Al beëindigden wij onze Noord-Afrikaanse-rondreis enkele weken geleden, we worden nog steeds achtervolgd door Marokko. Er waait hier namelijk een wind die afkomstig is uit het zuidwesten. Het is de sirocco maar hier in Spanje wordt de wind 'leveche' genoemd. Het is een warme woestijnwind die afkomstig is uit de Marokkaanse Sahara en zandstormen met zich meebrengt. En dat hebben we geweten; de auto is alleen nog op de tast te herkennen! Diezelfde auto, die net een schoonmaakbeurt had gekregen, lijkt inmiddels in een 'Tijger Annie-pak' gehuld. Je kent het wel: een zwarte ondergrond (de auto) met goudgele stippen erop (het Saharazand). Heeel veeel stippen! Stel je daarbij tevens een blonde chauffeuse met een grote zonnebril voor en je krijgt een heuse snolliebollie-auto!
Binnenkort verruilen wij Spanje weer even voor Nederland.
In de afgelopen jaren verbleven wij in het voorjaar en in de zomer met de eigen caravan op een Hollandse camping. We reden dan eerst met 'kale' auto van Spanje naar Nederland, koppelden daar de caravan aan de trekhaak en reden vervolgens luttele kilometers naar onze eindbestemming: de camping om de hoek. We kampeerden steevast aan de Zuid-Hollandse kust, waaraan mijn liefje en ik goede herinneringen hebben. Wij woonden daar een aantal jaren met veel plezier alvorens naar Engeland te verhuizen.
Op 30 april 2005 legde ik, aan mijn Londense bureau gezeten, mijn pen neer en op 1 mei, Dag van de Arbeid, proefde ik voor het eerst van het arbeidsloze leven... In de jaren daaraan voorafgaand dagdroomde ik regelmatig over dat moment. Vooral tijdens de laatste dagen van een vakantie: hoe zou het zijn om altijd te gaan en te staan waar je wilt?! “Zullen we hier links- of rechtsaf slaan?” of “Waar was die brug nog maar eens waarover ik je onlangs vertelde?” Dat soort vrijheid bedoel ik. Tot op de dag van vandaag geniet ik ervan.
Het verblijf op één plek kwam in de afgelopen jaren voort uit de behoefte om dicht bij Nelly en Aad te zijn, twee dierbaren die de diagnose 'ongeneeslijk ziek' hadden gekregen. Aad, die in een rolstoel zat, bezocht ik wekelijks en Nelly en ik zagen elkaar wanneer we konden. Dat was fijn.
Deze zomer is de eerste zonder hen en dit jaar gaan wij het anders doen: de caravan blijft in de stalling, de camping zal het zonder ons moeten stellen. Wij weten inmiddels dat onze buurtjes op de camping het ook zonder ons naar hun zin hebben. Kamperen in Nederland vind ik leuk maar dit jaar sla ik liever over. Ik zie op tegen de vele herinneringen...
Deze keer vliegen we naar Nederland (Tijger Annie wordt thuisgelaten), verblijven we korter dan anders en hoeven de doucheslippers niet mee. Wij gaan namelijk op een huis passen. En op een lieve huishond. Het viervoetige gezelschap voor de komende weken is een labrador die door haar adoptie-ouders 'Eilean' wordt genoemd maar die wij, haar oppastantes, liefkozend 'de blonde snolliebollie' noemen. (Zij doet het zonder Saharazand maar wel met iedereen.) We verheugen ons tevens op de wekelijkse tas met biogroenten, op tochtjes met de sloep die aan de tuin ligt afgemeerd en op fietsen naar de plaatselijke warme bakker. Dat is heel luxe, vergeleken met camping life!
Maar voordat we afreizen, hebben we nog het een en ander te doen in Spanje: het jaarlijkse internationale golftoernooi wordt aanstaand weekend gespeeld en deze week ging ik, na wekenlang niet te hebben gegolfd, weer 'in training'. Mijn eerste rondje was met vriend Hugo op een eenvoudige maandagmiddag... Wat is het toch heerlijk om, in goed gezelschap, in de zon een balletje te slaan. Dat ging ook helemaal niet slecht: ik scoorde met mijn handicap 18 stableford-punten op 9 holes. Nu ik zit te typen, heb ik nog wel wat last van stramme vingers; waarschijnlijk hield ik mijn golfclubs te strak vast. Bang om (ze) te verliezen?!
Sinds anderhalve week is het hier echt aan het zomeren. We gaan dan ook dagelijks een uurtje naar het strand en dineren 's avonds op het terras. Ik heb nog niet in zee gezwommen. Door het leven in de subtropen van de afgelopen jaren, ben ik kouwelijker geworden. Behoorde ik ooit in Den Haag tot de 'dare devils' die zelfs tijdens de wintermaanden in zee zwommen, nu laat ik mijn portie kou graag aan fikkie over... Het moment van mijn eerste duik is echter niet ver verwijderd. Het zal volgende week wel weer even wennen zijn in Nederland want de weersvoorspelling ligt op dit moment rond 20° Celsius. Maar er zal ruimschoots genoeg voorhanden zijn om dat te compenseren!
Translate
woensdag 27 mei 2009
donderdag 21 mei 2009
In de geest van...
Deze week kreeg ik weer eens op ouderwetse wijze een 'Volkskrant' aan huis bezorgd door vrienden die tevens onze buren zijn in Spanje. Zij kwamen naar hun geliefde place under the sun en dat is ook voor ons altijd heugelijk: zowel hún komst als die van de papieren krant! Ik sloeg de voorpagina op en keek direct rechtsonder, de plaats waar tot voor kort de columns van Martin Bril stonden. Die column is niet meer want de columnist en schrijver overleed op 22 april jongstleden aan de gevolgen van kanker.
In diezelfde krant stond nu op die plek een column, getiteld 'Metselen' van de hand van Henk Spaan. De column verscheen in de serie 'in de geest van Martin Bril'.
Tja.
De terloopse observatie, het onderweg zijn, het kleine uitvergroot, de hond... ze zaten er allemaal in maar het werd toch geen echte Bril, wat mij betreft. Het belangrijkste gemis was, denk ik, mijn eigen warme gevoel erbij!
Twee jaar geleden, toen Bril met mevrouw Bril (hij noemde haar in zijn columns nooit bij haar voornaam) en zijn twee meisjes een maandje op zomervakantie gingen, schreef de Volkskrant een Martin Bril look-alike-wedstrijd uit: een zoektocht naar wie hem het best schrijvend kon imiteren. Er was een heuse jury aangesteld waarin ook Bril zelf zitting had en de inzendingen van de drie winnaars werden op de laaste (vakantie)dagen van augustus in de Volkskrant gepubliceerd. Nu ben ik zelf van mening dat Bril wel valt te imiteren maar niet is te evenaren. Op de redactie kwamen veel inzendingen binnen waarvan ik soms wel en soms niet genoot. Ik weet niet meer wie won maar ik herinner mij wel dat ik het een geslaagde Bril-imitatie vond. Dat wil zeggen: bijna net zo goed als de echte.
Onlangs las ik in een Volkskrantblog dat men van mening is dat er een nieuwe Bril in de krant moet komen. Ik begrijp het verlangen van de fans, waartoe ik mijzelf ook reken, maar ik zie niet in hoe?! Het komt op mij net zo onzinnig over als denken dat er ooit weer een Nelly in mijn leven zal komen. Nelly was Nelly, Bril was Bril. Daar was er maar een van en wat was, komt niet weer. Helaas.
Eerder deze week keek ik naar 'De Wereld draait door' waar ik bioloog en schrijver Midas Dekkers vol vuur zag pleiten voor het behoud van de bedreigde bij. Ik moest aan Martin Bril denken. Hij had ongetwijfeld een beschouwende column aan dat ijverige, zoemende volkje gewijd. 'Rokjesdag', het voorjaarsverschijnsel dat Bril in Nederland introduceerde en dat hij jaarlijks zo 'martinesk' beschreef, ging eigenlijk ook over bijen. Over bloemetjes en bijtjes, welteverstaan... Bril was een meester in het observeren van het kleine, het alledaagse. Al is de bij klein, hij is tot grootse dingen in staat! Bijen leveren een wezenlijke bijdrage aan het bestaan van mensen. Einstein beweerde ooit dat als de bij uitsterft, het binnen 5 jaar ook voor de mens zou zijn afgelopen. Eenderde van al het eten dat wij nuttigen, komt tot stand met behulp van de bij. Alledaags is de bij dus wellicht binnenkort niet meer; het is een dier in nood. Dat is niet alleen in Nederland maar ook in België, Duitsland en Engeland het geval. Er komen steeds meer parasieten, schimmels en pesticiden en steeds minder bloemen. Een somber beeld. Matthijs van Nieuwkerk vroeg aan het einde van het interview aan Dekkers: “Leven wij mensen over tien jaar nog?” Hij antwoordde met: “Ah, welja...”
Max Pam, goede vriend van Martin Bril, mede-jurylid tijdens de Bril look-alike contest en schrijver, publiceerde in maart 2009 het boek 'Bijenspook'. De titel is gebaseerd op het verhaal van een imker uit Somerset die zijn ogen niet kon geloven toen hij aan het hek van de kathedraal van Wells (Engeland) een bijennest zag in de vorm van een kruis. Weer anderen zagen er een spook in. Pam vindt het duidelijke gevallen van projectie: de mens die in het dier zijn eigen handelen projecteert. Mij intrigeert dat verschijnsel dus tijdens ons aanstaande bezoek aan Nederland ga ik naar het boek op zoek. Ik houd wel van Pam's nuchtere beschouwingen en heldere schrijfstijl, al schijnt deze tekst vol knip- en plakfouten te zitten.
Er zaten ook weleens typefoutjes in Martin Bril's bijdragen op zijn eigen website 'De Wereld van...'. Ik heb de link bij mijn eigen favorieten staan; ik heb geen behoefte die weg te halen. Af en toe klik ik erop. Net als op die van Nelly. Dan wordt het oorverdovend stil en is het slechts de foto die terugkijkt...
Inmiddels heb ik -verlaat vanwege een reis door Marokko- de DWDD-hommage aan Martin Bril via 'uitzending gemist' gezien. Toen Bart Chabot in de uitzending geëmotioneerd over zijn vriend en collega Martin sprak, stonden de tranen ook in mijn ogen. Ik vind het nog altijd moeilijk emoties van dierbaren te horen of te zien als zij vertellen over het eigen verdriet en hun grote gemis. Dan klinkt bijna altijd het roerende lied 'Een vriend zien huilen' van Jacques Brel door in mijn hoofd. Hier slechts één couplet ervan:
“Natuurlijk wordt alom gestreden
en zwijgt voor velen de muziek,
de tederheid is overleden
en de illusies zijn doodziek.
Natuurlijk laat zich alles kopen
voor wie er maar het meeste biedt
en worden bloemen stukgelopen
maar een vriend zien huilen… kan ik niet.”
In diezelfde krant stond nu op die plek een column, getiteld 'Metselen' van de hand van Henk Spaan. De column verscheen in de serie 'in de geest van Martin Bril'.
Tja.
De terloopse observatie, het onderweg zijn, het kleine uitvergroot, de hond... ze zaten er allemaal in maar het werd toch geen echte Bril, wat mij betreft. Het belangrijkste gemis was, denk ik, mijn eigen warme gevoel erbij!
Twee jaar geleden, toen Bril met mevrouw Bril (hij noemde haar in zijn columns nooit bij haar voornaam) en zijn twee meisjes een maandje op zomervakantie gingen, schreef de Volkskrant een Martin Bril look-alike-wedstrijd uit: een zoektocht naar wie hem het best schrijvend kon imiteren. Er was een heuse jury aangesteld waarin ook Bril zelf zitting had en de inzendingen van de drie winnaars werden op de laaste (vakantie)dagen van augustus in de Volkskrant gepubliceerd. Nu ben ik zelf van mening dat Bril wel valt te imiteren maar niet is te evenaren. Op de redactie kwamen veel inzendingen binnen waarvan ik soms wel en soms niet genoot. Ik weet niet meer wie won maar ik herinner mij wel dat ik het een geslaagde Bril-imitatie vond. Dat wil zeggen: bijna net zo goed als de echte.
Onlangs las ik in een Volkskrantblog dat men van mening is dat er een nieuwe Bril in de krant moet komen. Ik begrijp het verlangen van de fans, waartoe ik mijzelf ook reken, maar ik zie niet in hoe?! Het komt op mij net zo onzinnig over als denken dat er ooit weer een Nelly in mijn leven zal komen. Nelly was Nelly, Bril was Bril. Daar was er maar een van en wat was, komt niet weer. Helaas.
Eerder deze week keek ik naar 'De Wereld draait door' waar ik bioloog en schrijver Midas Dekkers vol vuur zag pleiten voor het behoud van de bedreigde bij. Ik moest aan Martin Bril denken. Hij had ongetwijfeld een beschouwende column aan dat ijverige, zoemende volkje gewijd. 'Rokjesdag', het voorjaarsverschijnsel dat Bril in Nederland introduceerde en dat hij jaarlijks zo 'martinesk' beschreef, ging eigenlijk ook over bijen. Over bloemetjes en bijtjes, welteverstaan... Bril was een meester in het observeren van het kleine, het alledaagse. Al is de bij klein, hij is tot grootse dingen in staat! Bijen leveren een wezenlijke bijdrage aan het bestaan van mensen. Einstein beweerde ooit dat als de bij uitsterft, het binnen 5 jaar ook voor de mens zou zijn afgelopen. Eenderde van al het eten dat wij nuttigen, komt tot stand met behulp van de bij. Alledaags is de bij dus wellicht binnenkort niet meer; het is een dier in nood. Dat is niet alleen in Nederland maar ook in België, Duitsland en Engeland het geval. Er komen steeds meer parasieten, schimmels en pesticiden en steeds minder bloemen. Een somber beeld. Matthijs van Nieuwkerk vroeg aan het einde van het interview aan Dekkers: “Leven wij mensen over tien jaar nog?” Hij antwoordde met: “Ah, welja...”
Max Pam, goede vriend van Martin Bril, mede-jurylid tijdens de Bril look-alike contest en schrijver, publiceerde in maart 2009 het boek 'Bijenspook'. De titel is gebaseerd op het verhaal van een imker uit Somerset die zijn ogen niet kon geloven toen hij aan het hek van de kathedraal van Wells (Engeland) een bijennest zag in de vorm van een kruis. Weer anderen zagen er een spook in. Pam vindt het duidelijke gevallen van projectie: de mens die in het dier zijn eigen handelen projecteert. Mij intrigeert dat verschijnsel dus tijdens ons aanstaande bezoek aan Nederland ga ik naar het boek op zoek. Ik houd wel van Pam's nuchtere beschouwingen en heldere schrijfstijl, al schijnt deze tekst vol knip- en plakfouten te zitten.
Er zaten ook weleens typefoutjes in Martin Bril's bijdragen op zijn eigen website 'De Wereld van...'. Ik heb de link bij mijn eigen favorieten staan; ik heb geen behoefte die weg te halen. Af en toe klik ik erop. Net als op die van Nelly. Dan wordt het oorverdovend stil en is het slechts de foto die terugkijkt...
Inmiddels heb ik -verlaat vanwege een reis door Marokko- de DWDD-hommage aan Martin Bril via 'uitzending gemist' gezien. Toen Bart Chabot in de uitzending geëmotioneerd over zijn vriend en collega Martin sprak, stonden de tranen ook in mijn ogen. Ik vind het nog altijd moeilijk emoties van dierbaren te horen of te zien als zij vertellen over het eigen verdriet en hun grote gemis. Dan klinkt bijna altijd het roerende lied 'Een vriend zien huilen' van Jacques Brel door in mijn hoofd. Hier slechts één couplet ervan:
“Natuurlijk wordt alom gestreden
en zwijgt voor velen de muziek,
de tederheid is overleden
en de illusies zijn doodziek.
Natuurlijk laat zich alles kopen
voor wie er maar het meeste biedt
en worden bloemen stukgelopen
maar een vriend zien huilen… kan ik niet.”
Labels:
boek 'Bijenspook' - Max Pam,
boeken,
cultureel,
DWDD-hommage aan Martin Bril,
lied 'Een vriend zien huilen' - Jacques Brel
maandag 18 mei 2009
Voor de Spaanse kiezen
Greenpeace España presenteeerde vorige week, ter ere van haar 25ste verjaardag, het rapport over klimaatveranderingen in Europa. Mijn tweede vaderland kwam er in dat rapport niet best af: van heel Europa zal Spanje het meest worden getroffen door het broeikaseffect. Greenpeace verklaarde in het rapport dat de temperatuur over Spanje met gemiddeld 1.5° Celsius is toegenomen, veel meer dan de gemiddelde 0,95° Celsius in andere landen van Europa. Ecologisten waarschuwen dat de gemiddelde temperatuur in sommige delen van Spanje voor het einde van deze eeuw zelfs kan zijn gestegen met 6° Celsius als de huidige trend doorzet. Men maakt zich met name zorgen over de ontwikkelingen in Castilla y León.
Volgens het rapport is het peil van de wateren rondom Spanje gestegen met 2 à 3 millimeter per jaar. Dat lijkt weinig maar het is veel. De stijgende zeespiegel zal op de lange termijn vooral negatief uitpakken voor Noord-Spanje en de Canarische Eilanden.
Het klimaat in het Zuiden van Spanje gaat steeds meer lijken op het Afrikaanse volgens Greenpeace, terwijl het klimaat in de noordelijke landen van Europa meer en meer mediterraan wordt. Dan is dan wel goed nieuws voor de 'thuisblijvers'! Nog even en je hebt het in Nederland net zoals wij het hier hadden in Spanje. Dat is zo'n zelfde constructie als 'vandaag is morgen gisteren'... Maar even serieus: dat alles heeft grote consequenties voor de Spaanse flora en fauna. De onderwaterwereld zal drastisch veranderen maar ook het vogelleven zal negatieve gevolgen ondervinden.
In dat Spaanse Greenpeace-rapport werd tevens aangegeven dat al 88% van de ijskappen in de Pyreneeën zijn massa heeft verloren in de afgelopen 100 jaar. Op termijn kan temperatuurstijging dan ook leiden tot het voor altijd sluiten van de Spaanse skigebieden. Ook de waterrijke gebieden en de lagunes worden steeds meer bedreigd en gaan snel achteruit. Dat geldt onder andere voor de natuurlijk gevormde lagune van Mar Menor, een heel bijzondere biotoop. Op heldere dagen kunnen wij het water vanaf ons terras zien liggen.
Twee jaar geleden werd er al een apocalyptisch beeld geschetst van de toekomst van Spanje als er geen maatregelen zouden worden getroffen tegen de gevolgen van klimaatverandering. De foto's hieronder zijn afkomstig uit een boek van Greenpeace, getiteld 'Photoclima', dat in 2007 verscheen (courtesy Pedro Armestre/AFP/Getty Images). De beelden zijn samengesteld op basis van statistieken van het Klimaatpanel van de Verenigde Naties. De bovenste rij foto's toont La Manga nu, de onderste rij laat zien hoe datzelfde La Manga er in 2070 kan uitzien als er niets wordt gedaan aan de stijgende waterspiegels in en rondom Spanje. De huizen, hotels en restaurants op de landtong van La Manga zullen onder water verdwijnen...
Spanje krijgt het in klimatologisch opzicht behoorlijk voor de kiezen! Het zijn beelden die mij erg doen schrikken en dat was ook precies de bedoeling van Greenpeace in 2007. Spanje moet dan ook dringend tot (meer) actie overgaan om de dramatische gevolgen van de wereldwijde opwarming in eigen land te reduceren. De natuur- en milieu-organisatie heeft de Spaanse regering ook dit jaar weer dringend opgeroepen tot actie over te gaan, te beginnen met een diepte-investering van € 2.700.000.000 ofwel: zevenentwintig honderd miljoen euro's.
Dat is geen fijne boodschap om te ontvangen, zeker niet voor een land als Spanje dat al zo hard wordt getroffen door de wereldwijde -financiële- crisis. Vooral de uitstoot van schadelijke CO2-gassen moet sterk worden geminderd. Het streven van Spanje zou volgens Greenpeace moeten zijn om de emissies met 40% te reduceren tussen nu en 2020. De landelijke en provinciale politiek moeten de maatregelen steunen en stimuleren maar de individuele burger kan daaraan ook zijn of haar steentje bijdragen. Milieuzorg is voor de meeste Spanjaarden echter geen onderwerp dat hen van oudsher bekoort... ik druk mij wat eufemistisch uit. Ik durf te denken dat de recente toename in aandacht voor natuur en milieu voortkomt uit het feit dat hier zoveel mensen uit Noord-Europa zijn komen wonen; die zijn er immers al langer mee bekend en daardoor dieper doordrongen van de noodzaak van handelen. Zelf draag ik de natuur en het milieu ook een warm/opgewarmd hart toe. Ik vroeg mij zojuist af of het wellicht een typisch vrouwenonderwerp is? Het Spaanse ministerie van Milieu wordt al jaren achtereen door vrouwen geleid, Nederland heeft Jacqueline Cramer als minister en ook Engeland heeft een vrouwelijke Milieuminister.
Niettegenstaande alle doemscenario's is het wel opvallend dat het in de afgelopen winter in Spanje meer heeft geregend dan in de afgelopen tien jaar waardoor alle waterreservoirs zo goed als vol zijn. Ook het Spaanse skiseizoen is tot op dit moment (midden mei) nog steeds geopend hetgeen zelfs een unicum is voor het land. Als je de commentaren van oudere Spanjaarden beluistert, is het weer in Spanje in de afgelopen jaren zeker veranderd: de winterse en zomerse temperaturen zijn volgens hen extremer geworden. Het strandseizoen is hier alweer geruime tijd geopend. Wij maken ons dus op voor een lekker warme, wellicht zelfs hete zomer.
Volgens het rapport is het peil van de wateren rondom Spanje gestegen met 2 à 3 millimeter per jaar. Dat lijkt weinig maar het is veel. De stijgende zeespiegel zal op de lange termijn vooral negatief uitpakken voor Noord-Spanje en de Canarische Eilanden.
Het klimaat in het Zuiden van Spanje gaat steeds meer lijken op het Afrikaanse volgens Greenpeace, terwijl het klimaat in de noordelijke landen van Europa meer en meer mediterraan wordt. Dan is dan wel goed nieuws voor de 'thuisblijvers'! Nog even en je hebt het in Nederland net zoals wij het hier hadden in Spanje. Dat is zo'n zelfde constructie als 'vandaag is morgen gisteren'... Maar even serieus: dat alles heeft grote consequenties voor de Spaanse flora en fauna. De onderwaterwereld zal drastisch veranderen maar ook het vogelleven zal negatieve gevolgen ondervinden.
In dat Spaanse Greenpeace-rapport werd tevens aangegeven dat al 88% van de ijskappen in de Pyreneeën zijn massa heeft verloren in de afgelopen 100 jaar. Op termijn kan temperatuurstijging dan ook leiden tot het voor altijd sluiten van de Spaanse skigebieden. Ook de waterrijke gebieden en de lagunes worden steeds meer bedreigd en gaan snel achteruit. Dat geldt onder andere voor de natuurlijk gevormde lagune van Mar Menor, een heel bijzondere biotoop. Op heldere dagen kunnen wij het water vanaf ons terras zien liggen.
Twee jaar geleden werd er al een apocalyptisch beeld geschetst van de toekomst van Spanje als er geen maatregelen zouden worden getroffen tegen de gevolgen van klimaatverandering. De foto's hieronder zijn afkomstig uit een boek van Greenpeace, getiteld 'Photoclima', dat in 2007 verscheen (courtesy Pedro Armestre/AFP/Getty Images). De beelden zijn samengesteld op basis van statistieken van het Klimaatpanel van de Verenigde Naties. De bovenste rij foto's toont La Manga nu, de onderste rij laat zien hoe datzelfde La Manga er in 2070 kan uitzien als er niets wordt gedaan aan de stijgende waterspiegels in en rondom Spanje. De huizen, hotels en restaurants op de landtong van La Manga zullen onder water verdwijnen...
Spanje krijgt het in klimatologisch opzicht behoorlijk voor de kiezen! Het zijn beelden die mij erg doen schrikken en dat was ook precies de bedoeling van Greenpeace in 2007. Spanje moet dan ook dringend tot (meer) actie overgaan om de dramatische gevolgen van de wereldwijde opwarming in eigen land te reduceren. De natuur- en milieu-organisatie heeft de Spaanse regering ook dit jaar weer dringend opgeroepen tot actie over te gaan, te beginnen met een diepte-investering van € 2.700.000.000 ofwel: zevenentwintig honderd miljoen euro's.
Dat is geen fijne boodschap om te ontvangen, zeker niet voor een land als Spanje dat al zo hard wordt getroffen door de wereldwijde -financiële- crisis. Vooral de uitstoot van schadelijke CO2-gassen moet sterk worden geminderd. Het streven van Spanje zou volgens Greenpeace moeten zijn om de emissies met 40% te reduceren tussen nu en 2020. De landelijke en provinciale politiek moeten de maatregelen steunen en stimuleren maar de individuele burger kan daaraan ook zijn of haar steentje bijdragen. Milieuzorg is voor de meeste Spanjaarden echter geen onderwerp dat hen van oudsher bekoort... ik druk mij wat eufemistisch uit. Ik durf te denken dat de recente toename in aandacht voor natuur en milieu voortkomt uit het feit dat hier zoveel mensen uit Noord-Europa zijn komen wonen; die zijn er immers al langer mee bekend en daardoor dieper doordrongen van de noodzaak van handelen. Zelf draag ik de natuur en het milieu ook een warm/opgewarmd hart toe. Ik vroeg mij zojuist af of het wellicht een typisch vrouwenonderwerp is? Het Spaanse ministerie van Milieu wordt al jaren achtereen door vrouwen geleid, Nederland heeft Jacqueline Cramer als minister en ook Engeland heeft een vrouwelijke Milieuminister.
Niettegenstaande alle doemscenario's is het wel opvallend dat het in de afgelopen winter in Spanje meer heeft geregend dan in de afgelopen tien jaar waardoor alle waterreservoirs zo goed als vol zijn. Ook het Spaanse skiseizoen is tot op dit moment (midden mei) nog steeds geopend hetgeen zelfs een unicum is voor het land. Als je de commentaren van oudere Spanjaarden beluistert, is het weer in Spanje in de afgelopen jaren zeker veranderd: de winterse en zomerse temperaturen zijn volgens hen extremer geworden. Het strandseizoen is hier alweer geruime tijd geopend. Wij maken ons dus op voor een lekker warme, wellicht zelfs hete zomer.
donderdag 14 mei 2009
اليأس من ربات البيوت
Toen ik onlangs op het web zocht naar het Arabische alfabet, kwam ik al surfend op een site terecht waar voor het vijfde seizoen achtereen Arabische ondertitels werden aangeboden voor de Amerikaanse serie 'Desperate Housewives'. Wie had dat kunnen denken?! Een soap over het leven van huisvrouwen in een Amerikaanse middle-of-no-where buitenwijk kon niet verder afstaan van het harde leven van Marokkaanse plattelandsvrouwen... Vandaar de titel voor deze webblog: 'desperate housewife' (ofwel: اليأس من ربات البيوت). Uit respect voor huisvrouwen, wereldwijd.
Voordat wij aan onze rondreis door Marokko begonnen, kookte ik -als Hollandse huisvrouw in Spanje- regelmatig maaltijden in mijn eigen tajine: stoofpotjes met veel smaak, op basis van lamsvlees of kip. De tajine kocht ik ooit bij een goed uitgeruste keukenwinkel in Zuid-Frankrijk. De tajine is niet alleen mooi, erin stomen is ook heel gezond. De regelmatige lezer weet dat ik van lekker eten houd en veel tijd besteed aan mooie recepten.
In Rabat ontdekte ik een brasserie waar veel jonge Marokkanen, ex-pats en toeristen aten en waar van alles op de kaart stond. Inclusief Marokkaanse oesters die ik als liefhebber dan ook moest proberen. Alhoewel je de goden niet mag verzoeken op reis, durfde ik de zilte hapjes wel aan; ik vond ze heerlijk fris en ondervond geen nadelige gevolgen. Dat overkwam ons sowieso niet tijdens deze reis. Een van mijn reismotto's is al jaren (met succes): “a coke a day keeps the doctor away”, mits niet te koud gedronken. Als een colaatje bouten en moeren kan losweken, moet het toch ook voor het lichaam-in-den-vreemde zijn goede werk kunnen doen?! Dus zegt het voort.
Het eerste mij onbekende, Marokkaanse gerecht koos ik in een restaurant in Chefchaouen, in het Rifgebergte. Het gerecht heet 'pastilla' en wordt in Marokko bereid met lam, kip, rund en duif. Mijn eerste pastilla was met lamsvlees en smaakte heel goed. Binnenkort ga ik het gerecht dan ook thuis maken, alhoewel ik mijn liefje nog wel moet overtuigen van de noodzaak ervan... Het recept heb ik al gevonden - met dank aan Khadija en Latifa uit klas 4K4.
Marokkaanse pastilla met kip
Doe de kip in een kookpan met warm water. Voeg olijfolie, verse kruiden en een handje hazelnoten toe. Houdt wat verse peterselie en koriander achter. Kook de kip tot zij gaar is, laat het afkoelen en snijd het vlees vervolgens in kleine stukjes.
Snipper de uien fijn. Doe wat olie in een koekepan en fruit daarin de uien. Neem de uien uit de pan en bak daarin de fijngehakte amandelen, vermengd met wat suiker (honing) en kaneel. Doe na 5 minuten de gekookte kipstukjes erbij, voeg de specerijen toe alsmede de overgebleven verse koriander en peterselie en roer het geheel door elkaar. Breng op smaak met peper en zout.
Smelt wat boter in een pannetje of in de magnetron. Bestrijk de deegvellen (brick of filo) met boter zodat het zachter wordt. Pak een kleine, ronde ovenschaal of springvorm en leg de vellen daarin. Zorg ervoor dat ze elkaar gedeeltelijk overlappen. Vul de ovenschaal vervolgens met het kip-kruidenmengsel. Vouw de blaadjes deeg eroverheen. Strijk er met een kwast wat geklopt eigeel over. Leg er nog wat deegblaadjes overheen die ook zijn ingesmeerd met eigeel. Zet de pastilla 15 tot 30 minuten in een voorverwarmde oven (200 graden) tot hij een gouden kleur krijgt. Haal de pastilla uit de oven en versier de bovenkant voor het opdienen met poedersuiker en kaneel.
Na ongeveer een week restaurantbezoek begon ik het kiezen van een maaltijd lastiger te vinden: het was of tajine, of couscous of -als het meezat- pastilla. Noem het verwend, feit was dat er doorgaans niet veel anders op de Marokkaanse menukaart stond. Wellicht toch een beetje desperaat geworden?! Ik vond het geenszins vreemd dat we 'zin in iets anders' kregen... Op de reis deden wij ook de zuidelijk gelegen stad Taroudant aan, op circa 80 km landinwaarts van Agadir. Taroudant had naast heel stoffige straatjes en een interessant plein ook een beroemd restaurant, genaamd 'La Gazelle d`Or'. Een plek die je volgens Patricia Schultz (samensteller van de Traveler's Life List) móest hebben bezocht.
Mijn liefje en ik hadden op de dag van aankomst iets te vieren en we besloten op zoek te gaan naar de gazelle van goud. Dat hebben wij geweten! Toen wij eenmaal aan de goede poort stonden, werden wij aan een waar antecedentenonderzoek onderworpen. Het zal echter niemand verbazen dat we toch werden toegelaten (nou ja, misschien een of twee mensen...). En inderdaad, er stond heel veel 'anders' op de kaart.
In de tuin begonnen we met een heerlijke margarita cocktail en om 8 uur konden wij aan tafel.
Het bijzondere was dat alle producten uit eigen biologische tuin afkomstig waren. Het 7-gangenmenu (!) bood onder andere een bietencrèmesoep, carré d'agneau met courgettetaartje en gacarameliseerde knoflook, een plateau fromages en een ijsje na. Het water loopt mij weer in de mond. Zeer voldaan reden wij die avond met een 'petit taxi' terug naar ons hotel. Weggaan was aanzienlijk eenvoudiger dan aankomen. We waren een bijzondere culinaire ervaring rijker.
Voordat wij aan onze rondreis door Marokko begonnen, kookte ik -als Hollandse huisvrouw in Spanje- regelmatig maaltijden in mijn eigen tajine: stoofpotjes met veel smaak, op basis van lamsvlees of kip. De tajine kocht ik ooit bij een goed uitgeruste keukenwinkel in Zuid-Frankrijk. De tajine is niet alleen mooi, erin stomen is ook heel gezond. De regelmatige lezer weet dat ik van lekker eten houd en veel tijd besteed aan mooie recepten.
In Rabat ontdekte ik een brasserie waar veel jonge Marokkanen, ex-pats en toeristen aten en waar van alles op de kaart stond. Inclusief Marokkaanse oesters die ik als liefhebber dan ook moest proberen. Alhoewel je de goden niet mag verzoeken op reis, durfde ik de zilte hapjes wel aan; ik vond ze heerlijk fris en ondervond geen nadelige gevolgen. Dat overkwam ons sowieso niet tijdens deze reis. Een van mijn reismotto's is al jaren (met succes): “a coke a day keeps the doctor away”, mits niet te koud gedronken. Als een colaatje bouten en moeren kan losweken, moet het toch ook voor het lichaam-in-den-vreemde zijn goede werk kunnen doen?! Dus zegt het voort.
Het eerste mij onbekende, Marokkaanse gerecht koos ik in een restaurant in Chefchaouen, in het Rifgebergte. Het gerecht heet 'pastilla' en wordt in Marokko bereid met lam, kip, rund en duif. Mijn eerste pastilla was met lamsvlees en smaakte heel goed. Binnenkort ga ik het gerecht dan ook thuis maken, alhoewel ik mijn liefje nog wel moet overtuigen van de noodzaak ervan... Het recept heb ik al gevonden - met dank aan Khadija en Latifa uit klas 4K4.
Marokkaanse pastilla met kip
- 1 kip
- 1 kilo uien
- 1 pak brickdeeg; dit is heel dun bladerdeeg dat te koop is in een Marokkaanse of Turkse supermarkt (als alternatief kan filodeeg worden gebruikt)
- 150 gram fijngehakte amandelen
- 3 eetlepels poedersuiker (als alternatief: honing)
- 1 eigeel
- 2 theelepels kaneel (alternatief: kaneelstokje)
- een handje hazelnoten
- verse peterselie, verse koriander
- specerijen: mespuntje saffraan, gemberpoeder en nootmuskaat
- olijfolie
- roomboter
- peper en zout
Doe de kip in een kookpan met warm water. Voeg olijfolie, verse kruiden en een handje hazelnoten toe. Houdt wat verse peterselie en koriander achter. Kook de kip tot zij gaar is, laat het afkoelen en snijd het vlees vervolgens in kleine stukjes.
Snipper de uien fijn. Doe wat olie in een koekepan en fruit daarin de uien. Neem de uien uit de pan en bak daarin de fijngehakte amandelen, vermengd met wat suiker (honing) en kaneel. Doe na 5 minuten de gekookte kipstukjes erbij, voeg de specerijen toe alsmede de overgebleven verse koriander en peterselie en roer het geheel door elkaar. Breng op smaak met peper en zout.
Smelt wat boter in een pannetje of in de magnetron. Bestrijk de deegvellen (brick of filo) met boter zodat het zachter wordt. Pak een kleine, ronde ovenschaal of springvorm en leg de vellen daarin. Zorg ervoor dat ze elkaar gedeeltelijk overlappen. Vul de ovenschaal vervolgens met het kip-kruidenmengsel. Vouw de blaadjes deeg eroverheen. Strijk er met een kwast wat geklopt eigeel over. Leg er nog wat deegblaadjes overheen die ook zijn ingesmeerd met eigeel. Zet de pastilla 15 tot 30 minuten in een voorverwarmde oven (200 graden) tot hij een gouden kleur krijgt. Haal de pastilla uit de oven en versier de bovenkant voor het opdienen met poedersuiker en kaneel.
Na ongeveer een week restaurantbezoek begon ik het kiezen van een maaltijd lastiger te vinden: het was of tajine, of couscous of -als het meezat- pastilla. Noem het verwend, feit was dat er doorgaans niet veel anders op de Marokkaanse menukaart stond. Wellicht toch een beetje desperaat geworden?! Ik vond het geenszins vreemd dat we 'zin in iets anders' kregen... Op de reis deden wij ook de zuidelijk gelegen stad Taroudant aan, op circa 80 km landinwaarts van Agadir. Taroudant had naast heel stoffige straatjes en een interessant plein ook een beroemd restaurant, genaamd 'La Gazelle d`Or'. Een plek die je volgens Patricia Schultz (samensteller van de Traveler's Life List) móest hebben bezocht.
Mijn liefje en ik hadden op de dag van aankomst iets te vieren en we besloten op zoek te gaan naar de gazelle van goud. Dat hebben wij geweten! Toen wij eenmaal aan de goede poort stonden, werden wij aan een waar antecedentenonderzoek onderworpen. Het zal echter niemand verbazen dat we toch werden toegelaten (nou ja, misschien een of twee mensen...). En inderdaad, er stond heel veel 'anders' op de kaart.
In de tuin begonnen we met een heerlijke margarita cocktail en om 8 uur konden wij aan tafel.
Het bijzondere was dat alle producten uit eigen biologische tuin afkomstig waren. Het 7-gangenmenu (!) bood onder andere een bietencrèmesoep, carré d'agneau met courgettetaartje en gacarameliseerde knoflook, een plateau fromages en een ijsje na. Het water loopt mij weer in de mond. Zeer voldaan reden wij die avond met een 'petit taxi' terug naar ons hotel. Weggaan was aanzienlijk eenvoudiger dan aankomen. We waren een bijzondere culinaire ervaring rijker.
Labels:
horeca-ervaringen,
mijn recepten,
recept Marokkaanse pastilla,
reizen is verslavend,
restaurant 'La Gazelle d'Or' (Taroudant Marokko)
zondag 10 mei 2009
De rugzak knapte zienderogen op
Er wordt wel beweerd dat mensen reizen omdat ze iets zijn kwijtgeraakt dat ze graag willen terugvinden. Als een zoektocht naar het verlorene, het ooit bekende. Voor mij is reizen in eerste instantie juist het zoeken naar het onbekende, het verbreden van de eigen horizon, het leren van nieuwe ervaringen. Tijdens de recente rondreis bezochten we de Marokkaanse koningssteden Rabat, Fès (oudste stad van het land), Meknés en Marrakech en Volubilis (de ruïnes van een Romeinse stad) en trokken we door het Rif- en Atlasgebergte. De reis zou zo een goede combinatie van cultuur en natuur moeten worden en dat werd het ook.
De steden waren vol met paleisbezoeken en bezoeken aan graven, medina's, kasbahs (het mooste Arabische woord dat ik ken!) en souks. Moorse architectuur heeft mij altijd geboeid en de Berberverhalen erbij maakten het vaak nog interessanter. In dat licht bezien, zal ik het bezoek aan ´Le Palais de la Bahia` (19e eeuw) in Marrakech niet snel vergeten: 1.000 competente Marokkaanse handwerkslieden werkten gedurende 7 jaar aan de bouw van het grote complex. Ook de kleine koranschool van Salé (13e eeuw), een buitenwijk van Rabat, vond ik van een grote schoonheid. Net als de grote madrasa van Marrakech (16e eeuw). Ik zal je de vele, vele foto`s van mozaïeken, pilaren, kalligrafieën, koranverzen, cederhouten plafonds, deuren en poorten met Moorse motieven besparen. De binnenstad van Fès, de grootste van de Magreb met zijn 9.400 smalle straten (!) die wij met een gidse bezochten, maakte tevens diepe indruk op mij. Zij woonde haar hele leven al in die medina. Toen ik haar vroeg op welke leeftijd zij alleen uit spelen mocht gaan, glimlachtte zij slechts... Met haar erbij zijn wij niet verdwaald. De straten waren soms zó smal dat er slechts plaats was voor één passant tegelijk. Ik moest weleens aan de kant springen als er een zwaarbepakte ezel aankwam.
De toekomstige ´Twee voor Twaalf`-quizvraag over arganolie zal ik zeker correct gaan beantwoorden. Dat onderwerp heeft geen geheimen meer voor mij. Arganolie is een belangrijk en interessant Marokkaans exportproduct. De olie wordt verkregen uit de pitten van de ´Argania spinosa` (waarvan er nog zo'n 20 miljoen staan in het gebied tussen Agadir en Essaouira) en wordt voor cosmetische en culinaire doeleinden gebruikt. De druppelvormige boomvrucht is een lekkernij voor geiten; die vinden het dermate smakelijk dat ze tot in de hoogste toppen van de boom klimmen om ervan te kunnen snoepen! Deze oude boom staat inmiddels op de UNESCO-lijst van bedreigde soorten; dit komt door overbegrazing en sterk toegenomen houtkap voor vuur.
De productie van de olie vindt doorgaans in vrouwencollectieven plaats.
Wij bezochten een collectief van alleenstaande vrouwen; de meeste vrouwen waren door hun man verlaten. Het vruchtvlees wordt van de pitten verwijderd, de pitten worden handmatig met een steen gespleten en vervolgens worden deze tot olie vermalen of geperst. Dat handwerk bleek lastiger dan gedacht: het lukte mij, slappe Westerlinge, nauwelijks de pit van zijn omhulsel te ontdoen terwijl de Marokkaanse vrouwen het met het grootste gemak -en een meewarige blik in de ogen- voordeden. Circa 35 kilo vruchten levert 1 liter arganolie op.
Met hooggespannen verwachtingen schafte ik een flesje aan bij de dames. Dat was goed voor hen en wellicht ook voor mij (maar dat moet nog blijken). Diezelfde avond ontdekte ik dat de helft van de olie uit het flesje in de rugzak was gesijpeld. Ik nam de schade op: er kwam een geur van hazelnoot en sesamzaad uit de tas tevoorschijn. Enkele dagen later bekeek ik de rugzak nog eens goed en moest ik constateren dat alle plooien uit de tas waren verdwenen, hij waterafstotend was geworden en de kleur ervan behoorlijk was bijgetrokken. Een wondermiddel? Een superinvestering! Het restje van de olie koester ik nu als een ware schat...
Over de rijke Marokkaanse natuur valt veel te schrijven. Het verblijf op de zandduinen van Erg Chebbi, aan de rand van de Sahara, vond ik een absoluut hoogtepunt. Zoals de kleur van het omringende zand elk uur van de dag leek te veranderen. Van een onuitsprekelijke schoonheid. Ook de sterrenhemel was onbeschrijfelijk...
Als ik de eigen selectie van deze reis bekijk (te vinden bij ´Mijn Webalbums`) is duidelijk te zien dat ik veel plezier beleef aan het fotograferen van mensen. Dat was in Marokko niet gemakkelijk omdat ik vaak geen toestemming kreeg van de vrouw of man in kwestie. Die beslissing respecteerde ik al was het soms mokkend. Naast alle cultuur- en natuuropnamen, zijn ook de momenten waarop even ècht (oog)contact ontstond met een vreemde mij dierbaar. Een glimlach over iemands gezicht zien glijden, bestemd voor jou? Mij doet het goed! “Life is not measured by the number of breaths we take but by the places and moments that take our breath away.” Aldus het anonieme voorwoord in het boek ´1,000 places to see before you die - A traveler's life list` van Patricia Schultz. Dat alles maakt reizen zo mooi.
De steden waren vol met paleisbezoeken en bezoeken aan graven, medina's, kasbahs (het mooste Arabische woord dat ik ken!) en souks. Moorse architectuur heeft mij altijd geboeid en de Berberverhalen erbij maakten het vaak nog interessanter. In dat licht bezien, zal ik het bezoek aan ´Le Palais de la Bahia` (19e eeuw) in Marrakech niet snel vergeten: 1.000 competente Marokkaanse handwerkslieden werkten gedurende 7 jaar aan de bouw van het grote complex. Ook de kleine koranschool van Salé (13e eeuw), een buitenwijk van Rabat, vond ik van een grote schoonheid. Net als de grote madrasa van Marrakech (16e eeuw). Ik zal je de vele, vele foto`s van mozaïeken, pilaren, kalligrafieën, koranverzen, cederhouten plafonds, deuren en poorten met Moorse motieven besparen. De binnenstad van Fès, de grootste van de Magreb met zijn 9.400 smalle straten (!) die wij met een gidse bezochten, maakte tevens diepe indruk op mij. Zij woonde haar hele leven al in die medina. Toen ik haar vroeg op welke leeftijd zij alleen uit spelen mocht gaan, glimlachtte zij slechts... Met haar erbij zijn wij niet verdwaald. De straten waren soms zó smal dat er slechts plaats was voor één passant tegelijk. Ik moest weleens aan de kant springen als er een zwaarbepakte ezel aankwam.
De toekomstige ´Twee voor Twaalf`-quizvraag over arganolie zal ik zeker correct gaan beantwoorden. Dat onderwerp heeft geen geheimen meer voor mij. Arganolie is een belangrijk en interessant Marokkaans exportproduct. De olie wordt verkregen uit de pitten van de ´Argania spinosa` (waarvan er nog zo'n 20 miljoen staan in het gebied tussen Agadir en Essaouira) en wordt voor cosmetische en culinaire doeleinden gebruikt. De druppelvormige boomvrucht is een lekkernij voor geiten; die vinden het dermate smakelijk dat ze tot in de hoogste toppen van de boom klimmen om ervan te kunnen snoepen! Deze oude boom staat inmiddels op de UNESCO-lijst van bedreigde soorten; dit komt door overbegrazing en sterk toegenomen houtkap voor vuur.
De productie van de olie vindt doorgaans in vrouwencollectieven plaats.
Wij bezochten een collectief van alleenstaande vrouwen; de meeste vrouwen waren door hun man verlaten. Het vruchtvlees wordt van de pitten verwijderd, de pitten worden handmatig met een steen gespleten en vervolgens worden deze tot olie vermalen of geperst. Dat handwerk bleek lastiger dan gedacht: het lukte mij, slappe Westerlinge, nauwelijks de pit van zijn omhulsel te ontdoen terwijl de Marokkaanse vrouwen het met het grootste gemak -en een meewarige blik in de ogen- voordeden. Circa 35 kilo vruchten levert 1 liter arganolie op.
Met hooggespannen verwachtingen schafte ik een flesje aan bij de dames. Dat was goed voor hen en wellicht ook voor mij (maar dat moet nog blijken). Diezelfde avond ontdekte ik dat de helft van de olie uit het flesje in de rugzak was gesijpeld. Ik nam de schade op: er kwam een geur van hazelnoot en sesamzaad uit de tas tevoorschijn. Enkele dagen later bekeek ik de rugzak nog eens goed en moest ik constateren dat alle plooien uit de tas waren verdwenen, hij waterafstotend was geworden en de kleur ervan behoorlijk was bijgetrokken. Een wondermiddel? Een superinvestering! Het restje van de olie koester ik nu als een ware schat...
Over de rijke Marokkaanse natuur valt veel te schrijven. Het verblijf op de zandduinen van Erg Chebbi, aan de rand van de Sahara, vond ik een absoluut hoogtepunt. Zoals de kleur van het omringende zand elk uur van de dag leek te veranderen. Van een onuitsprekelijke schoonheid. Ook de sterrenhemel was onbeschrijfelijk...
Als ik de eigen selectie van deze reis bekijk (te vinden bij ´Mijn Webalbums`) is duidelijk te zien dat ik veel plezier beleef aan het fotograferen van mensen. Dat was in Marokko niet gemakkelijk omdat ik vaak geen toestemming kreeg van de vrouw of man in kwestie. Die beslissing respecteerde ik al was het soms mokkend. Naast alle cultuur- en natuuropnamen, zijn ook de momenten waarop even ècht (oog)contact ontstond met een vreemde mij dierbaar. Een glimlach over iemands gezicht zien glijden, bestemd voor jou? Mij doet het goed! “Life is not measured by the number of breaths we take but by the places and moments that take our breath away.” Aldus het anonieme voorwoord in het boek ´1,000 places to see before you die - A traveler's life list` van Patricia Schultz. Dat alles maakt reizen zo mooi.
Labels:
boek '1000 places to see before you die. A traveler's life list' - Patricia Schultz,
boeken,
cultureel,
reizen is verslavend,
UNESCO-werelderfgoedlijst
woensdag 6 mei 2009
Te waar om mooi te zijn
In de afgelopen weken reisde ik door Marokko en iedereen weet: dat is een islamitisch land. Het betekent onder andere dat er geen varkensvlees wordt gegeten (dat kwam goed uit met de heersende varkensgriep), geen alcohol wordt genuttigd, dat moslima's hun hoofden bedekken en belijdende moslimmannen baarden hebben en de moskee bezoeken voor het gebed als de muezzin hen daartoe oproept. En zo was het ook ongeveer overal. Maar ik zag in steden ook veel jonge vrouwen zonder hoofddoek en trendy mannen. Toen ik nog beter ging opletten, ontdekte ik de verkoop van alcohol in-het-geniep en dronken mannen. Wanneer ik 's avonds zelf bij mijn tajine, couscous of pastilla (recept volgt) een glaasje wijn wilde drinken, moest ik doorgaans naar een schimmige plek met half gesloten rolluiken, klanten die elkaar niet aankeken en flessen die rap in krantenpapier werd gerold voordat ze in een plastic zak verdwenen. Die hele situatie riep allereerst de associatie met de 'vieze man' op. Je kent hem wel: het beschimmelde typetje van Koot & Bie. Het woord 'schijnheilig' kwam ook in mij naar boven. Alhoewel ik inzie dat geloven meer is dan de regels van de kerk volgen, vroeg ik mij toch af hoe het zit met de hypocrisie in de wereldgodsdiensten...
In de afgelopen periode stoorde ik mij flink aan de ontkenning van de Holocaust door de ultra-orthodoxe, rooms katholieke bisschop Richard Williamson. De man is lid van het omstreden broederschap Pius X dat in het verleden antisemitische uitspraken deed. Ik moest denken aan 'stinking bishop', de naam van een beruchte Britse kaas. Ik vind bisschop Williamson echter vele malen onwelriekender dan de kaas!
Het was de huidige paus, Benedictus XVI, die de geëxcommuniceerde Williamson weer tot zijn roomse kudde toeliet. Dat vond hij bij nader inzien “een vergissing” maar dat was te laat: de gehele wereld was toen al over hem heen gevallen!
Ik kan mij überhaupt opwinden over de houding van katholieke hoogwaardigheidsbekleders door de jaren heen. Zo hadden we ooit Paus Pius XII. Hij bestuurde de rooms katholieke kerk van 1939 tot 1958, dus ook tijdens de jaren van de Tweede Wereldoorlog. Hij wordt ervan beschuldigd tijdens de oorlogsjaren onvoldoende te hebben gedaan voor joden. Ik vond het niet verwonderlijk dat Williamson vóór zijn uitwijzing in Argentinië verbleef: na 1945 konden veel nazi-kopstukken ongehinderd naar landen in Zuid-Amerika vluchten. Naar men beweert met hulp vanuit het Vaticaan. Voor Eichmann en Mengele bood Argentinië jarenlang een veilig onderkomen. Tot op de dag van vandaag zouden daar nog tientallen nazi's ongestoord van hun oude dag genieten. De werkelijkheid is te waar om mooi te zijn...
Van de 250.000 joden die Marokko ooit telde, zijn er hedentendage circa 3.500 over. Die kleine joodse gemeenschap in Marokko probeert het eigen Marokkaans-joodse erfgoed in stand te houden. In de geheel vervallen mellah (joodse wijk) van Essaouira, aan de zuidwestkust van Marokko, vonden wij in een donkere steeg een, in prima staat verkerende synagoge die nog tweewekelijks geloofsdiensten verzorgt, zo vertelde de oudere vrouw die ons binnenliet trots.
Mijn vriendin Pauline Prior, Nederlandse fotografe, heeft op verzoek van het Joods Historisch Museum foto's gemaakt van joodse mensen in zuidelijk Marokko. Pauline reisde in 2008 naar de zuidelijke streken van Marokko om restanten van het joodse erfgoed op foto vast te leggen. Zij fotografeerde tevens de joodse gemeenschap in Casablanca, waar de meeste van hen wonen. De tentoonstelling is samengesteld op basis van haar foto's en van foto's van de Marokkaans-joodse fotograaf Elias Harrus (1919-2008) die het joodse leven in Zuid-Marokko vastlegde voordat de joodse bewoners massaal naar Israël emigreerden.
“Met de foto’s en met filmfragmenten vertelt de tentoonstelling tevens het verhaal van de emigratie en van de factoren die leidden tot het einde van het langdurige samenleven van joden en Berbers. De expositie toont de geschiedenis van een deel van de Marokkaans-joodse bevolking. Daarbij blijft het verhaal van de joden die woonden ten noorden van het Atlasgebergte buiten beschouwing. In deze gebieden, waar de Arabische cultuur overheerst, hebben veelal andere historische factoren de loop van de geschiedenis bepaald.” De beelden van Harrus zijn vol mensen, de beelden van Prior zijn stil en leeg.
De expositie “Marokko. Foto's van Elias Harrus en Pauline Prior” is te zien in het Joods Historisch Museum van Amsterdam en loopt tot en met 18 september 2009. Klik hier voor een voorproefje. Een aanrader!
In de afgelopen periode stoorde ik mij flink aan de ontkenning van de Holocaust door de ultra-orthodoxe, rooms katholieke bisschop Richard Williamson. De man is lid van het omstreden broederschap Pius X dat in het verleden antisemitische uitspraken deed. Ik moest denken aan 'stinking bishop', de naam van een beruchte Britse kaas. Ik vind bisschop Williamson echter vele malen onwelriekender dan de kaas!
Het was de huidige paus, Benedictus XVI, die de geëxcommuniceerde Williamson weer tot zijn roomse kudde toeliet. Dat vond hij bij nader inzien “een vergissing” maar dat was te laat: de gehele wereld was toen al over hem heen gevallen!
Ik kan mij überhaupt opwinden over de houding van katholieke hoogwaardigheidsbekleders door de jaren heen. Zo hadden we ooit Paus Pius XII. Hij bestuurde de rooms katholieke kerk van 1939 tot 1958, dus ook tijdens de jaren van de Tweede Wereldoorlog. Hij wordt ervan beschuldigd tijdens de oorlogsjaren onvoldoende te hebben gedaan voor joden. Ik vond het niet verwonderlijk dat Williamson vóór zijn uitwijzing in Argentinië verbleef: na 1945 konden veel nazi-kopstukken ongehinderd naar landen in Zuid-Amerika vluchten. Naar men beweert met hulp vanuit het Vaticaan. Voor Eichmann en Mengele bood Argentinië jarenlang een veilig onderkomen. Tot op de dag van vandaag zouden daar nog tientallen nazi's ongestoord van hun oude dag genieten. De werkelijkheid is te waar om mooi te zijn...
Van de 250.000 joden die Marokko ooit telde, zijn er hedentendage circa 3.500 over. Die kleine joodse gemeenschap in Marokko probeert het eigen Marokkaans-joodse erfgoed in stand te houden. In de geheel vervallen mellah (joodse wijk) van Essaouira, aan de zuidwestkust van Marokko, vonden wij in een donkere steeg een, in prima staat verkerende synagoge die nog tweewekelijks geloofsdiensten verzorgt, zo vertelde de oudere vrouw die ons binnenliet trots.
Mijn vriendin Pauline Prior, Nederlandse fotografe, heeft op verzoek van het Joods Historisch Museum foto's gemaakt van joodse mensen in zuidelijk Marokko. Pauline reisde in 2008 naar de zuidelijke streken van Marokko om restanten van het joodse erfgoed op foto vast te leggen. Zij fotografeerde tevens de joodse gemeenschap in Casablanca, waar de meeste van hen wonen. De tentoonstelling is samengesteld op basis van haar foto's en van foto's van de Marokkaans-joodse fotograaf Elias Harrus (1919-2008) die het joodse leven in Zuid-Marokko vastlegde voordat de joodse bewoners massaal naar Israël emigreerden.
“Met de foto’s en met filmfragmenten vertelt de tentoonstelling tevens het verhaal van de emigratie en van de factoren die leidden tot het einde van het langdurige samenleven van joden en Berbers. De expositie toont de geschiedenis van een deel van de Marokkaans-joodse bevolking. Daarbij blijft het verhaal van de joden die woonden ten noorden van het Atlasgebergte buiten beschouwing. In deze gebieden, waar de Arabische cultuur overheerst, hebben veelal andere historische factoren de loop van de geschiedenis bepaald.” De beelden van Harrus zijn vol mensen, de beelden van Prior zijn stil en leeg.
De expositie “Marokko. Foto's van Elias Harrus en Pauline Prior” is te zien in het Joods Historisch Museum van Amsterdam en loopt tot en met 18 september 2009. Klik hier voor een voorproefje. Een aanrader!
Labels:
cultureel,
expositie 'Marokko. Foto's van Elias Harrus en Pauline Prior',
Holocaust-ontkenner bisschop Richard Williamson,
Pauline Prior
maandag 4 mei 2009
Terug op het Spaanse honk
We zijn afgelopen weekend teruggekeerd uit Marokko. Voor aanvang van de reis, had ik mij voorgenomen niet veel mee terug te brengen. Dat is mij niet gelukt: ik ben teruggekeerd met een fikse keelontsteking èn een irritante ontsteking van de voorhoofdsholten. De terugreis kreeg hierdoor minder stops en was minder leuk dan gepland; ook voor mijn liefje. Momenteel maak ik niet veel geluid, bevreesd als ik ben voor de scheermesjes die in mijn keel lijken te zitten. Mijn stem is eerder een soort gepiep... Dat kan echter helemaal geen kwaad; zeker niet op een dag als vandaag, 4 mei, dodenherdenking. Dat is voor mij überhaupt een dag waarbij ingetogenheid past. Vandaag zal ik die dag dan ook letterlijk in alle rust tot mij nemen. Met een kopje zelfgebrouwen kippensoep van mijn eigen zuster Clivia!
Door Marokko trekken was qua cultuur en natuur een schitterende reiservaring maar het goede weer liet ons bijna overal in de steek. We volgden een zeer gevarieerd reisprogramma: zo gingen wij na een verblijf in de Midden-Atlas met bedden met driedubbele dekens 's nachts vervolgens naar de 'windy city' (Essaouira) aan de zuidwestkust alwaar de pijpen spontaan en ongewild van mijn afritsbare broek waaiden. Ook hebben wij tijdens deze reis sneeuwballen gegooid in de Hoge Atlas en kort daarna in bermuda in de woestijn gebivakkeerd (Erg Chebbi). Die vele, wisselende contacten moesten dus wel consequenties krijgen voor de gezondheid?!
Dat paste allemaal in de categorie 'kleine tegenspoed''. Ècht verdrietig werd ik pas toen ik het bericht ontving dat mijn favoriete Nederlandse columnist, Martin Bril, op 49-jarige leeftijd aan de gevolgen van darmkanker was overleden. Ik weet nog precies waar ik was toen ik het hoorde: op een terras in de Rozenvallei, nippend aan een smakelijke 'café naz-naz' (espresso met een beetje melk). Marokko is één van de belangrijkste leveranciers van rozenextract aan de Franse parfumindustrie. De 'Rosa Damascena' is hier door bedevaarders uit Damascus geïntroduceerd. De rozen sierden het landschap en een bijzonder delicate geur waaide door de vallei.
Ik heb daar een paar traantjes weggepinkt en de 'typisch Bril' thema's, stijlkenmerken en zijn meest memorabele berichten in gedachten de revue laten passeren. Zonder hem zal het nooit meer rokjesdag worden... Deze week zal ik de gemiste uitzending van DWDD gaan bekijken die geheel was gewijd aan deze bijzondere man.
Momenteel ben ik (rustig) bezig met het selecteren van de vele foto's voor de online diashow die er binnenkort aankomt.
Door Marokko trekken was qua cultuur en natuur een schitterende reiservaring maar het goede weer liet ons bijna overal in de steek. We volgden een zeer gevarieerd reisprogramma: zo gingen wij na een verblijf in de Midden-Atlas met bedden met driedubbele dekens 's nachts vervolgens naar de 'windy city' (Essaouira) aan de zuidwestkust alwaar de pijpen spontaan en ongewild van mijn afritsbare broek waaiden. Ook hebben wij tijdens deze reis sneeuwballen gegooid in de Hoge Atlas en kort daarna in bermuda in de woestijn gebivakkeerd (Erg Chebbi). Die vele, wisselende contacten moesten dus wel consequenties krijgen voor de gezondheid?!
Dat paste allemaal in de categorie 'kleine tegenspoed''. Ècht verdrietig werd ik pas toen ik het bericht ontving dat mijn favoriete Nederlandse columnist, Martin Bril, op 49-jarige leeftijd aan de gevolgen van darmkanker was overleden. Ik weet nog precies waar ik was toen ik het hoorde: op een terras in de Rozenvallei, nippend aan een smakelijke 'café naz-naz' (espresso met een beetje melk). Marokko is één van de belangrijkste leveranciers van rozenextract aan de Franse parfumindustrie. De 'Rosa Damascena' is hier door bedevaarders uit Damascus geïntroduceerd. De rozen sierden het landschap en een bijzonder delicate geur waaide door de vallei.
Ik heb daar een paar traantjes weggepinkt en de 'typisch Bril' thema's, stijlkenmerken en zijn meest memorabele berichten in gedachten de revue laten passeren. Zonder hem zal het nooit meer rokjesdag worden... Deze week zal ik de gemiste uitzending van DWDD gaan bekijken die geheel was gewijd aan deze bijzondere man.
Momenteel ben ik (rustig) bezig met het selecteren van de vele foto's voor de online diashow die er binnenkort aankomt.
Abonneren op:
Posts (Atom)