Blog je over 75 jaar bevrijding van concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz door het Rode leger (de Russen), dat vandaag internationaal wordt herdacht? Zo ja, hoe doe je dat het best? Vandaag zullen honderden overlevenden van dit kamp van over de hele wereld naar deze plek komen om bij de herdenking aanwezig zijn.
De regelmatige lezer herinnert zich wellicht dat ik als student literatuurwetenschap aan de Vrije Universiteit van Amsterdam afstudeerde op een thema dat veel raakvlakken heeft met de Holocaust en de verschrikkingen van joodse mensen in deze kampen. Als aanstaande academica vroeg ik mij in mijn doctoraalscriptie af of voor ironie in deze bizarre en barre kampwereld een rol was weggelegd. De vervolgvraag was welke functie ironie in kampliteratuur zou kunnen vervullen.
Mijn motivatie om die scriptie te schrijven, kwam voort uit het feit dat niet mag worden gevonden dat er ooit genoeg aandacht wordt besteed aan en voldoende wordt gesproken over de verschrikkingen van dit aspect van de Tweede Wereldoorog. Ik schaar mij bij de mensen die de voorkeur geven aan spreken boven zwijgen. Over enkele jaren zullen personen die de kampen overleefden, niet meer onder ons zijn. Het gevaar bestaat dat daarmee ook deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis van de mensheid gemakkelijker zal worden overgeslagen. Ik hoopte destijds als scriptieschrijver een steentje bij te dragen aan het niet-vergeten. Nu doe ik dat, nóg meer overtuigd van de zin ervan, als blogger.
‘Alleen stilte, zwijgen en niet-schrijven zouden passen bij een al te rauwe en oververteerbare werkelijkheid.’
Dit is de opvatting die wordt aangehangen door de voorstanders van zwijgen, de personen die vinden dat men over kampervaringen niet behoort te spreken of te schrijven. Men zou de doden beledigen, het onuitsprekelijk leed ontheiligen en de doodse stilte schenden. Het zou bovendien een verwerpelijke bevrijding bij de lezer bewerkstelligen.
Elie Wiesel (1928-2016), Auschwitz-overlevende van Roemeense origine en Amerikaanse schrijver en Nobelprijswinnaar schaarde zich bij leven duidelijk bij de zwijgers. Zijn eerste roman ‘De nacht’ had de oorspronkelijke titel ‘En de wereld heeft gezwegen’. In zijn werk ‘De Dodenzang’ zegt hij “ook blijf ik liever aan de kant van Job staan die voor vragen koos en niet voor antwoorden, voor zwijgen en niet voor gepraat.”
Kampliteratuur definieerde ik destijds als literatuur die betrekking heeft op ervaringen die mensen opdeden in de kampen. Wiesel was van mening dat die soort literatuur niet kon bestaan. Hij stelde elders in zijn werk dat “a novel on Majdanek is either not a novel or not about Majdanek.” (Majdanek was een concentratiekamp in Noord-Duitsland.) Het tegenstrijdige is dat hij tegelijkertijd van mening was dat “(..) only Auschwitz can save the planet from a new Horishima.”
De Italiaans-Joodse schrijver Primo Levi (1919-1987), eveneens overlevende van Auschwitz, noemde schrijven over deze ervaringen voor zichzelf een vorm van therapie. Dat zegt hij in zijn aangrijpende boek ‘Is dit een mens’. Voor hem was schrijven een manier om zijn ervaringen aan enkele intimi mee te delen. Erover schrijven was voor hem een opluchting. Levi’s primaire behoefte was dus schrijven om zichzelf te bevrijden. De bedoeling om een getuigenis na te laten, kwam pas later.
En hoe belangrijk was het dat zij en anderen dat deden!
Je vraagt je inmiddels waarschijnlijk af wat ironie hiermee te maken heeft? Daar maakte ik voor mijn scriptie een uitgebreide studie van. Ironie is een complex verschijnsel. Sommige wetenschappers zijn van mening dat er geen plaats is voor ironie in levensbedreigende situaties. Ironie zou ontberen waar tragiek aan de orde is. Zelf definieerde ik het als een complex denkspel; heel verschillend van hypocrisie, geen sarcasme, geen cynisme of humor...
Ik definieerde het als een (stijl)middel waarmee men de harde werkelijkheid -ook in de kampen- zou kunnen verzachten. Om dat te ‘bewijzen’, stelde ik een empirisch lezersonderzoek samen. Daarvoor gebruikte ik passages uit autobiografische werken van Primo Levi, Liana Millu, Lode Vogel, Etty Hillesum en Jacques Presser. Kampliteratuur. Enkele van onze vrienden, met Joodse roots en oorlogsbelasting, deden aan dit onderzoek mee. Ik denk met compassie aan dit project terug.
Vorig jaar kwam nog steeds veel werk uit dat Auschwitz als decor heeft. ‘The Boy Who Followed His Father into Auschwitz’ (Brit Jeremy Dronfield), ‘Het schooltje van Auschwitz’ (Spanjaard Mario Escobar), ‘The Librarian of Auschwitz’ (Spanjaard Arturo Iturbe), ‘The Volunteer’ (Brit Jack Fairweather) en ‘The Children’s Block’ (Tsjech Otto Kraus), om enkele lezenswaardige werken te noemen. Deze boeken hadden stuk voor stuk een andere ontstaansgeschiedenis: autobiografie, historische fictie, non-fictie gebaseerd op een waar verhaal en literaire fictie. Stuk voor stuk lezenswaardig, al is en blijft het zware kost. Het geeft aan dat het onderwerp nog sterk leeft, zowel onder auteurs als lezers.
Eerder deze maand verscheen in Nederland het verhaal van de Joodse verzetstrijdster Selma van der Perre. Het tv-programma De Wereld Draait Door wijdde een mooie uitzending aan deze indrukwekkende 97-jarige. Zij kwam in 1944 in vrouwenkamp Ravensbrück terecht en overleefde dat. De titel van haar autobiografische boek is ‘Haar naam is Selma’.
Gisteren bood premier Rutte excuses aan voor het feit dat 's lands overheidsapparaat wegkeek ten tijde van de massale deportatie van Joodse Nederlanders in de Tweede Wereldoorlog. Het werd door sommige betrokkenen “historisch” en “een groots gebaar richting Joods Nederland” genoemd al kwam het voor enkele andere, bij deze nationale Holocaust-herdenking aanwezige, overlevenden nogal laat. Maar beter laat dan nooit, zeker in een tijd waarin antisemitisme toeneemt, zowel in Europa als op andere continenten.
Eva Umlauf. Foto: AP/Matthias Schrader |
Zoals gezegd, vandaag herdenken we 75 jaar bevrijding van Auschwitz. Plek van het kwaad, van systematische massavernietiging, eindstation voor talloze Europeanen. Auschwitz was de hel. Onderzoekers becijferden dat daar ruim 1.1 miljoen mensen werden vermoord; een aantal dat blijft verbijsteren. De nazi’s vermoorden zes miljoen joden. Persoonlijke getuigenissen van mensen die deze verschrikkingen aan den lijve ondervonden, zullen op niet al te lange termijn niet meer verschijnen. Men kent het precieze aantal overlevenden niet dat tot op de dag van vandaag in leven is.
Vorige week las ik een waardig artikel over enkele Auschwitz-overlevenden. Journalisten van persdienst Associated Press brachten hen een bezoek in Duitsland, Polen, Zweden, Rusland, Verenigde Staten en Israël. De jongste geïnterviewde was 2 jaar oud toen ze in Auschwitz terechtkwam. Haar naam is Eva Umlauf en ze woont nu in München. Marta Wise was tien jaar oud en ziekelijk toen ze in Auschwitz terechtkwam; ze is nu vrijwilligster in het herdenkingsmuseum Yad Vashem, West-Jeruzalem. Het is een wonder dat zij het vernietigingskamp overleefden. Zij en en alle andere geïnterviewden stonden met hun getatoeëerde arm ontbloot op de foto.
Opdat we nooit vergeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten