Wat een dag! De inwijdingsceremonie voor ons huis en de huistempel zou vandaag van 8 uur 's ochtends tot 12 uur 's middags duren. De dag was gekozen vanwege volle maan. Het is bij deze ceremonie gebruikelijk dat alle familieleden van het personeel daarbij aanwezig zijn. Onze tuinman, beveiligingsman en kokkie brachten hun kinderen dan ook mee. Wij hadden echter ook enkele buren en hun personeel uitgenodigd.
De eerste personen en hun offermandjes kwamen rond 7:30 uur in een volgeladen truck onze oprijlaan oprijden. Het huis en de tuin werden aangekleed met offerandes. Er kwamen symbolen aan de poort, aan de voordeur, de eettafel in de kamer werd beladen met creatieve fruittorens, de levende kip, de eend en het biggetje werden in de tuin geïntroduceerd en nog veel meer. En we legden de jongste Balineesjes te rusten in onze slaapkamer.
Om elf uur wachtten we nog steeds op de komst van de heilige man. Het deed mij een beetje denken als Sinterklaas in kindertijd. De goede man bleek een eerdere ceremonie te begeleiden die uitliep. Iedereen had dus al gegeten en gedronken toen hij arriveerde. Iedereen letterlijk, sommigen ook nog figuurlijk... De vroege lunch bestond uit een goed gevulde puntzak met pittige nasi campur en een flesje water, van de warung om de hoek. Zo profiteert iedereen mee. Dat hapje was culinair gesproken niet het hoogtepunt van de dag. Dat was zonder enige twijfel de 'babi guling', het aan het spit gegrilde, krokante speenvarken. Het varken dat druipend onze oprijlaan opkwam, bleek echter zo speen niet meer. Het verklaarde de kosten van het ceremonie-onderdeel. We waren op voorhand gewaarschuwd: “laat het dier vooral niet je huis binnen... je krijgt het vet niet meer uit de -roomwitte- vloer”. De carport was dan ook de plek waar de lekkernij werd neergelegd, op een op voorhand gereedstaande kartonnen doos. Een gewaarschuwd mens telt immers voor twee.
Ook het varken werd ceremonieel aangekleed en kreeg als klap op de vuurpijl een portie witte rijst in kokosnootblad in het achtereind gestoken. Dat moet een beetje hebben gevoeld als ikzelf in mijn sarong... Het zweet stond direct na douchen al op mijn bovenlip, bij het omwikkelen van de doek. Eerder kregen mijn liefje en ik een tip van Elsa, onze kokkie: als je de sarong om je lichaam vouwt, moet je met de benen wijd gaan staan. Zo heb je nog enigszins loopruimte. Desalniettemin voelde ik mij een misplaatste geisha. Maar ja, alles voor het goede doel.
Toen de holy man arriveerde, bleek hij een aardige man met een kekke bril te zijn. Hij begon voortvarend: na instudering van onze voornamen, konden de gebeden tot de goden beginnen. Het was een warme dag en van de weeromstuit had ik 's ochtends vergeten zonnecrème te smeren. Dat heb ik geweten! Ik zit dit nu dan ook te typen met een knalrood hoofd, pijnlijke wallen en konen. Als ik rare dingen uitsla, komt dat ongetwijfeld door de zonnesteek die ik vandaag opliep.
Het werd een authentieke, traditionele ceremonie. De grootmoeder van tuinman Ketut was de vrouw die namens de heilige man veel ceremoniële taken verrichtte. Ze is een jaar of 70, met een getaand gezicht en één tand in haar mond. Zij was de gehele dag kwiek in de weer. Ik had met haar te doen als ze weer eens opkrabbelde van het lange gehurkt zitten en gebukt staan. Bovendien voelde ik letterlijk met haar mee: het was vooral aan mij om ons Westerse familietje te vertegenwoordigen tijdens deze Balinese ceremonie. Mijn liefje is dan weliswaar behoorlijk fit maar langdurig hurken, offerandes op het hoofd dragen, in de volle zon meebidden, drie keer hameren op de 23 pilaren op het terrein (met de hamer uit mijn vaders oude gereedschapskist!), knabbelen aan het krokante korstje van het varken, liet zij -terecht- aan de jongste van de familie over. Sommige onderdelen waren niet eenvoudig maar ik werd vaak geholpen door Ketut, de schat van een echtgenoot van Elsa. Mijn oksels klotsten en mijn kebaja werd drijfnat.
Zo werd het half drie. Ons huis, de tuin en de omliggende gebouwen zijn nu ritueel gereinigd en gezegend. Morgen breken hier nieuwe tijden aan. We weten inmiddels ook welke god hier huist al kan ik de Balinese naam niet reproduceren. Ik weet wel dat 'hij' iets te maken heeft met vers vruchtensap, juwelen en vuur. Voortaan zullen wij eenmaal per jaar als bewoners en personeel een eend moeten offeren... (Het was sowieso goed dat er vandaag niemand van de Partij voor de Dieren aanwezig was.)
De organisatoren van de dag en onze personeelsleden gingen met zakken vol offerandes huiswaarts. Het zij ze van harte gegund. Wij zijn heel tevreden met de ervaring als aandenken. Voorlopig heb ik een lopende diashow van onze Melaspasin op mijn blog staan. Nu eerst lekker slapen en morgen fris weer op.
Translate
vrijdag 29 januari 2010
maandag 25 januari 2010
Personeel
In het Hebreeuws bestaat het gezegde: 'ik wens je veel personeel toe'. Die uitdrukking is doorgaans niet positief bedoeld. Veel personeel staat namelijk voor veel kopzorgen. Wij hebben (slechts) drie Balinese personeelsleden in dienst: Ketut, Made en Elsa. Twee van hen komen uit het dorp waarin wij nu wonen, een van hen niet. Het dorpshoofd, de kepala desa, gaf ons toestemming één persoon van buiten het dorp aan te nemen. Dat ging weliswaar gepaard met een kleine maandelijkse vergoeding maar die betalen wij graag. Het vinden van ervaren personeel is ook hier geen eenvoudige opgave.
Onze tuinman Ketut, een beresterke goeierd, was voorheen assistent-sjouwer op een flessenwagen. Voor die baan was hij vanwege zijn indrukwekkende bi- en triceps bijzonder goed gekwalificeerd. De baan van tuinman annex zwembadbeheerder is hij thans aan het leren. Dat gaat met horten en stoten maar elke dag ook met een glimlach op zijn gezicht. Het leuke aan Ketut is dat hij vrolijk is: hij houdt van een grap en zingt en fluit de hele dag. (Op de foto staat hij, niet-roker, met een sigaar van gras in zijn mond.) In het begin kwam hij laat en ging hij vroeg weg. Mijn liefje, die de tuinman dagelijks begeleid, mopperde tegen mij over zijn gedrag. Ze had een punt: hij wordt betaald voor 8 uur aanwezig zijn en dat aantal haalde hij niet. Hoofd PZ voerde dus een 'functioneringsgesprek' met hem en sindsdien is de lucht geklaard. Hij komt nu rond 8 uur, werkt tot 12:00 uur, gaat ruim een uur naar thuis om te lunchen en komt dan terug tot 17:00 uur. Waaraan we nog steeds moeten wennen, is dat hij veelvuldig zit. Nu er nog veel werkzaamheden in en om het huis worden verricht, is er altijd wel iemand om mee te zitten en te kletsen en dat doet hij vaak en uitgebreid. Het maakte mij bewust van het verschil in arbeidsmoraal...
Onze beveiligingsman Made is een serieuze vent die wat somber is qua karakter. Hij is een man van de klok en van de afspraken. Dat maakt hem zeer geschikt voor de baan. Hij is iemand die denkt in problemen, niet in oplossingen maar de problemen die hij meldt, worden door ons snel opgelost. Een goede combinatie. Made vindt het prettig om in bedrijfskleding te lopen; die kopen we dan ook voor hem: zwarte shirts met 'Security' erop. Met korte en lange mouwen; het is hier nu 'winter'. Zijn baan begint om 18:00 uur en duurt tot aan het ochtendgloren. Overdag heeft hij een baan in de druivenoogst bij familie. Dit weekend kwam hij -vergezeld van zijn vrouw- langs met een briefje van de dokter. Ik zag aan zijn lichaamshouding al dat hij niet in orde was; hij voelde zich 'sakit' (ziek). Hij overhandigde mij een officiële brief van zijn arts met stempels en handtekening waarin stond dat hij 3 dagen ziek zal zijn. Hij wilde de dag erop al weer aan de slag. 'Niet doen - even uitzieken', was ons advies. Zijn taken worden tijdelijk door de beveiligingsman van de buren overgenomen. Beveiliging is hier niet echt nodig, het verschaft vooral werkgelegenheid.
En dan hebben we Elsa, onze kokkie en de jongste van het stel, nog. Ook zij is een bijzonder mens, doortastend en met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Ze is leergierig en creatief. Deze jongedame -moeder van Yudha- rondde de middelbare school succesvol af. Ze is een slimme tante aan wie wij vol vertrouwen het mangement van onze huishouding toevertrouwen, ook in onze afwezigheid. Het 'probleem' van Elsa is dat ze niet kan zitten: ze gaat maar door. We verplichten haar nu tijdig te lunchen en daarna op een stoel uit te rusten. En ze drinkt 's ochtends een gezonde fruit-groentecocktail met ons mee. Niet om het een of ander maar vrouwen zijn in Bali de drijvende kracht achter de economie. Zij zijn het die (hard) werken, veel van hun mannen zijn werkeloos en hangen rond. We zagen het in de afgelopen jaren vaak met eigen ogen.
Een andere uitdrukking stelt 'dat je het personeel krijgt dat je verdient'... Zo verschillend als ze zijn, wij zijn blij met elk van hen. Wij maken ons op voor hun inwijdingsceremonie van ons huis, aanstaande vrijdag.
Onze tuinman Ketut, een beresterke goeierd, was voorheen assistent-sjouwer op een flessenwagen. Voor die baan was hij vanwege zijn indrukwekkende bi- en triceps bijzonder goed gekwalificeerd. De baan van tuinman annex zwembadbeheerder is hij thans aan het leren. Dat gaat met horten en stoten maar elke dag ook met een glimlach op zijn gezicht. Het leuke aan Ketut is dat hij vrolijk is: hij houdt van een grap en zingt en fluit de hele dag. (Op de foto staat hij, niet-roker, met een sigaar van gras in zijn mond.) In het begin kwam hij laat en ging hij vroeg weg. Mijn liefje, die de tuinman dagelijks begeleid, mopperde tegen mij over zijn gedrag. Ze had een punt: hij wordt betaald voor 8 uur aanwezig zijn en dat aantal haalde hij niet. Hoofd PZ voerde dus een 'functioneringsgesprek' met hem en sindsdien is de lucht geklaard. Hij komt nu rond 8 uur, werkt tot 12:00 uur, gaat ruim een uur naar thuis om te lunchen en komt dan terug tot 17:00 uur. Waaraan we nog steeds moeten wennen, is dat hij veelvuldig zit. Nu er nog veel werkzaamheden in en om het huis worden verricht, is er altijd wel iemand om mee te zitten en te kletsen en dat doet hij vaak en uitgebreid. Het maakte mij bewust van het verschil in arbeidsmoraal...
Onze beveiligingsman Made is een serieuze vent die wat somber is qua karakter. Hij is een man van de klok en van de afspraken. Dat maakt hem zeer geschikt voor de baan. Hij is iemand die denkt in problemen, niet in oplossingen maar de problemen die hij meldt, worden door ons snel opgelost. Een goede combinatie. Made vindt het prettig om in bedrijfskleding te lopen; die kopen we dan ook voor hem: zwarte shirts met 'Security' erop. Met korte en lange mouwen; het is hier nu 'winter'. Zijn baan begint om 18:00 uur en duurt tot aan het ochtendgloren. Overdag heeft hij een baan in de druivenoogst bij familie. Dit weekend kwam hij -vergezeld van zijn vrouw- langs met een briefje van de dokter. Ik zag aan zijn lichaamshouding al dat hij niet in orde was; hij voelde zich 'sakit' (ziek). Hij overhandigde mij een officiële brief van zijn arts met stempels en handtekening waarin stond dat hij 3 dagen ziek zal zijn. Hij wilde de dag erop al weer aan de slag. 'Niet doen - even uitzieken', was ons advies. Zijn taken worden tijdelijk door de beveiligingsman van de buren overgenomen. Beveiliging is hier niet echt nodig, het verschaft vooral werkgelegenheid.
En dan hebben we Elsa, onze kokkie en de jongste van het stel, nog. Ook zij is een bijzonder mens, doortastend en met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Ze is leergierig en creatief. Deze jongedame -moeder van Yudha- rondde de middelbare school succesvol af. Ze is een slimme tante aan wie wij vol vertrouwen het mangement van onze huishouding toevertrouwen, ook in onze afwezigheid. Het 'probleem' van Elsa is dat ze niet kan zitten: ze gaat maar door. We verplichten haar nu tijdig te lunchen en daarna op een stoel uit te rusten. En ze drinkt 's ochtends een gezonde fruit-groentecocktail met ons mee. Niet om het een of ander maar vrouwen zijn in Bali de drijvende kracht achter de economie. Zij zijn het die (hard) werken, veel van hun mannen zijn werkeloos en hangen rond. We zagen het in de afgelopen jaren vaak met eigen ogen.
Een andere uitdrukking stelt 'dat je het personeel krijgt dat je verdient'... Zo verschillend als ze zijn, wij zijn blij met elk van hen. Wij maken ons op voor hun inwijdingsceremonie van ons huis, aanstaande vrijdag.
vrijdag 22 januari 2010
Silly de Strandjutter
Toen ons personeel de recent aangeschafte spullen het huis zag binnenkomen, hoorde ik vaak het woord 'kerang' in hun conversatie, het Indonesische woord voor 'schelp'. Dat was niet verwonderlijk: (bijna) alle lampen in huis zijn schelpenlampen en overal in huis zijn wel schelpen of een schelpenmotief te vinden. Een opvallende liefde, zo gezegd.
De lampen op het terras, de woon- en de studeerkamer zijn geheel samengesteld uit tropische schelpen. Op de eerste verdieping ligt een kleine collectie eerder verzamelde schelpen uitgestald. De regelmatige lezer weet dat die wondertjes der natuur mij na aan het hart liggen. Als je dichtbij de zee woont -en dat doen we al een aantal jaren- kun je niet om de schoonheid van schelpen heen. Ik niet, in ieder geval!
Nadat wij deze week de lampen voor de zithoek hadden uitgepakt, bleek van één lamp een schelp te ontbreken. Die was waarschijnlijk gesneuveld tijdens het transport. Mijn schelpenencyclopedie was inmiddels uitgepakt dus ik zocht daarin op om welke soort het ging. Het bleek een witte tepelhoren te zijn, de 'Eunaticina Papilla'. Het is een stevige maar lichte schelp in peervorm, met een kegelvormige top die in het Indo-Pacifische gebied is te vinden. De schelp is niet zeldzaam maar je moet er wel goed naar zoeken.
Enkele dagen geleden opperde mijn liefje, die zichzelf inmiddels 'de oude' zegt te voelen (ze is niet meer moe en haar beenspieren lijken het weer te doen), een nieuw idee: waarom zouden we de grasbakken aan de buitenmuur niet van een schelpenrand gaan voorzien?! Ik vond het een leuk idee, goed passend bij ons schelpenhuis. Elke dag ga ik nu voor dat doel met een emmer het strand op om schelpen te rapen. Alleen dode schelpen, dat wil zeggen: schelpen zonder weekdier erin, worden opgepakt. Net als Margreet Dolman, buk ik voor groot en klein... Ik voel mij op die momenten een ware Silly-de-Strandjutter. Het was al een verslaving toen ik een meisje was en nu ik bijna 50 jaar ben voelt het nog steeds zo.
Alhoewel ik dagelijks voorovergebogen over het strand loop, heb ik toch contact met Banjarese vissersmannen. Mijn “apa kabar?” (hoe gaat gaat?) leidt geheid tot een “baik” (goed) of zelfs een “baik-baik” (heel goed) van elk van hen. Ze glimlachen daarbij meestal van oor tot oor. Laatst vroeg iemand mij op het strand wat ik met al die schelpen doe. Ik ben nog niet goed genoeg in bahasa Indonesia om een vloeiend antwoord te geven maar ik begreep zijn vraag wel. Dat is een begin. Ik antwoordde daarop in zeer elementaire taal iets over een schelpenhuis maar zelfs dat schiep een band. Hij kwam even in mijn emmer kijken en knikte bemoedigend.
Ik vond al verschillende soorten kauri's, nerieten, tol- en penhorens, zonneslakken, sand dollars, tepelhorens, olijfhorens, kam- en hartschelpen en pecten. Dat is niet gering voor 5 weken speuren. Er zijn schelpen bij die ik tè mooi vind om in cement te drukken. Die exemplaren verzamel ik dan ook in een glazen schelpenschaal die op de terrastafel staat, om regelmatig te bekijken. De mooiste tot nu toe is een helmslak, de 'Phalium Areola'; een soort Tijger Annie-schelp. Inmiddels heb ik ook een familieverwante schelp gevonden (zie foto). Ik vrees dat de fraaiste vondsten op termijn weer in een vitrinekast zullen terechtkomen. Eenmaal een afwijking, altijd een afwijking! Bovendien biedt ons huis aan de zeeweg ruimte genoeg.
Na wat gezoek in de schelpenschaal bleek dat ik reeds een kleine witte tepelhoren op het plaatselijke strand had geraapt. En wat wil het toeval? Die paste precies in het ontstane gat op de lampekap. Met een beetje Balinese lijm was de lamp snel compleet. Toen ik mijn liefje na de reparatie vroeg de nieuwe schelp op de lamp aan te wijzen, bleef het stil. Een glimlach van voldoening gleed over mijn gezicht. Wie wat bewaart, die heeft wat. Een vriendin vroeg mij laatst in een email wat ik zoal doe op een dag. Dit dus.
P.S. De nieuwe foto in de kop van mijn blog is van een uitgebloeide lotusbloem in eigen tuin. Als je de zaden uit die dozen in het water gooit, vormen ze na enige tijd weer bloemen. Ze kijken je aan als aliens... “ET is watching you!” Fascinerend.
De lampen op het terras, de woon- en de studeerkamer zijn geheel samengesteld uit tropische schelpen. Op de eerste verdieping ligt een kleine collectie eerder verzamelde schelpen uitgestald. De regelmatige lezer weet dat die wondertjes der natuur mij na aan het hart liggen. Als je dichtbij de zee woont -en dat doen we al een aantal jaren- kun je niet om de schoonheid van schelpen heen. Ik niet, in ieder geval!
Nadat wij deze week de lampen voor de zithoek hadden uitgepakt, bleek van één lamp een schelp te ontbreken. Die was waarschijnlijk gesneuveld tijdens het transport. Mijn schelpenencyclopedie was inmiddels uitgepakt dus ik zocht daarin op om welke soort het ging. Het bleek een witte tepelhoren te zijn, de 'Eunaticina Papilla'. Het is een stevige maar lichte schelp in peervorm, met een kegelvormige top die in het Indo-Pacifische gebied is te vinden. De schelp is niet zeldzaam maar je moet er wel goed naar zoeken.
Enkele dagen geleden opperde mijn liefje, die zichzelf inmiddels 'de oude' zegt te voelen (ze is niet meer moe en haar beenspieren lijken het weer te doen), een nieuw idee: waarom zouden we de grasbakken aan de buitenmuur niet van een schelpenrand gaan voorzien?! Ik vond het een leuk idee, goed passend bij ons schelpenhuis. Elke dag ga ik nu voor dat doel met een emmer het strand op om schelpen te rapen. Alleen dode schelpen, dat wil zeggen: schelpen zonder weekdier erin, worden opgepakt. Net als Margreet Dolman, buk ik voor groot en klein... Ik voel mij op die momenten een ware Silly-de-Strandjutter. Het was al een verslaving toen ik een meisje was en nu ik bijna 50 jaar ben voelt het nog steeds zo.
Alhoewel ik dagelijks voorovergebogen over het strand loop, heb ik toch contact met Banjarese vissersmannen. Mijn “apa kabar?” (hoe gaat gaat?) leidt geheid tot een “baik” (goed) of zelfs een “baik-baik” (heel goed) van elk van hen. Ze glimlachen daarbij meestal van oor tot oor. Laatst vroeg iemand mij op het strand wat ik met al die schelpen doe. Ik ben nog niet goed genoeg in bahasa Indonesia om een vloeiend antwoord te geven maar ik begreep zijn vraag wel. Dat is een begin. Ik antwoordde daarop in zeer elementaire taal iets over een schelpenhuis maar zelfs dat schiep een band. Hij kwam even in mijn emmer kijken en knikte bemoedigend.
Ik vond al verschillende soorten kauri's, nerieten, tol- en penhorens, zonneslakken, sand dollars, tepelhorens, olijfhorens, kam- en hartschelpen en pecten. Dat is niet gering voor 5 weken speuren. Er zijn schelpen bij die ik tè mooi vind om in cement te drukken. Die exemplaren verzamel ik dan ook in een glazen schelpenschaal die op de terrastafel staat, om regelmatig te bekijken. De mooiste tot nu toe is een helmslak, de 'Phalium Areola'; een soort Tijger Annie-schelp. Inmiddels heb ik ook een familieverwante schelp gevonden (zie foto). Ik vrees dat de fraaiste vondsten op termijn weer in een vitrinekast zullen terechtkomen. Eenmaal een afwijking, altijd een afwijking! Bovendien biedt ons huis aan de zeeweg ruimte genoeg.
Na wat gezoek in de schelpenschaal bleek dat ik reeds een kleine witte tepelhoren op het plaatselijke strand had geraapt. En wat wil het toeval? Die paste precies in het ontstane gat op de lampekap. Met een beetje Balinese lijm was de lamp snel compleet. Toen ik mijn liefje na de reparatie vroeg de nieuwe schelp op de lamp aan te wijzen, bleef het stil. Een glimlach van voldoening gleed over mijn gezicht. Wie wat bewaart, die heeft wat. Een vriendin vroeg mij laatst in een email wat ik zoal doe op een dag. Dit dus.
P.S. De nieuwe foto in de kop van mijn blog is van een uitgebloeide lotusbloem in eigen tuin. Als je de zaden uit die dozen in het water gooit, vormen ze na enige tijd weer bloemen. Ze kijken je aan als aliens... “ET is watching you!” Fascinerend.
woensdag 20 januari 2010
De pijp van M.
Wat is dat toch met Balinese maandagen? Die waren tot nu toe stuk voor stuk moeizame dagen waarop niets liep zoals dat zou moeten. De maandag van deze week doet een greep naar een top3-positie... Lees en huiver.
Terwijl ik naar Singaraja ging voor boodschappen, bleef mijn liefje in de villa om daar de scepter te zwaaien. Dat werd (bijna) meer dan zij kon behappen. Sinds twee weken weten we dat we ter linkerzijde een nieuwe Hollandse buur krijgen. Door omstandigheden gaat hij gebruik maken van een andere weg dan de bestaande die achter de villa's ligt. Hij kocht daarvoor een extra stukje land, huurde vrachtwagens, zand, stenen en veel Balinezen in. Het werk kon beginnen. Nu is het zo dat op de plek van de nieuw geplande weg waterafvoerpijpen liggen van onze buren en van ons die het regenwater uit de goten rondom ons huis afvoeren. Als er niets zou worden gedaan, zou die afwatering accuut problematisch worden. Die pijpen moesten dus worden verlengd, tot voorbij de nieuwe weg.
We hadden het probleem zelf een dag eerder ontdekt en hadden de werkmannen stante pede gesommeerd te stoppen met hun voortvarende werk om tijd te hebben voor overleg over een oplossing. Aldus geschiedde. Onze pijp zou 's ochtends vroeg worden verlengd door onze loodgieter. De man die een aantal lekkages veroorzaakte en -nauwelijks- oploste. Op de bewuste maandagochtend arriveerde hij uren te laat en zonder verlengstuk. En de vrachtwagens met zand alsmede tien Balinese bouwvakkers werkten hard door. Het vertraagde verlengstuk met T-stuk werd tenslotte geplaatst en de loodgieter zou toezien op de afdekking. Jaja. Dat dachten we. Meneer ging eerst eten... De pijp was dermate ongemakkelijk geplaatst dat wij vreesden dat die onder het gewicht van zand, stenen en vrachtwagens zou kunnen bezwijken. Mijn liefje -Tom Poes, die een list verzon- bedacht een stutconstructie met stenen, modder en bamboe die snel door eigen personeel werd aangebracht. Het was een race tegen de klok: de volle vrachtwagens en de Balinezen naderden met rasse schreden! Na enkele uren slaakten we een zucht van verlichting. De pijp van M. lag goed.
Maar dat was niet alles: de afgevaardigde van het electriciteitsbedrijf kwam deze week langs. Op onze laan gebruiken we tot nu toe bouwstroom. De definitieve stroom zou al maanden geleden moeten zijn aangesloten. Dat lijkt nu te gaan gebeuren. Een ambtenaar van het bedrijf kwam langs om onze contactpunten te inventariseren. Mijn liefje moest hard onderhandelen om de onder handen zijnde luchtverplaatsers (fans) goedgekeurd te krijgen maar kreeg niet vooral elkaar dat we de entreelamp mochten plaatsen: aan het einde van de electriciteitsdraad zat (nog) geen peertje dus het was geen lichtpunt... Een star standpunt... Iets vergelijkbaars gold ook voor de lichtpunten die wij niet wilden gebruiken en voor de stopcontacten die per abuis aan de buitengevel waren geplaatst in plaats van in de huiskamer. Ik moest het verhaal drie keer horen om het te begrijpen... maar ik begrijp het nog steeds niet. “Wij zijn toch degenen die de electriciteitsrekening moeten betalen?!” Zo simpel is het hier echter niet. We moeten nu een aantal weken wachten voordat we mogen ingrijpen in het lichtplan. De schelpenlampen die wel mochten worden opgehangen, hangen echter prachtig (zie diashow). We traden ruim buiten ons lichtbudget maar zo ging het eigenlijk altijd in onze voorgaande huizen. Mea culpa, ik ben een lichtfreak!
Vandaag voerden wij overleg over Melaspasin, de inwijdingsceremonie voor ons huis. Die is nu gepland voor volgende week vrijdag: bij volle maan. De moeder en grootmoeder van onze tuinman Ketut, echte Banjarezen, kwamen op bezoek en stelden ons voor de ceremonie voor te bereiden en te organiseren. Zij gaan offerandes maken, de 'holy man' uit het dorp komt de ceremonie begeleiden, de tempel wordt aangekleed, het huis wordt versierd, ons personeel met familie en de buren zullen de ceremonie bijwonen en er wordt speenvarken voor iedereen bereid. Babi kuling. (Voor de meesten bezoekers hét hoogtepunt van de dag!) De ceremonie begint naar verluid om 8 uur 's ochtends en zal uiterlijk om 12:00 uur eindigen. Wij gaan de komende dagen naar de kleermaker in Seririt om ons ceremonieel te laten aankleden. 'Never a dull moment'.
Wordt vervolgd!
Terwijl ik naar Singaraja ging voor boodschappen, bleef mijn liefje in de villa om daar de scepter te zwaaien. Dat werd (bijna) meer dan zij kon behappen. Sinds twee weken weten we dat we ter linkerzijde een nieuwe Hollandse buur krijgen. Door omstandigheden gaat hij gebruik maken van een andere weg dan de bestaande die achter de villa's ligt. Hij kocht daarvoor een extra stukje land, huurde vrachtwagens, zand, stenen en veel Balinezen in. Het werk kon beginnen. Nu is het zo dat op de plek van de nieuw geplande weg waterafvoerpijpen liggen van onze buren en van ons die het regenwater uit de goten rondom ons huis afvoeren. Als er niets zou worden gedaan, zou die afwatering accuut problematisch worden. Die pijpen moesten dus worden verlengd, tot voorbij de nieuwe weg.
We hadden het probleem zelf een dag eerder ontdekt en hadden de werkmannen stante pede gesommeerd te stoppen met hun voortvarende werk om tijd te hebben voor overleg over een oplossing. Aldus geschiedde. Onze pijp zou 's ochtends vroeg worden verlengd door onze loodgieter. De man die een aantal lekkages veroorzaakte en -nauwelijks- oploste. Op de bewuste maandagochtend arriveerde hij uren te laat en zonder verlengstuk. En de vrachtwagens met zand alsmede tien Balinese bouwvakkers werkten hard door. Het vertraagde verlengstuk met T-stuk werd tenslotte geplaatst en de loodgieter zou toezien op de afdekking. Jaja. Dat dachten we. Meneer ging eerst eten... De pijp was dermate ongemakkelijk geplaatst dat wij vreesden dat die onder het gewicht van zand, stenen en vrachtwagens zou kunnen bezwijken. Mijn liefje -Tom Poes, die een list verzon- bedacht een stutconstructie met stenen, modder en bamboe die snel door eigen personeel werd aangebracht. Het was een race tegen de klok: de volle vrachtwagens en de Balinezen naderden met rasse schreden! Na enkele uren slaakten we een zucht van verlichting. De pijp van M. lag goed.
Maar dat was niet alles: de afgevaardigde van het electriciteitsbedrijf kwam deze week langs. Op onze laan gebruiken we tot nu toe bouwstroom. De definitieve stroom zou al maanden geleden moeten zijn aangesloten. Dat lijkt nu te gaan gebeuren. Een ambtenaar van het bedrijf kwam langs om onze contactpunten te inventariseren. Mijn liefje moest hard onderhandelen om de onder handen zijnde luchtverplaatsers (fans) goedgekeurd te krijgen maar kreeg niet vooral elkaar dat we de entreelamp mochten plaatsen: aan het einde van de electriciteitsdraad zat (nog) geen peertje dus het was geen lichtpunt... Een star standpunt... Iets vergelijkbaars gold ook voor de lichtpunten die wij niet wilden gebruiken en voor de stopcontacten die per abuis aan de buitengevel waren geplaatst in plaats van in de huiskamer. Ik moest het verhaal drie keer horen om het te begrijpen... maar ik begrijp het nog steeds niet. “Wij zijn toch degenen die de electriciteitsrekening moeten betalen?!” Zo simpel is het hier echter niet. We moeten nu een aantal weken wachten voordat we mogen ingrijpen in het lichtplan. De schelpenlampen die wel mochten worden opgehangen, hangen echter prachtig (zie diashow). We traden ruim buiten ons lichtbudget maar zo ging het eigenlijk altijd in onze voorgaande huizen. Mea culpa, ik ben een lichtfreak!
Vandaag voerden wij overleg over Melaspasin, de inwijdingsceremonie voor ons huis. Die is nu gepland voor volgende week vrijdag: bij volle maan. De moeder en grootmoeder van onze tuinman Ketut, echte Banjarezen, kwamen op bezoek en stelden ons voor de ceremonie voor te bereiden en te organiseren. Zij gaan offerandes maken, de 'holy man' uit het dorp komt de ceremonie begeleiden, de tempel wordt aangekleed, het huis wordt versierd, ons personeel met familie en de buren zullen de ceremonie bijwonen en er wordt speenvarken voor iedereen bereid. Babi kuling. (Voor de meesten bezoekers hét hoogtepunt van de dag!) De ceremonie begint naar verluid om 8 uur 's ochtends en zal uiterlijk om 12:00 uur eindigen. Wij gaan de komende dagen naar de kleermaker in Seririt om ons ceremonieel te laten aankleden. 'Never a dull moment'.
Wordt vervolgd!
zondag 17 januari 2010
Stormachtig onthaal
We keerden veilig terug uit het Zuiden, het shopping walhalla van Bali. We verbleven een aantal dagen in hotel 'Poppies', een idyllische plek met kleine rietgedekte bungalows rondom een prachtig zwembad in het hart van Kuta, op loopafstand van het vermaarde surfstrand. Als je daar verblijft, heb je geen idee van het feit dat je in de drukste stad van Bali vertoeft. Aan de overkant van de steeg (meer is het niet) kun je in een open tuin heerlijk dineren.
Het hoofddoel van de reis was echter de aanschaf van een moderne sofa, 6 eetkamerstoelen, 2 ligbedden voor het terras en lampen voor het gehele huis. Tot onze grote opluchting lukte dat. Bij 'Duo' vielen we voor een trendy zithoek met de naam Bahamas, stoelen van het model Fiji en San Jose-ligbedden. Hoezo Hollanders in Bali? Het wordt een internationale plek! Met kussens in de kleur 'Paprika', een diepe roodtint.
Bij 'Lio Light' kochten we de halve winkel leeg. Verkoopster Wadiya, recent in dienst getreden, was ons welgezind: voordat we een koopsignaal afgaven, meldde zij al dat er grote kortingen golden. Dat kwam goed van pas want de chemokuren bleken bij nader inzien de onderhandelingsvaardigheden van mijn liefje ietwat te hebben aangetast. We kochten voornamelijk schelpenlampen. Ik had het grootste deel van mijn jarenlange collectie zelfgevonden schelpen dan wel afgestoten, een mens is nooit te oud om een nieuwe te beginnen. Eentje die hangt en staat, deze keer.
Maandag worden de lampen in het hoge Noorden afgeleverd. Want dat Zuiderlingen het een afgelegen gebied vinden, werd mij in de afgelopen dagen meer dan duidelijk: we kregen vele vragen waarom wij -in godensnaam- geen villa in de buurt hadden gekocht en er moest zwaar worden onderhandeld over het transport naar 'dat afgelegen oord'. Men komt niet uit vrije wil...
Mister Maybe, de electricien, zal de lampen hopelijk volgende week komen ophangen. Misschien wel, misschien ook niet. Voor het ophangen van enkele schelpenlampen moeten nog wel slimmigheden worden bedacht maar daarmee hebben Balinezen geen probleem. Ze lossen alles op.
Het specifieke hoogtepunt voor mijn liefje bestond uit een bezoek aan de Balinese vestiging van het Franse wereldwarenhuis 'Carrefour'. De grote koeltas was voor dat doel meegereisd en werd met ijs gevuld om alle Westerse lekkernijen waarop zij zich zo verheugde, in goede staat te kunnen transporteren. Wijzelf vinden transport naar ons heerlijk afgelegen oord namelijk geen enkel probleem. In de non-foodsectie van het warenhuis kochten we kleurrijke badlakens, grote afvalemmers op wielen, een koelbox (om cameralenzen, harde schijven en andere electronische apparatuur droog in te bewaren), een iPod docking station, handige schoonmaak(hulp)middelen, lampen voor de opslagruimten en nog veel meer. Daarna betraden we het voedselgedeelte... om te bezwijken voor verser-dan-verse tonijnbiefstuk, Franse kaas, stokbrood, mosterd, een raclettepakket, Australische biefstuk en lamsvlees en nog veel meer. Pas toen waren we klaar voor de terugreis, met eigen chauffer Ketut. De auto was tot de nok volgestouwd met als resultaat dat hij alleen zijn zijspiegels kon benutten maar dat is meer dan menig Balinese autochauffeur kan.
Zelf waren wij na drie dagen in het Zuiden blij dat wij weer naar huis mochten, al was het toch ook wel leuk een aantal dagen 'in de grote stad' op pad te zijn. Tja, alles is betrekkelijk. De cocktails smaakten goed, net als de Westerse gerechten die wij deze dagen kozen. We hebben immers een van de beste kokkies van de provincie Singaraja in dienst dus waarom zouden we ons teleur laten stellen?
Mijn liefje hield het goed vol al was ze 's avonds flink moe. Ze was echter niet de enige: ook ik keek elke avond vanwege het drukke dagprogramma en het drukkende weer uit naar mijn comfortabele bedje!
De terugreis verliep snel en de aankomst was feestelijk: bij het inrijden van Jalan Segara klonk uit twee kelen een welgemeend 'Joehoe' op. Ons volledige personeel lijkt inmiddels aan ons gedrag gewend. Net als aan mijn melodieuze 'si' als ik bevestigend antwoord op een vraag. (Elsa, de kok, heeft de gewoonte al overgenomen. 'Ja' is 'Ja' in Bahasa Indonesia dus dat is nogal saai.) In huis troffen we twee fraaie rode boeketten aan uit eigen tuin. Naar verluid bleek het een beetje van ons en beetje van de buren... We vinden het niet minder fraai!
Een uurtje na aankomst, konden wij onze lol op: het begon loeihard te stormen en te regenen; zelfs het haar van mijn liefje raakte erdoor in de war. De nieuwe dweilen konden direct worden uitgeprobeerd. Het zeewater kwam behoorlijk dicht naar onze zeemuur toegekropen maar bleef erachter. Met nasi goreng, saté, versgemaakte pindasaus en kroepoek van aardappel als diner. Inmiddels vaste prik op zaterdagavond. De gehele avond bleven de hoge golven hoor- en zichtbaar. Klam keken wij naar een haperend BVN. Al staat de schotel met een betonnen voet diep in de grond, tegen dergelijke winden is'ie kennelijk niet bestand. Ondanks alles was het fijn thuiskomen. Vandaag genoot ik vooral van -op blote voeten- schelpen rapen en de zilte zeelucht.
Het hoofddoel van de reis was echter de aanschaf van een moderne sofa, 6 eetkamerstoelen, 2 ligbedden voor het terras en lampen voor het gehele huis. Tot onze grote opluchting lukte dat. Bij 'Duo' vielen we voor een trendy zithoek met de naam Bahamas, stoelen van het model Fiji en San Jose-ligbedden. Hoezo Hollanders in Bali? Het wordt een internationale plek! Met kussens in de kleur 'Paprika', een diepe roodtint.
Bij 'Lio Light' kochten we de halve winkel leeg. Verkoopster Wadiya, recent in dienst getreden, was ons welgezind: voordat we een koopsignaal afgaven, meldde zij al dat er grote kortingen golden. Dat kwam goed van pas want de chemokuren bleken bij nader inzien de onderhandelingsvaardigheden van mijn liefje ietwat te hebben aangetast. We kochten voornamelijk schelpenlampen. Ik had het grootste deel van mijn jarenlange collectie zelfgevonden schelpen dan wel afgestoten, een mens is nooit te oud om een nieuwe te beginnen. Eentje die hangt en staat, deze keer.
Maandag worden de lampen in het hoge Noorden afgeleverd. Want dat Zuiderlingen het een afgelegen gebied vinden, werd mij in de afgelopen dagen meer dan duidelijk: we kregen vele vragen waarom wij -in godensnaam- geen villa in de buurt hadden gekocht en er moest zwaar worden onderhandeld over het transport naar 'dat afgelegen oord'. Men komt niet uit vrije wil...
Mister Maybe, de electricien, zal de lampen hopelijk volgende week komen ophangen. Misschien wel, misschien ook niet. Voor het ophangen van enkele schelpenlampen moeten nog wel slimmigheden worden bedacht maar daarmee hebben Balinezen geen probleem. Ze lossen alles op.
Het specifieke hoogtepunt voor mijn liefje bestond uit een bezoek aan de Balinese vestiging van het Franse wereldwarenhuis 'Carrefour'. De grote koeltas was voor dat doel meegereisd en werd met ijs gevuld om alle Westerse lekkernijen waarop zij zich zo verheugde, in goede staat te kunnen transporteren. Wijzelf vinden transport naar ons heerlijk afgelegen oord namelijk geen enkel probleem. In de non-foodsectie van het warenhuis kochten we kleurrijke badlakens, grote afvalemmers op wielen, een koelbox (om cameralenzen, harde schijven en andere electronische apparatuur droog in te bewaren), een iPod docking station, handige schoonmaak(hulp)middelen, lampen voor de opslagruimten en nog veel meer. Daarna betraden we het voedselgedeelte... om te bezwijken voor verser-dan-verse tonijnbiefstuk, Franse kaas, stokbrood, mosterd, een raclettepakket, Australische biefstuk en lamsvlees en nog veel meer. Pas toen waren we klaar voor de terugreis, met eigen chauffer Ketut. De auto was tot de nok volgestouwd met als resultaat dat hij alleen zijn zijspiegels kon benutten maar dat is meer dan menig Balinese autochauffeur kan.
Zelf waren wij na drie dagen in het Zuiden blij dat wij weer naar huis mochten, al was het toch ook wel leuk een aantal dagen 'in de grote stad' op pad te zijn. Tja, alles is betrekkelijk. De cocktails smaakten goed, net als de Westerse gerechten die wij deze dagen kozen. We hebben immers een van de beste kokkies van de provincie Singaraja in dienst dus waarom zouden we ons teleur laten stellen?
Mijn liefje hield het goed vol al was ze 's avonds flink moe. Ze was echter niet de enige: ook ik keek elke avond vanwege het drukke dagprogramma en het drukkende weer uit naar mijn comfortabele bedje!
De terugreis verliep snel en de aankomst was feestelijk: bij het inrijden van Jalan Segara klonk uit twee kelen een welgemeend 'Joehoe' op. Ons volledige personeel lijkt inmiddels aan ons gedrag gewend. Net als aan mijn melodieuze 'si' als ik bevestigend antwoord op een vraag. (Elsa, de kok, heeft de gewoonte al overgenomen. 'Ja' is 'Ja' in Bahasa Indonesia dus dat is nogal saai.) In huis troffen we twee fraaie rode boeketten aan uit eigen tuin. Naar verluid bleek het een beetje van ons en beetje van de buren... We vinden het niet minder fraai!
Een uurtje na aankomst, konden wij onze lol op: het begon loeihard te stormen en te regenen; zelfs het haar van mijn liefje raakte erdoor in de war. De nieuwe dweilen konden direct worden uitgeprobeerd. Het zeewater kwam behoorlijk dicht naar onze zeemuur toegekropen maar bleef erachter. Met nasi goreng, saté, versgemaakte pindasaus en kroepoek van aardappel als diner. Inmiddels vaste prik op zaterdagavond. De gehele avond bleven de hoge golven hoor- en zichtbaar. Klam keken wij naar een haperend BVN. Al staat de schotel met een betonnen voet diep in de grond, tegen dergelijke winden is'ie kennelijk niet bestand. Ondanks alles was het fijn thuiskomen. Vandaag genoot ik vooral van -op blote voeten- schelpen rapen en de zilte zeelucht.
woensdag 13 januari 2010
Bericht van de badmeesteres
Momenteel geniet ik met volle teugen van ons zwembad in Bali. Toen ik op de avond van onze aankomst, alweer 4 weken geleden, mijn eerste duik nam, vreesde ik even dat ik de overkant niet kon bereiken... het bad is immers van bijna Olympische proporties. Nou ja, zo voelt het in ieder geval. Elke dag zwem ik banen voor de conditie en luier ik een beetje op een van de onderwaterzitjes die aan de diepe zijde van het bad zijn aangebracht.
Tegelijkertijd blijkt het nogal een klus om een tropisch zwembad in goede staat te houden: door de vele zonneuren en de hoge boventemperatuur vraagt de waterbehandeling extra inzicht van de badmeester(es). Ketut, onze tuinman, is degene die ook het onderhoud aan het bad doet. Hij kreeg zijn opleiding van de zwembadbouwer. Dagelijks beheert hij de machinekamer en controleert hij de waterkwaliteit. Sinds onze komst doet hij dat samen met mijn liefje die in een ver verleden de benodigde papieren behaalde voor het professioneel runnen van een zwembad. Hij was dus in goed gezelschap, dacht ik... Wat is de optimale pH-waarde voor het zwemwater? Hoeveel chloor moet wanneer worden toegevoegd voor de juiste balans? We dachten het te weten. Totdat het badwater gisteren van kleur veranderde: het werd groen. Conclusie: algen ('lumut' in Bahasa Indonesia; ik leer snel bij). Een teken van een onjuist pH-gehalte. Na wat naslag op Internet, bleek dat het onder andere kan worden veroorzaakt door stortbuien in het bad. Daarvan kregen wij er inderdaad een paar in de afgelopen dagen... de understatement van deze week maar ik mopper niet. Dat hoort nu eenmaal bij het natte seizoen en het levert soms mooie foto's op.
Al voegen we bij voorkeur zo min mogelijk chemicaliën toe, we ontkomen er niet aan. Er moest worden ingegrepen dus ik ging in zwemoutfit het bad in om een deel van de tegels handmatig te schrobben. Een rotklus (zere rugspieren de volgende dag)! Vervolgens sluisden we gedurende 2 uurtjes een laag badwater weg en vulde het weer aan met schoon leidingwater. Zo snel als het water was afgevoerd, zo lang duurde het voordat het weer tot aan de randen was bijgevuld: uuuuuuren! Tenslotte moest chloorgranulaat worden toegevoegd en 24 uur worden gefilterd. Om die reden konden wij een dag niet zwemmen en ook alle opblaasvriendjes verbleven tijdelijk op de kant.
Over opblaasvriendjes gesproken: voor ons vertrek naar Bali vond ik het hoog tijd worden voor een degelijke oriëntatie op zwembadspeelgoed. Ik dook onder in de wereld die 'pool toys' heet en ik kwam proestend boven! Er opende zich een nieuwe wereld voor mij: was ik tot dan toe dik tevreden met een eenvoudig luchtbed, een opblaasstoel en een haai, waren daar ineens 'dancing dolphins' en zelfs een 'floating golf green'... Het epicentrum van de verkoop van verbazingwekkend zwembadspeelgoed ligt overduidelijk in de Verenigde Staten. De meeste producenten leveren echter niet buiten de grenzen van de VS.
Desalniettemin werd mijn serieuze interesse getrokken door een floating 'aqua bar': een dobberende, halvemaans opblaasbar met uitsparingen voor drankjes, met daaromheen vier dobberende opblaasbarkrukken, uitgevoerd in feestelijke kleuren. En -zo te zien- met meegeleverde barman. Ik stuurde het speeltje ter beoordeling naar vriendin Bernadotti die er veel verstand van heeft, en vroeg haar om advies. Het leek ook haar een voortreffelijke aankoop. Dat gold voor het bar- en krukgedeelte; de barman werd door haar resoluut afgeserveerd: zwembroek niet goed alsmede 'een haarkwestie'. Ik houd het in mijn blog graag decent.
Maar wat te denken van de 'jellyfish pool light'? Een grote, lichtgevende kwal met tentakels die in blauwtinten onder water pulseren. Het is nèt een Portugees Oorlogsschip. Niet van echt te onderscheiden maar dan ongevaarlijk voor de mens. Maar het allerleukste vond ik toch wel de radiografisch bestuurbare butler. In strak zwarte outfit, stabiel, snel en met een indrukwekkende sixpack. Of in ieder geval de uitsparingen ervoor... Laat de gedachten maar eens de vrije loop, dames! Hij kan op elk gewenst plekje komen en dat alles uiterst veilig en discreet. Zoals men van een goede butler mag verwachten, is hij bereid te allen tijde naar de korte pijpen van zijn badmeesteres te dansen. En dat met slechts 6 batterijen. De radiografisch bestuurbare butler is dé natte droom van elke badmeesteres. Binnenkort te bezichtigen in een Balinese tuin in een -hopelijk- weer snel algenvrij bad.
Tegelijkertijd blijkt het nogal een klus om een tropisch zwembad in goede staat te houden: door de vele zonneuren en de hoge boventemperatuur vraagt de waterbehandeling extra inzicht van de badmeester(es). Ketut, onze tuinman, is degene die ook het onderhoud aan het bad doet. Hij kreeg zijn opleiding van de zwembadbouwer. Dagelijks beheert hij de machinekamer en controleert hij de waterkwaliteit. Sinds onze komst doet hij dat samen met mijn liefje die in een ver verleden de benodigde papieren behaalde voor het professioneel runnen van een zwembad. Hij was dus in goed gezelschap, dacht ik... Wat is de optimale pH-waarde voor het zwemwater? Hoeveel chloor moet wanneer worden toegevoegd voor de juiste balans? We dachten het te weten. Totdat het badwater gisteren van kleur veranderde: het werd groen. Conclusie: algen ('lumut' in Bahasa Indonesia; ik leer snel bij). Een teken van een onjuist pH-gehalte. Na wat naslag op Internet, bleek dat het onder andere kan worden veroorzaakt door stortbuien in het bad. Daarvan kregen wij er inderdaad een paar in de afgelopen dagen... de understatement van deze week maar ik mopper niet. Dat hoort nu eenmaal bij het natte seizoen en het levert soms mooie foto's op.
Al voegen we bij voorkeur zo min mogelijk chemicaliën toe, we ontkomen er niet aan. Er moest worden ingegrepen dus ik ging in zwemoutfit het bad in om een deel van de tegels handmatig te schrobben. Een rotklus (zere rugspieren de volgende dag)! Vervolgens sluisden we gedurende 2 uurtjes een laag badwater weg en vulde het weer aan met schoon leidingwater. Zo snel als het water was afgevoerd, zo lang duurde het voordat het weer tot aan de randen was bijgevuld: uuuuuuren! Tenslotte moest chloorgranulaat worden toegevoegd en 24 uur worden gefilterd. Om die reden konden wij een dag niet zwemmen en ook alle opblaasvriendjes verbleven tijdelijk op de kant.
Over opblaasvriendjes gesproken: voor ons vertrek naar Bali vond ik het hoog tijd worden voor een degelijke oriëntatie op zwembadspeelgoed. Ik dook onder in de wereld die 'pool toys' heet en ik kwam proestend boven! Er opende zich een nieuwe wereld voor mij: was ik tot dan toe dik tevreden met een eenvoudig luchtbed, een opblaasstoel en een haai, waren daar ineens 'dancing dolphins' en zelfs een 'floating golf green'... Het epicentrum van de verkoop van verbazingwekkend zwembadspeelgoed ligt overduidelijk in de Verenigde Staten. De meeste producenten leveren echter niet buiten de grenzen van de VS.
Desalniettemin werd mijn serieuze interesse getrokken door een floating 'aqua bar': een dobberende, halvemaans opblaasbar met uitsparingen voor drankjes, met daaromheen vier dobberende opblaasbarkrukken, uitgevoerd in feestelijke kleuren. En -zo te zien- met meegeleverde barman. Ik stuurde het speeltje ter beoordeling naar vriendin Bernadotti die er veel verstand van heeft, en vroeg haar om advies. Het leek ook haar een voortreffelijke aankoop. Dat gold voor het bar- en krukgedeelte; de barman werd door haar resoluut afgeserveerd: zwembroek niet goed alsmede 'een haarkwestie'. Ik houd het in mijn blog graag decent.
Maar wat te denken van de 'jellyfish pool light'? Een grote, lichtgevende kwal met tentakels die in blauwtinten onder water pulseren. Het is nèt een Portugees Oorlogsschip. Niet van echt te onderscheiden maar dan ongevaarlijk voor de mens. Maar het allerleukste vond ik toch wel de radiografisch bestuurbare butler. In strak zwarte outfit, stabiel, snel en met een indrukwekkende sixpack. Of in ieder geval de uitsparingen ervoor... Laat de gedachten maar eens de vrije loop, dames! Hij kan op elk gewenst plekje komen en dat alles uiterst veilig en discreet. Zoals men van een goede butler mag verwachten, is hij bereid te allen tijde naar de korte pijpen van zijn badmeesteres te dansen. En dat met slechts 6 batterijen. De radiografisch bestuurbare butler is dé natte droom van elke badmeesteres. Binnenkort te bezichtigen in een Balinese tuin in een -hopelijk- weer snel algenvrij bad.
zaterdag 9 januari 2010
Godinneneiland
Bali wordt vaak 'het eiland van de goden' genoemd of 'poort naar de tuin der goden'.
Bij beide omschrijvingen kan ik mij inmiddels het een en ander voorstellen: het land is ongelofelijk rijk qua natuur en ook de (vreedzame) hindoeïstische cultuur maakt het een plek om graag te willen vertoeven. Daar wonen wij nu alweer bijna 4 weken en elke week wordt er iets toegevoegd aan die prachtige omgeving van ons. Zo werd er in de afgelopen dagen hard gewerkt om de tuin af te maken. Alles dat vanaf het terras is te aanschouwen, is 'pleasing to the eye' en trekt vogels en vlinders aan. “Saya ingin kupu-kupu” was een van de eerste regels in Bahasa Indonesia die ik uit het hoofd leerde: ik houd van vlinders. En ze komen in steeds grotere getale op de bloeiende bloemen in onze tuin af. Vooral op de rode! De ruimte achter het huis is gevuld met fruitbomen: mango (3 soorten), mangostan, banaan, ananas, sinaasappel, tamarinde en jambu. Plus speciale Banjar-appeltjes die alleen in dit dorp groeien, geloof het of niet?!
Het schuurtje voor onze tuinman Ketut heeft inmiddels een dak. Soms is de wereld klein: ook hier rekenden de mannen in de bouw op onze bekendheid met het verschijnsel 'pannenbier', het biertje dat door de opdrachtgever wordt geschonken als het hoogste punt van een gebouw wordt bereikt. De professionele aanpak van die mannen had mij in de afgelopen dagen continu gefascineerd: het bouwen deden ze zo eenvoudig voorkomen terwijl ze het -in mijn Europese ogen- met weinig hulpmiddelen moesten doen. Het staat er perfect bij en alle leidingen zijn vakkundig weggewerkt. Zelf vierde ik het bereikte resultaat met hen met een glas Hatten rosé die mij goed smaakt. De 2009-oogst van deze lokale wijn vind ik fruitiger dan de oogst van het voorgaande jaar.
De sangha, de huistempel, staat inmiddels ook op de juiste plek: naar het Westen gericht. Iedereen die nu de poort binnenkomt, kan de tempel aanschouwen. Er zijn stricte regels voor het opzetten: de bouwactiviteiten moeten zijn afgerond, de tempel mag niet onder het alang-alangdak staan (de rieten kap) en zo zijn er nog meer bepalingen. Die tempel moet er na de inwijdingsceremonie voor zorgen dat allen op het terrein gezond en gelukkig blijven. Het opbouwen van de tempel bleek bij nader inzien nog een flinke klus; een soort origami voor gevorderden, over meerdere etages. De ervaren metselaars van het schuurtje boden echter aan om de tempel te plaatsen en op te bouwen voor de kosten van twee volle brommertanks per man. Deal!
Maar dat was nog niet alles: ook Dewi Tara arriveerde - feestelijk ingepakt in confetti. We hadden gewaarschuwd dat het pad naar ons huis vanwege regenval nogal hobbelig was geworden in de afgelopen dagen dus ze moest goed worden beschermd. Eerder deze week kochten wij net buiten Lovina een massief stenen beeld voor in de achtertuin. 'Dewi' betekent godin in Bahasa Indonesia en Tara wordt de moeder van alle boeddha's genoemd. Ze houdt haar handen voor de borst in de zogenaamde 'chakra muda'-positie. Ze is rijk versierd met een zogenaamde mahkota op haar hoofd en met een collier om haar hals, ringen in haar oren, om haar armen en haar benen. Ze heeft blote borsten en draagt een fraai versierde lendedoek. Het voetstuk is al gemetseld. Maandag wordt ze definitief geplaatst. Ik vind haar prachtig.
Het hindoeïsme dat 95% van de Balinezen aanhangt (Hindu Dharma, Agama Hindu), bestaat uit bestaande Balinese mythologieën en invloeden van het hindoeïsme uit Zuid- en Zuidoost-Azië.
Het klapstuk van deze week vonden mijn liefje en ik echter het 'altaar' dat bij ons werd afgeleverd: naar eigen ontwerp maar wel met veel inspiratie vervaardigd door de professionals van het timmeratelier van Gede, Hoofd Timmermannen. Enkele dagen geleden kwam er een vrachtwagen het terrein op: we mochten kiezen uit dikke platen teak uit Java. De verkozen plaat is enigszins bewerkt en heeft slechts 1 poot. Nelly's foto en klankschaal staan erop alsmede enkele andere dierbare stukken. De foto van de tafel is bij de diashow te zien. Bij ons zit zaterdag er bijna op. Vanavond staat nasi goreng met sateh op het menu. Met doerian als toetje voor mij (genuttigd in de bale bengong - weg van mijn liefje vanwege de geur...) We voelen ons grote bofkonten.
Bij beide omschrijvingen kan ik mij inmiddels het een en ander voorstellen: het land is ongelofelijk rijk qua natuur en ook de (vreedzame) hindoeïstische cultuur maakt het een plek om graag te willen vertoeven. Daar wonen wij nu alweer bijna 4 weken en elke week wordt er iets toegevoegd aan die prachtige omgeving van ons. Zo werd er in de afgelopen dagen hard gewerkt om de tuin af te maken. Alles dat vanaf het terras is te aanschouwen, is 'pleasing to the eye' en trekt vogels en vlinders aan. “Saya ingin kupu-kupu” was een van de eerste regels in Bahasa Indonesia die ik uit het hoofd leerde: ik houd van vlinders. En ze komen in steeds grotere getale op de bloeiende bloemen in onze tuin af. Vooral op de rode! De ruimte achter het huis is gevuld met fruitbomen: mango (3 soorten), mangostan, banaan, ananas, sinaasappel, tamarinde en jambu. Plus speciale Banjar-appeltjes die alleen in dit dorp groeien, geloof het of niet?!
Het schuurtje voor onze tuinman Ketut heeft inmiddels een dak. Soms is de wereld klein: ook hier rekenden de mannen in de bouw op onze bekendheid met het verschijnsel 'pannenbier', het biertje dat door de opdrachtgever wordt geschonken als het hoogste punt van een gebouw wordt bereikt. De professionele aanpak van die mannen had mij in de afgelopen dagen continu gefascineerd: het bouwen deden ze zo eenvoudig voorkomen terwijl ze het -in mijn Europese ogen- met weinig hulpmiddelen moesten doen. Het staat er perfect bij en alle leidingen zijn vakkundig weggewerkt. Zelf vierde ik het bereikte resultaat met hen met een glas Hatten rosé die mij goed smaakt. De 2009-oogst van deze lokale wijn vind ik fruitiger dan de oogst van het voorgaande jaar.
De sangha, de huistempel, staat inmiddels ook op de juiste plek: naar het Westen gericht. Iedereen die nu de poort binnenkomt, kan de tempel aanschouwen. Er zijn stricte regels voor het opzetten: de bouwactiviteiten moeten zijn afgerond, de tempel mag niet onder het alang-alangdak staan (de rieten kap) en zo zijn er nog meer bepalingen. Die tempel moet er na de inwijdingsceremonie voor zorgen dat allen op het terrein gezond en gelukkig blijven. Het opbouwen van de tempel bleek bij nader inzien nog een flinke klus; een soort origami voor gevorderden, over meerdere etages. De ervaren metselaars van het schuurtje boden echter aan om de tempel te plaatsen en op te bouwen voor de kosten van twee volle brommertanks per man. Deal!
Maar dat was nog niet alles: ook Dewi Tara arriveerde - feestelijk ingepakt in confetti. We hadden gewaarschuwd dat het pad naar ons huis vanwege regenval nogal hobbelig was geworden in de afgelopen dagen dus ze moest goed worden beschermd. Eerder deze week kochten wij net buiten Lovina een massief stenen beeld voor in de achtertuin. 'Dewi' betekent godin in Bahasa Indonesia en Tara wordt de moeder van alle boeddha's genoemd. Ze houdt haar handen voor de borst in de zogenaamde 'chakra muda'-positie. Ze is rijk versierd met een zogenaamde mahkota op haar hoofd en met een collier om haar hals, ringen in haar oren, om haar armen en haar benen. Ze heeft blote borsten en draagt een fraai versierde lendedoek. Het voetstuk is al gemetseld. Maandag wordt ze definitief geplaatst. Ik vind haar prachtig.
Het hindoeïsme dat 95% van de Balinezen aanhangt (Hindu Dharma, Agama Hindu), bestaat uit bestaande Balinese mythologieën en invloeden van het hindoeïsme uit Zuid- en Zuidoost-Azië.
Het klapstuk van deze week vonden mijn liefje en ik echter het 'altaar' dat bij ons werd afgeleverd: naar eigen ontwerp maar wel met veel inspiratie vervaardigd door de professionals van het timmeratelier van Gede, Hoofd Timmermannen. Enkele dagen geleden kwam er een vrachtwagen het terrein op: we mochten kiezen uit dikke platen teak uit Java. De verkozen plaat is enigszins bewerkt en heeft slechts 1 poot. Nelly's foto en klankschaal staan erop alsmede enkele andere dierbare stukken. De foto van de tafel is bij de diashow te zien. Bij ons zit zaterdag er bijna op. Vanavond staat nasi goreng met sateh op het menu. Met doerian als toetje voor mij (genuttigd in de bale bengong - weg van mijn liefje vanwege de geur...) We voelen ons grote bofkonten.
dinsdag 5 januari 2010
Nat
Waar moet ik beginnen? Elke dag maken we zoveel mee dat er eigenlijk geen beginnen aan is. Een ding is zeker: Bernadette vertrok -weliswaar met 2 (mooie) dagen vertraging- en daarna liep veel mis. Maar zeker niet alles: elke ochtend maakt Ketut namelijk een verrassende fruit-groentecocktail waarop Emmy jaloers zou zijn. Hij is dé juice man van Bali! De metselaars bouwen momenteel in rap tempo maar wel heel gedegen een huisje annex opslagruimte voor de spullen van de tuinman; gelegen achter de carport. Bovendien schaften we een heel mooie sangha, een huistempel, aan die nu nog in delen in een hoek staat opgesteld. Ons Balinees personeel wacht op de juiste dag van de maand om de tempel te plaatsen en op te bouwen. De muur waartegen de tempel wordt geplaatst, is al gekozen en geverfd.
Maandag jongstleden was de dag van de lekkende airco, de haperende boekenkastenkamer en Mister Maybe. Sinds enige tijd hebben we een airco in een van de slaapkamers die lekkage veroorzaakt op de muur van de woonkamer. De loodgieter kwam de lekkage verhelpen, plamuurde de wond en schilderde de wand over. In de dagen erna bleek dat er nog steeds water op de woonkamermuur ontstond. De leiding werd dus weer opengelegd maar ja, volgens de loodgieter was de lekkage verholpen dus die leiding kon toch echt worden afgedekt... Zelf wilde ik dat niet. Eerst moest maar eens worden onderzocht wat die vochtplek veroorzaakte en of er niet iets alternatiefs moest worden gedaan. Tot op heden ligt de leiding, na veel discussie, nog steeds open. Er is sprake van condens. We kwamen deze week tot een compromis: er wordt een dubbele pijp om de leiding gedaan en daarna wordt de muur alsnog afgedicht. Fingers crossed!
Dat was nog lang niet alles. De boekenkasten op de eerste verdieping waren klaar om tegen de wand te worden geplaatst, vanzelfsprekend met behoud van alle stopcontacten en lichtpunten. Maar die terloopse aanname bleek VEEL gemakkelijk gezegd dan gedaan! Na een inspectieronde kwam ik tot de conclusie dat van de helft van de stopcontacten de draden rücksichtlos waren weggeknipt. Ik vond 15 veelkleurige electriciteitsdraden in vijf hoeken van de ruimte. Als souvenir. Langzaam voelde ik het bloed uit mijn gezicht trekken... Toen ik om uitleg vroeg, legde men mij breed glimlachend met handgebaren uit dat er geen probleem was: van 1 stopcontact zouden 2 dozen worden gemaakt. Dat is nu precies wat ik niet wil: een aan elkaar geknoopt Balinees houtje-touwtje-huis! Na veel hoofdgeschud en 'tidak baik' (niet goed) van mijn kant besloot ik het opperhoofd van de timmermannen te bellen. Hij kwam terstond en bevestigde dat het allemaal goed zou komen. Na veel geboor en gehak in de muur stonden de boekenkastenwanden er 's avonds -inderdaad- picobello bij en alle electriciteitspunten werkten. Ook mijn favoriete schelpen- en dolfijnenkalebaslamp uit Mexico hangt inmiddels in de inloopruimte. “Wat is hiervan de les?” Ik laat het oordeel graag aan de verstandige lezer over.
En dan nog Mister Maybe, de electricien. Na lang zoeken (er is momenteel sprake van enige schaarste) vonden we ventilatoren voor plaatsing aan de plafonds in de belangrijkste ruimten: terras, woonkamer en keuken. Ik vond slechts een zilveren en twee gouden fans maar die worden thans zwart gespoten. “Zouden die morgen kunnen worden geïnstalleerd?” Antwoord: Maybe. “Kunnen ze dan overmorgen op zeker worden geïnstalleerd?” Antwoord wederom: waarschijnlijk wel... Vandaar zijn bijnaam. Gisteren kwam hij dan toch en plaatste de eerste ventilator. De rest volgt maar nu begint ook mijn liefje nog te mopperen dat heur hoofdhaar waait als het apparaat aanstaat. Het moet toch niet gekker worden?!
Maar dat was deze week nóg niet alles. We kregen vandaag tevens te maken met heftige regenbuien, vergezeld van rukwinden uit het Noordoosten. Dat kunnen we hier verwachten in het natte seizoen. Tegen die overdaad bleken enkele recent geplante cocosnootbomen, frangipani's, palmen en bananenbomen niet bestand dus die gingen -sommigen met een luide knal- om. De tuin lijkt thans een oorlogsgebied. De ingehuurde tuinmannen gaan de omgewaaide bomen morgen opnieuw in de vruchtbare aarde zetten. De dreigende foto's zijn te zien in de continu lopende diashow; zie 'Bali sekarang'.
Het is alweer een maand geleden dat mijn liefje haar laatste chemokuur onderging. De foto van haar, intens genietend van het zwembad in de regen, is mijn foto van de week. We hebben het heel erg naar ons zin. Na regen komt zonneschijn.
Maandag jongstleden was de dag van de lekkende airco, de haperende boekenkastenkamer en Mister Maybe. Sinds enige tijd hebben we een airco in een van de slaapkamers die lekkage veroorzaakt op de muur van de woonkamer. De loodgieter kwam de lekkage verhelpen, plamuurde de wond en schilderde de wand over. In de dagen erna bleek dat er nog steeds water op de woonkamermuur ontstond. De leiding werd dus weer opengelegd maar ja, volgens de loodgieter was de lekkage verholpen dus die leiding kon toch echt worden afgedekt... Zelf wilde ik dat niet. Eerst moest maar eens worden onderzocht wat die vochtplek veroorzaakte en of er niet iets alternatiefs moest worden gedaan. Tot op heden ligt de leiding, na veel discussie, nog steeds open. Er is sprake van condens. We kwamen deze week tot een compromis: er wordt een dubbele pijp om de leiding gedaan en daarna wordt de muur alsnog afgedicht. Fingers crossed!
Dat was nog lang niet alles. De boekenkasten op de eerste verdieping waren klaar om tegen de wand te worden geplaatst, vanzelfsprekend met behoud van alle stopcontacten en lichtpunten. Maar die terloopse aanname bleek VEEL gemakkelijk gezegd dan gedaan! Na een inspectieronde kwam ik tot de conclusie dat van de helft van de stopcontacten de draden rücksichtlos waren weggeknipt. Ik vond 15 veelkleurige electriciteitsdraden in vijf hoeken van de ruimte. Als souvenir. Langzaam voelde ik het bloed uit mijn gezicht trekken... Toen ik om uitleg vroeg, legde men mij breed glimlachend met handgebaren uit dat er geen probleem was: van 1 stopcontact zouden 2 dozen worden gemaakt. Dat is nu precies wat ik niet wil: een aan elkaar geknoopt Balinees houtje-touwtje-huis! Na veel hoofdgeschud en 'tidak baik' (niet goed) van mijn kant besloot ik het opperhoofd van de timmermannen te bellen. Hij kwam terstond en bevestigde dat het allemaal goed zou komen. Na veel geboor en gehak in de muur stonden de boekenkastenwanden er 's avonds -inderdaad- picobello bij en alle electriciteitspunten werkten. Ook mijn favoriete schelpen- en dolfijnenkalebaslamp uit Mexico hangt inmiddels in de inloopruimte. “Wat is hiervan de les?” Ik laat het oordeel graag aan de verstandige lezer over.
En dan nog Mister Maybe, de electricien. Na lang zoeken (er is momenteel sprake van enige schaarste) vonden we ventilatoren voor plaatsing aan de plafonds in de belangrijkste ruimten: terras, woonkamer en keuken. Ik vond slechts een zilveren en twee gouden fans maar die worden thans zwart gespoten. “Zouden die morgen kunnen worden geïnstalleerd?” Antwoord: Maybe. “Kunnen ze dan overmorgen op zeker worden geïnstalleerd?” Antwoord wederom: waarschijnlijk wel... Vandaar zijn bijnaam. Gisteren kwam hij dan toch en plaatste de eerste ventilator. De rest volgt maar nu begint ook mijn liefje nog te mopperen dat heur hoofdhaar waait als het apparaat aanstaat. Het moet toch niet gekker worden?!
Maar dat was deze week nóg niet alles. We kregen vandaag tevens te maken met heftige regenbuien, vergezeld van rukwinden uit het Noordoosten. Dat kunnen we hier verwachten in het natte seizoen. Tegen die overdaad bleken enkele recent geplante cocosnootbomen, frangipani's, palmen en bananenbomen niet bestand dus die gingen -sommigen met een luide knal- om. De tuin lijkt thans een oorlogsgebied. De ingehuurde tuinmannen gaan de omgewaaide bomen morgen opnieuw in de vruchtbare aarde zetten. De dreigende foto's zijn te zien in de continu lopende diashow; zie 'Bali sekarang'.
Het is alweer een maand geleden dat mijn liefje haar laatste chemokuur onderging. De foto van haar, intens genietend van het zwembad in de regen, is mijn foto van de week. We hebben het heel erg naar ons zin. Na regen komt zonneschijn.
zaterdag 2 januari 2010
Nelly
Nadat mijn liefje en ik in november 2008 in Bali aankwamen voor een gepland verblijf van 6 maanden, ontving ik een verrassende mail van mijn vriendin Nelly: zij schonk ons via Tree-Nation een prachtige baobabboom (adansonia digitata) die zij onze eeuwige vriendschapsboom doopte. Het gebaar ontroerde mij. “Typisch Nelly”. Zij was altijd gul en gaf bijzondere, persoonlijke kado's. De boom is in het hartbos van Dosso (Niger, Afrika) geplant. Wij moesten haar beloven nog eens op zoek te gaan naar de boom om op die manier onze eeuwige vriendschap te herdenken.
Vandaag, 2 januari 2010 is het precies een jaar geleden dat Nelly, mijn beste vriendin, op 48-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van ongeneeslijke longkanker. Ik mis haar nog elke dag.
In het afgelopen jaar ontving ik met regelmaat updates over onze vriendschapsboom. De boom groeit goed en het hartbos neemt gestadig in omvang toe. Telkens als ik inlog op het netwerk, zie ik de naam op het scherm waarmee Nelly mij aansprak... Tree-Nation, de organisatie die dit initiatief startte, heeft als doel 8 miljoen bomen wereldwijd te planten om zo de gevolgen van klimaatverandering en armoede te helpen bestrijden. Het eco-project in Niger is vooral bedoeld als actie tegen woestijnvorming en ontbossing.
Onlangs startte men een nieuwe campagne, getiteld 'True Tree Stories'. Ik ontving een mail met de vraag of ik een bomenverhaal had te vertellen. Het idee erachter was dat je met het insturen van een verhaal een boom kon winnen die dan voor jou zou worden geplant. Dat sprak mij aan. Van bomen kunnen wij, mensen, immers nooit genoeg krijgen: ze verschaffen ons de noodzakelijke zuurstof om te leven. Ik vind bomen niet alleen van grote betekenis, ze zijn ook prachtig van vorm en kleur. Inmiddels staan er vele in onze eigen tropische Balinese tuin.
De campagne inspireerde mij dermate dat ik in december jongstleden een tekst instuurde die ging over de apenbroodboom die Nelly mij en mijn liefje had geschonken. Ook beschreef ik wat onze verbintenis was met de baobab: tijdens onze eerste wereldreis hadden wij 800 kilometer omgereden om in Australië een oude baobab te zien die in vroegere tijden dienst had gedaan als gevangenis voor Aboriginals. Dat verhaal had ook Nelly geroerd. Vervolgens maakte ik een overstap naar de betekenis die bomen voor mij hadden in het licht van de medische behandeling die mijn liefje onlangs onderging. Uit de naalden van de taxusboom worden als sinds de jaren 60 van de vorige eeuw de bestanddelen voor chemotherapie gewonnen. Om die reden werd de taxus dan ook venijnboom genoemd maar zelf noem ik de boom liever 'boom des levens' omdat het middel mijn liefje helpt genezen. En dat alles in mijn beste Engels.
Ongeveer een week later kreeg ik van Tree-Nation een certificaat toegestuurd met daarop de GPS-coördinaten van de boom die ik met mijn verhaal had gewonnen en die inmiddels voor mij was geplant. Nu ben ik dus niet alleen trotse eigenaar van een eeuwige vriendschapsboom maar ook van een gewonnen True Tree Story-boom! Beide bomen zijn baobabs. Maar dat is niet alles. Sindsdien krijg ik wekelijks bericht dat vaste bezoekers van de Tree-Nation site mijn boom -virtueel- bewateren als blijk van waardering. Het wordt gedaan door mensen uit alle (uit)hoeken van de wereld. Nelly's vriendschapsboom bewater ik helemaal zelf; niet meer persé met eigen tranen al vloeien ze nog weleens als ik aan haar denk maar veeleer als blijk van diepe vriendschap. Een vriendschap die inderdaad eeuwig is.
Vandaag, 2 januari 2010 is het precies een jaar geleden dat Nelly, mijn beste vriendin, op 48-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van ongeneeslijke longkanker. Ik mis haar nog elke dag.
In het afgelopen jaar ontving ik met regelmaat updates over onze vriendschapsboom. De boom groeit goed en het hartbos neemt gestadig in omvang toe. Telkens als ik inlog op het netwerk, zie ik de naam op het scherm waarmee Nelly mij aansprak... Tree-Nation, de organisatie die dit initiatief startte, heeft als doel 8 miljoen bomen wereldwijd te planten om zo de gevolgen van klimaatverandering en armoede te helpen bestrijden. Het eco-project in Niger is vooral bedoeld als actie tegen woestijnvorming en ontbossing.
Onlangs startte men een nieuwe campagne, getiteld 'True Tree Stories'. Ik ontving een mail met de vraag of ik een bomenverhaal had te vertellen. Het idee erachter was dat je met het insturen van een verhaal een boom kon winnen die dan voor jou zou worden geplant. Dat sprak mij aan. Van bomen kunnen wij, mensen, immers nooit genoeg krijgen: ze verschaffen ons de noodzakelijke zuurstof om te leven. Ik vind bomen niet alleen van grote betekenis, ze zijn ook prachtig van vorm en kleur. Inmiddels staan er vele in onze eigen tropische Balinese tuin.
De campagne inspireerde mij dermate dat ik in december jongstleden een tekst instuurde die ging over de apenbroodboom die Nelly mij en mijn liefje had geschonken. Ook beschreef ik wat onze verbintenis was met de baobab: tijdens onze eerste wereldreis hadden wij 800 kilometer omgereden om in Australië een oude baobab te zien die in vroegere tijden dienst had gedaan als gevangenis voor Aboriginals. Dat verhaal had ook Nelly geroerd. Vervolgens maakte ik een overstap naar de betekenis die bomen voor mij hadden in het licht van de medische behandeling die mijn liefje onlangs onderging. Uit de naalden van de taxusboom worden als sinds de jaren 60 van de vorige eeuw de bestanddelen voor chemotherapie gewonnen. Om die reden werd de taxus dan ook venijnboom genoemd maar zelf noem ik de boom liever 'boom des levens' omdat het middel mijn liefje helpt genezen. En dat alles in mijn beste Engels.
Ongeveer een week later kreeg ik van Tree-Nation een certificaat toegestuurd met daarop de GPS-coördinaten van de boom die ik met mijn verhaal had gewonnen en die inmiddels voor mij was geplant. Nu ben ik dus niet alleen trotse eigenaar van een eeuwige vriendschapsboom maar ook van een gewonnen True Tree Story-boom! Beide bomen zijn baobabs. Maar dat is niet alles. Sindsdien krijg ik wekelijks bericht dat vaste bezoekers van de Tree-Nation site mijn boom -virtueel- bewateren als blijk van waardering. Het wordt gedaan door mensen uit alle (uit)hoeken van de wereld. Nelly's vriendschapsboom bewater ik helemaal zelf; niet meer persé met eigen tranen al vloeien ze nog weleens als ik aan haar denk maar veeleer als blijk van diepe vriendschap. Een vriendschap die inderdaad eeuwig is.
Labels:
natuur en milieu,
Nelly,
Nelly Sweere,
taxusboom: venijnboom of boom des levens?,
Tree-Nation bomenplantproject
Abonneren op:
Posts (Atom)