Roald Dahl) las Yuda als eerste uit. Er volgde geen mondelinge overhoring; ze hebben immers vakantie. Ik hoop dat hij voor zichzelf leest, niet voor ons. Voor de bijna 9-jarige Damai zijn de meeste Engelstalige boeken nog te moeilijk dus ik las hem met plezier voor. Ik vertelde hem dat hij zo langer van de inhoud van de reader kan genieten. Elluk nadeel hep se voordeel. 

De eenjarige Varen (nummer 3 van het gezin) kwam tot nu toe tweemaal mee. Gisteren namen wij de gelegenheid te baat om te zien of er een zwemmer in hem schuilt. Antwoord: jazeker! Hij is niet bang voor water. Na enkele minuten stapte hij parmantig rond in het ondiepe gedeelte van het zwembad. Zijn Huggies Little Swimmer, een speciale zwemluier met Nemo op de kont, stond hem goed. Toen hij voor het eerst omviel, hield hij zijn mond automatisch dicht. Als zijn hoofd onder water raakte, hoorden we geen kik. Hij stond op, veegde zijn gezichtje af, lachte en ging door. Ons houdt hij nog steeds op veilige afstand. Dat was anders met Yuda en Damai. Die waren van jongs af aan witte mensen in hun leven gewend. Moeder Elsa baalt daar waarschijnlijk van maar wij vinden het oké.

Op dagen zonder kinderen rusten we uit van de voorgaande dag, lezen we meer en bezoeken vrienden en kennissen. Doorgaans nemen mijn liefje en ik de bemo als we op visite gaan. Dat is de benaming voor een busje (eigendom van de chauffeur) dat mensen hier van A naar B brengt. Het zijn vaak oude barrels met opzichtige buitenkanten en een boel gekakel binnenin. Balinese grannies keren met hun aankopen van de markt terug, mannen gaan naar hun werk, kinderen nemen dit vervoersmiddel om van huis naar school (en vice versa) te gaan. Toeristen reizen er niet mee want comfortabel is het niet per se. Leuk wel. Je maakt nog eens wat mee tijdens een ritje!

Er is veel veranderd tijdens onze afwezigheid. Het aantal bemo’s nam aanzienlijk af. De belangrijkste verklaring hiervoor is dat er meer brommers en auto’s in het straatbeeld verschenen. Steeds meer Balinezen kunnen zich eigen vervoer veroorloven. Dat noemen we vooruitgang. Op mijn vraag wat er met de chauffeurs en hun bemo gebeurde, kwam de uitleg dat ze in de meeste gevallen in dienst traden van het dorpshoofd en voortaan groepsvervoer mogen organiseren tijdens religieuze evenementen. De regelmatige lezer weet dat Balinezen veel, heel veel hindoeïstische ceremonies hebben in een kalenderjaar.

De eerste keer gingen we op weg naar de puskesmas in Banjar, onze voormalige woonplaats. Met de kids bezochten we moeder Elsa en baby in het gezondheidscentrum aldaar. Daar stonden we dan, opgedoft en wel; er was geen bus te bekennen. Damai becommentarieerde het op eigen wijze: two hundred hours later…Dat verzin je toch niet?! Op enig moment stopte een glanzende privé-auto voor onze neus. Het betrof een Balinees echtpaar waarvan de man chauffeur was maar geen Engels sprak; zijn vrouw wel. Zij vertelde dat ze dagelijks met hem meereed om passagiers te scoren en verdere business te genereren. Ze zetten ons voor de deur af. Mijn liefje bood hem geld dat hij grif aannam. Op de weg terug hielden we een echte bemo aan. Wij namen plaats naast de chauffeur nadat hij een zak verse vis opzij schoof, de jongens zaten op de achterbank. We zwaaiden regelmatig naar hen via de achteruitkijkspiegel.

Toen wij samen op tweede Kerstdag wederom langs de hoofdweg wachtten op zo’n bemo, ervoeren we aan den lijve dat er inderdaad minder busjes rondrijden. Voorheen kwam er elke vijf minuten eentje langs. Na een kwartier wachten in de schaduw hielden we een bemo aan wiens chauffeur ons op zijn gemak en vrolijk keuvelend naar onze bestemming bracht. Weliswaar met kersttoeslag maar zonder medepassagiers!

We gingen op weg naar Frans & Lenie. Zij wonen hier al 13 jaar naar volle tevredenheid. Zij waren het die in 2009 onze verhuisdozen uitpakten toen wij zelf niet naar onze nieuwgebouwde villa in Bali konden afreizen vanwege de borstkankerbehandeling van mijn liefje. Zij waren het die ons af en toe moed inspraken toen we in een uiterst vervelende situatie terechtkwamen. De papierwinkel van grond en huis bleek namelijk absoluut niet in orde, in tegenstelling tot wat de Nederlandse projectontwikkelaar ons voorhield. Dat leidde uiteindelijk tot veel stress en ons voortijdige vertrek.

Het waren ook Frans & Lenie die ons in 2013 in contact brachten met een potentiële Belgische koper die in 2014 daadwerkelijk de nieuwe villa-eigenaar werd. Wij verlieten Bali dat jaar als bewoners en daarmee verdwenen de meeste zorgen uit ons leven. We keerden de jaren daarna terug als relaxte toeristen. Tijdens dit bezoek vernamen we dat de legalisering van grond en opstallen eindelijk een feit is. De benodigde papieren zijn inmiddels in bezit van onze voormalige buren Tom, François (Belgen) en Matt (Nederlander). Wat zullen ze opgelucht zijn. En wij met hen!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten